De noordelijke steden van India hebben veel te bieden voor cultuurliefhebbers. Het gigantische aanbod van monumenten trekt dan ook talloze geblindeerde bussen vol toeristen aan als een magneet en dit al enkele generaties lang. Dit is een beetje de onvermijdelijke keerzijde van de medaille en we hebben de gevolgen ervan gevoeld. We worden bestookt met uiterst doordachte scams zoals een gilde vrouwen die geld vragen voor een ambulance terwijl een hoogzwangere vrouw ons kermend van de pijn smeekt te helpen (allemaal geensceneerd), mannen die vlak voor ons een guest house binnen springen alsof ze ons tot daar gegidst hebben voor een commissie binnen te rijven (waar wij voor opdraaien), kinderen die non-stop jammeren en aan armen en benen zich vasthaken of zich ontpoppen als ware sales account managers, bussen die 3 km voor de betaalde destinatie stoppen waar "toevallig" tientallen rikshaws (Indische taxi brommers) ons opwachten of het faken van lege benzinetanks van zodra de buit binnen is, enzovoort. Onze assertiviteit wordt fel op de proef gesteld maar we staan ons mannetje. Het is een spel dat gespeeld wordt en nu we de regels een beetje door hebben, geven we met plezier de sjacheraars vette koek van eigen deeg. Op die manier zetten we deze con mans soms zelf in het zak, hetgeen niet slecht aanvoelt.
Het noorden is op die manier duidelijk wel een stuk vermoeiender dan het zuiden, maar het loont de moeite deze drukte te trotseren. Zo ontdekken we de heilige Ghats - badplaatsen van Hindu pelgims - en omringende heuvelruggen van Pushkar, het verlaten Tiger Fort te Jaipur, het fort en de Taj Mahal te Agra om te eindigen in de labyrinth stad Varanasi aan de Ganges rivier, waar we getuige zijn van tientallen crematie ceremonies in open lucht.
Hiermee beeindigen we twee maanden India. De kostprijs hiervoor was een continue strijd tegen de gebroeders Bacteriele en Virale van de familie Infectie (Inneke & Steven), een snee in het voorhoofd (Inneke), een brandwonde aan de kuit (Inneke), een bloednagel aan geplette dikke teen (Inneke), een gekneusde rib (Steven, kleine reminder: een volwassen stier is echt wel sterker) en licht getraumatiseerd door de onnoemelijke, onbeschrijfelijke, vuile, vieze, vunzige goorheid van een ongekende dimensie. Een spotprijsje dus.
Als we de volgende avond nog juist voor sluitingsuur de grens oversteken en we in het donkere niemandsland achter ons de gigantische poort van de Indische grenspost bekijken, worden we toch wel wat emotioneel en beseffen we dat we nauwelijks beseffen welk avontuur we juist beleefd hebben.
Een Xiljoen ton semi-doorschijnend hemelswit marmer door de beroemste kunstenaars uit alle hoeken van de wereld laten omvormen gedurende 20 jaar tot een wereldwonderlijk mooie graftombe voor uw geliefde keizerin die stierf tijdens haar 14de bevalling. De Taj Mahal ademt romantiek en drama.
We staan ongeduldig voor de East Gate te trappelen om als eersten binnen te glippen en voor de massa stoet toeristen de Taj Mahal te zien ontwaken in de ochtendzon. Een uniek moment waar we ons helemaal laten meeslepen door de betovering van deze "traan op het gezicht van de eeuwigheid".
Niets doen is een leuke bezigheid. Maar soms doen we ook eens iets. Zo probeert Steven zijn Indisch kooktalent uit bij de super coole Shashi, een weduwe van de hoogste caste, die ons naast koken veel bijleert over het leven van de vrouw in India.
Daarnaast doen we ook een "camel safari" op een dromedaris in de Thar woestijn nabij de grens met Pakistan. We springen vol enthousiasme het zadel in en glunderen van verwachting. Hoe tof gaat dit nu niet worden! Een half uur later, merken we aan elkaars grimas dat er toch iets niet helemaal snor zit. "Doet dat bij u ook zo zeer aan u gat?". Menig gevloek bevestigd deze vraag... Nog slechts 30 uur en een half te gaan. Hier hebben we nog voor betaald ook. Maar de natuur stelt ons zelden teleur en we worden alweer verwend met een schouwspel van lichten en kleuren in de goudgele woestijn. Deze dag sluiten we gepast af met een nacht onder de sterrenhemel en wensen er op los. De volgende dag blijkt dat deze "kamelen" nog lopen kunnen ook. Steven verkiest dan maar achter de stoet aan te joggen. Nog liever twee uur kapot zweten in de woestijn dan 5 minuten deze marteling doorstaan. Helemaal geradbraakt komen we terug toe in de stad en bestellen los een lemon soda. Echt, dan laat je een traantje van genot.
