Ondertussen wandel ik al 31 dagen rond op Kameroenese bodem, hoogtijd dus voor deel één van een uitgebreid verslag...
Ik sla mijn ervaringen boek open op een willekeurige pagina en beland in het hoofdstuk 'Dieren'. Onmiddellijk denk ik terug aan mijn toiletgezelschap deze morgen. De margouillat op de deur begroette me met een slaperige goeiemorgen-blik, een beetje ongewoon voor dit schuwe beestje. De toiletgecko daarentegen was wel al vroeg uit de veren. Zodra ik het deksel omhoog deed, verstopte hij zich een beetje dieper in het wc (een put in de grond met een muurtje rond, waarop een wc-bril ligt). Op weg naar de ontbijttafel kruisten nog zeker twintig zo'n dieren mijn pad.
Over een pad gesproken... Als de avond valt, verlaat onze huispad zijn schuilplaats. Ik onderscheid hem maar moelijk van de stenen die de grond bedekken. Hopelijk leert hij vlug vroeger wegspringen... Net als de talrijke gigantische sprinkhanen die 's avonds vrolijk rond ons hoofd dansen en 's morgens vroeg wegvluchten voor de hongerige kinderen. Een echte delicatesse, leid ik uit hun enthousiasme af. Al moet ik er wel bij vertellen dat mijn leerlingen ook de smaak van ezels, muizen, ratten, katten, honden en slangen weten te waarderen.
Apen staan gelukkig niet op hun menu. Zaterdag (op weg naar Nguétchéwé) staken twee gigantische exemplaren de baan over om een beetje later te verdwijnen in het bos. Ze leken helemaal niet gehaast en keken intimiderend in onze richting. De auto gaf me een veilig gevoel, anders had ik het zonder twijfel op een lopen gezet.
Als ik nog verder terugkeer in de tijd, kan ik over nog meer wilde dieren vertellen. Vooral de giraffen, antilopen en gigantische vogels maakten de heftige rit naar het Nationaal park Waza de moeite waard! Een geslaagd verjaardagscadeau, die me nog lang zal bijblijven, samen met de lekkere maaltijd in deze schitterende omgeving en met een aangenaam gezelschap (van o.a. nog vier Belgische studenten).
Ik moet afronden, mijn bed roept me. Hij waarschuwt dat de sterren me vannacht een onmogelijk telwerk geven. Ook laat hij weten dat, na een vruchteloze poging gisteren, de wind ons vandaag niet naar binnen probeert te jagen. Nog enkele uren frisse buitenlucht opslaan en dan mag de zon ons om 5u(30) wakker kraaien.
Mijn eerste officiële schoolweek zit erop. Na enkele onwennige proeflessen tijdens de paasvakantie, begaf ik me dinsdag nieuwsgierig naar de volle klas van zuster Odette. We startten de dag om 7u30 met Education Physique Sportive. Profiterend van de frisse ochtend, legde ik met handen, voeten en een toch al verstaanbaar Frans de regels van handbal uit. Met as tekenden we het speelveld, de groepen werden verdeeld, de leerlingen kregen een bal, het spel kon beginnen. Pas als Odette en ik elk een team voor ons rekening namen, kwam het spel op gang. Om 8u30 besloten we ons klaslokaal terug op te zoeken. Rond deze tijd was het vluchten voor de zon en al haar warmte. Tijdens de speeltijd (9u45-10u en 12u-12u30) bleven de leerlingen verplicht in de schaduw. Van handbal spelen, kwam er (tot hun grote spijt) niets in huis. Ondanks deze voorzorgsmaatregel stroomde het zweet toch met liters uit ons lijf. De leerlingen hielden hun vochtgehalte op pijl door water te drinken uit bidons achteraan in de klas. Wijzelf maakten gretig gebruik van ons voorgekookt water.
(Gebouwtje met twee klaslokalen voor het eerste t.e.m. het derde leerjaar.)
(Zuster Odette in haar klas met enkele van haar 27 leerlingen van het derde leerjaar.)
