Wij verlaten ons stadje op zoek naar de gras-en graasvelden van de Yaks en de schapen op 3300m hoogte. De Tibetaanse hoogvlakten.
De mensen zijn hier roodbruingetaand met rode koontjes. De vrouwen zwarte vlechtjes tot diep op de rug. Alleen de bolhoedjes ontbreken om ons in Peru of Bolivië te wanen. Wij rijden eerst 30 km verder de bergen in.
Op de graasvelden lopen wij tussen de Yaks en de geiten. Steile klimmen die onze adem doen stokken, ons hart sneller laat slaan. Het uitgestrekte landschap 360 graden fabuleus badend in de zon. Op het hoogste punt staat een hoge indianentent zonder stof errond. Het is wel versierd met slierten van wimpels in alle kleuren. Elk kleurrijk vlaggetje: een gedachte voor een godheid o.m. Een god van de wijsheid, een god van de filosofie, een god van de innerlijke rust...
Wij gaan temidden van al die vlaggetjes staan en voelen de innerlijke rust. Geen geluid, geen gebrom dat stoort. Vredig. Pastoraal. Laat ons hier drie tenten bouwen.
Een Tibetaanse familie komt hier inderdaad feest vieren en bbquen en bouwt een tent waarin een vuur kan branden. Als wij goed rondom ons kijken zien wij zulke vlaggenmasten overal op de top van de omliggende bergen, overal feest, overal dank aan de godheden. Onze Tibetaanse gids zegt dat die feesten rond 1juli plaatsvinden.
Deze boeddhisten eten vlees. Zij leven op zo'n grote hoogte dat ze genoeg vetten en vlees moeten eten om te overleven.
Zij eten evenwel geen slangen,vogels of kikkers. Want die kunnen uit reïncarnatie komen.
Het zou je kunnen overkomen dat je je moeder of je vader zou opeten. Dan kus je nog liever een kikker die prins wordt.
De Tibetanen onderscheiden drie groepen.
- De nomaden die met de beesten de graslanden afdwijlen. Ze blijven soms maar èèn week ter plaatse, soms twee weken soms een maand, soms langer.
- De boeren bewerken het land en kweken groenten
- De monniken die mediteren en helpen bij ziekte en overlijden.
Ze doen aan ruilhandel. De nomaden leveren vlees, vet , olie, wol voor dekens.... De boeren de groenten... De monniken het spirituele.
Wij trekken naar een dorp dat ons twintig eeuwen terug werpt in de tijd.
Tibet was toen bezaaid met kleine koninkrijkjes. Die bekampten mekaar om toch wat groter te worden. Er was een koninkrijkje dat altijd maar verloor. De burgers, teleurgesteld in de koning, wilden hem afzetten; ze gaven hem nog 1 kans. De koning had een droom. Hij zou zijn rijkje beschermen door een kruisgewijzemuur te maken. De muur werd opgetrokken met klei, keien en houten balken in de vorm van een kruis. Het koninkrijkje van het Achthoekig Kruis werd nooit meer verslagen.
Op die kleien muur van zeven meter lopen wij nu tweeduizend jaar later.
Binenin primitieve lemen huisjes met yakkak bestreken. Overal liggen die uitwerpselen te drogen. Ze worden daarna opgestapeld om in de winter te gebruiken als brandstof voor hun stoven.
Er zijn rennen om hun schapen en Yaks te houden, groentenhofjes, houtmijten.
Hun wc is uiteraard buiten: een muur in een lange u vorm |___| tegen een blinde muur. In die u-vorm op de grond een lange gleuf van 20cm.======. Kloppen hoeft niet want de deur doet het niet omdat ze er niet is. En als pittig detail die muren zijn van klei en yakkak gemaakt.
Wij gaan eten bij een plaatselijke farmer. Wij krijgen Yakthee, vers gebakken brood ( twee soorten wat harder en zachter-zonder zout) yakboter, yakkaas ( een wat grovere parmesan).
De boer prepareert voor onze ogen zijn tsampa. Hij doet bij elkaar in een kom: yakboter, yakkaas, Yakthee, een soort meel en suiker. Hij kneedt en hij kneedt en kneedt met zijn handen en maakt er lekkere kubussjes van.
Ons smaakt het prima. Een lekkere lunch. Een energiebom. Maar dat hebben wij wel nodig op deze hoogte.
Frauke laat weten dat Hoe Lang zeker een Chinees is. Maar ze vraagt zich af wie de vrouw is van van meneer Hoe Lang. Enig idee?
Vandaag gaat onze busreis naar Langmussi ( zeg langmusse - met de twee ss-en tegen de voortanden). Ruim drie uur rijden door de steppe op de hoogvlakte. De valleien soms breed, soms zich verdichtend tot bijna een v-dal. In de brede vlakte sporadisch een dorpje Vijfhuizen. Verder weg hier en daar tenten van de nomaden. Geen yoerten maar stevige partytenten met schouwtje erop. Nog sporadischer een groter dorp met zo te zien alle voorzieningen. Wij rijden op een fatsoenlijke baan met een behoorlijke drukte zoals het verkeer bij ons 's nachts. De zon is er weer maar het is zeer winderig zodat er af en toe een zandwind de kop opsteekt.
De bergen zijn hoog en afgerond daarachter in de verte de rocky mountains bestreken met sneeuw.
De Tibetanen mogen meerdere vrouwen hebben tot maximum vijf. Maar ze moeten wel hun lieven gaan zoeken in andere dorpen. Inteelt is nooit goed.
In zo'n dorp kan de Lama ( de abt zeg maar) kleine jongens komen uit zoeken en hen mee te nemen naar het klooster. Daar krijgen ze dus hun opleiding in het boeddhisme. Je kan altijd uittreden, het staat je volledig vrij. Maar er rust dan wel een schandvlak op de familie. Waar en wanneer hebben dat nog gehoord?
Het opperste voor de Chinezen is yin en yang. Dan zijn er de vijf basiselementen : water, vuur, aarde, hout en metaal. De jaartelling volgens de dierenriem volgt. Op basis van al deze gegevens kan elk geborene zijn kwaliteiten kennen. Bvb je bent Yang geboren in het jaar van de tijger en in de maand van het water.... Vijfhonderd jaar heb je ervoor nodig om het allemaal te begrijpen.
Ondertussen weten wij dat er naast de sectie van de Geelkappen de rood-, wit-en blauwkappen bestaan.
We hadden gisteren op 1 mei gedacht veel roodkappen te zien , maar net als bij ons niets te bespeuren.
Ondertussen : wie is de vrouw van meneer Hoe Lang. Ja, inderdaad mevrouw Wie Lang.
Julie zijn net als wij waarschijnlijk verbaasd over het inlijven van jonge monniken door de Lama. Wij zagen jongetjes in dieprode wijnkleurige pijen rondlopen. Jongetjes gelijkend op onze kleinkinderen Guus, Tuur en Tibbe en die zijn zes jaar. Schande? Onze gids van deze morgen vertelde ons dat niet de Lama de jongetjes rekruteert, maar dat hij wel op zoek is naar de reïncarnatie van de boeddha en zo op zoek gaat naar een nieuwe Dalai Lama.
Wij trachten hun cultuur en gewoonten te begrijpen. Het gaat er hier aan toe zoals bij ons. De ouders vragen aan de kinderen wat wil jij later worden en een aantal kinderen zeggen dan monnik. En ze treden dan in. Een hele eer voor de familie. Een monnik in de familie. Wij denken terug aan onze Tibetaanse gids in Xiahe die zei dat boer, nomade en monnik een drie-eenheid vormen. Ze ruilen alles wat ze hebben aardse en spirituele goederen. Ook de familie die de offergaven bracht...kaarsen, rijst, yakvet, en de maaltijd van de monniken daar in het klooster betaalden. Elkaar wederzijds steunen en delen in dit bestaan. Zijn wij in het westen ook terug niet op zoek naar nieuwe vormen van delen ....plukboerderijen, repaircafés, potlucks, coöperatieve banken, de transitiebeweging.
