dé website met alle info over de West-Vlaamse processies Kaderend in het project van Heemkunde West-Vlaanderen willen we hier zoveel mogelijk informatie plaatsen, zodat iedereen wat kan terugvinden over processies in zijn eigen gemeente/regio. Via "zoeken in blog" (links op het scherm) kan je de juiste informatie terugvinden (probeer zowel met en zonder hoofdletter). Beschik je zelf over informatie, stuur dit dan op via e-mail, en we zetten het zo snel mogelijk op de blog. Een bijzondere aandacht is er voor krantenartikels. Een overzicht van systematisch doorgenomen kranten kan je vinden door "krantenoverzicht" in te tikken. Hoe meer artikels er op staan, hoe sneller er ook iets over jouw gemeente/regio terug te vinden zal zijn.
22-01-2012
uit 't Getrouwe Maldeghem, 11 mei 1913
Heilig Bloeddag was,
onder oogpunt van 't weêr, beter dat men had mogen of durven verhopen. Geen
regen. Ook was de stroom van vreemdelingen groot. Met de verschillende
spoorwegen van den Staat kwamen in de spoorhalle 36 794 reizigers toe; in 1912
was het 37,460, en in 1911 36 592. Daags te voren reeds had men 4 988 coupons
ontvangen.
Om 9 ure kondigde het geluid der zegeklok aan dat
het H. Bloed, vergezeld van de leden van het Edel Broederschap, de H Bloedkapel
verliet en naar de hoofdkerk gedragen werd, waar het geplaatst werd op het hoog
altaar, onder eerewacht der gendarmerie in groot dienstgewaad.
't Was Mgr. de Bisschop van Brugge die de
pontificale hoogmis opdroeg, in tegenwoordigheid van HH. HH. Mgrs Roelens,
bisschop van Djerba, apostolieke vikaris van Opper Congoland; Everaerts,
bisschop van Tadama, apostolieke-vikaris van Zuidelijk-Houpé (China); Vaughan,
bisschop van Sebastopolis, hulpbisschop van Mgr den bisschop van Salford
(Engeland).
Na de mis gingen de geestelijke en wereldlijke
overheden plaats nemen in de voorbehouden omheining, op het voedpad[sic] vóór
de hoofdkerk, om van daar aan den optocht van de processie tegenwoordig te
zijn.
Bij de overheden hadden plaats genomen de
officieren der hollandsche torpedobooten.
En langs den overkant der straat stonden in gelid
geschaard, de groote meerderheid der bemanning dezer booten, in hunne kleeding
van donker blauw laken, met béret, en wijdgeopend[e] blauwe halskraag. Verschillige
van deze knappe zeelieden droegen medaliën die bewezen dat zij aan veldtochten
en oorlogsfeiten in Oost-Indiën hadden deelgenomen. De bemanning was in
specialen tram van de haven tot aan de statie gebracht, van waar zij zich tot
tegen de hoofdkerk begaven. De meerderheid dezer manschappen behooren tot den
protestantschen eeredienst. Hunne houding was zeer eerbiedig.
Nevens de hollandsche zeesoldaten stonden, ook in
gelid, de jonge engelsche soldaten, die dit jaar nogmaals, met hun eigenaardig
muziek, bestaande uit trommels en fluitjes, en een thoeveel andere Engelscben,
in bedevaart naar het H Bloed gekomen waren Zij dragen een blauw uniform, met
witte lederen banden en roode belegsels Nooit talrijker dan dit jaar, niet min dan 125.
De Panne.
Verleden Zondag was het hier zeewijding, die uit hoofde van 't slechte weder op
15 Augustus niet had kunnen plaats grijpen.
Gelukkiglijk
was, gedurende eenige oren, het weder gunstig en trok de processie uit na de
mis van 9 ½ ure. Veel volk volgende, ingetogen, en opmerkelijk was 't dat vele
vreemdelingen, men telde er meer dan 60, het H Sacrament met een brandende
lanteern volgden. Al de straten langs waar de processie voorbij trok, boden een
feestelijk uitzicht aan Overal wapperden vlaggen en vaantjes Aan het strand was
geen enkele villa die niet versierd was: 't was ééne vlag. één groen!
