Een ietwat rondhoofdige Indier laat een luide boer, schuurt een dikke rochel vanuit zijn diepste ik in zijn mond, leunt zwaar over een andere rondhoofdige meneer en fluimt er aardig op los door de ruit van de bus. Beide here knikken elkaar goedkeurend aan, dat was een uitstekend exemplaar. Waar en op wie dit projectiel geland is lijkt minder van belang, zakdoeken zijn onhygienisch. Welkom op de bus van Allepey naar Munnar. We hebben de backwaters achter ons gelaten en scheuren door talloze bergpassen steeds hoger en sneller, onze chauffeur was gehaast. Het regent buiten en het wordt kouder, maar we genieten met volle teugen van het landschap. Hier verbouwt men thee, en geen klein beetje. De kort gesnoeide groener dan groene thee-haagjes zijn op de glooiende heuvels geschilderd als een oneindig kunstwerk. Hier gaan we wandelen, en hoe, we doen minstens 50 kilometer op deze laatste twee dagen en zijn (het) nog niet moe. De enigen die we tegenkomen op onze tochten zijn lokale werkende theeboerinnen. Ze zwaaien en roepen ons met een ongezien enthousiasme, maar door hun beperkt Engels blijft onze conversatie steken met wat glimlachen en groeten. "Elephant" verstaan we tussen het gepruttel. Blijkt dat hier olifanten in het wild rondhuppelen. Tof! Dat moeten ze ons geen twee keer brabbelen vooraleer wij als sherlock holmes en buddy het spoor van giga drollen tot diep in de wildernis achterna speuren. We waren zo vlak bij, we konden ze ruiken en de spanning was te snijden. Tot onze groot geluk hebben we ze niet gevonden, de volgende dag komen we er namelijk achter dat wilde olifanten niet zo menslievend zijn als wij ons voorstelden. "They always attack! Very dangerous, they kill people all the time!". Ach zo, bevestigen we de toerist ambtenaar, laten we dan maar niet die kant op gaan vandaag...
Kerala, een van de zuidelijkste staten van India, staat onder andere bekend voor zijn "backwaters" hetgeen een soort kanalen netwerk is dat varieert van kleine sloten tot dikke rivieren. Het dient als transportweg voor de lokale bevolking, maar ook voor het wassen van kleren, borden en mensen en jammer genoeg ook een beetje als afvalverwerking en riool. Toch blijft deze streek de magie behouden en is de natuur er simpelweg prachtig. De meeste mensen hebben een huisje aan het water gebouwd, soms op een eiland en zelfs soms op een boot, hetgeen ze dan maar zeer toepasselijk een house-boat hebben genoemd. Deze houseboats zijn ook een ware toeristische attractie geworden en we polsen dan ook eens voorzichtig naar de prijs voor een 24 uren rondtocht.Tienduizend Rupees komen we te weten. "How makker, hold your horses!" dat is ons budget voor 10 volle dagen. We passen dan maar en verkiezen er zelf maar wat op los te peddelen in Allepey of ons te laten voorstompen in Kollam.
Ontsnappen aan diarree in India? Te mooi om waar te zijn. Ziek worden aan het begin van een 20 uur durende treinrit van Goa naar Kerala is alles behalve een pretje. De lekkere, maar veel te pikante, maaltijd bleef zitten in mijn maag als een vuurbol en mijn temperatuur ging de hoogte in. Dit terwijl een overvolle en oververhitte trein met tierende kinderen, stoeiende pubers van het Goa Cricket Team, rochelende mannen en brullende verkopers, gemengd met een onmiskenbare geur van menselijke uitwerpselen een continu gegeven was. Volhouden was de boodschap. Toegekomen in Kollam, Kerala kon ik bijna niet meer op mijn benen staan. We stuimelden het eerste beste restaurant binnen waar ik de WC onveilig maakte. Toen Steven een kamertje ging zoeken werd alles alleen nog erger. Diarree, misselijkheid en braken waren nu pas echt begonnen. Hij kwam terug met goed nieuws, een kamer met prive toilet. Deze zou nog dienst doen voor de rest van de hele helse nacht Het duurde nog 4 dagen vooraleer mijn lichaam terug gerupereerd was. Ik begrijp nu meer wat ze bedoelen als men zegt dat reizen in India hard kan zijn maar begrijp ook meer wat Steven bedoelt met een stukje ongesneden euforie de dag dat je ontwaakt en je je weer gezond voelt! Yes, ik kan er terug tegenaan!
PS. Jullie begrijpen waarschijnlijk wel waarom we hier geen fotos aan toegevoegd hebben.
