dé website met alle info over de West-Vlaamse processies Kaderend in het project van Heemkunde West-Vlaanderen willen we hier zoveel mogelijk informatie plaatsen, zodat iedereen wat kan terugvinden over processies in zijn eigen gemeente/regio. Via "zoeken in blog" (links op het scherm) kan je de juiste informatie terugvinden (probeer zowel met en zonder hoofdletter). Beschik je zelf over informatie, stuur dit dan op via e-mail, en we zetten het zo snel mogelijk op de blog. Een bijzondere aandacht is er voor krantenartikels. Een overzicht van systematisch doorgenomen kranten kan je vinden door "krantenoverzicht" in te tikken. Hoe meer artikels er op staan, hoe sneller er ook iets over jouw gemeente/regio terug te vinden zal zijn.
22-01-2012
uit 't Getrouwe Maldeghem, 26 juli 1914
Uit
Thielt.
Morgen Zondag 26 Juli zal eene boete processie
uitgaan met het groote kruis voorop, dat de beeldstormers van verleden week
hebben willen vernielen.
Achter de vespers zal de st[o]et gaan van uit
de parochiekerk van S[in]t Pieter naar d'Hulst alwaar ook een kruisbeeld werd aangerand.
Vandaar naar de Paterskerk alwaar de
muurschilderij van Sinte Franciscus. albuiten nevens de kerkdeur ook werd geschonden.
Teruggekomen in Sint Pieters zal door een pater
een groot sermoen worden gehouden.
Geschiedenis
van het wijdvermaarde Christusbeeld van Damme.
Vinding
en vereering van het mirakuleus Christusbeeld
(Vervolg)
In 1762 kon het magistraat van Damme de
misbruiken niet meer dulden. bij gevolg kwam er van hunnetwege een verbod
waarbij de processie over de vaart niet meer mocht trekken Z[e]lfs wierd vna
hen een anderen processieweg aangewezen. Maar de arbeiders der Brugsche
Vischmarkt stonden er tegen op, en deden klachten bij den Raad van Vlaanderen.
De raadsheeren hadden de zwakheid die klachten in acht te nemen en de eischers
te ondersteunen.
Eindelijk vereenigde zich het magistraat met
den pastor en de kerkmeester, en verzochten den Bisschop van B[r]ugge orde te
stellen aan deze plechtigheid. Mgr. Brenart, alles wel overwogen hebbende,
verbood bij dekreet van 4 Juli 1778 het beeld van den autaar af te doen; het
uit te stellen te midden der kerke en in de processie om te dragen. Daarenboven
stelde hij vast dat de processie een anderen weg moest nemen. Eenieder vond
deze bevelen hoogst redelijk en Dammenaars waren er over tevreden.
Maar zij waren niet tevreden over een
keizerlijk dekreet van Januari 1786, waarbij Joseph II al de kermissen
afschafte, gansch het land door, en ze stelde op den tweeden zondag na Paschen.
Deze schikking verhinderde hunne plechtigheden. Zij waren niet min ontevreden
over twee andere dekreten, het eene van den 8 Ap[r]il, het zelfde jaar, waarbij
de Keizer al de broederschappen, en het andere van den 10 naastvolgende Mei,
waarbij hij al de processen [sic: processies?] afschafte. Alzoo moesten nu de
oudvermaarde kermis, en de confrérie van Damme onderblijven! Maar het
spreekwoord zegt: Wat geweldig is, blijft niet duren: VIOLENTA NON DURANT.
Keizer Joseph verdween van het wereldtooneel, en de e[e]uwenoude inrichtingen
van Damme bleven stand houde[n].
Hedendaags bestaat er, in den loop des jaars,
nog toeloop van geloovigen om het H. Kruis te eeren. De toevloed is zeer groot
op Sint Jansdag en op den derden zondag van Juli. Beide dagen worden onder
ander gevierd door eene plechtige processie. Het oude genootschap van het H.
Kruis bestaande, ten meestendeele, uit leden van Brugge, komt, telkens, met
waaijende banier, naar Damme om het H. Kruis te dragen. Deze mannen worden
vergezeld door eenen jongeling, verbeeldende eene engel, die, binst de
processie, spreuken betrekkelijk de passie uitgalmt.
Op andere tijden des jaars ontwaart men ook
menige pelgrims, die den bedeweg tot het Christusbeeld van Damme bewandelen.
Zelfs begeven sommigen zich veel liever ter bedevaart op de gemeene dan op de
feestdagen, omdat zij alsdan beter en zonder hindernis hunne godvruchtigheid
kunnen voldoen.