Elke keer als we denken, nu hebben we het mooiste van India gezien, overtreft het volgende aanzicht alle verbeelding. Het Meherangarh Fort te Jodhpur (the blue city) of het Sonar Quila Fort te Jaisalmer (the golden city) bijvoorbeeld. Heroische, dramatische en bloederige verhalen zijn hier voor eeuwig ingemetseld in de funderingen van de paleizen en omwallingen. Onze fantasie laait helemaal op als we door de mastodonten van poorten slenteren en plots beseffen dat de laatste honderden jaren hier niet veel veranderd is. Vol bewondering proeven we van deze tijdsloze sfeer. Heerlijk.
Met de brommer-slash-moto langs spiegels van meren scheuren, door berpassen kronkelen of tussen de urban chaos krioelen is het summum van vrijheid en de perfecte manier om de omgeving van Udaipur te verkennen zoals Ranakpur, Eklingi, Jaisamand Lake en Monsoon Palace. We leren zo ook veel bij over de Indische wegcodes:
1. De koe heeft altijd voorrang en ze weet dat maar al te goed. 2. "Right" betekent rechts of recht(door). Linkse aanwijzingen krijgen we niet, links is vies. 3. "One kilometer" betekent "zo ergens tussen 1 en 10 kilometer" en 5 minuten betekent "niet onmiddellijk". 4. Ja knikken zoals bij ons kennen ze hier niet. Met het hoofd wiegen kan "ja" betekenen, maar ook "misschien", "geen idee", "ik vind u wel nen toffe", "dank u" en "tot ziens". 5. Snelheidsdrempels worden niet zo goed aangegeven en zijn relatief bruusk. Dit resulteert meestal in flinke remsporen trekken en een heimlich door de borstkas gemanoevreerd krijgen ofwel plots ter hoogte van de oorlel in het perifeer zicht Inneke haar sandaal zien zweven gepaard gaande met een luidkeels afkeurende brul. 6. Een uitlaat wordt heel heet, daar zoek je best geen contact mee op. 7. Links rijden of richtingsaanwijzers gebruiken is eerder voorkeur dan een regel. 8. Tuten is plezant, heel plezant. 9. "Next" betekent niet "volgende", maar "1 van de volgende".
Zo bloggen is niet altijd evident hier in India, computers zonder internet, zonder USB, zonder stroom of erger nog: onder stroom (geen pretje). Even een kleine rekensom en we beseffen opeens dat we sinds onze laatste blog in het zuidelijke Munnar de laatste 10 dagen 90 uur op 34 vervoersmiddelen hebben doorgebracht. Dat is wel wat veel, maar als we uiteindelijk in het noorden van India Udaipur binnen stormen lijkt de tijd hier stil te staan. Als Mumbai al uit een sprookje geknipt was, hoe verwoord of beschrijf je Udaipur dan? In elke windrichting schitteren paleizen op eilanden of aan de oevers van ondiepe meren, aangelegd door de heroische Rajput koningen van weleer. We nemen onze tijd om hier diep in de magie van India weg te zinken en zullen hier dus nog enkele dagen vertoeven.
Oef! We zijn aangekomen in Aurangabad, wat een tocht. Van hieruit gaan we de caves van Ajanta en Ellora bezoeken. Dit zijn ook tempels, maar deze keer niet tussen de rotsblokken maar er middenin uit gekapt. Onbegrijpelijk prachtige kunstwerken die ooit nog eens bepleisterd en beschilderd waren ook. We gaan deze monumenten telkens bezoeken met de lokale bussen, hetgeen soms doet denken aan de weerwolf in Walibi maar dan zonder beveiliging, we plakken zo vaak tegen het plafond dat builen tellen een diploma vergt, maar urenlang staren uit de venstertjes en portalen als kijkkasten naar een onwerkelijke werkelijkheid overwelmt onze zintuigen.