Er bestaan ook nuns en dus nonnenkloosters, maar die zijn niet zo dik gezaaid als de mannenkloosters. Er zijn vijf principes waar de monniken zich moeten aanhouden : niet doden, niet liegen, geen alcohol, niet
roken en geen seks. De vrouwelijke nuns en de monniken mogen elkaar niet aankijken en/of aanraken.
Het boeddhisme bestrijdt drie duivels : onwetendheid, hebzucht( verlangen), boosheid.
Je stelt je altijd nederig op tav de andere. Bvb.Je zal geen kwaadheid met kwaadheid bestrijden.
Wij hadden een zeer belezen gids deze morgen bij ons bezoek aan het langmusiklooster, weer geelmutsen. De gouden daken van de verschillende tempels gaan terug naar het feit dat Dalai Lama als hij reisde van het ene klooster naar het andere in een gele baldakijn vervoerd werd. De boeddhisten( wij spreken met opzet niet van gelovigen, want ze geloven niet in goden) dachten er goed aan te doen gouden daken op de tempels te plaatsen, terwijl dat door de innerlijke verrijking voor niets nodig was of is. Het is een traditie geworden. Want het zijn de Tibetanen zelf die alles betalen.
Nog een bijzonderheid. In deze streek is het de gewoonten dat de doden op een offerplaats hoog op de berg worden gebracht en daar in stukken aan de dieren worden geofferd. Gieren en andere dieren. Het vast geloof in de reïncarnatie ondersteunt deze rite. Veel toeristen willen die necropool zien en fotograferen. Wij kiezen ervoor om respect op te brengen voor de riten van deze boeddhisten en de doden in vrede te laten.
Wij slapen tussen twee kloosters in. Op die scheidingslijn staat een moskee,die recht voor ons staat als wij uit ons hotel komen. Een toren van vier verdiepingen. Symbolischer kan het verdraagzaam samenleven niet zijn.Een opengewerkte Pisaansetoren met de wenteltrap in het midden. Het dak mooie geglazuurde groene tegels. Een moslim geeft ons graag permissie om de toren te beklimmen. Nadat wij hem dat beleefd gehandentand hebben gevraagd. Het uitzicht op de twee kloosters is weer oogverblindend met al dat goud en zilver. Wij hebben nooit mensen gezien op de toren. Je ziet als je beleefd bent kom je overal.
De kleinste moskee telt 400 en de grootste moskee 1200 monniken.
De monnikjes van vier tot zestien jaar krijgen gewoon school en leren filosoferen en mediteren in beginstadium. Daarna begint het echte werk.
Het kan niet anders of er zitten conflicten in een dergelijke grote groep. Elke monnik heeft een persoonlijke coach( wij drukken het gemakkelijkheidshalve westers uit). Die coachen proberen de twistende monniken te laten inzien waar het schoentje wringt.
De monniken zijn geen pezewevers. Ze staan in het leven en lopen vrij rond in het dorp. Er is geen grote sier, ze wonen in armoedige huisjes, ze doen hun was in het bergriviertje maar ze lopen ALLEMAAL wel rond met een smartphone. Voor de Huwawei van Frieda halen ze hun neus op, chiquere merken hebben ze; maar geen sikkepit beter.
De kloosters zijn van hetzelfde type : de klassieke grote houten en metalen gebedsmolens rondom het domein van enkele kilometers. Binnenin de tempels, de eenvoudige woonvertrekken van de monniken. Stel je maar een groot dorp voor met straten veel nog met aangestampte aarde, hoewel de betonweg ook hier zijn intrede doet.
Wij zitten in Langmusi. Een voorname lamamonnik heeft in een grot ( lang mu si )lange tijd gemediteerd en in afzondering geleefd. Een tijger bewaakte de grot. De opgezette tijger doet dat nog altijd. Het is een echt bedevaartsoord. Wij wandelen verder door een spectaculaire kloof met nog meer meditatie grotten. Wij komen uit op een vlakte omgeven door statige bergen. Rust. Tijd voor meditatie. Geen geluid. Een valk op zoek naar zijn prooi. Dat wat het eerste klooster betreft
Het tweede werd gesticht door een geleerde Lama die alle geleerde boeken bestudeerd had en de vertaling in het Tibetaans heeft gemaakt. Het loopt omhoog tegen een bergkam.
Alle twee behoren ze tot Geelkappen.
De bedrukte wimpels en vlaggetjes zijn overal te zien. Een feestelijk stemming. Rood voor vuur, geel voor aarde, blauw voor lucht, wit voor wolken, groen voor gras. Geluksbriefjes worden op de bergtop uitgestrooid en door de wind meegenomen vallen ze als sneeuvlokjes op de rug van de berg. Een gelukssneeuwtapijt. Tot meer eer en glorie van de goden, want wat op de briefjes en wimpels is gedrukt, is voor hen bestemd.
Onze gids is correct en streng in de leer en zegt dat dat gebruiken van volkse devotie zijn en dat die ingeslepen zijn in het boeddhisme. Want het boeddhisme kent geen goden en laat zelfs een god in het diepst van je gedachten niet toe.
Bij al dat moois verkeert Joos in hogere sferen zodat hij niet meer let op aardse beslommeringen en laat achteloos zijn fototoestel achter bij de filosofietempel.
Maar het vlees is zwak en daarom eten wij weer lekker Chinees. Vandaag in een moslimrestaurant yakmeat met paprika, noedels van de bovenste plank, Momo's. Soms floept er nog iets van tussen de stokjes, maar slurpen mag. Voor 6 à 7 euro heb je je al behoorlijk dik gegeten.
Soms laat je wel verleiden door een lekker westers eitjesontbijt.
Wij verplaatsen ons naar Songpan in hogere sferen. De hoogte varieert tussen de 3500 en 3700 m. De hoogvlakte kilometers breed. Grasland waar de Yaks de baas zijn. Nomadententen. Bereden paarden om de kuddes te overschouwen. Maar ook de ruiters op moto's brommen op de (vroegere!?) bergpaadjes om de kudde bijeen te drijven. Dan weer kloven waar de Yaks als berggeiten opklimmen. De besneeuwde toppen van nog hogere bergen in de verte, het Himalaya gebied veronderstellen wij. Alleen Yaks en nomaden overleven hier.
Wij naderen Songpan. Grote bruggenwerken, hoog boven de begane grond, zijn aan de gang, kilometerslang. Zeg maar de brug van Vilvoorde op de Brusselse ring maal 300. De dorpjes voor Songpan liggen onder het stof en onder het mastodontische materiaal voor zo'n gigantische bouwwerf. Wij veronderstellen dat er nieuwe spoorweg wordt aangelegd. Of zou de betonmanie hier ook toegeslagen zijn. In sommige dorpen zouden wij niet kunnen overleven. En de Chinese regering deinst er niet voor terug om op te ruimen wat in de weg staat.
Wij weten niet wat wij moeten hopen of de Chinese regering deze mensen uitkoopt en naar de stad overbrengt of ze in as en stof te laten vergaan.
In elk geval proberen ze nu al de nomaden in wat kunstmatige tentendorpjes te concentreren, of erger nog, ze naar stad te lokken omdat de yakteelt vervuilend zou zijn. De nomaden krijgen dan in ruil woning en graan. Quid?
Songpan is een ommuurde stad. Denk aan Carcassonne maar dan vlak.
De stad binnen de muren brandde af in 1998 en is als origineel terug opgebouwd. Nagemaakte antiek verkoopt ook goed. Binnenin wemelt het van een gezellige drukte. Winkeltjes, restaurantjes, cafeetjes. De plaatselijke mensen die met een borsteltje een truffelachtig zwart peenworteltje van 2 à 3 cm wit tovert. Wij kunnen niet achterhalen welke lekkernij het wel kan zijn. Er zijn zeker vijftig stalletjes waar drie of vier mensen vrolijk kuisen. Proeven kan niet dus toch maar niet kopen.
De stad heeft drie mooie toegangspoorten met de typisch Chinese wachttoren. Ook twee overdekte elegant versierde bruggen over het riviertje dat door de stad loopt.