De toevloed tot het Christusbeeld is in stand
gebleven door den zegen van mirakels. Immers op een paneel geplaatst in den
Kruisbeuk, vind[t] men eenige wonderwerken vermeld, die God gedaan heeft ten
voordeele van dezen die hunnen toevlucht namen tot den gekruisten Zaligmaker
voor zijn heilig Kruisbeeld (1). Zie hiernevens het verhaal van deze mirakels
en de bijgevoegde print die ze voorsteld.
MIRAKELS OF WONDERHEDEN WAAR DOOR GOD DE
VEREERING VAN HET CHRISTUSBEELD GEZEGEND HEEFT LETTERLIJK OVERGENOMEN ZOO ALS
ZIJ MET VERKORTINGEN GEPRENT ZIJN OP EEN PANEEL IN DE KERKE VAN DAMME.
1 Een schipma tussche Armdee sluis wier zoo
testor viel va de mastboo needri ee groote groote flaulte zoo dat me ghee leve
e zich III huere lac wier te roepe o zoet + va Dne ontferme mys daer by
genesede vereest.
II. Mathus haghebaert gebuer daer hy vrooete
con hem pine in ade sin leede zoo dat me moste thuis draeghe gheduere ee lach
tydt hy belooft het helich + va Dae te bezoeke up alle de helighe + dach wie
gheso.
III Een kindt gheen jaer hout zynde de welcke
up ee nacht zeer crees en ghaf hem ee rynck o hem te paye en de Kynd zwalleze
in as de moedre stont up vact de Kyndt ove doed toe rype O heilige + va Dae en
brocte hier en wir ghesot
IV Adriaen huuse Daneels zone van Warregem die
wir zoo ziecht up ee sproeck geduer w of XIII daghe dat me ghee lyf en zach en
lach een jaer en ee maedt beloofde zoete + va Dae te bezoeke dus ghedaen wir
ghesont.
V. Maegeheriete t wijf va Cornelys va meeghe
die begort was met levende Kyde en vylts een ziechte x daghen zodr voetsel as
sallie ghesod in kermel, wir te roepe O zoete + van Dam en t Kindt hadde
Keerstdom
VI Aernoudye dochtere an wyle win va
boukernot wuenende i ooscam abacht gheheel bent was twee jare lanc zoe belooft
het helich + va Damme en wasse heeft en te coem verzoucke alzoo zae (terstond)
wir te ziene.
DEZELFDE WONDERHEDEN IN ONVERKORT VLAEMSCH
GESCHREVEN.
1 Een scheepvaarder tusschen Armuide (St Anne
ter Muiden) en Sluis, wierd zoo bestormd. dat hy van den mastboom neder viel in
eene groote flauwte zoo dat men geen leven (in hem) en zag drie uren lang Hy
werd (begon) e roepen: o zoete Kruis van Damme ontferm u mijner; daarbij
genesende rees hij op (stond hij op).
2 (Het) gebeurde (dat aan) Mathys hanghebaert
daar hij vrocht, pijne kwam in al zijne leden. zoo dat men (hem) moest naer
huis dragen gedurende een langen tijd. Hij beloofde het heilig Kruise van Damme
te bezoeken op alle de heilige Kruisdagen (en) wierd gezond
3 Een kind geen jaar oude zijnde werd op een
nacht zeer te krijschen, men gaf het eene ring om het te paaien; en het kind
zwolg hem in. Als de moeder op stond vond zij het kind bijkans dood; toen riep
zij o heilige Kruisse van Damme en bracht (het kind) hier en (het) wierd gezond
4. Adr[i]aan buusse, Daneels zoon van Wareghem.
die werd zoo ziek door eenen sprong. d[a]t men gedurende 10 of 12 dagen geen
leven (aan hem) en z[a]g en (hij lag een jaar en een maad, hij beloofde (het)
zoete Kru[i]s van Damme te bezoeken, aldus gedaan (hebbende) werd gezond.
5. Margheriete, het wijf van Cornelis van
Meighem die begord was met een levende kind viel in eene z[i]ekte, (blijvende),
10 dagen zonder (ander) voedsel, dan salie gezoden in kermelk wierd te roepen:
o zoete Kruis van Damme en t kind had t kerstdom
6. Arnoulnine, dochter van wijlen Win van
Boukernot, wonende in Oost Camp ambracht. was geheel blind. twee jaar lang: zoo
belooft (zij) het heilig Lruis [sic: Kruis] van Damme een wassen hoofd en (het)
te komen bezoeken. Alzoo werd terstond te zien.
trefwoorden: Damme, H. Kruisprocessie, 18de eeuw, 20ste eeuw
Geschiedenis
van het wijdvermaarde Christusbeeld van Damme
Vinding
en vereering van het mirakuleus Christusbeeld
Volgens eene oude overlevering, hebben de
schippers van Damme het mirakuleus Kruis uit de zee opgevischt, toen deze nog
hunne stad bespoelde.