Ook hier moeten we steevast paraat staan als fotomodel, misschien geen slechte business case om er wat Rupees voor te vragen.
We zijn onderweg van Hampi naar Aurangabad, een tocht die 53 uur zou duren met een tussenstop van een volle dag in Hyderabad. We zien eruit als twee clochards die al een paar nachten geen bed of douche gezien hebben. De voornaamste reden hiervoor is dat dit eigenlijk nog klopt ook. Toch zoeken de Indiers massaal contact met ons. Handjes schudden, hun vragen waar we vandaan komen en hoe we noemen beantwoorden, hoeveel we verdienen en of we India leuk vinden, maar me moeten vooral poseren. We staan hier al met horden Indiers op talloze foto's. Echt straf, maar nu weten we tenminste ook hoe het voelt celebrity te zijn. Zij die te verlegen zijn of niet genoeg Engels kunnen staren ons aan alsof ze juist George Bush Junior met Osama Bin Laden de kuskesdans hebben zien doen. Soms gapen ze zo lang totdat ze tegen iemand aanlopen of bijna een voorganger aanrijden. Dikwijls staan we ergens te praten omringd door een tros verlamde onderkaken met uitpuilende oogbollen. Dat is wel even wennen...
"When in Rome, be a roman." Onze medetreinreiziger van seat 72 antwoordt op onze vraag of Indiers ooit afval ipv uit het raam te strooien, concentreren zullen in een soort container dat efficient te ledigen valt door een gespecialiseerde eenheid betaalt door pakweg een overheid: "Never, too many Indians are not educated" waarop de burgelijk ingenieur bruggenbouwer zijn plastiek fles buiten kiepert en ons aanmaant hetzelfde te doen. "Sorry sir, no can do." Desondanks dit meningsverschil klikt het wel met deze meneer en we praten over vanalles en nog wat. De burgie nodigt ons zelfs uit die avond in zijn huis te Hyderabad met zijn familie te dineren. Deze unieke kans slagen we niet af en gaan gretig op zijn voorstel in. Mevrouw laat trots haar collectie Sari's zien terwijl de heer des huizes de regels van Cricket verduidelijkt aan de hand van een internationale wedstrijd op TV. Een thuisgevoel dat we al een maand niet meer geproefd hebben en we smullen er lekker op los. Misschien wel een beetje te pikant voor sommigen onder ons (zie foto). Na deze tussenstop in Hyderabad springen we de volgende nachtrein op richting noorden.
Eeuwenoude mythische tempels die nog steeds dagelijks bezocht en gebruikt worden door honderden pelgrims, staan te midden tussen de al even mysterieuze rotsformaties, die we maar al te graag beklimmen. In de Virupaksha tempel worden we gezegend door de lieve tempelolifant Lakshmi, hetgeen wil zeggen van zijn slurf een aardige dreun op onze bol krijgen. Een heilige plaats voor Hindu's en eigenlijk ook wel een speciale plaats voor ons; vooral als we samen met een familie aapjes de zonsondergang mogen bewonderen van op de Matanga heuvel.
Een ietwat rondhoofdige Indier laat een luide boer, schuurt een dikke rochel vanuit zijn diepste ik in zijn mond, leunt zwaar over een andere rondhoofdige meneer en fluimt er aardig op los door de ruit van de bus. Beide here knikken elkaar goedkeurend aan, dat was een uitstekend exemplaar. Waar en op wie dit projectiel geland is lijkt minder van belang, zakdoeken zijn onhygienisch. Welkom op de bus van Allepey naar Munnar. We hebben de backwaters achter ons gelaten en scheuren door talloze bergpassen steeds hoger en sneller, onze chauffeur was gehaast. Het regent buiten en het wordt kouder, maar we genieten met volle teugen van het landschap. Hier verbouwt men thee, en geen klein beetje. De kort gesnoeide groener dan groene thee-haagjes zijn op de glooiende heuvels geschilderd als een oneindig kunstwerk. Hier gaan we wandelen, en hoe, we doen minstens 50 kilometer op deze laatste twee dagen en zijn (het) nog niet moe. De enigen die we tegenkomen op onze tochten zijn lokale werkende theeboerinnen. Ze zwaaien en roepen ons met een ongezien enthousiasme, maar door hun beperkt Engels blijft onze conversatie steken met wat glimlachen en groeten. "Elephant" verstaan we tussen het gepruttel. Blijkt dat hier olifanten in het wild rondhuppelen. Tof! Dat moeten ze ons geen twee keer brabbelen vooraleer wij als sherlock holmes en buddy het spoor van giga drollen tot diep in de wildernis achterna speuren. We waren zo vlak bij, we konden ze ruiken en de spanning was te snijden. Tot onze groot geluk hebben we ze niet gevonden, de volgende dag komen we er namelijk achter dat wilde olifanten niet zo menslievend zijn als wij ons voorstelden. "They always attack! Very dangerous, they kill people all the time!". Ach zo, bevestigen we de toerist ambtenaar, laten we dan maar niet die kant op gaan vandaag...