Wij zoeken tevergeefs naar wat in onze boeken stond: een levensgroot standbeeld van Mao. Van zijn sokkel gevallen?
Wij smullen nog van zoete taartjes en keren naar ons hotel( dit keer een backpackers hostel uit het boekje van de trotters) terug.
Voor de eerste maal trekt de hemel dicht en dreigen de wolken. Regen hangt in de lucht.
De nacht verdreef de wolken. De morgenzon is helder. Wij noteren voor vandaag 21 graden.
De yakmeat is het topje van de culinaire geneugtes. De kleine open vrachtwagens liggen vol met opeengestapelde vleeskarkassen. De versnijdingen gebeuren in open lucht. Ingewanden en ander vlees worden in waterbassins ( waarin wij als klein kind nog in gewassen werden) schoongemaakt. Aan vleeshaken hangen allerlei soorten delen van het rund. Alles in open lucht. Aan de haken hangen gevilde yakballen ( of testikels in het beschaafd) te drogen. Eens iets anders dan gehaktballen.
De bruggenpijlers van gisteren worden via een ingenieus systeem voorzien van het bovenliggende wegdek. Een grote bak van pijler naar pijler doet dienst als bekistingssysteem en wordt volgegoten met beton. Eens gedroogd gaat die grote bak op eigen kracht verder naar de volgende pijler. Fantastisch die ingenieurs uitvinders.
Nog van gisteren : het truffelworteltje heet Warm Grass. En is goed voor mannen. Maar dat hebben wij voorlopig niet nodig.
Dus bij die 21 graden vertrokken wij naar de hoogste waterval van gans Azië. Wat wij zagen was een ballet van waterpartijen die klein meertjes vormen en elkaar feeëriek opvolgen. Zilveren waterpareltjes dansen naar beneden omgeven door een zachte ruisende melodie. Dan weer stort een grote zilveren paardenstaart zich trapsgewijs naar beneden.
Plantaardig materiaal zoals bomen, planten, takken en bladeren in het water maken dat samen met de oplosbaarheid van kalksteen kalkafzetting gevormd wordt. De kalk hoopt zich op en op die manier worden de kleine meertjes vormt. Wij zien kleine blaasjes op het water, koolzuurgas en dat maakt de kalkafzetting mogelijk. Wij gaan jullie de afmetingen van deze murmelende schoonheid besparen. Maar weet dat alles in China bigger is. Deze site is nog niet zolang ontsloten en de bewaker vertelt ons dat in het park achter de waterval beren zitten, geen lieve pandaatjes maar echte van een kloek formaat. Gelukkig dat er bewakers zijn. Ja, ook wij zijn ordinaire toeristen. Met de vraag of wij geen ecosystemen komen beschadigen.
Wij bezoeken nog twee Tibetaanse kloosters. In een tempel zijn monniken oud en jong ( onze zesjarigen) de trom aan het roffelen, de cimbalen aan het slaan, de jachthoorn aan het laten burrelen, samen gebeden prevelend in een ritmisch geheel. Het decor van deze tempel is (zoals al de anderen) kleurrijk met slingers, met lampenkappen, met vlaggen, met ontelbare kleine boeddha's in vitrinekasten, met de geleerde boeken in zijde ingepakt of tussen houten planken op schappen gelegd. De monniken mogen deze boeken uitlenen. Het blijft mystiek en mysterieus. Je zou er van in tranche geraken. Toch goed gelet op onze twee overblijvende foto-apparaten.
Ook voor de eerste keer een foto van de Dalai Lama in een tempel gezien. In de tempels is voor hem ook altijd op het hoogste niveau een troon voorzien, die weliswaar nooit bezet wordt. De dames mochten in deze tempel niet binnen.
Tot slot lopen wij rond in een Tibetaans bergdorp. Te betreden via een versierde bewimpelde en bevlagde brug over het bergriviertje.
Dit is een zelfbedruipende gemeenschap. De jonkiegeitjes blèrend in de ren voor het huis. De zwarte varkens lui liggend op de weg, helemaal geen geknor bij zoveel gelukzaligheid, kippen en hanen vrij van alle zorgen. De huizen zijn mooi uit hout opgetrokken. Wij zien arbeiders dikke bomen ontschorsen. Wij zien vrouwen en mannen in rijtjes op de heuvelende rug van de berg het land bewerken.
In de kleuterschool lachen de kinderen eerst verlegen en zeggen dan Ni Hao en als we weggaan wuivend byebye. Hun kinderboekjes zijn even aandoenlijk: paard, Yak, kip.Wat doet de haan.. ...kukeleku.
Wat moet er nog meer zijn om gelukkig te zijn. Of is dit onze roze bril.
Wij rijden door een zeer scherpe v-kloof naar Chengdu. Ruim tweehonderd km naast de haastige en opbotsende bergrivier. Meer plaats voor de rivier en een tweevaksbaan is er niet. Het is een drukke verbindingsweg en onze chauffeur moet op de tippen van zijn pedalen rijden. De uitzichten op de steile bergen zijn soms kaal en zanderig dan weer groen bebost. Heuvelende kronkelende bergen. Majestueuze uitzichten. De laatste tachtig km naar Chengdu zijn er ontelbare tunnels door de bergen gegraven; velen langer dan vier km. Licht en donker wisselen.
De stad kondigt zich aan langs brede, maar vooral groene lanen. Het groen verbergt de ontelbare flatgebouwen. Modern en fris onderdak biedend aan 10 miljoen mensen.
Wij vallen omlaag van 2900m in Songpan naar 530 in Chengdu. Wij noteren 31 graden. Maar ( de eerste ) regen wordt voorspeld.
De naam Chengdu is nu al een paar keer gevallen en natuurlijk verbinden jullie die naam met het park van de lieve pandabeertjes. Maar dat is voor morgen.
Chengdu ligt in de provincie Sichuan. En ja , nu je het zegt, de provincie werd in 2008 getroffen door een grote aardbeving met 80.000 doden, waaronder veel schoolkinderen.
En voor de specialisten : Chengdu was het laatste bolwerk tegen de invasie van de Japanners in de tweede Wereldoorlog en redde zo China. Een Amerikaanse luchtbrug heeft voor de nodige logistieke ondersteuning gezorgd. En zo mee de oorlog in een beslissende plooi gelegd.
Daarna was er ook verzet tegen Mao en de zijnen, want de nationalisten waren aan de macht.
Een verzetprovincie bij uitstek omdat ze hun eigen baas wilden zijn. Werkers, denkers en doeners.
De inwoner Deng Xiaoping begon hier met de ontbinding van de volkscommmunes en liet privé-bezit toe als ideaal voor persoonlijke verantwoordelijkheid. Deng als latere baas van China legde de ommezwaai op in gans het land. Vandaar het huidig Staatskapitalisme.
Meer idyllisch is de naam die stad kreeg. In de derde eeuw voor Jezus : " Volmaakte Hoofdstad"
De provincie Sichuan heet " Vier Waterlopen" en oeps je kent er weer eentje van, van het spelletje dat je meermaals gespeeld hebt : yangtze. Naast de Gele rivier de tweede grootste.
In deze grootstad zal het wellicht niet voorkomen, maar in de Tibetaanse dorpen werd Joos zijn ijdelheid meermalen gestreeld toen plaatselijke schonen met blozende kaakjes vroegen of ze met Joos op de foto mochten. Toen daarna oudere dames en heren dat ook vroegen en Frieda erbij wilden was de egoschade niet te overzien.
Beloofd is beloofd. Hoewel veel diersoorten met uitsterven bedreigd zijn is de panda de meest bekende. De metafoor voor al wat aan het verdwijnen is.
Het WWF symbool heeft de panda's wereldberoemd gemaakt. Het komt ook wel omdat ze zo aaibaar zijn. Ze kunnen net als kinderen gek doen, glimlachen en speels zijn. Ze zijn nog met weinig. Maar goed nieuws, gisteren is er een jonkietje( wij zijn met Hollanders op stap) geboren. De eerste acht dagen zijn van levensbelang en worden ze gevoed met de papfles en allerlei ingewikkelde preparaten,om de spijsvertering en de darmen op orde te krijgen. Het baby'tje kregen wij niet te zien. Het is al een wonder op zich dat er eentje geboren wordt. De sexuele appetijt is niet aan de mannetjes besteed ( hoewel schattig zo'n pandavrouwtje). Bovendien zijn het Napoleonnekes, die mannen. Echte mannen weten waarom. Wij hebben aan de directie van het pandapark voorgesteld om ze toch naast bamboe Warm Grass van Songpan te geven.