Aan de
zee was een kapel opgericht van waar de priester de benediktie gaf, eerst aan
het volk, dan aan de zee. Het was een plechtig en roerend oogenblik, wanneer
die honderden hoofden zich bogen om met den priester een gebed te zeggen tot
Hem, de Meester van de zee, opdat Hij het werk onzer visschers zoude behoeden
Wij
hebben meer dan eens in t Getrouwe over Damme gesproken.
Het lukt
nu dat er twee bladen tegelijk met de Damsche geschiedenis bezig xijn.
De VI.
Gazet van Brussel en de Gazet van Brugge.
Hier volgt wat van deze laatste:
In vroegere tijden was er te Damme een
vermaarde kruisprocessie. Eens vonden de Damsche schippers in zee een kruis,
dat ze opvischten, naar hunne stad medenamen en vol devotie in eene kapel
plaatsten. Ieder jaar werd het kruis in eene processie plechtig rondgeleid. Van
alle kanten kwam men naar Damme ter bedevaart, tot zelfs van Duinkerke.
Ongelukkiglijk ontstonden er misbruiken.
Zeker Wardje van t schorre had zich in t
hoofd gestoken, dat hij van den duivel bezeten was. En als nog andere lieden,
die zich voor behekst uitgaven, ging hij ter bedevaart naar Damme. Deze
ongelukkigen verstoorden de processie door hun geroep en getier en niet minder
door hunne begeert om bij t kruis te zitten. Opzettelijk moest men de schrage,
waarop de relikwie gedragen werd, zeer breed maken, zoodat er veel plaats was
Ieder jaar vermeerde t aantal dier bezetenen. En de wanorde werd zoo groot,
dat, in 1717, monseigneur van Susteren, bisschop van Brugge, gebood de berrie
te verkleinen. t Was noodig, want vele dier zonderlinge gasten vochten om op
de schraag te kunnen geraken, waarop ze soms recht bleven staan.
Zondag 18
Oogst zal er op de nieuw opgerichte parochie eene prachtige processie uit gaan
voor de eerste maal. Om 2 ½ u. plechtig lof daarna processie, samen gesteld uit
20 groepen en 50 heeren dragen fakkels,
trefwoorden: Oostveld, Oedelem, processie, 20ste eeuw
Waregem. Zondag voormiddag
bij het voorbijstappen van de H. Sakramentsprocessie, onstond brand bij M.
Henri de Borggraeve, boog- en pijlmaker, Stormestraat Het vuur was ontstaan
door eene brandende bougie die de gordijn in brand stak.
Onmiddellijk
snelden de geburen ter hulp en samen met de bewoners gelukte men er in den
brand, die dreigde groote uitbreiding te nemen, te blusschen. Gordijenen,
storsen, tafeltapij en andere voorwerpen werden vernield of beschadigd. De
schade is niet groot en door verzekering gedekt.
trefwoorden: Waregem, Sacramentsprocessie, 20ste eeuw
De vijftiendaagsche plechtigheid, ter eere van het
duurbaar Heilig Bloed, begint in de kapel vaa het H. Bloed van Vrijdag 3 Mei,
om te eindigen den Vrijdag 17 Mei. Het H. Bloed blijft op deze dagen uitgesteld
van 5 ½ tot 11 ½ ure 's morgends, en van 3 tot 6 ure 's namiddags, Er zijn
missen op al deze dagen om 5 ½, 7, 8 en 11 ure; het lof om 6 ure.
H.
Bloedprocessie.
Maandag 6 Mei aanstaande, 762ste verjaring
van het aanbrengen te Brugge van het H. Bloed, zal de vermaarde jaarlijksche
Processie uitgaan, waarin die weergalooze schat in luisterlijken stoet zal rond
gedragen worden, gevolgd door drie bisschoppen, te weten, Hunne Hoogw. Mgr, G-J.
Waffelaert, bisschop van Brugge, Mgr Heily, bisschop van PIymonth en Mgr Sermyn,
titelvoerende bisschop van Stratnissa, apostolische vicaris van Zuid Mongolië,
alsmede door het weledel Magistraat van Stad, door de heeren Proost en
Confraters van het Broederschap, alsook door de Burgerlijke, Militaire en
Rechterlijke Overheden.