In welk jaar kunnen wij, bij middel der
oorkonden, niet juist bepalen. Uit een document in t hospitaal van Damme
bewaard, vernemen wij dat, ten jare 1339. het wonderdoende Kruis ter Onze Lieve
Vrouwekerk van Damme vereerd werd. Een man, Jacob Stul bij name, geboren of
wonende te Bazel had voor thelich Cruus Onzer Vrauwen Kerke ten Damme eene
lampe doen hangen. misschien wel uit dankbetuiging voor eene bekomene weldaad
Een handschrift waar er van t mirakuleus
Kruis van Damme sprake is, berust onder de oorkonden van t Bisdom van Brugge. Daar
staat vermeld dat de nering der Damsche Schippers in bezit was van eene kapelle
waar het door hen opgevischte Kruis bewaard wierd.
Dit heiligdom was waarschijnlijk eene van de
menigvuldige kapellen die voortijds in Onze Lieve Vrouwekerk bestonden.
In 1566 brak de beeldstormerij los, en
verwoeste de H. Kruiskapel.
Maar eenige vurige christenen hadden tijd
gevonden om het kostbare Christusbeeld te verbergen en het derwijze aan de
vernieling der Calvinisten te onttrekken
Intusschen verlieten de zeevaarders de stad
Damme en zetteden zich te Brugge neder; zij werden er aangenomen bij de nering
der Vrijschippers onder den naam van arbeiders van de Vischmarkt.
Toen de landberoerten gestilt waren,
herstelden de parochianen de verwoeste O. L V. Kerk. Zoodra kwam de verborgene
schat het wonderbaar Kruis te voorschijn. Pastoor en Kerkheeren plaatsten het
op den autaar der noordbeuk waar het hedendaags nog ter vereering uitgestelt
staat.
Bemerken wij hier dat, aangaande de
omstandidheden [sic] der bovenverhaalde onteering de plaatselijke overlevering
met de schriftelijke geschiedenis niet overeenstemt. Van oudsher verhaalt men
te Damme dat de razende Geuzen na de Kruiskapelle afgebrand te hebben, het Kruis
aan stukken sloegen, De Zusters van het Hospitaal verzamelden bij nachte de
stukken en brachten ze naar de kerk terug, toen de ketters verjaagd waren. Na
de herstelling van het wonderbeeld. richtte de geestelijke overheid, tot
uitboeting der beeldschending eenen feestdag op met processie die op den derden
Zondag van Juli, telken jare, gevierd wordt.
De schippers die zich te B[r]ugge gevestigd
hadden keerden naar Damme niet meer weder, tenzij als pelgrims. om het H. Kruis
te eeren. Zij lieten nooit na hunne oude vaderstad te bezoeken op den derden
Mei, feestdag der Kruisvinding, en op den derden zondag van Juli. dat is op
Damme kermis of ommegang. In hoedanigheid van gildebroeders of konfraters van
het H. Kruis, gelijk zij zich noemden. maakten zij aanspraak om het Kruis te
dragen in de processie. op den derden zondag van Juli.
De processie geschiedde na de hoogmis als
volgt: De jonge dochters droegen het beeld van O.L.V.: de arbeiders der
brugsche Vischmarkt, het Christusbeeld. Volgens het gebruik der eeuw. was de
processieweg zeer lang. hij strekte zich uit tot over de brugge. die op de oude
brugsche vaart lag.
Men leest dat de processie bijgewoond wierd
door een overvloedige menigte geloovigen, die niet alleen van B[r]ugge en
omliggende plaatsen maar zelfs van verre kwamen. zooals van Gent. IJper,
Duinkerke. Nieupoort. Oostende Blankenberghe.
Onder het volk, waren er altijd eenigen die
zich uitgaven voor betooverd of bezeten van den boozen geest, en zich lieten
voorstaan dat zij door het aanraken van Christusbeeld zouden verlost worden.
Deze personen stoorden zeer dikwijls de godsdienstige plechtigheid. zoo in de
kerk als binnen de processie. Elk trachtte de naaste bij het Kruis te zijn, het
aan te raken en te omhelzen. Daarbij schreeuwden en tierden zij. Zelfs wilden
zij, binst de processie, zitten nevens het Kruis op de berrie: wat inderdaad
telkens geschiede: de schrage waarop het Kruis gedragen wierd, was ten dien
einde opzettelijk groot gemaakt.
