Nog eentje om af te kicken, Maldegem, Doornik, Bernissart, Mons, Hornu, Ath en terug
dinsdag 24 juli 2012
Op weg naar Doornik.
Aan de Maldegemse Tekenacademie onverwacht uitgezwaaid worden door de directeur, een passend begin voor een rondje fietsen naar Le Cateau Cambrésis en het Matisse-museum. Deze keer in gezelschap van Marleen, fietsliefhebber én verstokte rookster.
Een zonovergoten dag, de eerste sinds lang, het fietsen vlot goed. In de omgeving van Nevele een picknickhalte bij een bank in de schaduw. 'Smijt gij ze van de bank of doe ik het?' , we delen de benadering van sommige situaties volkomen. Allebei hebben we lekkernijen mee, een absolute topper is de Sijseelse gedroogde worst, alleen insiders kennen het adres, Marleen is er één van, alhoewel 'Die van Willy was nog beter' volgens haar.
In Deinze is 't kermis, we houden een pauze om iets te drinken en zonnecrème te smeren. In de spiegel ontdek ik dat de nieuwe zonnecrème de consistentie en het uitzicht heeft van plaaster. Met hernieuwde moed gaan we over Kruishoutem, Anzegem en 'Tieghem-berg' naar Kerckhove om vanaf daar langs het water tot Doornik een rustig fietspad te volgen. De weg is mooi, vooral bij het naderen van Doornik, en ook wel eindeloos lang wanneer we moe worden.
Na het stortbad zijn we helemaal fris voor het terras-verkennen op de Grote Markt en een rondje met de fiets langs oude stadsdelen en de nachtwinkel voor een fles water.
woensdag 25 juli 2012
Van Doornik tot Mons.
Langs de Schelde fietsen we tot Péronne. Een kleine omweg brengt ons naar het volgende jaagpad en zo gaan we richting Péruwelz. We kunnen zowel naar Le Cateau C. of naar Le Grand Hornu, een moeilijke keuze. We kiezen voor het onbekende en voor het avontuur, eerst Bérnissart en de iguanadons en dan Hornu. Onze Doornikse croissants smaken en de picknick op de trappen van het gemeentehuis in Bérnissart ook. Het kleine museum ontvangt ons goed, er zijn enkele mooie stukken die ons om andere dan natuurhistorische redenen bekoren. Wij vertrekken doorheen het natuurgebied van Harchies over de dijk tussen de meertjes en zoeken verder onze weg. De laatste kilometers door aaneen gebouwde zones in de Borinage, helaas arriveren we te laat in Hornu om alles nog te kunnen zien. We besluiten in Mons te overnachten, dat is een flink stuk verder fietsen en weeral langsheen straten vol handelszaken, bandencentrales, tuin- en uitlaatcentra, supermarkten en zowat alles wat de consumptiemaatschappij te bieden heeft.
Zoals altijd is het laatste deel het zwaarste, deze keer wordt het klimmen naar de kathedraal en het Belfort. Marleen trekt de kop doorheen de één-richtingsstraten, welke richting denk je????
Een stortbad doet wonderen en het stadscentrum is levendig op deze warme zomeravond. Een verkwikkend aperitief op een terras en Marleen ontfutselt de kelner een goed restaurantadres. We belonen onszelf voor de geleverde fietsinspanningen met een heerlijke maaltijd in de stemmige omgeving van de drukke Grand Place.
donderdag 26 juli 2012
Bezoek aan Le Grand Hornu en Ath.
We onthaasten bij het ontbijt op de binnenplaats tegen de muren van het belfort. Mijn zonnebril is stuk en Marleen stopt bij een optiekzaak in de stationsbuurt. Zij gaat buiten met een nieuwe zonnebril en ik met een (gratis)herstelde bril. Langs Cuesmes en een deel RAVEL6 (oude spoorwegbedding) komen we vlot in Hornu. Een superontvangst krijgen we daar, ze kennen ons van de vorige dag en vinden onze sportieve exploten bewonderenswaardig. Alles is uitnodigend, we lopen langs de tentoonstellingen, elk in eigen tempo en volgens onze eigen belangstelling. Het kraakverse broodje tussendoor smaakt bijzonder goed (kwaliteit++++) en we blijven hangen op de site.
