Dertig jaar op een paar maanden na was ik directeur van Zon en Hei. Drie jaar nog als schoolkolonie voor zwakke kinderen, zestien jaar als Kinderopvangcentrum en tot aan mijn pensioen als Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning.
Jezelf aan een onderzoek onderwerpen is uiteraard subjectief en allicht tendenscieus. Maar ik probeer zo objectief mogelijk te zijn.
Eén van mijn gezegdes was: Iedereen maakt fouten en waarschijnlijk maak ik er de meeste van allemaal! En dat was gemeend!
Ik heb steeds de gewoonte gehad om datgene wat ik aanpakte naar mijn beste vermogen uit te voeren. Anders kan je er beter niet aan beginnen, verloren moeite! Bij de Jeugdvrienden in Deurne, eerst in het jeugdatelier Vriendschap, nadien in het bestuur als feestbestuurder
In het wijkbestuur Centrum van de toenmalige BSP-afdeling Deurne als bestuurslid
In het bestuur van de Socialistische Harmonie Ontwaking in Deurne
Later in het Jeugdbestuur en het hoofdbestuur van de voetbalclub Heibos in Kalmthout
Overal heb ik me ingezet
maar ook overal ging ik in discussie als ik dat nodig vond en dat werd niet steeds op applaus onthaald.
Ik was amper 30 jaar toen ik directeur werd. Een promotie op naam van inspecteur Dujardin, die me liever niet meer in de school van zijn echtgenote en directrice op de Ruggeveldlaan te Deurne zag. Vaak discussies met haar omwille van dingen die zij besliste en die ik niet correct vond. Erger nog discussies over dingen die anderen niet juist vonden en waar ik de kolen uit het vuur moest halen. Enfin ja, een gemakkelijk manneke was ik niet.
Ik ga nu niet in op de beginjaren in Zon en Hei. Dat verhaal komt later. Ik wil me eerder bloot geven over mijn evolutie.
Het blijft mijn voorrecht leiding te hebben gegeven aan heel veel personeelsleden die samen met mij, met Ria en later met Gregg en Jessy Zon en Hei te hebben ontwikkeld. En daar zaten echt wel knappe mensen bij. Mensen met visie, werklust en enthousiasme. Maar even zeer luie, moedwillige, schijnheilige mensen. En die laatste soort kon niet op mijn goodwill rekenen. En dat hebben ze allemaal meer dan eens mogen ondervinden. Eén van mijn grote fouten was echter dat ik zij die wel goed werk leverden veel te weinig aanmoedigde en feliciteerde.
Ik ben ook nogal een opvliegend persoon. Ik ging nogal snel uit mijn dak. Als ik problemen had zowel privé als op het werk en er ging wat mis, dan durfde ik vrij makkelijk beginnen brullen. Reacties die vaak niet in verhouding waren met de feiten. En hoewel ik de laatste jaren daar echt wel heb aan gewerkt, was mijn naam gezet en bleef ik die houden. Zelfs personeelsleden waartegen ik nooit had geroepen of die het zelfs nooit hadden meegemaakt bleven me een brulaap vinden.
Maar ik heb steeds een doel voor ogen gehad. Zon en Hei tot een voorziening uit te bouwen die echt zorgde voor de gezinnen die onze hulp vroegen en zo Zon en Hei een kans te geven op voortbestaan. Vanaf 1980 lag de evolutie van de sector nooit stil. Je moest mee evolueren. En zeker de overgang van K.O.C. naar C.K.G met gelijklopend het Kwaliteitsdecreet waren arbeidsintensief. Je kon dat niet alleen, daar had je een team voor nodig. En het was o zo moeilijk om een coherent team samen te stellen en nog moeilijker alle nieuwigheden in de voorziening te implementeren. Je stootte vaak op onwil (zowel bij de bazen als bij het personeel). En ja dat vervulde mij van onbegrip en dan ontstond er woede.
Tijdens mijn directeurschap heb ik drie prioriteiten tot de mijne gemaakt en wel in volgorde.
1. Onder alle omstandigheden gingen kinderen en hun gezin voor. Dat was onze hoofdopdracht.
2. Op de tweede plaats kwam Zon en Hei als voorziening: een geheel van kinderen, gezinnen, gebouwen, personeel, reglementen,
3. Op de derde plaats kwam het personeel. Wie meewerkte en van goede wil getuigde kon op mij rekenen, door dik en dun. Wie dat niet deed, kon dat niet.
Eén ding staat vast: NOOIT heb ik een personeelslid laten ontslaan. Vaak zijn er overgeplaatst. NOOIT heb ik tegen personeelsleden een klacht neergelegd. Dat kan niet van sommige personeelsleden worden gezegd. Sommigen liepen maar al te graag naar de vertrouwenspersonen van Lerende stad.
Ik had nochtans liever gehad dat ze op mijn bureau eens goed kwamen brullen dan naar t stad te lopen. Het staat vast dat er daar verslagen tegen mij bestaan van verschillende overlegmomenten van bepaalde personeelsleden met vertrouwenspersonen. Die verslagen zijn nadien tegen mij gebruikkt bij het onderzoek, zonder dat er ooit maar één woord met mij is over gesproken, laat staan dat er een confrontatie zou zijn geweest.
Dat is twee keer wel gebeurd. Een keer op Personeelsmanagement met een werkster en één keer op mijn bureau met een opvoedster. Alle andere dossiers blijven geheim. Maar dat ze er zijn weet ik zeker.
Het stoort me enorm, nog steeds, dat bij Lerende Stad een mentaliteit heerste bij de vertrouwenspersonen om klachten te aanhoren, ze te noteren en er dan niks meer mee te doen. Overleg, samenspraak, confrontatie en bemiddeling
dat zou het opzet moeten zijn.
Dit heeft ooit geleid tot een zeer hoogoplopende ruzie met Monique Patteet, de peetmoeder van de vertrouwenspersonen. Een werkster van Zon en Hei had klacht neergelegd tegen twee andere werksters. Ik kreeg dat tussen pot en pint te horen. Ik vond dat ik de twee werksters daarvan moest inlichten. Zij vroegen of zij ook konden gehoord worden. Ik heb contact gehad met Monique Patteet en haar de vraag gesteld. Zij vond dat niet nodig. Toen ik zegde dat ik dat wel vond en dat die mensen daar recht op hadden bleef ze volhouden. Toen ben ik echt kwaad geworden en heb toen gezegd dat zij de naam vertrouwenspersoon niet waard was. Iets wat ik nog steeds vind, maar wat me later bij het onderzoek zuur zou opbreken.
Dit maar om te zeggen dat ik eigenlijk wel altijd op iemand boos was (en ik vond met reden). En ik heb gebruld.
Ik was geen gemakkelijk man, maar gemakkelijke bazen bestaan niet. Je hebt een zekere verantwoordelijkheid en die moet je waar maken. En ik eiste inzet van mijn personeel en medewerking van mijn bazen. Was die er niet dan was ik een zeer grote ambetanterik.
En om heel eerlijk te zijn: moest ik het kunnen overdoen, zou ik het echt wel op dezelfde manier doen, mits proberen wat ingetoomd te blijven!
05-07-2010, 20:42 geschreven door Dirk 
|