Buitentwijfel waren dit misbruiken. Nieuwe
omstandigheden voegden er nog nieuwe wanordelijkheid bij. Immers omtrent het
jaar 1600, gebeurde t dat de brug van de vaart. waarover de processie
gewoonlijk ging, inviel; zij was van onderdomen versleten en wierd niet meer
herstelt. Nu, dit zoo zijnde, veranderde men daarom den processieweg niet;
maar. wat geschiedde er? als men aan de vaart gekomen was, stonden er schuiten
gereed om de processie over te steken. De pastoor alleen, met het Hoogweerdig
in de hand, bleef aan den oever staan, wachtende tot dat al de voorgangers, den
gewoonlijken toer gedaan hebbende, zich met hem weder vervoegden, om
gezamenlijk naar de kerke terug te keeren.
Mgr. van Susteren, bisschop van Brugge
onderricht zijnde wegens hetgene in de processie geschiedde, gebood, bij
dekreet van 1717, de berrie waarop het beeld gedragen werd, zoodanig te
verminderen, dat de betooverden en bezetenen daarop niet meer zouden kunnen
springen, noch zitten, noch staan. Hij voegde erbij dat er geen [sic: een] brug
over de vaart moes[t] gelegd worden, in gevalle men nog wilde den ouden toer
volgen. Het eerste punt wierd uitgevoerd, maar het tweede niet. De zaken bleven
nog een veertig tal jaren kreupel voorgaan. (t
Vervolgt)
trefwoorden: Damme, H. Kruisprocessie, 17de eeuw, 18de eeuw
Thielt. Wanneer Henri Allaert met zijn
vrouw Zondag avond thuis kwam van Aarseele Ommegang, vonden ze eenige ruiten
ingeslegen, hun spaarpotje met 115 frank en een spaarboekje met 20 frank
gestolen.
Zelfs hun trouwboekje was verdwenen. Dit vonden zij
algelijk weder gescheurd in een gracht daartegen, iets verder lag het
spaarboekje met het bankbriefje van 20 frank ook geheel gescheurd.
Oostende.
Zondag toekomende zal de zeewijding
met nog meer plechtigheid geschieden dan ooit. Dit kerkelijk feest zal ook met
een aantal andere feestelijkheden gepaard gaan. Op verzoek van den Z.E.H.
kanunnik Camerlynck, zal het muziek van het 3e linieregiment de
processie vergezellen
Heilig Bloeddag was,
onder oogpunt van 't weêr, beter dat men had mogen of durven verhopen. Geen
regen. Ook was de stroom van vreemdelingen groot. Met de verschillende
spoorwegen van den Staat kwamen in de spoorhalle 36 794 reizigers toe; in 1912
was het 37,460, en in 1911 36 592. Daags te voren reeds had men 4 988 coupons
ontvangen.
Om 9 ure kondigde het geluid der zegeklok aan dat
het H. Bloed, vergezeld van de leden van het Edel Broederschap, de H Bloedkapel
verliet en naar de hoofdkerk gedragen werd, waar het geplaatst werd op het hoog
altaar, onder eerewacht der gendarmerie in groot dienstgewaad.
't Was Mgr. de Bisschop van Brugge die de
pontificale hoogmis opdroeg, in tegenwoordigheid van HH. HH. Mgrs Roelens,
bisschop van Djerba, apostolieke vikaris van Opper Congoland; Everaerts,
bisschop van Tadama, apostolieke-vikaris van Zuidelijk-Houpé (China); Vaughan,
bisschop van Sebastopolis, hulpbisschop van Mgr den bisschop van Salford
(Engeland).
Na de mis gingen de geestelijke en wereldlijke
overheden plaats nemen in de voorbehouden omheining, op het voedpad[sic] vóór
de hoofdkerk, om van daar aan den optocht van de processie tegenwoordig te
zijn.
Bij de overheden hadden plaats genomen de
officieren der hollandsche torpedobooten.
En langs den overkant der straat stonden in gelid
geschaard, de groote meerderheid der bemanning dezer booten, in hunne kleeding
van donker blauw laken, met béret, en wijdgeopend[e] blauwe halskraag. Verschillige
van deze knappe zeelieden droegen medaliën die bewezen dat zij aan veldtochten
en oorlogsfeiten in Oost-Indiën hadden deelgenomen. De bemanning was in
specialen tram van de haven tot aan de statie gebracht, van waar zij zich tot
tegen de hoofdkerk begaven. De meerderheid dezer manschappen behooren tot den
protestantschen eeredienst. Hunne houding was zeer eerbiedig.