(De leerlingen tonen de schoolboeken die ze kunnen gebruiken dankzij sponsering vanuit België.)
Om 14u verwerkte iedereen genoeg leerstof en kondigde de direteur al fluitend het einde van de schooldag aan. Na een lange dag verliet iedereen puffend de klas. Sommige leerlingen trotseerden eerst nog drie kwartier tot een uur de brandende zon vooraleer ze te voet hun huis bereikten. Gelukkig voor ons ligt de school maar een paar stappen van de missiepost verwijderd.
Moe, maar met een energiegevend enthousiasme begon ik s namiddags aan nieuwe lesvoorbereidingen. De eerste schooldag gaf me nieuwe inzichten in hun schoolsysteem, ik begreep ook beter wat van mij verwacht werd. Voortaan neem ik wiskunde, Engels en praktische activiteit voor mijn rekening. Voor de rest probeer ik nog zoveel mogelijk speelplaatsspelen en didactisch materiaal te voorzien. We roeien met de riemen die we hebben en dat zijn er niet zo veel. Ook vlug iets opzoeken op internet is hier geen optie.
Hier eindig ik mijn kort bericht, want er wacht nog een stapeltje (school)werk op mij. Hopelijk vind ik de komende tien dagen wat meer tijd om mijn waslijst ervaringen in een blogverslag om te zetten.
De jeep van tante Lea raasde maandag anderhalf uur over de weg van Maroua naar Mokolo. De Afrikaanse rijstijl heeft ze al behoorlijk onder de knie. Op de achterbank bewogen wij van links naar rechts, van boven naar onder. Vanaf Mokolo veranderde de route in een onverhard baantje bezaaid met gigantische keien. We slalomden bergopwaarts tussen sprookjesachtige huisjes (ronde hutjes met een puntig dak), verscholen achter bomen en gecamoufleerd door de droge, beige ondergrond. Ook de loslopende geiten, schapen, koeien en varkens smelten samen met hun omgeving. Enkel de felgekleurde kleren van de bevolking springt onmiddellijk in het oog. Na nog eens een halfuur rijden kwamen we goed doorelkaargeschud en wel aan in Djingliya, een rustig dorpje midden in de bergen.
Het is ondertussen al vrijdag en het enige opvallende geluid dat ik al hoorde, was dat van zingende, dronken mannen op weg naar huis of voetballende kinderen op het plein naast de missiepost. De temperatuur hier valt goed te verdragen: niet te warm, ongeveer 33°C, een aangenaam windje. We lieten ons vertellen dat het vrij koud is voor de tijd van 't jaar en dat allemaal dankzij het vele stof in de lucht. In plaats van bezwete kleren wassen we hier bestofte kledij.
De paasvakantie begon in Kameroen al een week vroeger dan in België, maar toch komen sommige kinderen naar school. De enthousiaste leerlingen van zuster Odette werken er heel ijverig aan extra taal en wiskunde oefeningen. Leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar volgen verplichte herhalingslessen, ter voorbereiding van hun eind (en enige) examen.
Mijn bed in het drukke Yaoundé ruilde ik voor ééntje in een rustig gelegen huis in Maroua. Straks geniet ik hier van de welverdiende rust, maar eerst breng ik verslag uit over een reis die veel geduld, zweet en een buil kostte.