's Morgends, kwart vóór 9 ure, wordt met het H Bloed
de eerste Benedictie gegeven; van op den autaar ter Burgplaats.
Onmiddellijk daarna begint men den Ommegang. Binnen
Sint-Salvators gebracht, blijft het H. Bloed uitgesteld op den hoogen autaar
tot op bet einde der Pontificale Hoogmis, gezongen door Mgr G. J. Waffelaert,
bisschop van Brugge
Na deze plechtigheid, zet de feestelijke stoet
zijnen weg voort langs de volgende straten: Zuidzandstraat, Statieplaats, Noordzandstraat,
Geldmuntstraat, Eiermarkt, Groote Markt, Philipstockstraat, Mallebergplaats,
Hoogstraat, Molenbrug, Langestraat, Preekersbrug, Preekersstraat,
Braambergstraat, Roozenhoedkaai, Dyver, Nieuwstraat, Simon Stevinsplaats,
Steenstr., Groote Markt en Breidelstraat. De gansche stoet op den Burg terug zijnde,
geeft zijne Hoogw. de laatste Benedictie met het Duurbaar H Bloed.
Eindelijk wordt de Kostbare Relikwie, omringd en
vergezeld door de Leden van het weledel Broederschap, binnen hare kapel weder
gebracht om aldaar ter zegening te blijven uitstaan tot 6 ure des avonds, ure
van het Lof.
De Algemeene Bedevaart ten einde door het duurbaar
Bloed Christi, van God almachtig eenen milden zegen af te smeeken over Kerk en Vaderland, zal op Donderdag 16
Mei 1912, (O.H. Hemelvaart), gedaan worden.
Op die Bedevaart worden algemeen
uitgenoodigd Christenen uit andere steden en oorden.
De bedevaartgangers zullen vóór 10 ure, ter Burgplaats vergaderen, en er de plaatsen bekleeden die hun zullen
aangewezen worden. Om 10 ure zal de Bedevaart-Mis gelezen worden met
uitstelling der H. Relikwie. (In geval van regen, wordt die Mis gelezen om 10
ure in Sint-Salvators hoofdkerk) Onmiddellijk na die Mis, beginnen de
Bedevaarders den gewonen Ommegang. Na hunne
terugkomst op den Burg zal door Zijne Hoogweerdigheid den Bisschop van Brugge
aan de bedevaartgangers de laatste Benedictie gegeven worden met de H.
Relikwie, dewelke aanstonds daarna, binnen St-Baselis kapel zal weder gebracht worden,
om ter openbare vereering der geloovigen uitgesteld te blijven tot 6 ure 's
avonds.
Gistel. De
wijdvermaarde H. Godelieveprocessie zal nogmaals haren jaarlijkschen uitgang
doen op 9 Juli a. s., na de hoogmis.
Van dees
jaar en voor de eerste maal, zullen er twee groote nieuwe groepen aan de
processie deelnemen, de Groep der Armen en de Groep der Verheerlijking van de
H. Godelieve. Elke groep telt rond de 30 personen. De eerste groep zingt, met
begeleiding van muziek, liederen getrokken uit het groot kunststuk
<<Ste-Godelieve>> van Tinel, alsook de Groep der Verheerlijking,
die met begeleiding van muziek, liederen uitvoert. De twee groepen zijn geheel
en gansch in kostumen van ten tijde van Ste-Godelieve.
Schier
alle dagen legt men zich op repititiën toe; men mag van nu af zeggen dat de
processie van de H Godelieve van Ghistel, eene der prachtigste zal zijn van
geheel Vlaanderen. Ook zullen er op 9 Juli duizenden toeschouwers de schoone
processie bewonderen.
trefwoorden: Gistel, Godelieveprocessie, 20ste eeuw
Over meer
dan 30 jaar stond er op het Ruysseleedsch Veld een kruis geplant, dat het
voorwerp was van den eerbied en de godsvrucht der Veldelingen. Doch, in de
jaren 79, tijdens den rampzaligen schoolstrijd, is dit kruis ongelukkiglijk
verdwenen,
waarschijnelijk
door zekere kwaadwilligheid. Dit was voor de inwoners van dit gehuchte een waar
verdriet. Hun kruis moest, kost wat kost, wederkeeren. En nu, dank aan de
mildadigheid van den heer Greffier Devoghelaere, inboorling van het Veld, is op
die zelfde plaats een prachtige Calvarieberg opgericht.