Nevens de hollandsche zeesoldaten stonden, ook in
gelid, de jonge engelsche soldaten, die dit jaar nogmaals, met hun eigenaardig
muziek, bestaande uit trommels en fluitjes, en een thoeveel andere Engelscben,
in bedevaart naar het H Bloed gekomen waren Zij dragen een blauw uniform, met
witte lederen banden en roode belegsels Nooit talrijker dan dit jaar, niet min dan 125.
De Panne.
Verleden Zondag was het hier zeewijding, die uit hoofde van 't slechte weder op
15 Augustus niet had kunnen plaats grijpen.
Gelukkiglijk
was, gedurende eenige oren, het weder gunstig en trok de processie uit na de
mis van 9 ½ ure. Veel volk volgende, ingetogen, en opmerkelijk was 't dat vele
vreemdelingen, men telde er meer dan 60, het H Sacrament met een brandende
lanteern volgden. Al de straten langs waar de processie voorbij trok, boden een
feestelijk uitzicht aan Overal wapperden vlaggen en vaantjes Aan het strand was
geen enkele villa die niet versierd was: 't was ééne vlag. één groen!
Aan de
zee was een kapel opgericht van waar de priester de benediktie gaf, eerst aan
het volk, dan aan de zee. Het was een plechtig en roerend oogenblik, wanneer
die honderden hoofden zich bogen om met den priester een gebed te zeggen tot
Hem, de Meester van de zee, opdat Hij het werk onzer visschers zoude behoeden
Wij
hebben meer dan eens in t Getrouwe over Damme gesproken.
Het lukt
nu dat er twee bladen tegelijk met de Damsche geschiedenis bezig xijn.
De VI.
Gazet van Brussel en de Gazet van Brugge.
Hier volgt wat van deze laatste:
In vroegere tijden was er te Damme een
vermaarde kruisprocessie. Eens vonden de Damsche schippers in zee een kruis,
dat ze opvischten, naar hunne stad medenamen en vol devotie in eene kapel
plaatsten. Ieder jaar werd het kruis in eene processie plechtig rondgeleid. Van
alle kanten kwam men naar Damme ter bedevaart, tot zelfs van Duinkerke.
Ongelukkiglijk ontstonden er misbruiken.
Zeker Wardje van t schorre had zich in t
hoofd gestoken, dat hij van den duivel bezeten was. En als nog andere lieden,
die zich voor behekst uitgaven, ging hij ter bedevaart naar Damme. Deze
ongelukkigen verstoorden de processie door hun geroep en getier en niet minder
door hunne begeert om bij t kruis te zitten. Opzettelijk moest men de schrage,
waarop de relikwie gedragen werd, zeer breed maken, zoodat er veel plaats was
Ieder jaar vermeerde t aantal dier bezetenen. En de wanorde werd zoo groot,
dat, in 1717, monseigneur van Susteren, bisschop van Brugge, gebood de berrie
te verkleinen. t Was noodig, want vele dier zonderlinge gasten vochten om op
de schraag te kunnen geraken, waarop ze soms recht bleven staan.
Zondag 18
Oogst zal er op de nieuw opgerichte parochie eene prachtige processie uit gaan
voor de eerste maal. Om 2 ½ u. plechtig lof daarna processie, samen gesteld uit
20 groepen en 50 heeren dragen fakkels,
trefwoorden: Oostveld, Oedelem, processie, 20ste eeuw
Waregem. Zondag voormiddag
bij het voorbijstappen van de H. Sakramentsprocessie, onstond brand bij M.
Henri de Borggraeve, boog- en pijlmaker, Stormestraat Het vuur was ontstaan
door eene brandende bougie die de gordijn in brand stak.
Onmiddellijk
snelden de geburen ter hulp en samen met de bewoners gelukte men er in den
brand, die dreigde groote uitbreiding te nemen, te blusschen. Gordijenen,
storsen, tafeltapij en andere voorwerpen werden vernield of beschadigd. De
schade is niet groot en door verzekering gedekt.
trefwoorden: Waregem, Sacramentsprocessie, 20ste eeuw
De vijftiendaagsche plechtigheid, ter eere van het
duurbaar Heilig Bloed, begint in de kapel vaa het H. Bloed van Vrijdag 3 Mei,
om te eindigen den Vrijdag 17 Mei. Het H. Bloed blijft op deze dagen uitgesteld
van 5 ½ tot 11 ½ ure 's morgends, en van 3 tot 6 ure 's namiddags, Er zijn
missen op al deze dagen om 5 ½, 7, 8 en 11 ure; het lof om 6 ure.