Om te beginnen waar het vorige bericht eindigde, moeten we terug naar Yaoundé. De hectische hoofdstad met al haar rondzoevende gele taxi's, die banen vol putten trotseerden of over roodbruine aardewegen dansten. De nacht werd dag, de chaos bleef chaos. Naast de taxi's en auto's hielpen nu ook rondwandelende mensen met het vullen van de straten. Ook wij droegen hier ons steentje bij. We stapten voorbij veel onbekende planten en kleine stofferige huisjes met golfplaten daken, sommigen ingericht als bar, anderen als winkeltje, nog andere als pedicure-manicure-kapsalon-naaiwinkel,... Iedereen leek z'n huis te gebruiken om een eigen zaakje draaiende te houden. Wie z'n woonplaats hiervoor niet kon inzetten, voorzag één van de vele kraampje langs de weg. Hierin brachten de meeste verkopers drank, houten meubels en belminuten aan de man. We waagden ons ook aan de drukte van een lokaal marktje, waar voornamelijk voedsel en tweedehandsspullen (van bij ons) aangeboden werden. De marktkramers stalden hun goeds uit op een stukje met doek bedekte grond of ze wandelden er mee rond. Nadat we genoeg stof opsnuifden en ontelbare keren 'les blancs' hoorden roepen, besloten we terug te keren en een taxi te nemen richting station.
De nachttrein met als eindhalte Ngaoundere verliet Yaoundé om 18u30 met ons aan boord. We vertoefden in een tweede klasse wagon, niet in slaapcouchetten zoals iemand voor ons reserveerde. Onze tickets stonden op naam van Monsieur Bakari, maar die was nergens te bespeuren. De kassierster, die meedingt voor de prijs van meest onvriendelijke persoon ter wereld, eiste een reservatiebewijs of Bakari's identiteitskaart vooraleer we mochten reizen in couchetten. Ze verkocht waarschijnjlijk onze tickets door aan iemand anders. 0ver gesjoemel gesproken... Door de gigantische omvang van onze bagage, vijf grote reistassen en één trekrugzak, bracht de spoorwegsecurity ons op de hoogte van de 20kg/persoon-regel. In een hangar woog één man onze vier grootste zakken (70kg, 10 teveel dus), een andere schreef in grote cijfers een afhaalcode op onze tassen en een derde persoon, een vrouw, keek toe hoe alles verliep. Drie mensen, drie zelfstandigen, drie ondernemingen om de bagage te wegen... De security stond erop dat de ondernemers ons een correcte prijs voorschotelden, dus betaalden we dik tegen hun zin slechts 2500CFA (3,80). Bij het betreden van de trein probeerde ook een conducteur geld te vragen voor onze resterende zakken, gelukkig leerden we al een beetje van ons afbijten. Dit voorval confronteerde ons voor de zoveelste keer met de enorme kloof tussen de vriendelijke, behulpzame, blankgezinde Kameroenezen en de onvriendelijke (lees : op geld uitzijnde) Kameroenezen die maar al te graag van onze onwetendheid profiteerden. Naast ons op de trein zat een aangename Kameroenees, hij had één of andere hoge functie bij de Islam. We voelden ons goed op ons gemak bij hem. Hij verschafte ons nuttige informatie, maar drong zich helemaal niet op. Het bleek een erg snuggere, goedlachse en verzorgde man te zijn. Onze reisgenoot kocht vanuit het treinraam maniok, ananas, bananen, mango's... aan de lokale bevolking. In treinstations ballanceren die er manden op hun hoofd vol met dit lekkers. Lege flessen deelde hij uit aan de kindjes, maar niet alleen flessen vliegen er uit de ramen. Als je naast de trein loopt, moet je goed opletten dat je geen lading afval over je hoofd krijgt. Recycleren kennen ze helaas nog niet, alles komt terecht midden in de natuur. Onze moslimvriend leek wel geïnteresseerd in onze belangstelling voor het milieu en gaf toch ook z'n snoeppapiertje af zodat we het in onze vuilbak konden deponeren. De trein stroomde soms vol met mensen, wat het slapen niet vergemakkelijkte. Onze zitjes waren niet voorzien van een hoofdsteun en er was niet zo veel beenruimte. Zowel de grond als de stoeltjes lagen bestrooid met 'slapende' mensen. Alles verliep gesmeerd, totdat de trein opeens stopte verweg van een station. Alle mensen grepen hun bagage vast en sprongen uit de trein, nog voor we goed en wel beseften wat er gebeurde, was de paniekgolf al gaan liggen en stapten de mensen terug op. De locomotief rookte wel nog hevig. Wachten op een nieuwe locomotief en vooral wachten tot ze hem deftig aansloten. Met minstens acht uur vertraging strandden we uiteindelijk in Ngaoundere.