Om naar Ath te geraken zoeken we de weg langs de arbeiderswijken van Saint-Ghislain en de vele deelgemeenten. Een GPS zou van pas komen op sommige momenten. Af en toe vanop een brug krijg ik een zicht op de oude industrie en fabrieksgebouwen van de Borinage. We bevoorraden ons onderweg met kerstomaatjes, fris water, sigaretten en iets zoet(naam vergeten) om te sneukelen. Sirault, Neufmaison, Vaudignies staat op de gemeenteborden die we passeren. Het laatste stuk vanaf Chièvre, een bescheiden maar aantrekkelijk centrum, kunnen we een jaagpad volgen en met de tunnel onder het spoor komen we Ath binnen.
Onze eerste bekommernis het vinden van logies geeft ons weinig keuze: Eén prijzig hotel, geen alternatief in de stad zelf, in de buitenrand B&B, doch niet altijd dichtbij voor de fietser. Het prettigste is de stad zelf met de mogelijkheid om een verkenning te doen en een maaltijd op een terras te gebruiken, het zijn voor ons doorslaggevende argumenten. Onze laatste avond op een terras mag er zijn, altijd voldoende belangstelling, gezelschap en geanimeerde gesprekken. Als aperitief voor mij, zoals de vorige dagen, de ontdekking van streekbieren iets wat nooit ontgoochelde. Mijn reisgezellin gaat voor de witte wijn die hier niet zuinig geschonken wordt. Marleen kiest verder voor gegrilde lamskoteletten(en boontjes) en ik voor de kalfstong in madeirasaus(met een slaatje), hierbij speciaal en op aanvraag, de puree-aardappelen van het huis. Als afsluiter een ijsje en een limoncello.........
vrijdag 27 juli 2012
Van Ath terug naar Maldegem.
We genieten van een uitgebreid ontbijt met verse chocolademelk. Vandaag gaat het richting Maldegem. We kiezen een weg doorheen het 'Pays des Collines', Frasnes-Les -Anvaing en Anvaing. Mooie landschappen en ouderwetse boerderijcomplexen, landhuizen en lange door bomen overschaduwde dreven en belangrijk, minimaal autoverkeer. We hebben, buiten een handvol kersen, te weinig gegeten in de voormiddag en dat wreekt zich. Na onze pauze bij een sobere 12de eeuwse kapel vinden we niets meer(met eet-aanbod) op onze weg doorheen Celles tot Escanaffles, daar eindelijk een klassieker, frieten met mayonnaise en een brochette. Voldoende energie om ons terug op pad te helpen. We moeten wel nog voorbij Tieghemberg en Kruishoutem.
Op de Markt van Deinze kunnen we een broodje eten voor de laatste ruk naar huis te fietsen. We volgen het défilé van ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen op kermisbezoek met luidruchtige muziek van alle kanten, plezierig om naar te kijken en ook de groepjes jongeren en hun gedragspatronen krijgen onze aandacht.
Het is drukkend warm geweest de hele dag en er dreigt onweer. In Nevele rijden we verkeerd bij het zoeken naar de juiste richting langs de Schipdonkse vaart, wel op een slecht moment, de regen begint, de tegenwind is tegen die tijd gelukkig verdwenen. Tussen Zomergem en Balgerhoeke krijgen we fikse stortbuien over ons hoofd. Marleen heeft een flinterdun regenjasje en ik een wat zwaardere poncho. Het is uitproberen of ze waterbestendig zijn. Ik ben nat maar kan niet inschatten of het zweet is of doorsijpelende regen, misschien allebei. Na een helse tocht doorheen de regen nemen we afscheid in Balgerhoeke bij het sas, ik kom kletsnat thuis en laat een spoor van natte voetstappen na in de garage en de living. Het is de enige rit die ik 's anderendaags in de benen voel.