Je kan je het fotogeklik voorstellen als atwee groten wat zitten te dollen, als er eentje rustig op zijn gat bamboe zit te smullen, als er twee jonkies in de boom hangen te hangen, als er een languit ligt te slapen met zijn poot onder zijn kop, als er eentje glijbaantje speelt van de bamboestruik, als er eentje hoog in de boom te bespeuren valt....
Schattig allemaal. Wit en zwart op zijn best.
Maar er waren ook "red" panda's. Kleiner, bruin van kleur en snoetje van een poes. Minder bekend maar even schattig.
Ook wij maakten honderden foto's. En nu maar wissen.
Wij eten lekkere noedels en begeven ons naar het "renmin gongyuan"park of gewoon, zoals het hoort , Het Park van het Volk. Er was een volkje bijeen in dat park met schaduwrijke theehuizen, met prachtige bloemenperken, met vijvers. Maar vooral de ontspannen ambiance. Orkestjes die de plaatselijke zangers en zangeressen begeleiden; die kregen bij het begin elk liedje (plastiek) bloementuiltjes van de mensen als blijk van appreciatie. Wij konden niet achterblijven tot groot jolijt van de Chinezen.
Wat verder waren ze de klassieke oefeningen aan het doen op ritmische muziek. Wij daartussen. Gratis amusement voor de Chinezen.
Wij mochten ook even badmintonraketten lenen. Applaus verzekerd. Joos kon er nog altijd eentje vanachter tussen zijn benen terugslaan.
Er was ook een huwelijksmakelaarsmarkt. Op papieren werden de kwaliteiten van respectievelijke man of vrouw aangeprezen. Wat dacht je, Joos is achter zo'n papiertje gaan staan. Hilariteit.
Je kan overal met hem komen,maar...
En om een persoonlijk probleem van hem op te lossen ( waarom moet die tv altijd zo luid staan) heeft hij zijn oren laten kuisen. De oorkuisers hebben in dit park goed te doen. Vele Chinezen laten dit doen.
En van al die gekkigheid zijn wij gaan uitrusten in een heerlijk theehuis met een theetje van kwaliteit.
Gisteren sloten wij de dag af met de plaatselijke specialiteit: Hot Pot.
In de tafel is een gat uitgespaard en daarin brandt een gasvuur. Ze brengen een pot met lekkere kruiden en veel pepertjes in een bouillonsaus. Rood van kleur. Lekker hot. Wij kiezen voor konijn om dat in die saus te laten sudderen. Er worden nog bordjes bijgeschoven met lekkers ( wat het was ? toch iets van konijn) maar heet, heet.. En dat wij dat allemaal al met stokjes kunnen eten. Ongelooflijk.
We stegen met een zucht naar boven in de lucht, wij zaten zo gezellig in ons vliegtuigie. 's morgens in de vroegte om 4 uur 40 in de lobby van het hotel en 800 km verder aankomen in Shangri-la op opnieuw 3160 m hoogte om 9uur.
Shangri-la is een begrip. Een reiziger-avonturier, een schrijver, een cineast. De reiziger (Rock)kwam hier in de hemel terecht en beschreef hem. De schrijver (Hilton) schreef op basis daarvan een roman(1933)- Lost horizon. De cineast (Capra) maakte de film met dezelfde titel. Een mythe werd geboren. Een ideale wereld. Een paradijs. De bewoners leven in vrede samen volgens ecologische principes in èènheid met de natuur. Bovendien beschikten zij over het eeuwige leven dankzij een elixir. Dus werkelijk de hemel.
Een hype is gecreëerd. Velen gingen op zoek naar Shangri-la. Vele plekken in China, die hoog in de bergen besloten lagen, probeerden zich de naam toe te eigenen. De Chinese regering heeft beslist dat Zhongdian zich de naam Shangri-la mocht aannemen. Hier zou voortaan het paradijs en de hemel zijn. Vanuit het vliegtuig kunnen wij er ons iets bij voorstellen: kanjers van bergen, besneeuwde pieken, dorpjes gezaaid in de diepe valleien.
En voor de afwisseling ligt het dorp aan de voet van een Geelkapklooster, hoog op de heuvel. Tweehonderd Tibetaanse trappen. En zelfs op deze hoogte trappen wij niet op onze adem.
De hoofdtempel met kleurrijke vlaggen, wimpels en fresco's imponeert ons opnieuw. De Boeddha's lachen of bekijken ons ernstig.Wij krijgen van een monnik wierrookstokjes toegestopt. Devoot wandelen we de tempel rond in een geurende sfeer. Buiten offeren wij stokjes in een zandbakvat waar ze zachtjes verder geurig opsmeulen. " Moeders bewieroken mag vandaag " nietwaar Katrien.
En dan staan wij voor de grootste gebedsmolen van de wereld ( van de hemel weten wij het nog niet). De gebedsmolen is een lookalike aan de watertorens in ons land bvb die van Puurs. Maar dan in vernist goud rondom om. Zowel de stam als de koepel. Een aantal bedevaarders nodigen ons uit om de molen mee te laten draaien. Want je moet wel met tien mensen zijn om die molen draaiende te houden.
Het authentieke dorp is tweemaal afgebrand. De laatste keer in 2014. En in een kleine twee jaar staat dat authentieke dorp met zijn mooi gedecoreerde houten voorgevels er bijna volledig weer. Maar geen authentieke bewoners meer te zien. Wel veel kooplui en eettenten die ons willen verleiden. Het ene na het andere. Dit is alles behalve hemels of paradijselijk. Wel het moderne koopparadijs. Wat deed Jezus met zulke lui in de tempel.
Welaan, Geelkappen verdrijf de kooplui uit de buurt van uw tempels. Jullie bestrijden toch de onwetendheid en de hebzucht en voor èèn keer: gebruik kwaadheid en boosheid. Weg met die sjacheraars, weg van die mooie introverte tempels. Doe het.
Doe het Boeddha ter ere.
En dat het volk lokt. Iedereen wil in het paradijs komen. En met teveel in het paradijs is ook niet goed.
Wij toeristische consumenten. Wij, wij ook dragen bij tot de Lost Paradise.
Misschien morgen, nog hoger in bergen zullen wij alleen zijn met de wolken dicht bij de hemel. Want daar verkopen ze geen nep gouden lepettjes.
Vandaag toch nog troost. Aan de voet van het klooster, in het museum van de revolutie, wordt de Lange Mars ( 1934) geëvoceerd. Mao en de zijnen moesten hier in deze streek over bergen van meer dan 4000 m met de steun van de Tibetanen. Leuzen als : The Red Army is the people's Army. The Red Army is the Army of the poor. The Red Army is the liberator and savior of the poor and oppressed. Then thousend heats to the Red Army.
Dat kan tellen nietwaar.
Gegroet
Joos en Frieda
P.S. De regen zou wel willen, maar de wolken willen nog niet mee.
Gisterenavond hebben weer eens uit een pruttelend potje gegeten. Wij vroegen dit maal voor een zachte versie, niet teveel pepertjes. Alle soorten groenten pruttelen in een pot midden op tafel. Lekker kippenbilletjes erin, varkenslapjes, garnaaltjes, paksoi, sla, komkommer. En dan maar vissen. Kommetje rijst erbij. Veel trager eten doen wij. Maar lekker, heumm, heumm.
De typische dansen worden elke avond ten beste gegeven op het grote plein voor de tempels. De toeristen worden uitgenodigd om mee te doen. Houterig doen wij een poging. Dat noemt men gelukkig zijn.