Op
Sint-Pietersdag laatst was het de plechtige wijding en inhuldiging van dit
kruis. Gansch Ruysselede was toegestroomd om die plechtigheid bij te wonen. Ook
was er vreugde en feest op het Veld: al de huizen waren versierd met vlaggen,
bloemen, kransen en jaarschriften; en. waar de huizen afgelegen waren van den
weg, zag men op de daken, zelfs op de kaven wimpels en vlaggen wapperen.
Een
geestelijke stoet wierd gevormd van aan de Veldschool, om het Christikruis in
zegepraal naar zijne standplaats te dragen. Men zag er het muziek van den
Jongelingen-Kring, de kinders der scholen, de mannen van het Veld, de groep van
den Rozenkrans, deze van de instrumenten van het Bitter Lijden en eindelijk het
praalbedde, waarop het Christibeeld lag, gedragen door 8 kloeke en vastberadene
Veldmannen; dit alles gevolgd door de Geestelijkheid, de heeren van den Gemeenteraad,
al de bijzonderste ingezetene der gemeente
en eene
ontelbare menigte volks. Men berekent op 2000 het getal der nieuwsgierigen, die
van alle kanten der parochie en van 't omliggende waren opgekomen.
Aan den
Calvarieberg, was een gestoelte opgericht, waarop de eerw. Herder van
Ruysselede tot zijne kudde het woord toestuurde. Hij besprak deze woorden van
den profeet Jeremias: <<O Gij allen, die langs den weg voorbijgaat, neemt
acht en ziet of er een lijden is gelijk aan het mijne.>> Hij wekte zijne
parochianen op om steun en troost bij dit kruis te zoeken en eindigde zijne
indrukwekkende rede met gansch zijne parochie aan het H. Kruis toe te wijden en
aan.te bevelen.
Na deze
aanspraak, met de meeste aandacht aanhoord, riep de gansche vergaderde menigte,
met volle borst en als één man, tot driemaal uit: <<Geloofd zij Jesus-Christus!>>
Men verhief het lied: <<Wij willen God>> en het muziek speelde
zijne schoonste stukken om het feest op te luisteren.
Waarlijk
indrukwekkend was het en prachtig in alle eenvoudigheid; bijzonderlijk als men
de beteekenis van dit feest inziet: eene openbare belijdenis van het levendig
geloof van het
Ruysseleedsche
volk.
Om te
eindigen drukte de E. H. Pastoor de hoop uit, dat, zoohaast mogelijk, een
gravier de Plaats met het Veld zou verbinden; hetgeen door een algemeen
handgeklap wierd goedgekeurd. En bij al dezen die het feest bijgewoond hadden,
was er maar een wensch: 't Is dat het jaarlijks op Sint-Pietersdag zoude
vernieuwd worden. Kortom, het was een heugelijke dag, die onuitwischbaar en in
gulden letters prijken zal in de gebeurtenissen van het Ruysseleedsche Veld.
trefwoorden: Ruiselede, wijdingsprocessie?, 20ste eeuw
Onze
nieuwe deken Zeer Eerw. Heer Camerlinck heeft besloten een aantal
nuttige hervormingen in te voeren in de processiën wat betreft weg en
samenstelling. Dit laatste heeft vooral betrekking op de processie der
zeewijding.
Verleden
zondag nu trok de processie voor de eerste maal langs de visscherskaai, hetgeen
buitengewoon genoegen gedaan heeft aan de bewoners van dit volkrijk kwartier.
Overal waren de huizen en sloepen versierd en aan alle vensters prijkte een
klein altaar: een opengespreide witte zakneusdoek, een plaasteren heiligen beeldje
tusschen twee smokende
kaarsen,
getuigend van het eenvoudig maar rotsevast geloof onzer visschers.