Van Marleen vind ik een kort berichtje op de mail: THUIS
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:Doornik, Bergen, Ath, Le Grand Hornu, Bérnissart
14-06-2012
Rome, Sint-Pietersplein
maandag 4 juni
Het ontbijt is lekker en de koffie overvloedig, ik twijfel nog altijd over al of niet de trein nemen. Nog een telefoontje naar het logeeradres in Rome ter verwittiging en dan de fiets op. De zusters drukken mij op het hart om zeker langs de Via Trionfale Rome binnen te rijden. 'What's in a name ' flitst het door mijn hoofd. Ik trek mijn fleece aan bij de eerste regendruppels, gelukkig blijft het bij een kleine bui. Het verkeer is zo druk dat het vertraagd tot stilstaand is. Ik kan de rijen voertuigen zonder gevaar voorbijrijden. Op de kruispunten valt altijd extra op te letten en ik zoek en volg de Via Trionfale. En zo kom ik binnen, langs de muren van Vaticaanstad en langs de colonnade van Bernini tot op het grote plein waar het wemelt van de vele toeristen. Ik heb het gehaald van Sente tot Rome. Mijn fiets zit onder een laag stof. Ik zink neer aan de voet van een pilaar en hoor naast mij Vlaams spreken, twee jongedames uit Oosterzele(Balegem)die straks terug naar huis vliegen. Het logeeradres ligt centraal in Rome, aan een pleintje bij de Via Vittorio Emmanuele. De ontvangst is super maar het wordt mij eventjes teveel. De kerk, het klooster en het ostello worden gerund door twee Nederlandse (Limburgse) broers. Het is een goed adres, bedankt Monique! Ook de fiets krijgt een goede veilige plaats, naast deze van padre Matteo.
Een van de dagelijkse rituelen is het insmeren van het gezicht en de armen met zonnecrème, factor 50+. Efficiënt is het niet, mijn gezicht is en blijft rood. Ik dacht na de laatste klim gisteren dat het deze morgen met een afdaling zou beginnen. Helaas, het is weer klimmen in de richting van Formello. Gelukkig is er geen verkeer op deze kleinere weg in gecraqueleerd asfalt met uitgebrokkelde putten en losliggend grint. Naast mij ligt een diepe kloof en zowel het klimmen als wat later het dalen moet ik grotendeels te voet doen vanwege de staat van het wegdek. De omgeving is mooi en schaduwrijk, soms rij ik volledig onder het bladerdak van de naar elkaar toegroeiende bomen, het lijkt wel een donkere tunnel. Er zijn na de Monte Ragazza twee grote open vlakke stukken in het natuurpark. Na een laatste klimmetje en een steile afdaling bereik ik Formello verrassend vlug en ik stop na de stadspoort voor een bezoekje aan het plaatselijk museum. Het is een geslaagde restauratie met moderne toevoegingen aan een oude palazzo. De beide loketbedienden zijn opgezet met mijn interesse en bij het weggaan krijg ik nog een attentie en moet ik met hen op de foto. De VF bordjes sturen mij dwars door het oude stadsgedeelte dat bijzonder charmant oogt. Er zijn veel hoeken en kanten met kleurrijke accenten door bloeiende oleanders en rozen langs de gevels in natuursteen. Volgens de bordjes moet ik dan een steile stenen trap naar beneden. Ik doe een kleine verkenning en besluit het dan te riskeren. Ik krijg er snel spijt van, het is een hele onderneming en ik kan in geen geval terug omhoog. Een kleine misstap of mijn beladen fiets die mij uit het evenwicht brengt ...ik moet het langzaam en oplettend afdalen. Beneden ontbreekt weer elke aanwijzing voor de VF, gelukkig kunnen plaatselijke inwoners mij verder helpen. In de laatste kilometers kom ik terecht op de Via Cassia, die ook op zondag erg druk is en dwars door La Storta loopt. Zonder veel zoekwerk kom ik op een goed onderkomen, een klooster met hotel uitbating, in een park. Ik loop te voet tot het station van La Storta, in diverse gidsen wordt aangeraden om vanaf hier de trein te nemen naar Rome, omdat het verkeer te gevaarlijk is voor voetgangers en fietsers en er geen doenbare alternatieven zijn. De tocht te voet langs de weg rand in een levendige voorstad van Rome is hallucinant, overal langs bermen en stoepen huisvuil, tapijtresten, stinkende groentenafval, plastiekverpakkingen, duizenden glasscherven, papier en duizenden sigarettenpeuken. Huisvuilcontainers versperren het voetpad, het vuil puilt eruit en ook de wijde omgeving er rond is volgegooid met vuil. Het contrast wanneer ik het park van het klooster binnenloop kan niet groter zijn.