Nu de diarree blijkt weg te blijven, trekken we er terug op uit. Met de zon op het aangezicht vlammen we met onze scooter van scene naar tafereel door het Indische landschap richting "Paradise Beach". We worden gecharmeerd door zwoele geuren, heldere kleuren en vooral de vriendelijkheid van de mensen verbaast ons iedere keer weer. Via allerlei richtingsaanwijzingen van de lokale bevolking ontdekken we een overwoekerd oud fort met zicht op dit paradijselijke strand dat zijn naam niet gestolen heeft. Morgen verlaten we Goa, met spijt, maar er wacht ons een treinrit van 20 uur naar Kerala.
Continu gelukkig zijn is een marketing mythe. Geef dan maar af en toe een shot pure ongesneden euforie zoals bijvoorbeeld herboren ontwaken in onze strandhut op Querim beach na een bizarre maar intense 24-urenrelatie met de WC, naar het strand wandelen en onder de ochterzon een gezin van 3 dolfijntjes vlak voor de kust hun salto's zien oefenen. Een knipoog naar mijn lief, ze heeft me er alweer door gekregen. Allez de wereld is toch niet helemaal vloeibaar geworden.
Aangekomen op Querim beach blijkt dat ons hutje nog niet vrij is, maar geen paniek, de oppervriendelijke Sandim regelt ons een kamertje bij zijn buurvrouw voor nog geen Euro per persoon. Euhm, geen probleem Sandim, dank u vriendelijk. Even het toeristisch pad af is altijd leuk. Het is heel primitief met een emmer als douche achter wat bamboemuurtjes. Onze witte billen geven meer licht dan het gloeilampje op de koer. Die avond is er een repetitie voor een danscompetitie waarschuwt de gastvrouw ons. We krijgen front row zitjes aangeboden, geheel gratis. Het is een speciale dans stijl, iets tussen spelende tienermeisjes en afrikaans ritme. Maar de vrouwen in hun kleurrijke saris brengen al lachend en zingend een leuke show.
Bij het vallen van de nacht is het zover. Steven krijgt een zware koorts aanval, hij had al 39 graden voordat hij een dafalgan wou innemen. We maakten ons zorgen want verdere symptomen waren niet te bespeuren. En daar zit je dan, met buiten roedes honden die vechten om Shiva weet wat en bed-bugs die we letterlijk koortsig proberen te elimineren. Kessel-Lo is plots heel ver weg, een nacht heeft nog nooit zo lang geduurd, maar wel spotgoedkoop, oef.
Goa. In de jaren '60 gedoopt tot stek bij uitstek door de hippies als pure getaway. Het is een ultra-kleine provincie naar Indische maten waar de taks op alcohol het laagst is en, hoewel verboden, naakt zonnen getolereerd wordt. De stranden zijn uitgestrekt en verspreid over heel de provincie en we verkiezen naar Arambol in het noorden te trekken. Hier zou de authentieke sfeer van toen nog het meest intact zijn.
"Wanna fly good friend?"
Bij aankomst wacht 1 van onze vele vrienden ons op. Hij heeft het waarschijnlijk niet over een parapente cursus, de toon is gezet. We geven onze ogen de kost: een mid-veertiger dartelt vrolijk in zijne pure tussen zonnende koeien op het strand en probeert zijn frisbee terug op te vangen, een grijs langharige band die totaal flipt als ze duidelijk niet voor het eerst "knocking on heaven's door" jammen. We zien de nieuwste generatie hippies op scooters, dreadlocks achter software en de verwende jeugd van de nieuwe rijken uit het oosten, vooral Russen, met geschaafde knieen. Naast het massale aanbod van yoga, hindi en ayurveda cursussen zouden "scooterlessen op Indische wegen voor beginners" toch een gat in de markt kunnen zijn.
Een borstkas ontblootte Oekrainer passeert ons terrasje van ons eerste verblijf in Goa. "Did you meet the yellow hypno-frog in your shower allready?" We staren hem aan met onze beste wablieftru-blik maar aangezien er geen specifiekere informatie volgt, lachen we maar vriendelijk terug. Een paar dagen later begrijpen we wat deze aardige jonge kerel bedoelt, er komen inderdaad een soort geel-groene grappige kikkers vaak opduiken in de douche, dus toch.
Arambol is dus een feest voor het oog maar begint eigenlijk al iets te toeristisch te worden spijtig genoeg. De glimlach is hier toch vaak iets te prijzig gekruid en daarom trekken we nog noordelijker, naar het aller aller laatste strand van Goa, toevallig ontdekt tijdens een wandeling over een heuvel. Querim beach noemt het en daar zullen we een hutje aan de zee huren.