Ziehier
een kleine anecdoot welke bij deze gelegenheid hier verteld wordt:
In eene
arme woning woonden een paar oude lieden die aan alles gebrek leden zoodat het
oudje tevergeefs naar een heiligen beeldje gezocht had om het venster te versieren.
Kost wat kost moest haar man bij de geburen gaan aankloppen om er een te
leenen. <<Wat zal ons Hère zeggen als hi voorbikomt?>> knorde en
kotterde het oud moedertje. <<Menhère den deken zal menen da minder
geuzen zin!>>
De oude
zeerat peist en herpeist en krabt zich achter de ooren tot hij opeens zonder
een woord te spreken naar buiten tjaffelt en recht naar zijne sloep. Zeer
zelden gebeurt het dat men, onder den huisraad der visscherssloepen, geen
heiligenbeeldje vindt, t zij van O.L. Vrouw, t zij van St Antoon. Gewoonlijk
huist deze laatste ergens in eenen donkeren hoek, met een strop aan den hals
aan eenen balk heen en weer slingerend bij het dobberen van de notendop.
Alleen
die buitengewone gebeurtenis, het voorbijtrekken der processie, had er onze
visscher kunnen toe bewegen den grooten wonderdoener uit zijnen schuilhoek te
voorschijn te halen. De heilige zag er weinig deftig uit wanneer hij in het
licht kwam en de visscher hem aan zijn oudje voorstelde. Wel wordt hij aanbeden
in de gevaren waarmede een visscherssloep aanhoudend bedreigd is maar zeer
dikwijls wordt hij flink in het water heen en weer geslingerd wanneer de zee
kalm is en de visschen achterwege blijven.
Ongelukkig
bekommerde ons oudje zich weinig om het verhakkeld voorkomen van haren heilige,
waarvan haar man gebruik maakte om er eentjen te gaan binnen lappen, klaar van
plezier over zijn gelukkigen inval.
Toen nu
de processie voorbij kwam blonk de groote wonderdoender als een pauw in de
schitterende stralen der gouden middagzon, zoodat hij voor den ouden zeeman
bijna niet niet meer kennelijk was. En terwijl zijn vrouwtje nog op de knieën zat
in vroom gebed verslonden, naderde hij monkelend het beeldje en, fluisterde hem
heel zoetjes toe: <<Ehwel, Toontje, wat zeg-je nu mannetje, van menhère
den deken!>>
Oostende. Er is
spraak de jaarlijksche processie der Zeewijding veel te verbeteren en er een
echte geschiedkundige stoet van te maken. Er bestaat daarvoor een prachtig
ontwerp dat echter dit jaar nog niet ten volle zou kunnen uitgevoerd worden. Toch
zou de processie van nu af opgeluisterd worden door verschillende nieuwe
groepen.
Brugge. H.
Bloeddag. Om 7 ure ging de triomfklok op. Het nationaal vaandel wapperde reeds
boven den Halletoren, met zijnen <<Meiboom>> bekroond De
Bruggelingen waren opgetogen: 't Zal, zeiden zij, eenen oudewetschen H.
Bloeddag zijn, warm en zonnig, een gelijk wij in lange jaren niet meer gekend
hebben.
Aan de Spoorhalle.
Er
stroomde volk uit alle uitgangen die verdriedubbeld waren. Zuidzand en Steeenstraten
[sic] konden het volk niet slikken. In het breidelstraatje moest men zich laten
meêdrijven met denstroom.
De trams
hadden eene overgroote 1engte: alle rijtuigen waren aangelegd, bijzondere
treins ingericht. En nog hadden zij moeite om al de reizigers te vervoeren; zij
zaten en stonden geklast en getast gelijk haringen in een tonnetje.
Zondag en
Maandag kwamen langs de lijnen van Blankenberge, Heist, Oostende, Gent, Eekloo
en andere, 36592 reizigers, aan tegen 33,483 in 1610[sic:1910]; de buurtspoorwegen
brachten 11,298 reizigers mede, tegen 10,253 in vorige jaar. Overgroot is het geta[l]
dergenen, die in andere voertuigen, op vel[o] of te voet, van buiten stad zijn aangekomen.