Nadat ik vrij vlot van Sutri naar Monterigone was geraakt langs landelijke weggetjes verzeilde ik daarna op de Via Cassia. Gelukkig was er een soort dienstweg naast en enkele kilometers ver was ik in de waan op de juiste richting te zitten. De dienstweg hield op en ging over naar een zanderige landweg die rechtsaf landinwaarts ging. De gevaarlijke Via Cassia was geen optie en op mijn kaart of in de gids staan de kleine landwegen niet. Keuze had ik niet en na een paar kilometer stoffig pad kwam ik langs een stoeterij waar ik informeerde hoe ik tot Campagnano kon geraken. De eigenares begreep het probleem, het kon langs het net van paden, die gaan echter deels over privé-bezit van landeigenaren, maar ik had zo weinig houvast dat ik allicht één van de afslagen gemist heb en zodoende liep ik vast op een privé terrein zonder verdere doorgang. Geen keus, helemaal terug langs alle geklommen kilometers....tot ik met de hulp van een paar ruiters bij een tweede stoeterij belandde. Groot overleg, maar het eindigde met terug naar Monterigone en een ander pad vanaf het stadje. Ze hadden dit pad met hun paarden reeds eerder gevolgd en wisten alvast te vertellen dat het min of meer 'cyclable' was, alhoewel er moeilijke stukken waren. Het pad in Monterigone heb ik gevonden met de hulp van plaatselijke inwoners, links van de Cassia. Ik vermoed dat de emailbordjes met de Francigena-aanduidingen als souvenir meegenomen waren. Het smalle pad, minder als een meter, komt wat later uit op een bredere en fietsbare weg. Soms zijn er wat amateuristische VFaanduidingen aangebracht en dat is geruststellend. Ik neem de tijd om te picknicken op een schaduwplek aan de bosrand. Wat verder na een afdaling bij een riviertje is er een heuse recreatieplek met zwemactiviteit en mobiele eet- en ijscrème kraampjes, een verrassing. Maar ik moet verder.Weer verzeil ik op een plek waar de weg, na een bocht bij een verlaten en vervallen landgebouw, ophoudt te bestaan. Geen aanduidingen te vinden. Ik keer een stuk terug tot ik (alweer) twee ruiters opmerk, ik slaag erin ze op dit slechte terrein in te halen per fiets. En ja, de man kan mij in keurig Engels de Francigena aanwijzen. Het smalle pad gaat nog kilometers verder door het bos, moeilijk of helemaal niet te fietsen en op het eind moet er stevig geklommen worden weet hij te melden. Het pad is een uitgesleten bedding van een bergbeek en ik kan mij nauwelijks rechthouden in de geulen. In vlakkere delen staat water en het kost mij heel veel moeite om droge voeten te behouden De mooi uitgedoste ruiter komt mij langs de hoger gelegen landerijen inhalen en nog een tweede keer vertellen dat ik op de juiste route zit en mij nog aan zeer stevig klimwerk kan verwachten. Zonder zijn aanwijzingen had ik dit pad waar geen enkel merkteken te vinden was, takken moesten versleept worden vooraleer ik kon passeren en fietsen onmogelijk was, nooit durven volgen tot het einde. En dan een grotere weg, een brugje over en de voorspelde klim. Hoog op de rotsen boven mij ligt het stadje en ik sleep mijn fiets met moeite naar boven. Het zweet prikt in mijn ogen. Zo geraak ik langs de oude stadspoort binnen en op het bankje bij de fontein, in de schaduw, kan ik bekomen van de inspanningen. Eenzaam moet ik mij niet voelen want twee toeristen, zelf fietsers, komen mijn fiets bekijken en een babbeltje maken. Een oudere man kan mij direct op weg helpen voor een goed logeeradres. Een avondlijke stadswandeling in het gezellige oude centrum, waar ik de volksmuziek van de Ierse lerares op het plein kan horen, is een stemmige afsluiter van de bewogen dag.