Van zonsopgang in Mumbai tot zonsondergang in Goa uit het portaal van de trein hangen met een brede lach het voorbijflitsende groen bewonderen in de wind: kan het leven nog mooier zijn? Lichtjes vervelend is wel dat Indiers na cricket, spuwen blijkbaar als nationale hobby gaarne beoefenen. Ook uit de treinraampjes... Al probeert de overheid deze onhebbelijke gewoonte toch wat in te perken.
Zaterdag zijn we naar Banganga Tank in Mumbai gewandeld, "a sacred place", verraadt de Lonely Planet ons. Na een dikke twee uur komen we toe aan het eind van de wereld als het ware. De straat eindigt op een vuilnisbelt-strand, waar kinderen spelen met vliegers en volwassenen zich wassen of waardevolle voorwerpen zoeken, waarachter een fel opgeblonken zee ons verblindt.
"Naar Colobo, Calaba, Colaba, ... " mompelen we aan de prepaid kassa van de taxis in de luchthaven, bussen zijn er niet meer op dit uur, het is bijna middernacht. Toch beter onze Lonely Planet gelezen in het vliegtuig ipv filmkes te zien. Maar tis begrepen, nummer 1665 is onze taxi en wacht op ons buiten. En wat voor een prachtige taxi, zwart-geel en stokoud, precies koloniaal. We stappen in en menen even met ons gat het asfalt te schuren. Terwijl de laatste vliegtuigprot de veerloze taxizetel inboort, houden we halt. Er scheelt iets, de witbebaarde met zo'n hoofddoek omwikkelde chauffeur, kijkt uit het raampje, platte band, "just 5 minutes" brabbelt hij. Hij bedoelde waarschijnlijk 35 minutes de brave ziel. We mochten niet eens helpen.
Toegekomen in het centrum van Mumbai, Colaba dus, moeten we op zoek naar een guest house of hostel. En daar flitste de eerste en zeker niet de laatste rat ons voor de voeten de straat over. We stappen iets dichter bij elkaar verder van het ene naar het ander hostel. Alles volgeboekt, damn. Dan maar het vunstigste steegje in, op hoop van zege. Een paar zwervers omzeilend kloppen we aan bij Oliver Guest House. 1600 Rupees per nacht hoorde we eerst, maar we regelen het voor 500 (ongeveer 9 Euro) en dit voor meerdere nachten, het zullen er vier worden.
De volgende ochtend slapen we uit tot 2 uur in de namiddag. Dat is heel lang geleden en het deed deugd. Misschien durfden we nog niet onmiddelijk op te staan, dat kan ook. Dan onze eerste wandeling, adembenemend. De gigantische prachtige gebouwen in Mumbai zoals het treinstation Victoria, de bibiliotheek, het justitiepaleis en ook het Taj Mahal hotel, een dikke maand geleden nog uit de ramen aan het branden na een terroristische aanslag en nu volop aan het genezen. Ze wordt goed verzorgd, Indiers lijken een trots volkje. Tussen al die gebouwen zijn de straten geplaveid met tropische bomen en de kleurrijkste mensen. De stralen van de zon lijken afgeremd te worden en te genieten hoe ze dit schouwspel mogen oplichten. Het kan ook de smog zijn of een opkomende koorts-diarree aanval, wie weet, maar het is alsof we in een sprookje of film beland zijn.
Plots port Inneke me lichtjes in de zij en mompelt zacht: "He, daar sprong juist een rat uit het raam". Normaal gezien gezien zou ik dan denken "ja lap, koekoek, die hare Lariam slaat ook goed aan precies" en zeggen "je zult wel een kat bedoelen" maar na een paar uren Mumbai zou ze waarachtig wel eens gelijk kunnen hebben en kijk ik naar de ramen op de eerste verdieping. Ik zie niks, te laat, jammer, zoiets had ik nog nooit gezien.
Ons huis is leeg, onze rugzakken zitten vol en morgenvroeg op 8 januari 2009 start ons avontuur.
De voorbereidingen waren al stevig intens: tijdskrediet vragen, ontslag nemen, verhuizen naar zolders en garages her en der, verzekeringen aan- en afsluiten, paspoort en visum regelen, talloze inentingen en medicatie hamsteren, domicilieren, belastingsbrieven en verkiezingen ontduiken, ... maar vooral afscheid nemen van familie, vrienden en collega's.
En daarom deze blog! Zo weten jullie waar wij uithangen en hopen wij ook iets van jullie te horen (om jullie niet té hard te moeten missen).
Ons traject? Who knows? Maar in grote lijnen wordt het India, Nepal, Vietnam, Cambodja, Myanmar en Indonesië.