Op weg naar ons hotel laten wij ons verleiden om een Rockcafé binnen te gaan. De foto's Lennon en Yoko, bob Marley, bob Dylan lokken ons naar binnen. Een bandje brengt Chinese pop. Nog meer foto's aan de muur van westerse stars. Wij vragen "The times they are a changin" aan, maar zelfs deze jonge lui verstaan geen Engels. Wat wij van hen niet verstaan hadden, was dat ze entreegeld vroegen voor dat bandje. Wij vielen bijna achterover van de rekening. Nochtans maar lekkere thee gedronken. Maar als halve boeddhisten namen wij een Zen houding aan.
Na een lekker westers ontbijt ( ook wij hebben onze zwakheden) beginnen wij aan een fikse wandeltocht. Niet de hoogste bergen maar de heilige bergen rond Shangri-la. De uitzichten op de besneeuwde toppen blijven fascineren. Wij passeren tempels en tempeltjes en stoepa's. Er is zelfs een "tempel van de honderd kippen". Drie monniken gingen met de kippen op stok, hoewel er èèn monnik nog jong was. Een fraai zicht al die kippen vrij rondlopend aan de tempel.
De belletjes aan de tempels en de gebedsmolens zijn ook overal aanwezig. Zulke belletjes met een boodschap op een kartonnetje aan de klepel vastgemaakt was een zeer leuk cadeautje toendertijd te verkrijgen in Oxfam Wereldwinkel.
Wij wandelden verder door dennenbossen en merken op een bepaald moment een speciaal laag gebouwtje. Blijkt dat een graftombe te zijn. Wij horen gebeden prevelen en veronderstellen dat er een begrafenis aan de gang is. Wij zijn zonder het te weten op een grafheuvel terecht gekomen en zien nu overal graftombes. Er hangt een luidspreker in een boom waaruit die gebedjes komen. Oef, wij verstoren geen intieme plechtigheid. Dit is weer zo een plaats waar je voor altijd in vrede zou kunnen rusten.
Wij omcirkelen Shangri-la. Een pracht van een wandeling. En wij zijn ons bewust hoe mooi het hier wel geweest was. Het stadje is niet meer intiem genoeg. Jammer. Maar de toeristen zullen komen. Wij genieten van de omgeving buiten de stad.
Buitengewoon aan de stad is dat er zoveel bevolkingsgroepen vredevol samenleven : Tibetanen, Huimoslims, Naxi, Yi, Lisu, Pumi, Bai en ja ook nog Chinezen. Sommigen zijn aan hun potskes te herkennen.
Wij proefden de elixir van deze streek en ontdekten dat niet het verlangen naar het eeuwig leven van belang is maar zoals Herman de Coninck dichtte : "er is nu, en dat moet je zien"
Van Beijing en de Chinese schrifttekens weten wij dat wij in een tijgerjaar geboren zijn. Echte tijgers dus. Dat kwam ons vandaag goed van pas. Wij wandelden ruim 15 km door de "tiger leaping kloof". En maar klimmen geblazen bij een temperatuurtje van +- 28 graden. 700m hoogteverschil overbrugd. Over ezelpaadjes klauterend. Keien schots en scheef. De afgrond naast ons diep naar beneden. De sneeuwbergen schieten in pieken omhoog. De zon ongenadig. Scherpe V-dalen. Af en toe op deze hoogte dorpjes van de Naxi en de Li. Wij hebben de Tibetanen verlaten.
De Yangtze diep beneden in groene kronkelende slangenbeweging. En juist als wij al tevreden zijn van onze klimprestaties volgen er nog 28 stenige haarspeldbochten. Nee niet de mooie ban van Alpe d' huwez maar een nijdig keienpad.
Shangri-la van de verloren horizont, van het herwonnen paradijs is hier en nu.
Het is lastig klimmen. Gelukkig hebben we genoeg water en een ruime picknick mee. Zoals de coureurs op tijd eten om geen inzinkingen te krijgen. Echte lastdierezels zijn wij. Maar ezels met een tijgerhart komen er wel.
De afdaling is heerlijk en in de schaduw van de bomen en loopt afdalend langs de flanken van de verschillen bergruggen. De ondergrond is zacht en niet rotsig. Een tempootje dat er wel mag zijn. Wij bekomen in een theehuis. Wij drinken icetea.
De tijgersprongkloof is de diepste van China. Die tijger was wel bij de pinken want hij sprong over Yangtze op het smalste punt van de kloof. Een wereldrecordsprong van 30 meter. De jager kreeg het nakijken.
Op deze hoogte is de kloof en de Yangtze beschermd. Beneden de 1700 m niet meer. Wij kennen allemaal het drama van de waterkrachtcentrale en de verhuis van 1 miljoen mensen lager in het dal. Steeds weer yin en yang. Ook vanuit het paradijs houden wij onze ogen gericht op de wereldse mankementen.
Wij slapen in een hostalletje voor backpackers : hostal Half Way. Een houten intieme constructie van een aantal kamers met houten trappen naar drie verdiepingen. Denk aan een aaneenschakeling van houten chalets. Het ruime terras aan de afgrond biedt een spectaculair panorama.
Maar wij zijn al over halfweg. Want morgen wandelen we maar 3 uur om ons dan naar een andere plaats te begeven. Ma.w. De kloof is langer.
Ze serveren ons hier eten van de bovenste Chinese plank. Op een draaitafel zodat iedereen zich gemakkelijk van de verschillende schotels kan bedienen. De Chinese keuken is zeer lekker en heeft weinig te maken met de Belgische Chinees ( want die baten nu friturend uit).
Het dondert en bliksemt in de bergen. Een stortbui stort zich over ons en in de diepte, de Yantze voedend. Wij zitten gelukkig ( ja, gelukkig) binnen.
Als het van de Chinezen afhangt wordt de tijgersprong een olympische discipline. Veel volk komt er naar deze legende kijken; èèn van de toeristische topattracties van China. Dus vele supporters gegarandeerd.
Het was bovendien goed aangelegd met vele,brede, steile trappen tot aan de bruisende rivier. De stenen tijger was nog niet over de rivier geraakt. Hij waakt onbewogen over de kloof.
De kloof is zo spectaculair omdat naast de rivier twee bergen van meer dan vijfduizend meter omhoog rijzen. De Haba sneeuwberg maakt deel uit van het Himalaya-gebergte. Van zijn opponent zijn wij de naam vergeten.
Voor wij dit schouwspel konden aanschouwen, hadden wij al ruim twee uur gewandeld op de flanken van de bergen. Meestal dalend, soms een steekse klim. De afgrond adembenemend naast ons. Soms op paadjes van 50 cm. De panorama's en foto's werden begrijpelijk uit stilstand (waar)genomen. Ook adembenemend.
Gisteren nog vergeten te vermelden dat toen wij al een eind goed aan het klimmen waren en met het gedacht dit varkentje gaan wij gemakkelijk wassen, volgden er nog 28 haarspeldbochten. Na twee bochten moesten wij uitpuffen en op adem komen. ( misschien hebben we dat gisteren al in de mail gezet. Maar onze account was geblokkeerd en wij weten niet wat er verstuurd is. Met mijn alomgekende technische knobbel heb ik dit kunnen oplossen, tenminste als je nu de mail aan het lezen bent)
Door dit prachtige landschap rijden wij naar Lijiang ( was ook genomineerd voor de naam Sangri-la)
Er was er vandaag eentje jarig en dat hebben in de namiddag in een trendy gelegenheid gevierd. Een reuze grote taart. Licht en lekker. Maar een groot stuk vult ook goed. Verschillende spelen: biljart. Kickervoetbal, darts.... Dus een echt feestje.
's avonds (na de technische ingrepen) verkennen wij het oude naxistadje. Wij knipperden met onze ogen. Maar dat vertellen we morgen weer meer over.
" ....vrouwen aan de macht........en als ze lacht is er even wereldvrede ..." zingt Klaas Delrue. Die vrede was er bij de Naxi in Lijiang. Dit volk kwam uit Tibet en verplaatste zich in zwarte tenten (= Naxi). De samenlevingsregels werden bepaald door het matriarchaat. De vrouwen aan de macht. De man als die huwde bleef bij zijn moeder wonen. Maar moest wel bijdragen aan het gezin van zijn vrouw. De erfenis ging naar de meisjes. Tegenwoordig noemen ze deze mannen " woessies, deppen, nerds. Jammer, want door het ego en haantjes gedrag van de mannen is er nu geen wereldvrede.
