Ha leuk, nogmaals een wandeling in ons eigen Wervik.
Een keer lekker wandelen zonder eerst enige tijd in de auto te moeten zitten en dan een parkeerplaats te moeten zoeken.
Het is echter wel een wandeling die we al meermaals afgetrappeld hebben, maar er waren wel een aantal stukken bij die voor mij nieuw waren.
De parcoursmeester van dienst had dus niet de wandeling van verleden jaar genomen en wat veelvuldig gebeurd achterstevoren uitgepijld.
Wat ook nieuw is, voor mij dan, ik heb mij voordat ik dit ging schrijven uitvoerig geïnformeerd op Google zodat ik dit keer ook wat nuttige informatie heb.
De wandeling begon naar goede gewoonte in de broederschool, inschrijven, lekker appeltje ontvangen en aan de trappel.
Het was nog wat frisjes maar al snel kwam het zonnetje door de wolken gluren en in de loop van de ochtend werd het prachtig wandelweer.
De velden lagen er weer plat bij, maar ik zag toch bultjes in de verte.
Heuvelland is hier nooit ver weg.
Lekker appeltje was inmiddels op.
Links en rechts wat bekend volk tegen gekomen, wat niet vreemd is wanneer je in Wervik wandelt.
Op de eerste lus in gesprek geraakt met een mijnheer met een hond en hij vroeg mij waarom ik zo veel fotos trok.
Ik natuurlijk direct het bestaan van de blog te berde gebracht en een foto van hem en zijn hond gemaakt, klantenbinding noemt men dat.
Tijdens deze lus passeerden wij de Kruisekemolen, een staakmolen uit 1560, deze molen vond zijn ondergang tijdens de troebelen in 1580.
Op een zeer onduidelijke datum is er een nieuwe molen gebouwd (ergens begin 1700), ook deze is weer tegen de vlakte gegaan, deze keer waren de Duitsers de slopers van dienst in 1914.
Na de oorlog kochten de eigenaars een staakmolen uit 1771 in Lauwe en die is in 1922 in Wervik heropgebouwd.
In de jaren 60 raakte de molen in verval, in 1980 kocht de stad hem en demonteerde hem en in 1993 is begonnen met de heropbouw en in 1998 was daar de plechtige heropening.
In Oosthove een lekker tas overheerlijke soep gegeten en toen de tweede lus in gang gezet.
Die tweede lus ging via via naar Komen en daar nogmaals een soepje genuttigd.
Terug komend van de controle in Komen liep de route een stukje langs restanten van de vaart Komen Ieper, waar nu de eendjes de dienst uitmaken.
Verder ging het langs de Leie en ik had daar al eerder de twee brughoofden zien staan, maar nu viel mij ook in het midden van het weiland een duiker op, recht in het verlengde van de brughoofden, dat moet een oud spoorlijntje zijn hoorde ik mijzelf denken, ook hiernaar heb ik enig speurwerk gedaan en wat blijkt, het is het oude lijntje 68, van Komen naar Lille La Madeleine.
Van die spoorlijn liep zowaar 1 km over Belgisch grondgebied en verdween toen naar Frankrijk.
Dat lijntje is aangelegd in 1876 en opgeheven in 1963.
Het Belgische deel van 1 km dan, want vanaf Comines (F) gaan de treinen nog lustig door naar Rijssel.
Verder ging het langs de Leie die tegenwoordig niet meer stinkt en links omhoog ging het naar de Parkbegraafplaats, die in 2009 de International Funeral Award heeft gewonnen.
Ik wil er de eerste 30 jaar nog niet gaan wonen maar het is enorm mooi.
Daarna de brug over naar de Balokken, een kort stukje deze keer en al direct hadden we daar onze eerste blik op de Briekenmolen.
De molen zou in 1783 door de familie Van Elslande gebouwd zijn, hoewel er pas in 1805 sprake was van de molen want in 1800 stond de molen nog niet op een Franse militaire kaart.
In 1947 werd de molen beschermt als monument en ook deze molen werd gekocht door de stad.
De molen is thans functioneel gerestaureerd. In de bijgebouwen ervan is hetTabaksmuseum ondergebracht. Deze gebouwen werden pas opgetrokken in 1864.
Deze info komt te vroeg, we liepen nog in de Balokken, de rode voetgangersbrug kwam al gauw in zicht en zodra we daar over waren kwamen we in de kruidentuin.
Een aantal ronde perkjes liggen daar uitgestrooid met allerlei bekende en onbekende kruiden.
En dan, in de schaduw van de molen en onder de rook van het tabaksmuseum ligt daar In Den Grooten Moriaen, een retrocafe met oude prenten aan de muur en een gezellig terras waar het goed toeven is.
Een lekkere Bleeken Moriaen, geboren in Watou onder de naam Kapittel Abt roept mijn naam en ik laat mij naar binnen leiden al was het een jonge deerne die mijn naam fluisterde en den Bleeken gleed naar binnen al was het nectar.
Een straat of twee verder stonden twee kanonnen mijn richting uit te kijken, ik ben voorzichtig naderbij geslopen, gelukkig heb ik in het leger gezeten, en het bleek iets met een Hollander en wat Fransen te wezen, er stond iets over een veldslag maar die tweede Bleeken had mij verstandelijke vermogens een beetje aangetast zodat ik van al die woorden geen logische zin kon maken, ik ga dat een volgende keer eens wat beter bekijken.
Terug in de broederschool heb ik mijn boekje afgestempeld en ben thuis naar de F1 race wezen kijken, Vettel op 1 puntje na wereldkampioen.
Daarna naar Oosthove om te helpen met de opkuis en na Oosthove weer naar de broederschool, eerst een Hommeltje gedronken en toen daar nog een klein beetje de handen uit de mouwen gestoken.