Op naar de bus, die ons in Maroua bij tante Lea en Odette zou bezorgen. We moesten eerst een stijl stukje omhoog wandelen, gelukkig huurden we iemand in om onze bagage te dragen. Om 17u30 vertrokken we uiteindelijk met de bus. We reden een kleine acht uren aan een veel te hoog tempo langs banen vol putten en drempels. Soms vlogen we een halve meter in de lucht of sloeg mijn hoofd tegen het raam links van mij. Het linker deel van mijn hoofd is hierdoor dus niet meer builvrij.
De jeep met tante Lea als chauffeur bracht ons uiteindelijk naar een rustig huisje in Maroua. De bewaker was behoorlijk beschonken, maar gelukkig had hij goed begrepen dat hij de poort voor ons moest openen. Eens in het huis aangekomen, zochtten we vrij snel ons bed op.
Ik zal het hierbij laten, mijn volgende verhaal zal één zijn over Djingliya, waar ik het grootste deel van de komende drie maanden zal vertoeven.
Nu ik nog de luxe heb om zonder veel problemen internet te kunnen gebruiken, schrijf ik meteen mijn eerste blogberichtje.
Vandaag zag ik België krimpen onder mij en vloog ik mijn grote avontuur tegemoet over bergen, zee en zand.
Ik had nooit gedacht dat ik het nu al zou zeggen, maar de vele steun die naar me toe kwam op allerlei manier maakte me toch wat emotioneel. Ik ben iedereen heel dankbaar voor alle hulp en aanmoedigingen, het maakt me oprecht gelukkig!
Na 6 uren en 30 minuten vliegen, ademden we de eerste Afrikaanse lucht in. Het was er eentje vol aanlokkelijke geuren, die ons in al zijn warmte omhelsde. Met haar 31°C heette Yaoundé ons welkom. De taxichauffeurs aan de luchthaven wilden ons maar al te graag op onze bestemming brengen. Spijtig voor chauffeur nummer één stond in ons reisboekje over Kameroen de gemiddelde prijs voor een taxi. 25 000 CFA (38) in plaats van 5 000 CFA (7,50) was ons dus toch iets te veel. Gelukkig wierp poging twee meer vruchten af.
Met de wind (die binnendrong via het open raam) in de haren, zoefden we door de Kameroenese hoofdstad. Onze chauffeur schrikte er niet voor terug andere auto's rakelings in te halen. Een buil meer of minder zou waarschijnlijk toch onopgemerkt blijven. Aan een veel te hoog tempo reden we langs de huizen en het weelderige groen dat we al eerder vanuit het vliegtuig bewonderden. Mijn eerste indruk? Chaos! Maar dan op een aangename manier. Vreemd genoeg voelde ik me veilig in de taxi. De chauffeur leek alle regels aan zijn laars te lappen, maar hij kende zijn voertuig. Hij bewoog verwonderlijk soepel langs al die drukte en leverde ons veilig af aan het CICM-hôtel.
Het is geen hotel zoals wij ze kennen, maar er is lekker eten, een bed, een douche en een (gemeenschappelijk) toilet. Meer heb ik momenteel niet nodig. Of misschien toch een beetje water die uit de douche stroomt als je aan de knop draait? Wat zeg je, het water is op? Oké, dan maar emmertjes volpompen.
Het water-halen doe ik morgen wel. Genoeg genoten van de aangename warmte en het verfrissende briesje, tijd om mijn bed op te zoeken. Morgen zal ik alle energie kunnen gebruiken om me nog meer te laten verwonderen. Is het Yaoundé overdag even hectisch als 's nachts?
Slaapzacht tsjirpende krekel, goede nacht sluipende rups, tot morgen nieuwsgierige kat! Bedankt voor jullie aanwezigheid, ik vond het gezellig!