H.
Bloedprocessie.
Maandag 6 Mei aanstaande, 762ste verjaring
van het aanbrengen te Brugge van het H. Bloed, zal de vermaarde jaarlijksche
Processie uitgaan, waarin die weergalooze schat in luisterlijken stoet zal rond
gedragen worden, gevolgd door drie bisschoppen, te weten, Hunne Hoogw. Mgr, G-J.
Waffelaert, bisschop van Brugge, Mgr Heily, bisschop van PIymonth en Mgr Sermyn,
titelvoerende bisschop van Stratnissa, apostolische vicaris van Zuid Mongolië,
alsmede door het weledel Magistraat van Stad, door de heeren Proost en
Confraters van het Broederschap, alsook door de Burgerlijke, Militaire en
Rechterlijke Overheden.
's Morgends, kwart vóór 9 ure, wordt met het H Bloed
de eerste Benedictie gegeven; van op den autaar ter Burgplaats.
Onmiddellijk daarna begint men den Ommegang. Binnen
Sint-Salvators gebracht, blijft het H. Bloed uitgesteld op den hoogen autaar
tot op bet einde der Pontificale Hoogmis, gezongen door Mgr G. J. Waffelaert,
bisschop van Brugge
Na deze plechtigheid, zet de feestelijke stoet
zijnen weg voort langs de volgende straten: Zuidzandstraat, Statieplaats, Noordzandstraat,
Geldmuntstraat, Eiermarkt, Groote Markt, Philipstockstraat, Mallebergplaats,
Hoogstraat, Molenbrug, Langestraat, Preekersbrug, Preekersstraat,
Braambergstraat, Roozenhoedkaai, Dyver, Nieuwstraat, Simon Stevinsplaats,
Steenstr., Groote Markt en Breidelstraat. De gansche stoet op den Burg terug zijnde,
geeft zijne Hoogw. de laatste Benedictie met het Duurbaar H Bloed.
Eindelijk wordt de Kostbare Relikwie, omringd en
vergezeld door de Leden van het weledel Broederschap, binnen hare kapel weder
gebracht om aldaar ter zegening te blijven uitstaan tot 6 ure des avonds, ure
van het Lof.
De Algemeene Bedevaart ten einde door het duurbaar
Bloed Christi, van God almachtig eenen milden zegen af te smeeken over Kerk en Vaderland, zal op Donderdag 16
Mei 1912, (O.H. Hemelvaart), gedaan worden.
Op die Bedevaart worden algemeen
uitgenoodigd Christenen uit andere steden en oorden.
De bedevaartgangers zullen vóór 10 ure, ter Burgplaats vergaderen, en er de plaatsen bekleeden die hun zullen
aangewezen worden. Om 10 ure zal de Bedevaart-Mis gelezen worden met
uitstelling der H. Relikwie. (In geval van regen, wordt die Mis gelezen om 10
ure in Sint-Salvators hoofdkerk) Onmiddellijk na die Mis, beginnen de
Bedevaarders den gewonen Ommegang. Na hunne
terugkomst op den Burg zal door Zijne Hoogweerdigheid den Bisschop van Brugge
aan de bedevaartgangers de laatste Benedictie gegeven worden met de H.
Relikwie, dewelke aanstonds daarna, binnen St-Baselis kapel zal weder gebracht worden,
om ter openbare vereering der geloovigen uitgesteld te blijven tot 6 ure 's
avonds.
Gistel. De
wijdvermaarde H. Godelieveprocessie zal nogmaals haren jaarlijkschen uitgang
doen op 9 Juli a. s., na de hoogmis.
Van dees
jaar en voor de eerste maal, zullen er twee groote nieuwe groepen aan de
processie deelnemen, de Groep der Armen en de Groep der Verheerlijking van de
H. Godelieve. Elke groep telt rond de 30 personen. De eerste groep zingt, met
begeleiding van muziek, liederen getrokken uit het groot kunststuk
<<Ste-Godelieve>> van Tinel, alsook de Groep der Verheerlijking,
die met begeleiding van muziek, liederen uitvoert. De twee groepen zijn geheel
en gansch in kostumen van ten tijde van Ste-Godelieve.