Kerala, een van de zuidelijkste staten van India, staat onder andere bekend voor zijn "backwaters" hetgeen een soort kanalen netwerk is dat varieert van kleine sloten tot dikke rivieren. Het dient als transportweg voor de lokale bevolking, maar ook voor het wassen van kleren, borden en mensen en jammer genoeg ook een beetje als afvalverwerking en riool. Toch blijft deze streek de magie behouden en is de natuur er simpelweg prachtig. De meeste mensen hebben een huisje aan het water gebouwd, soms op een eiland en zelfs soms op een boot, hetgeen ze dan maar zeer toepasselijk een house-boat hebben genoemd. Deze houseboats zijn ook een ware toeristische attractie geworden en we polsen dan ook eens voorzichtig naar de prijs voor een 24 uren rondtocht.Tienduizend Rupees komen we te weten. "How makker, hold your horses!" dat is ons budget voor 10 volle dagen. We passen dan maar en verkiezen er zelf maar wat op los te peddelen in Allepey of ons te laten voorstompen in Kollam.
Ontsnappen aan diarree in India? Te mooi om waar te zijn. Ziek worden aan het begin van een 20 uur durende treinrit van Goa naar Kerala is alles behalve een pretje. De lekkere, maar veel te pikante, maaltijd bleef zitten in mijn maag als een vuurbol en mijn temperatuur ging de hoogte in. Dit terwijl een overvolle en oververhitte trein met tierende kinderen, stoeiende pubers van het Goa Cricket Team, rochelende mannen en brullende verkopers, gemengd met een onmiskenbare geur van menselijke uitwerpselen een continu gegeven was. Volhouden was de boodschap. Toegekomen in Kollam, Kerala kon ik bijna niet meer op mijn benen staan. We stuimelden het eerste beste restaurant binnen waar ik de WC onveilig maakte. Toen Steven een kamertje ging zoeken werd alles alleen nog erger. Diarree, misselijkheid en braken waren nu pas echt begonnen. Hij kwam terug met goed nieuws, een kamer met prive toilet. Deze zou nog dienst doen voor de rest van de hele helse nacht Het duurde nog 4 dagen vooraleer mijn lichaam terug gerupereerd was. Ik begrijp nu meer wat ze bedoelen als men zegt dat reizen in India hard kan zijn maar begrijp ook meer wat Steven bedoelt met een stukje ongesneden euforie de dag dat je ontwaakt en je je weer gezond voelt! Yes, ik kan er terug tegenaan!
PS. Jullie begrijpen waarschijnlijk wel waarom we hier geen fotos aan toegevoegd hebben.
Nu de diarree blijkt weg te blijven, trekken we er terug op uit. Met de zon op het aangezicht vlammen we met onze scooter van scene naar tafereel door het Indische landschap richting "Paradise Beach". We worden gecharmeerd door zwoele geuren, heldere kleuren en vooral de vriendelijkheid van de mensen verbaast ons iedere keer weer. Via allerlei richtingsaanwijzingen van de lokale bevolking ontdekken we een overwoekerd oud fort met zicht op dit paradijselijke strand dat zijn naam niet gestolen heeft. Morgen verlaten we Goa, met spijt, maar er wacht ons een treinrit van 20 uur naar Kerala.
Continu gelukkig zijn is een marketing mythe. Geef dan maar af en toe een shot pure ongesneden euforie zoals bijvoorbeeld herboren ontwaken in onze strandhut op Querim beach na een bizarre maar intense 24-urenrelatie met de WC, naar het strand wandelen en onder de ochterzon een gezin van 3 dolfijntjes vlak voor de kust hun salto's zien oefenen. Een knipoog naar mijn lief, ze heeft me er alweer door gekregen. Allez de wereld is toch niet helemaal vloeibaar geworden.
