Na Dallas hebben we koers gezet naar route 66. Laat ik even wat foto s tonen van de ranches die de texanen hier uitbaten. En hoe een 'Texas full size Caddilac' eruitziet. En hun tractoren, onze boeren hebben grote tractoren? Ik dacht het niet. Everything is bigger in Texas (er staat hier ergens een kerk die groter is dan degene in Washington DC en ze is enkel zo groot om het feit dat ze groter moest zijn)
Onderweg naar route 66 zijn we gestopt in een stadje genaamd Wichita Falls, wat wil beteken dat het water van de rivier tot aan het middel komt. De Indianen moesten dat ooit eens weten hoe diep het was om er met de paarden door te trekken, dus heeft een van hun vrouwen door het water gewaad om te kijken of ze erdoor konden. Gemakkelijk of zijn alle mannen hetzelfde...
Hoe ga je hier aan de slag als je een huis wil kopen? Simpel je koopt een stuk land dat in je budget past volgens de bank en dan ga je naar de winkel om een huis te kopen. Je zet dat op een truck, als het te groot is op twee trucks en dan smijt je dat op je land. Voila. En een pick-up truck om op de oprit te zetten hebben ze al van voordien. Dan heb je een woonst. Vervolgens smijt je alles rond het huis vol met bucht. Opeens gaat het slechter en mag je van de bank opkrassen, die daarna de boel laat verloederen...
De originele route 66 is op vele plaatsen verdwenen of vervangen door Interstate 40, maar hier en daar loopt nog een stukje. De route 66 bestond eigenlijk oorspronkelijk uit de hoofdstraten van alle kleine en grotere soorten gehuchten en steden die onderling verbonden waren met elkaar. Dus die hoofdstraten bestaan nog, al is het er wel aan te zien dat de verschuiving van het verkeer naar de IS 40 het commerciele leven in veel van die gehuchten gewoon om zeep heeft geholpen. Winkels en garages uit die tijd staan er gewoon weg te rotten, bijna iedereen is er vertrokken. In Amarillo echter, een van de grootste steden die op de route gelegen waren, is de 66 big bussiness. In Amarillo is ook de Caddilac-ranch te vinden, een pop-art tentoonstelling die voortdurend wijzigt gezien iedereen de auto s kan komen verven.
Het moet gezegd dat ik tijdens mijn verblijf hier in de USA een beetje vermagerd ben. Ik dacht zo in mezelf, tijd om daar iets aan te doen. Dus zijn we naar de Big Texas Steak Ranch geweest alwaar ik een 72 ounces steak heb besteld. Dat is meer dan 2 kilogram. Het zit hem zodanig dat het gratis is als je dat stuk rund in een uur de tijd opkrijgt, met bijbehorende slaatje en aardappel. Anders moet je dokken en nogal behoorlijk. Na een half uur zat ik toch ongeveer halverwege het vleesje, maar het laatste kwartier ging er bijna niets meer binnen. Ja... Uiteindelijk is het niet gelukt, 56 ounces binnen en 16 over... Daarvoor heb ik zwaar moeten betalen en dat lag toch een beetje, naast de steak, zwaar op de maag. Maar toch, ik heb het geprobeerd en daarvoor moet je .... hebben.
Nog eentje over de auto s hier, het zal sommigen misschien tegensteken maar het is nu eenmaal mijn blog... De old route 66 is nogal een museum op zich als het op verroeste bakken aankomt. Er rijden er ook nogal wat rond in betere staat dan volgende.
Na Amarillo zijn we nog een eindje doorgereden op de route 66 tot Albuquerque. We zagen bijgevolg meer van hetzelfde; achtergelaten handelszaken, gesloten benzinestations, autowrakken (zie volgend bericht), ingestorte huizen... Alsof het een groot museum is.
Vanaf de route 66 in Albuquerque zijn we afgeslaan naar het noorden richting Santa Fe. Het prairielandschap van de voorbije dagen ruimt plaats voor meer bergachtige gebieden, gezien we hier in een uitloper van de Rocky Mountains terecht komen.
Santa Fe is de hoofdstad van New Mexico en het is redelijk apart van andere Amerikaanse steden door zijn architectuur. Verder is de streek bekend om haar rode chilipepers en blauwe turquoise steen.
Het landschap werd hier echt prachtig, heel veel mooie rotsen. Tegen de tijd dat we bijna in Taos waren, belandden we plotseling in de sneeuw door de hoogte waarop we ons bevinden (en het is hier toch ook november). wat was dat een schok zeg na al dat mooie weer dat we tot nu toe hadden.
Zeer interessant in Taos is de Pueblo, het indianendorp. De pueblo bestond al van voor de blanke medemens de boel aldaar op stelten kwam zetten. Op de foto s zie je hun huizen, ovens, droogrekken en van dies meer. De huizen worden gemaakt van bakstenen die in de zon worden gedroogd, en worden dan bepleisterd met een laag modder gemengeld met stro en meer van deze materialen. Elk jaar wordt de buitenkant van het huis opnieuw ingesmeerd om er weer tegen te kunnen. Deze manier van bewoning bij de Indianen is sinds eeuwen bekend. Er is heden nog een permanente bewoning van wo n 75 mensen, de rest leeft in Taos zelf. De mensen zijn er doorgaans vriendelijk, zeker als ze je iets aan de man willen brengen.
Ook onderweg naar Durango stuitten we op enkele nogal vreemde huizen. We gingen een kijkje nemen en het bleek te gaan om ecohuizen die zechzelf van energie voorxien. De zuidkant bestaat uit glas terwijl de noordkant uit opgehoogde grond bestaat. Zonnepanelen obligaat. En ook de bouwmaterialen bestaan uit hergebruikte bestaande materialen, zoals banden en bierflessen... Als ik zo de muren bekijk moeten ze nogal wat afgezopen hebben tijdens den bouw...
Mesa Verde is een oude indianenstad in rotsgebergte. Indianen hebben er gewoond van ruw geschat 700 n.C. tot 1300 n.C. Hun woonplaatsen waren enerzijds uitgehakt in de rotswanden, anderzijds hadden ze ook uitgegraven kuilen die ze dan afdichtten. Waarom ze plotseling zijn weggetrokken is niet geweten, maar ze hebben hierbij alleszins veel van hun bezittingen achtergelaten. Het hele zootje is in de jaren 1800 ontdekt door twee cowboys van het type Lucky Luke. Het moet gezegd dat die twee waarschijnlijk niet van gisteren waren om het aan te durven in zulke desolate gebieden te paard rond te tjolen. Gelijk hoe, het leverde weer prachtige plaatjes op.
De twaalfde zijn we van een Durango naar Black Canyon gereden, hierbij foto's van onderweg... We zaten weer eventjes in de sneeuw al waren de wegen goed berijdbaar, verder zagen we een boerin met yaks. En Joke eet altijd gezond in de McDonalds...