Het oude stadscentrum van Lijiang kan je maar betreden via een pascontrole (werelderfgoed). In je internationale paspoort is er een toegangsticket, dat ten alle tijde door de politie kan opgevraagd worden. Deze streek is Chinees cultureel erfgoed en dat wordt op deze manier beschermd. Hier staan hekken voor een goed doel.
Maar wij gingen bij gisteren aanknopen. Nog even wachten.
Wij maakten vandaag een fietstocht naar het meer bij Lijiang. Zoals gewoonlijk liggen meren in het dal. Maar wij moesten eerst een nijdige klim van kilometers lang overwinnen. Frieda reed in haar gele T-shirt. De gele trui kon ze behouden, want zonder verpinken en afstappen kwam ze als eerste vrouw boven, vierde als je de mannen meetelt. Op terugweg deed ze nog beter en kwam ze als tweede boven. Toegegeven Joos werd pas derde, weliswaar met een slechte versnelling. ( ja, als je excuses zoekt).
Het meer was prachtig; een Hollander heeft hier een rozenpark aangelegd in de stijl van het Keukenhof net voorbij Den Haag. Nu weten wij uiteindelijk hoe echte rozen ruiken. Heerlijk.
De velden worden hier nog bewerkt zoals bij ons vijftig jaar geleden. Meestal vrouwen met een Maopet op, die kleine driewielkarretjes vooruit trappen met een grote last van granen, grassen,groenten.
Zelfs Adobe-blokken vervoerden ze op deze manier. De adobehuizen waren nog in opbouw. Authentiek.
Ontelbare opgetuigde paarden lopen met de Chinezen op hun rug tot aan het meer en in de omliggende bergen. De Chinezen houden er erg veel van om vervoerd te worden op een gemakkelijke manier. Dit paardrijden wordt een grote toeristische attractie.
Wij komen toe in een Naxi- dorp bezijden Lijiang. Wij lunchen er overheerlijk. Vis, kip, tofu, gewokte groenten allerhande en in sausjes bereid zo dat het water je in de mond blijft staan. Not to hot, not to spicy.
De bruggetjes , de smalle waterloopjes, het intieme dorpje doet aan Brugge denken. Ze noemen Lijiang ook het Venetie van Hunan (een provincie van China).
Wij leveren onze fiets in vlakbij een groot standbeeld van Mao. Het is het eerste standbeeld van Mao dat wij zien. En opmerkelijk genoeg, de laatste drie dagen hebben wij veel beeltenissen en foto's van Mao gezien in eenvoudige cafeetjes, restaurantjes en winkeltjes. De gedachte van Mao leeft hier nog. De blauwe kieltjes en dito petten ontgaan ons niet.
Gisterenavond. Wij begeven ons naar de oude stad. Op het grote plein een dansgroep in traditionele klederdracht. Het publiek laat zich niet onbetuigd en doet lustig mee. Op een riviertje draaien twee grote watermolens. De zadeldaken met uitstekende versiersels op de hoeken vleien zich in etages tegen een bergflank. Idyllisch. Wij slaan een klein straatje in en volgen een riviertje. Aan de ene kant winkeltjes van allerlei slag, aan de andere kant opeenvolgende gelagkamer waar live en luid muziek gespeeld en gezongen wordt. Glitter en glamour in duizendvoud. Tussendoor grote BBQ eettenten waar je kan aanwijzen welk vlees,kip, wormen of insecten je wil eten en met welke groente. Ook verschillende soorten paddenstoelenspiesjes.
Nauwelijks door te komen. Chinezen blij in topvorm. En dit gaat maar door en door, ruim een kilometer. Wanneer wij ons uit het gewoel willen terug trekken, en naar de bovengelegen straat gaan, letterlijk hetzelfde liedje. Nog hoger wordt net rustiger. Een koppeltje in trouwoutfit laat zich van zijn beste kant fotograveren. De oude huizen als decor. Wij verzoenen ons, want dit is schoon zonder te suikerig te worden. In de kringloop van de straatjes en watertjes raken wij de weg kwijt. Wij moeten terug naar de drukte. Lijiang, het Brugge van China. Alleen hier lopen nog veel meer Chinezen rond!
Gegroet
Joos en Frieda
P.S. Van die technische knobbel is natuurlijk een grapje.
Het beeld van de Chinezen op hygiënisch vlak dat wij hebben, is niet zo fraai. Rochelaars, spuwers, boeren, windenmakers en dat allemaal in het openbaar.
Wij willen dit beeld nuanceren. Het komt nog voor, maar ze hebben westerse manieren geleerd. En als er dan toch zo eentje begint te rochelen gevolgd door spuug, maak je je snel uit de voeten. Maar een fluim zoals Völler die aan Rijckaart gaf, perfect recht in zijn gezicht, hebben wij hier nog niet gezien. En de antwoordfluim van Frenk was ook niet mis. Rood voor beiden. Nederland weg uit Italië- 1990. M.a.w. De westerlingen kunnen er ook iets van.
Zeker en vast beterschap voor de Chinezen.
De openbare WC'S zijn vaak nog primitief. Een lokaaltje met drie of vier muurtjes op heuphoogte. Een gleuf van 30 centimeters om daarin je kleine en grote behoeften te deponeren. WC papier moet jezelf bij de hand hebben. En na de gedane boodschappen kan je de papiertjes in een mandje deponeren. Zedig dichtgevouwen natuurlijk. Als je dan gezeten bent tussen de twee muurtjes kan je je buur niet zien. Gelukkig geen gênante toestanden tegengekomen. Zelfs in restaurantjes of andere gelegenheden word je verwezen naar het openbare toilet.
Trouwens op de hotelkamers zijn het westerse WC's,of in cafeetjes doe je hetzelfde in de mandjes. In de cafeetjes op zijn Frans, in de hotels op zijn Belgisch. Maar papier niet doorspoelen in het WC. Kijk, in Istanbul stond er geen mandje, maar een emmertje met water. Wat moet je dan doen?
Erger is het probleem met de wegwerpcultuur. Overal liggen lege plastiek flessen, plastiekzakjes, plastiek tout court, blikjes, allerlei rotzooi. Ofschoon er op verschillende plaatsen afvalbakjes ( gescheiden rest en recycleer) staan, laten ze alles vallen waar ze staan. Als de overheid niet ingrijpt wordt het een rommeltje van me-kan-niet-meer. Want de Chinezen zijn massaal in eigen land aan het reizen. En ze zijn met velen.
Wij rijden nog altijd op een hoogte van +- 2000 meter met prachtige berglandschappen en brede vruchtbare valleien. Terrassencultur en voor het eerst ook rijstvelden. De boeren zijn in perfecte lijn op rijtes aan het planten of aan het wieden. Perfecte beelden zoals de tv ze ons laat zien
Dali is beschermd werelderfgoed. Het is een omwald stadje dat aan een binnenmeer ligt. Het Erhailmeer. Er is oor. Hail is zee.
Sinds 3000 jaar leeft hier het Bai volk. Ze hebben een eigen cultuur ontwikkeld. De tempels verschillen duidelijk van de boeddha tempels. Meer statige menselijke figuren omgeven de Boeddha. Confucius krijgt een betere ereplaats. De tempels zijn een opeenvolging van meerdere versierde ingangspoorten met ruime binnentuinen.
Jonge moslim mannen die in vervlogen tijden de Bai kwamen bijstaan in èèn of andere oorlogje hebben zich vermengd met de Baimensen. Moskeeën naast de tempels. In het begin van de twingste eeuw heeft een Franse missionaris hier een katholieke kerktempel gebouwd. Na wat te lang zoeken staan we voor de gesloten deur. Het opschrift laat ons geloven dat er eenheid is in diversiteit. Bai, moslim, katholiek. Prima dat prisma.