Aangekomen op Querim beach blijkt dat ons hutje nog niet vrij is, maar geen paniek, de oppervriendelijke Sandim regelt ons een kamertje bij zijn buurvrouw voor nog geen Euro per persoon. Euhm, geen probleem Sandim, dank u vriendelijk. Even het toeristisch pad af is altijd leuk. Het is heel primitief met een emmer als douche achter wat bamboemuurtjes. Onze witte billen geven meer licht dan het gloeilampje op de koer. Die avond is er een repetitie voor een danscompetitie waarschuwt de gastvrouw ons. We krijgen front row zitjes aangeboden, geheel gratis. Het is een speciale dans stijl, iets tussen spelende tienermeisjes en afrikaans ritme. Maar de vrouwen in hun kleurrijke saris brengen al lachend en zingend een leuke show.
Bij het vallen van de nacht is het zover. Steven krijgt een zware koorts aanval, hij had al 39 graden voordat hij een dafalgan wou innemen. We maakten ons zorgen want verdere symptomen waren niet te bespeuren. En daar zit je dan, met buiten roedes honden die vechten om Shiva weet wat en bed-bugs die we letterlijk koortsig proberen te elimineren. Kessel-Lo is plots heel ver weg, een nacht heeft nog nooit zo lang geduurd, maar wel spotgoedkoop, oef.
Goa. In de jaren '60 gedoopt tot stek bij uitstek door de hippies als pure getaway. Het is een ultra-kleine provincie naar Indische maten waar de taks op alcohol het laagst is en, hoewel verboden, naakt zonnen getolereerd wordt. De stranden zijn uitgestrekt en verspreid over heel de provincie en we verkiezen naar Arambol in het noorden te trekken. Hier zou de authentieke sfeer van toen nog het meest intact zijn.
"Wanna fly good friend?"
Bij aankomst wacht 1 van onze vele vrienden ons op. Hij heeft het waarschijnlijk niet over een parapente cursus, de toon is gezet. We geven onze ogen de kost: een mid-veertiger dartelt vrolijk in zijne pure tussen zonnende koeien op het strand en probeert zijn frisbee terug op te vangen, een grijs langharige band die totaal flipt als ze duidelijk niet voor het eerst "knocking on heaven's door" jammen. We zien de nieuwste generatie hippies op scooters, dreadlocks achter software en de verwende jeugd van de nieuwe rijken uit het oosten, vooral Russen, met geschaafde knieen. Naast het massale aanbod van yoga, hindi en ayurveda cursussen zouden "scooterlessen op Indische wegen voor beginners" toch een gat in de markt kunnen zijn.
Een borstkas ontblootte Oekrainer passeert ons terrasje van ons eerste verblijf in Goa. "Did you meet the yellow hypno-frog in your shower allready?" We staren hem aan met onze beste wablieftru-blik maar aangezien er geen specifiekere informatie volgt, lachen we maar vriendelijk terug. Een paar dagen later begrijpen we wat deze aardige jonge kerel bedoelt, er komen inderdaad een soort geel-groene grappige kikkers vaak opduiken in de douche, dus toch.
Arambol is dus een feest voor het oog maar begint eigenlijk al iets te toeristisch te worden spijtig genoeg. De glimlach is hier toch vaak iets te prijzig gekruid en daarom trekken we nog noordelijker, naar het aller aller laatste strand van Goa, toevallig ontdekt tijdens een wandeling over een heuvel. Querim beach noemt het en daar zullen we een hutje aan de zee huren.
Van zonsopgang in Mumbai tot zonsondergang in Goa uit het portaal van de trein hangen met een brede lach het voorbijflitsende groen bewonderen in de wind: kan het leven nog mooier zijn? Lichtjes vervelend is wel dat Indiers na cricket, spuwen blijkbaar als nationale hobby gaarne beoefenen. Ook uit de treinraampjes... Al probeert de overheid deze onhebbelijke gewoonte toch wat in te perken.
Zaterdag zijn we naar Banganga Tank in Mumbai gewandeld, "a sacred place", verraadt de Lonely Planet ons. Na een dikke twee uur komen we toe aan het eind van de wereld als het ware. De straat eindigt op een vuilnisbelt-strand, waar kinderen spelen met vliegers en volwassenen zich wassen of waardevolle voorwerpen zoeken, waarachter een fel opgeblonken zee ons verblindt.