De
uitgang der processie met de weergalooze relikwie van het H Bloed werd door
geen ongeval gestoord. Alleenlijk op den hoek der Geldmuntstraat en Eiermarkt
viel een lansier van het geleide met geweldigen slag ten gronde. Hij kwam er
echter met eenige kneuzingen van af.
Ruysselede. De
plechtige wijding van de nieuwe autaren en herstelde kapellen der zeven statiën
van den alouden ommegang van O.-L.-Vrouw der VII Weeën, door den zeer eerw. heer
Deken van Thielt, heeft dezen eersten zondag van Meie plaats.
s Namiddags,
om 2 ure, vespers en lof; waaronder aanspraak van zeer eerw. heer deken.
Daarna,
plechtige ommegangpro-processie [sic] met het nieuwe beeld van O. L.-Vrouw der
VII Weeën.
trefwoorden: Ruiselede, O.L.V. van Zeven Weeën, 20ste eeuw
Op den 3en zondag van Juli wordt
telken jare de plechtige novene gevierd ter eere van 't H. Mirakelkruis, ter
Kerke van Damme bewaard. Binst die novene en ook tijdens den loop des jaars komen
duizende geloovigen aan de voeten van 't H Beeld neerknielend de hulpe van den
Goddelijken Zaligmaker afsmeeken.
De oorsprong van 't H. Mirakelkruis van Damme
gelijk deze van menigvuldige oude beelden is onbekend gebleven. Damsche
zeelieden, zoo verhaalt de overlevering, vonden het in de zee en brachten het
naar hunne moederstad mede, misschien wel in den loop der 14e eeuw.
Ter eere van 't H. Kruis werd ten noordwesten der stad, bijna tegen hare oude
vestingen eene Kapel gebouwd waar het H. Kruis tot in de loop der 16e
eeuw bewaard werd. Het H. Kruis ging dan
over naar de Onze Lieve Vrouw Kerk; de Kapel werd bouwvallig en verdween
mogelijks toen de nieuwe vestingen ten jare 1617 opgemaakt werden.
Van tijd tot tijd beloonde God door wonderbare
genezingen het godvruchtig betrouwen der vurige christenen die tot het H
Mirakelkruis hunnen toevlucht namen. Uit nog bewaarde bewijsstukken vernemen
wij het verhaal van achttien buitengewone genezingen. De tot nu toe oudsbekende
weldaad door de vereering van 't H Kruis bekomen staat vermeld in de
stadsrekening van Damme ten jare 1392. Een Broeder van de derde orde van St
Franciscus, van Mechelen, met name Lodewijk, was het H. Mirakelkruis komen
vereeren en ontving zijn volkomene genezing.
Die belangrijke daadzaak, stelde, zoo 't
schijnt, de gansche stad in rep en roer, want de bovengemelde rekening maakt
gewag van menigvuldige reizen naar de Geestelijke Overheid van 't Bisdom van
Doornijk en naar Broeder Lodewijk te Mechelen ondernomen, om die genezing
kerkwettiglijk te onderzoeken. Die reizen werden gedaan door leden van het
stedelijk Schependom en door den pastor der Kerk. Wat de uitval er van was is,
bij vermis van bewaarde bewijsstuken onbekend gebleven.
Eene der meest treffende genezingen was wel de
plotselinge herstelling van een Spaanschen soldaat, met name Alphons Frexo Hij
lag te Damme in garnizoen en werd door eene beenderziekte aangetast. Men droeg
hem naar St Jans-hospitaal van Brugge om er door de beroemdste geneesheeren der
stad behandeld te worden.
Maanden verliepen; de geneesheeren lukten er
niet in den lijdende te herstellen en zij gaven het op.
Intusschen kon Frexo bij middel van twee krukken
zich bewegen. De ommegang van Damme naderde en de soldaat stelde al zijn
betrouwen op he t H. Mirakelkruis Op den Ommegangzondag van 1676 geheel vroeg,
sukkelde hij naar 't Klooster der Paters Jesuiten. sprak zijne biecht aan Pater
Frans Taisne en ontving de H. Communie. Hij had gezegd aan den Pater: vandage
sukkel ik naar Damme en dezen avond keer ik weer gansch genezen. Frexo ondernam
die voor hem zoo lastige reize.
