Men zou kunnen stellen dat Vietnamezen een beetje wreed van aard zijn, ja sadistisch zelfs. Als voorbeeld zou men kunnen aanhalen dat dit volk iets te gretig en vooral te smalend de vrolijke toerist zijn dollars ontfutselt, die dan op zijn beurt wat minder vrolijk de tocht verder zet. In tzak zetters om het wat platvloerser uit te drukken. Langs de andere kant zou men kunnen stellen dat de Vietnamezen zwaar te bewonderen vallen. Ze versloegen arrogantie met trots, wormden zich in tunnels onder de grootmacht en rebelleerden tegen tonnen bommen met bamboe. Een massa dat denkt in groep en zich niet laat verdelen dus ook niet heersen waardoor prijs afdingen moeilijker wordt. Het is een derby tussen het half lege en het half volle glas en wij verkiezen voor het half volle glas te supporteren, ook al zijn het soms echt rotzakskes.
We verlaten Vietnam, na een tussenstop op het paradijselijke eiland Phu Quoc, via Chau Doc en de Mekong rivier. Dit laatste stukje bood ons de authentieke sfeer van paaldorpjes, drijvende dorpjes, marktdorpjes en bootdorpjes, om het in een notedorpje samen te vatten.
We steken de grens over per boot. "Cambodia" laat ons nieuw visum zich voorlezen. Puppies, zwaaihandjes en kinderwaterpret als eerste indruk in dit land van de Khmer, das niet slecht.
Vietnam heeft veel marktjes. Overal, op elke hoek van de straat, soms geconcentreerd op een plein, onder een dak of in een huis, maar er zullen dingen verkocht worden. Kapitalisme in zijn puurste vorm zou cynisch opgemerkt kunnen worden. Ze hebben zelfs markten op boten. Drijvende markten als het ware. We boeken ons een tour over de Mekong om deze floating markets te bewonderen en mogen proeven van verschillende specialiteiten zoals snoepjes van kokosnoot en ander fruit. We hebben zelfs bijgeleerd hoe noodles, het dagelijkse brood hier, gefabriceerd worden in een lokaal familiebedrijfje.
Ondertussen is ons ook opgevallen dat het hier wel warm aan het worden is, en vochtig! Van het moment dat je uit de douche stapt, verlang je onmiddellijk naar de volgende. En die zotten hier dragen dan nog eens handschoenen en gezichtsmaskers om hun huid te beschermen tegen het bruinen, stel je voor. Het schoonheidsideaal kan nogal verschillen.
"In Saigon, three million moto. No moto, no girlfriend; two moto, two girlfriend." geeft onze gids ons mee na het scherp opmerken van onze gehypnotiseerde blik naar het mierennest van broem broems. De Vietnamesen worden geboren met hun Honda 50 CC zo lijkt. De vroedvrouw zal stevig aan hun oren moeten trekken hebben bij het schenken van het eerste levenslicht. En daarmee zijn die spleetogen ook al verklaard. In your face Darwin! Fopke he Charlie.
Genoeg billen gekletst nu, even de Cu Chi ondergrondse tunnels bezoeken waar we de andere kant van Tour of Duty te zien krijgen. Onvoorstelbaar en toch wat goor als met een akelige glimlach gedemonstreerd wordt hoe een serie boobytraps yankeevlees spiezen moet. Daarnaast bezoeken we het oorlogsmuseum in Ho Chi Minh City, formely known as Saigon, waar de schokerende oorlogsmisdaden en de gevolgen daarvan zeer beeldig ten toon gesteld worden. En op die plek, net die plek waar elke voor een lap grondbezit oorlog verklarende randdebiel toch beter eerst een bezoekje zou mogen plegen, nemen we afscheid van Elleke en Marnix. Triest waren we toch al...
Hoi An - Nha Trang - Jungle Beach - Mui Ne. We trekken samen van strand naar strand en laten ons leiden door de wensen van onze bezoekers. Een vakantie in onze vakantie als het ware. Dat doet deugd! Tussen al dat beachgeweld door merken we onderweg de pracht van dit land op. Zo belanden we met ons brommertje in een gigantisch onweer. Die morgen stond de Schepper duidelijk op met diens artistiekste been. We worden getrakteerd op een spectaculair kleurenpalet van lucht en natuur rond ons heen. Foto's nemen is een belediging ook al hebben we het geprobeerd. Registreren was onmogelijk. Dan maar even plagiaat plegen en een Texaan citeren die ons onderweg aanklampte en vanonder zijn kaki regenjas opperde: "How fucking beautiful is this country man!" En dat met een accent zoals alleen Texanen dat kunnen. Het enige antwoord dat wij hem konden bieden, tussen enkele donderknallen heen: "Fucking A man!".