Dali is weer een dambordpatroon stad. Eenvoudig zou je zeggen. Maar wij lopen altijd verloren met de zovele gelijkende straatjes. In de hoofdstraat kabbelt een riviertje( 1,5 m breed) licht dalend naar beneden. Charmante bruggetjes om de oversteek te maken naar dat andere souvenierwinkeltje. De Bai vrouw met sierlijk hoofddeksel,vooraan een
mooi rechtopstaande veelkleurige geborduurde kap naar achteren smal uitlopend, tracht ons vriendelijk haar waar aan de man/vrouw te brengen.
De Bai mensen gaan mee met hun tijd en proberen hun van oudsher artisanaal batik- en borduurwerk te verkopen aan de toeloop van toeristen.
Dertig jaar geleden was dit een ongeschonden ankerplaats voor westerse toeristen om zen te worden. De chinezen lusten er nu ook wel pap van.
Een souvenierdorp? Nu nog authentiek of peperkoek?
Bai.. Bai
Joos en Frieda
P.S. Tussen de 14 Hollanders en de twee Belgen is er een ongenadige strijd ontbonden. Wie gaat er nu winnen : Laura of Douwe. De Chinese tv gaat het uitzenden. Onze Roel in zijn zesde levensjaar (1988) was supporter van Gerard Joling met het paradijselijke eurosonglied Sangri-la. Even youtuben. Ja, toen bestond het paradijs nog.
Sonneveld in vertaling bezong de tijd die nooit voorbij zou gaan. Prof Van Isacker schreef een tweedelige monografie van " ons land in de kering". Hoeveel keringen, draaiingen, sprongen, bokkensprongen China meegemaakt heeft. Je kan ze niet tellen. Het benieuwd ons wat de Chinese Tijgers, die ook in 1950 geboren zijn, denken en voelen. Is er nog een tuinpad?
China is èèn bouwwerf. Niets overdreven. De hoge en vele buildings in de massale steden; op het platte land, in de valleien wachten de hoge betonnen pilonen op het overspannen autobeton, de bergen worden in hun hart doorkliefd. De moderne tijd, weet je wel.
De triporteurs overbeladen met de verse groenten tgo de superchiqueste auto's( onbetaalbaar in België); de maopetjes tgo de aller nieuwste gympies; de werkershanden tgo de hippe meiden. China in de kering.
Economisch volgt men in het binnenland Keynes. Openbare aanbestedingen met staatsgelden ten dienste van de collectiviteit. Dezelfde staatscontrole op de externe internationale markten is zuiver kapitalistisch. De Chinezen hebben internationaal al de financiële markten veroverd.( De VS heeft enorm veel geld bij China ontleend) Maar iedereen weet dat sinds 2008 dit een precaire (lucht)zaak kan betekenen. Daarom. De laatste jaren veroveren de Chinezen het internationale industrieel en commercieel apparaat. John Vandaele schreef er in Mo* een zeer lezenswaardig stuk over.
Denge..Denge..Denge..Denge .. Denge.. Deng ..De Deng Xiaoping doctrine en strategie heeft duidelijk gewonnen.
En blijft de Chinese vlag dan overeind? Bloedrood met de dikke ster als symbool voor de communistische partij. De vier omliggende sterren als symbool voor de level arbeiders, de level boeren( mao zijn favoriete groep( is geen ironie)), de level studenten, de level business. De laatste level wordt nu de dikke vette ster die de anderen laat verbleken.
Hallucinant. Je zou er tureluurs van worden. En nu we op weg zijn naar onze volgende bestemming: Dali.
Zelfs Salvatore zijn gekrulde snor zou er nog meer van gaan krullen. Overigens haast je naar Luik Guilemins voor een mooie tentoonstelling over het werk van Salvator Dali.
Zachtjes tikt de regen tegen het vensterraam.... 14 mei
Nog vergeten, een fikse plensbui eergisteren. Gisteren wilde de zon maar niet tenvolle schijnen. De wolken geraakten niet over de Marmerbergen. Dali is ook bekend voor zijn Marmer. Maar de bergen zullen wij niet intrekken.
Onze wandeling gisterenavond leidde ons naar een restaurant met twee aangename binnentuinen omgeven door authentieke Bai-huizen. Wij aten weerom lekker. Het gekonfijt spek met pruimen was een driesterrenrestaurant waard. Wij dronken ook pruimenalcohol. De eigenaar heeft een eigen pruimengaard en het water haalt hij uit een bronnetje in zijn binnentuin. Na drie jaar is de eau de vie klaar. Neen, dronken waren wij niet.
Vandaag ons ontbijt gezocht bij de plaatselijke kraampjesvrouw. Deegzakjes gevuld met rijst en tofu. Een yougurtje aan toe.
Klaar voor de fietstocht langs het Erhaimeer. Het meer ligt in een breed dal en is omgeven door die Marmerbergen van wel 4000 m hoog. De wolken dreigen, ze geraken niet over de bergen.
Wij genieten van de vruchtbare vallei en het rustige meer aan onze linkerkant. Alle groenten, prei, ui, pepers, paprika's, venkel, selder...noem maar op, staan te pronken op de kleine percelen. Natuurlijk ook maïs, want de Chinezen zijn er dol op. Maar geen monocultuur hier.
Wij zien de vrouwen op de rijstvelden in de modder en het water de rijstplantjes in de drab steken. Mooi op een lange rij langs de gespannen koord.
En dan weerkaatsen de bergen de wolken en zachtjes tikt de regen tegen onze vensterramen. Wij willen uit onze ogen blijven zien en stappen af bij een zeer chique hotel/ restaurant/ koffiehuis. In een veranda met zicht op het meer. De malse zetels zijn splinternieuw en zouden niet misstaan in de lobby van klassehotels. Alles is hier Westers. Alleen de bediening van het koffieapparaat hebben ze nog niet in de vingers. Het duurt te lang. Maar de koffie is wel lekker. In èèn moeite blijven wij er ook eten. De Chinese smaken yin en Yang blijven ons verrassen. De naam van de bedoening : Santorini.
De eigenaar heeft de grond ter beschikking gesteld aan een coöperatieve die nu het gehele beheer regelt bvb de coöperatieve bouwde zelf de "building"; ander bvb de groenten komen van de coöperatieve samenwerking in het binnenland.
Na 30 jaar mag de eigenaar van de grond de eigenaar worden van het ganse gebouw. De kinderen kunnen er maar goed mee zijn.
De eerste schuchtere vakantiewoningen laten zich zien. Op het meer nog geen zeilboot of -plank te zien. Houden zo.
Wij fietsen verder regenjas aan en uit. Als wij terugkeren laten de wolken de regen plenzen. Terug bij de fietsenmaker probeert de zon door te breken,helaas. Maar het blijft droog.
Dag Dali.
Bai. Bai
Joos en Frieda
P.S. Morgen een heuse verplaatsingsdag, dus zal er niets te melden vallen, tenzij Laura en Anderlecht gaan winnen.
..... weet vader wel wat nog leuk zou zijn. Yangshuo is een mooie troostprijs.
Yangshuo ligt midden de pieken en de toppen van het "karstgebergte." 22000 bergpieken zijn er in deze streek. Vroeger was de oceaan hier en die kwam en ging en nu ze weg blijft openbaart dit mystiek en mysterieus landschap zich. Het Kartstgebergte. Het wordt voortdurend naar boven gestoten door èèn of ander geologisch fenomeen en groeit elk jaar nog met een centimeter. Dat de maan zich maar klaar houdt.
Wij rijden naar een theeplantage hoog op zo'n berg. Wat we zien is niet te beschrijven, een delirium nabij zien wij huilende wolven ( ja, zoals in Dances with wolves ) kamelen, dubbele kamelen, dromedarissen, een kudde dromedarissen,een slapende reus,de St. Romboutstoren, spitse kathedraaltorens........ Tremens!! Een uniek landschap met niets te vergelijken. Het Karstgebergte.