Hij kwam toe te Damme op den oogenblik dat de
plechtige processie ging beginnen. De Kruisheeren zettenden den lijder op de
berrie op dewelke het H. Mirakelkruis rondgedragen werd. Frexo bad met vurig
betrouwen. Toen, na de ommegangprocessie, het H. Kruis bij de Kerk aankwam,
sprong de lijder al me eens van de berrie af en wierp dar zijne krukken: hij
was plotselings genezen. Na God vurig bedankt te hebben, keerde hij terug naar
Brugge, belde aan in 't klooster der Jesuiten, vroeg naar Pater Taisne die kwam
en den man die over eenige uren zoo bitter ellendig was, gansch hersteld
bevond.
De daadzaken die wij in 't korte verhaald
hebben, zijn bevestigd door menigvuldige bewijzen: een omstandige brief van
Pater Frans Taisne, bewijsstukken geteekend door den beroemden doctor Montanus,
(Vandenberghe,) deken van de toen bestaande geneesheerengilde, en door de
kloosterzusters die beiden den zieken soldaat opgepast hadden; drie brieven
door de officieren van Frexo geschreven en geteekend; eene oorkonde bevestigd
met het handteeken van den Pastor der Kerk en van den Kapelaan der H.
Kruisgilde. Moge het H. Mirakelkruis van Damme meer en meer vereerd en bezocht
worden! De Goddelijke Verlosser schenke door zijn duurbaar beeld, overvloedige
en uitgelezene zegening en aan allen die naar ziel en lichaam lijden!
Schoone historieboekjes en echte beeldprenten
van 't H. Mirakelkruis zijn ter Kerk van Damme te bekomen. Men kan er zich ook
in 't Broederschap van 't H. Kruis laten inschrijven.
Met de zomersche dagen zijn ten allen kante de
kersmissen en feesten aangekomen. Verleden zondag was 't te Caneghem te doene:
Ommegang en velokoersen. En 't een gaat gewoonlijk met 't ander, de bedevaarten
waar hier waar daar staan ook aan de deure.
Vandage wandelt men naar Machelen waar den h.
Korneel gediend wordt; dan volgt den b Maurus te Bavikove, Godelieve te Pitthem
en Magriet te Lichtervelde.
Brugge. Verleden maandag deed de H. Bloed Processie haren 760 jarigen ommegang. Onnoodig te zeggen dat de stad op haar kermis-beste versierd was: wimpels en vlaggen wapperden langs alle kanten. 't Was feest!
Van den vroegen morgen krioelde het van vreemdelingen in de stad; uit alle gewesten van 't land kwamen ze toegestroomd, treinen en trams brachten al aan wat ze konden, ze spuwden om ras te zeggen heele stroomen menschen in de stad. Zoo groot was de toeloop dat er van 9 ure af bijna geen doorgang meer was in de straten Op den Burg was 't nog erger! Wat een volk! wat een volk! Daar stonden van 's morgens vroeg duizende menschen hunne beurt af te wachten, om in de kapel van het H. Bloed hunne godsvrucht te voldoen en de kostbare overblijfsels van Christus heilig bloed te vereeren.
En wat gezegd van de processie!
Die was overheerlijk, prachtig!
Men moet dat met eigen oogen gezien hebben om er eigentlijk een gedacht van te vormen! Heel die stoet zoo zedig, zoo lief en zoo godsdienstig van heiligen en van maagdekens uitgedost met eene pracht zonder weerga verwekt de grootste bewondering.
Iets nieuw en schoon was een groep bedevaarders van Doornik. Aan hun hoofd stond de heer baron Stienon du Pré, senator en burgemeester van Doornik. Het is de eerste keer dat eene andere stad zulke afvaardiging naar de H. Bloed Processie stuurt. Dat is wel! Dat voorbeeld dient nagevolgd!
Onweder.
Brugge. - Maandag toen de H. Bloedprocessie juist binnen was, eene groote
dondervlaag boven de stad uitgeborsten De regen plaste bij stroomen neder en
elk vluchtte langs hoek en kant om te schuilen zoodat de foorekramers het niet
goed hadden.