Schier
alle dagen legt men zich op repititiën toe; men mag van nu af zeggen dat de
processie van de H Godelieve van Ghistel, eene der prachtigste zal zijn van
geheel Vlaanderen. Ook zullen er op 9 Juli duizenden toeschouwers de schoone
processie bewonderen.
trefwoorden: Gistel, Godelieveprocessie, 20ste eeuw
Over meer
dan 30 jaar stond er op het Ruysseleedsch Veld een kruis geplant, dat het
voorwerp was van den eerbied en de godsvrucht der Veldelingen. Doch, in de
jaren 79, tijdens den rampzaligen schoolstrijd, is dit kruis ongelukkiglijk
verdwenen,
waarschijnelijk
door zekere kwaadwilligheid. Dit was voor de inwoners van dit gehuchte een waar
verdriet. Hun kruis moest, kost wat kost, wederkeeren. En nu, dank aan de
mildadigheid van den heer Greffier Devoghelaere, inboorling van het Veld, is op
die zelfde plaats een prachtige Calvarieberg opgericht.
Op
Sint-Pietersdag laatst was het de plechtige wijding en inhuldiging van dit
kruis. Gansch Ruysselede was toegestroomd om die plechtigheid bij te wonen. Ook
was er vreugde en feest op het Veld: al de huizen waren versierd met vlaggen,
bloemen, kransen en jaarschriften; en. waar de huizen afgelegen waren van den
weg, zag men op de daken, zelfs op de kaven wimpels en vlaggen wapperen.
Een
geestelijke stoet wierd gevormd van aan de Veldschool, om het Christikruis in
zegepraal naar zijne standplaats te dragen. Men zag er het muziek van den
Jongelingen-Kring, de kinders der scholen, de mannen van het Veld, de groep van
den Rozenkrans, deze van de instrumenten van het Bitter Lijden en eindelijk het
praalbedde, waarop het Christibeeld lag, gedragen door 8 kloeke en vastberadene
Veldmannen; dit alles gevolgd door de Geestelijkheid, de heeren van den Gemeenteraad,
al de bijzonderste ingezetene der gemeente
en eene
ontelbare menigte volks. Men berekent op 2000 het getal der nieuwsgierigen, die
van alle kanten der parochie en van 't omliggende waren opgekomen.
Aan den
Calvarieberg, was een gestoelte opgericht, waarop de eerw. Herder van
Ruysselede tot zijne kudde het woord toestuurde. Hij besprak deze woorden van
den profeet Jeremias: <<O Gij allen, die langs den weg voorbijgaat, neemt
acht en ziet of er een lijden is gelijk aan het mijne.>> Hij wekte zijne
parochianen op om steun en troost bij dit kruis te zoeken en eindigde zijne
indrukwekkende rede met gansch zijne parochie aan het H. Kruis toe te wijden en
aan.te bevelen.
Na deze
aanspraak, met de meeste aandacht aanhoord, riep de gansche vergaderde menigte,
met volle borst en als één man, tot driemaal uit: <<Geloofd zij Jesus-Christus!>>
Men verhief het lied: <<Wij willen God>> en het muziek speelde
zijne schoonste stukken om het feest op te luisteren.
Waarlijk
indrukwekkend was het en prachtig in alle eenvoudigheid; bijzonderlijk als men
de beteekenis van dit feest inziet: eene openbare belijdenis van het levendig
geloof van het
Ruysseleedsche
volk.
Om te
eindigen drukte de E. H. Pastoor de hoop uit, dat, zoohaast mogelijk, een
gravier de Plaats met het Veld zou verbinden; hetgeen door een algemeen
handgeklap wierd goedgekeurd. En bij al dezen die het feest bijgewoond hadden,
was er maar een wensch: 't Is dat het jaarlijks op Sint-Pietersdag zoude
vernieuwd worden. Kortom, het was een heugelijke dag, die onuitwischbaar en in
gulden letters prijken zal in de gebeurtenissen van het Ruysseleedsche Veld.
trefwoorden: Ruiselede, wijdingsprocessie?, 20ste eeuw
Onze
nieuwe deken Zeer Eerw. Heer Camerlinck heeft besloten een aantal
nuttige hervormingen in te voeren in de processiën wat betreft weg en
samenstelling. Dit laatste heeft vooral betrekking op de processie der
zeewijding.
Verleden
zondag nu trok de processie voor de eerste maal langs de visscherskaai, hetgeen
buitengewoon genoegen gedaan heeft aan de bewoners van dit volkrijk kwartier.
Overal waren de huizen en sloepen versierd en aan alle vensters prijkte een
klein altaar: een opengespreide witte zakneusdoek, een plaasteren heiligen beeldje
tusschen twee smokende
kaarsen,
getuigend van het eenvoudig maar rotsevast geloof onzer visschers.