Hoi An is een waar shop paradijs! Alles, maar werkelijk alles kan je er op maat laten maken en dit in een mum van tijd. Het gaat van topjes, kleedjes en kostuums tot schoenen en nog veel meer. We zijn nog helemaal onder de stress van al het kiezen en maten laten nemen en amper bekomen van dit alles als plots een totaal vertrouwd gezicht tevoorschijn springt uit een totaal vreemd hotel met de woorden: "Verrassing!". Een raar moment als je niet onmiddellijk kan plaatsen wat er om je heen gebeurt, maar euforie alom! Het is onze nicht Anja die ons achterna is gekomen zonder dat wij van iets wisten. Een heel tof idee natuurlijk, want nu zijn we met z'n vijven. Een ideaal excuus om nog meer te genieten, bij te kletsen, te lachen en relaxen in de overgezellige oude straatjes en restaurantjes van dit heerlijke plekje.
Het is ongetwijfeld de eerste en hopelijk de laatste keer dat een hele luchtvaartmaatschappij ons bij naam, of toch een mutant ervan (you Lee Bier?), kent, maar het is gelukt: onze intussen scherp afgetrainde doggie smeekblik heeft iedereen, inclusief directeur, overtuigd de piloot te overtuigen ons toch mee te nemen op het reeds overboekte vliegtuig. Met een tussenstop in Hong Kong (hetgeen na 3 maanden India-Nepal voor ons de witste porseleinen WC pot ooit heeft) arriveren we in Hanoi waar de traagheid van Nepal wel heel rap verdwijnt. De volgende dag dobberen we op een zee van tijd en vrijheid naar Cat Ba Island en trekt de mist der zorgen langzaam weg.
Een vormloos wolkendek met alle tinten grijs en blauw hetgeen elke Belg met gemengde gevoelens van trotse triestesse dezijne claimt. We worden verwelkomd door dit zeer herkenbaar weer en bijna opgeslorpt door heimwee maar het schelle getier van kegelstrohoedjes met wat vrouw onder en de mistbergen van Halong Bay brengen ons terug tot een andere realiteit. Die van Vietnam dus, een land dat ons direct heel hard bevalt. Men lacht hier graag, heeft een bijna kinderlijke supercharme en is proper. Allez dat vinden wij toch...
"Heeeeeyyyyy!!!" En daar zijn ze dan. Marnix en Elleke zoeven ons toe met hun brommertje en pothelm aan de kade van Cat Ba Town. Met wat vertraging hebben we elkaar dan toch gevonden. Het "even" bijpraten leidt ons tetterend de nacht in, we vergaten bijna adem te halen; en ze ruiken nochtans zooo Silan zacht. De volgende ochtend verkennen we samen de puntbergen waar deze streek zo bekend voor staat of wat later de achtersteegjes van Hue op zoek naar overwoekerde keizerlijke graftombes waar Marnix ons even demonstreerde hoe een vergrendelde poort na sluitingsuur niet per se een blokkade hoeft te zijn om een wereldgoederfstuk te bewonderen.
Als we onze eigen blog zo even naslaan, lijkt dit best wel een toffe reis waar we van de ene climax naar de andere surfen zonder enige ongemakken. Dat laatste dienen we toch even te moeten corrigeren, want soms is reizen door Azie allesbehalve gemakkelijk. In Nepal bijvoorbeeld plakt men graag termen zoals "No problem", "guaranteed" en "for sure" in 1 zin aan elkaar. Maar als we dit horen staat ons hart even stil en weten we ondertussen al: "stront aan de knikker". Om een zeer lang verhaal kort te maken; we zitten voor de moment vast in Kathmandu tot er twee plaatsjes vrij komen door een cancellatie van andere reizigers (hetgeen ons een maand kan kosten). Niet zo tof want we keken heel hard uit naar het ontmoeten van Elleke en Marnix in Vietnam. Maar er zit niets anders op dan te wachten, dus doen we dat maar in stijl. We hebben een gitaar gekocht en spelen samen de frustratie weg met wat covers en leren Kathmandu nog grondiger kennen.
Even een korte quiz "Wie is het?": Een van ons smeekt de luchtvaartmaatschappij Dragonair medewerker: "But please, seur, maybe we can sit in the toilet?", vertier alom, waarop de ander eerder beschaamd naar de grond staart en een stapje verder gaat staan.
Even serieus nu; soms is het echt stressen, zenuwslopende spanning weerstaan en met een intense strategie mensen overtuigen, waaronder onszelf, dat meer mogelijk is dan op het eerste zicht lijkt. Maar als je Azie wil zien, echt zien, dan moet je er iets voor over hebben.