Op de theeplantage worden we uitgerust met een Chinese strohoed en een plukmandje om er de theebladeren in te doen. Wij worden amateur theeplukkers. Alleen de jonge bovenste kleine groene blaadjes mocht je plukken.( Joos was in zijn nopjes met die groene blaadjes). Want die alleen zijn dienstig voor de thee.
Een theeceremonie volgde nadat de verschillende fases van het prepareren van de theeblaadjes uitgelegd werd. Nu kennen wij groene, zwarte, witte ,bloementhee uit elkaar van smaak en kleur. En puur zonder suiker of andere zoetigheden. Wij proefden en nipten aan onze kleine theeglaasjes. De theemevrouw in traditionele uitrusting deed het schenken heel elegant en volgens de regels van de kunst. Wist je dat de blaadjes slechts vijf seconden in 85 graden warm water moeten gedrenkt worden en thee is klaar.
Thee groeit boven op de berg omdat het water kan weglopen. En wel naar de rijstterrassen lager op de berg. Naast de theeplantage cultiveert men ook kumquat bomen. Wij plukken de kumquats als kleine appelsientjes ( geen mandarijnen)die je met schil en al voor de gezondheid mag opeten. Ons dagelijks fruit is vandaag dus royaal voorzien.
Oh's en wow's zijn niet uit de lucht. Amazing. Betoverend,
Wij rijden naar "de stenen stad". Een stadje van de Mingtijd ( onze middeleeuwen). Historisch kan men niets bewijzen omdat er geen geschriften zijn achtergelaten. Maar alles wijst op een adellijke of keizerlijke nederzetting. Huizen met platte stenen zonder enige specie opgebouwd. Adellijke kenmerken in het houtwerk.
Het verhaal gaat dat een keizer afgezet door zijn oom zich met zijn gevolg hier hoog in de bergen in het geheim en verborgen zou teruggetrokken hebben. Historisch is die keizer wel afgezet en men heeft nooit nog iets van hem gehoord. De bouwmethode en de stenen gebruikt uit de nabijgelegen berg doen aan de Inca's denken. Vernuftig.
De stad is ommuurd en de huizen zijn bouwvallig geworden. (De muren zonder specie staan nog recht) Toch leven er nog mensen armoedig in deze bouwvallen. Hoge tijd voor herstel en gedegen historisch onderzoek.
Wij stoppen onderweg nog voor meer wow's en Oh's. Daar op de berg zijn wij alleen... met ons jodel refrein.
Terug in het overrompelde souvenier- en glitterend toeristenkermisdorp proberen wij ons niet te storen en eten we met stokjes en smaak de " drunken duck". Een hele eend in wijn klaar gemaakt.
Toch ook een mooie pinksterdag, nietwaar.
Gegroet
Joos en Frieda
P.S. Proficiat aan alle club Brugge supporters. Èèn keer om de vijftien jaar kampioen worden. Ok,het mag,
Wij konden geen grap bedenken over het Gerben Karstensgebergte.
Op die mooie pinksterenavond in het land waar de Wanli's al heel lang woonden, voeren ze hun volksverhalen op.
Het meisje dat graag zou huwen maakte een geborduurde bal en ging naar daar, waar de jongens waren. De vriendinnen van het meisje zongen vrolijke liederen. De jongens vol ongeduld voor wie er uitverkoren zou worden, antwoordden met beste verleidingsliederen. Antoine die de bal kon vangen werd de verloofde van het balmeisje. Nog meer gezang. De verloofde moest dan met knikkende knieën naar de toekomstige schoonouders. Hij moest als cadeautje voor het balmeisje zelfgemaakte schoenen aan bieden. Bovendien moest hij nog drie proeven afleggen : 1 liter straffe eau de vie rijstwijn drinken, een kilo of twee spek eten en met het balmeisje op zijn rug een paar bergen op en af lopen. De ultieme test om na te gaan of Antoine wel sterk genoeg was om op het veld te werken : Kon hij genoeg eten om het hard labeur de baas te kunnen; kon hij genoeg drinken om al dat zweet te compenseren bij dat harde labeur in de hete heuvels en was hij sterk genoeg om het gewicht van het huwelijk te dragen.
( Onze lokale gids vertelde dat in de afgelegen dorpen deze traditie nog sporadisch verder leeft- hij zei ook dat de balvanger soms niet Antoine was en dus niet de ware Jacob , maar de test bij de schoonouders ging toch gewoon door).
Stel je nu voor: de Li, de brede rivier die zich vleit tegen een zestal karstbergen als een amfitheater. De valavond voert de mystiek ten top.
De man die de openingsceremonie van de olympische spelen in Beijing bedacht heeft, is met deze volkstraditie aan de slag gegaan.
Een schouwspel. Kleur, licht, zang, muziek.
Wuivende rode korenvelden , mannen getooid met de strohoeden op de rijstvelden in geelwitte kleuren. De vrouwen- en mannenkoren in vraag en antwoord. Duizend gele lichtjes op het meer. Het balmeisje en Antoine in duet. Het feestgezang. De gele sikkelmaan met een dansende nimf in haar holle zijde.
Er is een klein vast podium. Op de grote waterpartij wordt alles in bootjes ( en boten) opgevoerd. Ook op de twee oevers dansen en zingen de acteurs in alle kleuren en geluiden. Waterbuffels en koeien vertolken mee de landelijkheid. Onbeschrijfelijk.
De Li zien en sterven ; het Napels van China. Het is het handelsmerk van Yangshuo : het karstgebergte en de Li.
Maar als er toch nog zoveel schoonheid is op de wereld willen wij toch nog blijven leven. Hopelijk sterven de gedachten aan dit magnifieke optreden nooit af.
Gegroet
Antoine en het Balmeisje
P.S. Wij kunnen niet googlen en kunnen de naam van de maker van dit spektakel en de O.S. niet achterhalen.
Traag slenteren wij door het park. Mensen kaarten. Mensen dansen ritmisch. Mensen zitten te zitten. Mensen keuvelen. Mensen spelen domino. Easy en rustig. Een groot park. Een kilometer verder ligt de souvenirkermis. Wij genieten van traag. In het park is een stenen dierentuin. Hier wat spelende aapjes. Daar wat knabbelende konijntjes. Verderop wat knorrende varkens. De pandabeertjes op een rij. Wij slenteren langs een zijarmpje van de Li. De bomen geven verkoeling.
Het marktje waar alleen lokale mensen hun waar aanbieden aan locals is nog authentiek. De groenten zo uit de tuin. Waaiers verdrijven de insecten van het vlees. De eenden liggen geveld met hun poten omhoog, hun kop bungelt naar beneden voor de tafel. De vis wordt ter plekke doodgeslagen. Klinkt allemaal wat vies misschien. Maar is het beter daar wat verder in de kermissouveniermolen?
Wij hebben afgesproken om 13 uur. Wij zijn de enige fietsers. De anderen hebben het opgegeven. Om de groep niet te hinderen gaan wij ook voor electrische scooters. Easy Rider. Net zoals Robert Redford in de jaren zeventig.
Het is toch wat spannend om dat machien niet te veel te laten schokken. Wij hebben het snel onder knieën. Wij rijden zwierig in dat mooie landschap vol Karstbergen. Wij kronkelen in grote meanders mee met de Li. Bamboevlotten worden op zijn venetiaans bediend en vervoeren twee genietende mensen. De gekleurde parasol beschermt hen tegen de zon. De afdaling van de Lesse maar in slow motion. Dit genoegen kost nu al veel geld. Met ons brommertje volgen wij de oever en genieten evenveel van het landschap. Brommen vraagt geen inspanning en je kan alles zonder hijgen bekijken.
Maar wie dacht dat wij lui geworden waren heeft het mis voor. Wij trotseren 850 trappen om bij de Maanheuvel te komen. Boven op een karstberg is door de natuur een cirkel in de rots gemaakt. Een volle maan in berg. Moonhill. Het uitzicht is naar alle kanten schitterend. Wij brommen vrij en vrolijk naar het hotel.
En sluiten af een heerlijke schotel "lemonchicken" in Lucie's restaurant.
Gegroet
Joos en Frieda
P.S. Onze spektakelman van gisteren en O.S. heet Zhang Yimou.