Ziehier
een kleine anecdoot welke bij deze gelegenheid hier verteld wordt:
In eene
arme woning woonden een paar oude lieden die aan alles gebrek leden zoodat het
oudje tevergeefs naar een heiligen beeldje gezocht had om het venster te versieren.
Kost wat kost moest haar man bij de geburen gaan aankloppen om er een te
leenen. <<Wat zal ons Hère zeggen als hi voorbikomt?>> knorde en
kotterde het oud moedertje. <<Menhère den deken zal menen da minder
geuzen zin!>>
De oude
zeerat peist en herpeist en krabt zich achter de ooren tot hij opeens zonder
een woord te spreken naar buiten tjaffelt en recht naar zijne sloep. Zeer
zelden gebeurt het dat men, onder den huisraad der visscherssloepen, geen
heiligenbeeldje vindt, t zij van O.L. Vrouw, t zij van St Antoon. Gewoonlijk
huist deze laatste ergens in eenen donkeren hoek, met een strop aan den hals
aan eenen balk heen en weer slingerend bij het dobberen van de notendop.
Alleen
die buitengewone gebeurtenis, het voorbijtrekken der processie, had er onze
visscher kunnen toe bewegen den grooten wonderdoener uit zijnen schuilhoek te
voorschijn te halen. De heilige zag er weinig deftig uit wanneer hij in het
licht kwam en de visscher hem aan zijn oudje voorstelde. Wel wordt hij aanbeden
in de gevaren waarmede een visscherssloep aanhoudend bedreigd is maar zeer
dikwijls wordt hij flink in het water heen en weer geslingerd wanneer de zee
kalm is en de visschen achterwege blijven.
Ongelukkig
bekommerde ons oudje zich weinig om het verhakkeld voorkomen van haren heilige,
waarvan haar man gebruik maakte om er eentjen te gaan binnen lappen, klaar van
plezier over zijn gelukkigen inval.
Toen nu
de processie voorbij kwam blonk de groote wonderdoender als een pauw in de
schitterende stralen der gouden middagzon, zoodat hij voor den ouden zeeman
bijna niet niet meer kennelijk was. En terwijl zijn vrouwtje nog op de knieën zat
in vroom gebed verslonden, naderde hij monkelend het beeldje en, fluisterde hem
heel zoetjes toe: <<Ehwel, Toontje, wat zeg-je nu mannetje, van menhère
den deken!>>
Oostende. Er is
spraak de jaarlijksche processie der Zeewijding veel te verbeteren en er een
echte geschiedkundige stoet van te maken. Er bestaat daarvoor een prachtig
ontwerp dat echter dit jaar nog niet ten volle zou kunnen uitgevoerd worden. Toch
zou de processie van nu af opgeluisterd worden door verschillende nieuwe
groepen.
Brugge. H.
Bloeddag. Om 7 ure ging de triomfklok op. Het nationaal vaandel wapperde reeds
boven den Halletoren, met zijnen <<Meiboom>> bekroond De
Bruggelingen waren opgetogen: 't Zal, zeiden zij, eenen oudewetschen H.
Bloeddag zijn, warm en zonnig, een gelijk wij in lange jaren niet meer gekend
hebben.
Aan de Spoorhalle.
Er
stroomde volk uit alle uitgangen die verdriedubbeld waren. Zuidzand en Steeenstraten
[sic] konden het volk niet slikken. In het breidelstraatje moest men zich laten
meêdrijven met denstroom.
De trams
hadden eene overgroote 1engte: alle rijtuigen waren aangelegd, bijzondere
treins ingericht. En nog hadden zij moeite om al de reizigers te vervoeren; zij
zaten en stonden geklast en getast gelijk haringen in een tonnetje.
Zondag en
Maandag kwamen langs de lijnen van Blankenberge, Heist, Oostende, Gent, Eekloo
en andere, 36592 reizigers, aan tegen 33,483 in 1610[sic:1910]; de buurtspoorwegen
brachten 11,298 reizigers mede, tegen 10,253 in vorige jaar. Overgroot is het geta[l]
dergenen, die in andere voertuigen, op vel[o] of te voet, van buiten stad zijn aangekomen.
De
uitgang der processie met de weergalooze relikwie van het H Bloed werd door
geen ongeval gestoord. Alleenlijk op den hoek der Geldmuntstraat en Eiermarkt
viel een lansier van het geleide met geweldigen slag ten gronde. Hij kwam er
echter met eenige kneuzingen van af.