Na het ontbijt bij het ochtendgloren vertrek ik richting Sutri. De Via Cassia richting Rome is zonder fietspad of pechstrook en er is een constante verkeersstroom van snel rijdende voertuigen. Ik neem een grote omweg en zoals altijd is dat ook weer klimmen. Het kleine pad heeft geen ander verkeer, het is goed te rijden ook al is er steenslag en moet ik opletten voor putten. Ik word beloond met een prachtige en afwisselende omgeving. Er zijn veel aanplantingen met hazelnoten, af en toe olijfgaarden en vooral veel weiden. Ik moet de Via Cassia oversteken en dan wordt de weg slechter, plots na een bocht zit voor mij op een paar meter een grote roofvogel. Ik ben goed geschrokken en hij vliegt majestueus weg. Ik steek een riviertje over (zonder brug) en nog kleiner en slechter wordt het pad, ik doe een stuk te voet tot het iets beter is. Een mooie tocht dat wel, een boer is zijn schapen aan het melken, er is weer asfalt en een golfterrein, zo kom ik terug in de bewoning. In Monterigione koop ik water, brood en hesp voor de rest van de tocht, een goede beslissing want het wordt hopeloos verkeerd rijden en enorm lange stukken zonder enige bewoning. Prachtig natuurpark, dat wel, geen wegaanduiding, een pad dat meer een uitgeslepen bed van een bergbeek is en veel en steil klimmen om in Campagnano te geraken. Gelukkig een heel goede slaapplaats en een goede maaltijd en dan is de vermoeidheid vlug weg,
Deze morgen kan een van de Duitse jongelui niet vertrekken vanwege knieproblemen, hij is ferm dèpri, zijn maat gaat alleen te voet verder. Hij zal met de trein naar Rome moeten. Vertrekken uit Viterbo langs de Porta Romana met afschrikwekkend verkeer in de vroege ochtend valt niet te vermijden. Ik moet ganse stukken te voet doen, vanwege de zeer slechte toestand van de weg, de vele hindernissen, putten, vuilcontainers, glasscherven....je houdt het niet voor mogelijk. Het wordt kilometers klimmen en een grote omweg om de Via Cassia te ontwijken. Het drukke verkeer blijft ook al rij ik door een natuurpark. Een mooie jonge vos ligt dood langs de weg. Ergens beneden ligt een meer, soms vang ik er een glimp van op, er ligt een waas van mist over het water. Ik rij tussen oude en hoge bomen, soms ook door aanplantingen van afwisselend oude en nieuwe kastanjebomen. Het klimmen blijft duren bocht na bocht, de Monte Cimini, de Monte San Vito, ik zie een bord met 850m als informatie. Ik moet mijn noodrantsoen aanspreken want 1 croissant, 'brioche' noemen ze dat hier, als ontbijt is te weinig energie. Drinken doe ik regelmatig want ondertussen is het flink warm. En na dat eindeloze klimmen een kleine afdaling naar een vergane glorie, Ronciglione, vol grote eerbiedwaardige palazzo's en een paar burchten, allemaal aangetast door de tand des tijds en het gebrek aan economische middelen. Ik stap een restaurant binnen, helemaal met de authentieke winkelinrichting uit de jaren '50 en het eten is er heerlijk. Na het eten weer de fiets op. Het is nu snikheet in de middagzon maar de kleine weg naar Sutri heeft weinig verkeer en redelijk schaduw wanneer er bomen zijn. Het is alweer een stuk natuurgebied. Onverwacht snel rij ik, alweer, door een oude stadspoort een vroeg middeleeuwse plaats binnen, ouder dan Ronciglione. Vanaf de stadsmuur bovenop de tufstenen rotsen zie ik beneden het romeinse amfitheater en de necropolis. Ik maak een wandeling langs schilderachtige straatjes, toch een beetje toerist natuurlijk. Dan vanuit Sutri naar de volgende klim 3-4km, maar het valt nogal mee. Ik krijg een kamer in het klooster van de franciscanessen in Fontevivola. De ontvangst is kordaat en efficiënt, eerst fris water, dan de kamer en laatst de administratie. Alles is kraaknet en goed verzorgd, een mooie tuin en een rustige omgeving. Om 20u krijg ik een copieus en smakelijk avondmaal, 'ik weet hoe het moet' zegt zuster overste.
31 mei 2012 Deze morgen een stevige driedubbele koffie met melk, de gastvrouw is zeer welgezind en dan samen met de twee Duitse jongens die de weg te voet doen is het een opgewekte bedoening. We krijgen een omhelzing en worden goede reis gewenst, zo gaat dat soms, dan start de nieuwe dagtocht. Het weer zit mee, het is een beetje klimmen en dalen maar allemaal haalbaar, het kan ook dat de benen goed zijn natuurlijk. Ik hou een tussenstop voor een broodje en dan begint het moeilijkste moment. Tussen het drukke verkeer laveren, eerst de vele handelskilometers en industrieterreinen en dan te voet de nauwe straatjes van de oude borgo. Dit oude gedeelte, ommuurd en met toegangspoorten waar amper een auto doorheen kan heeft flink steile stukken. Om mijn logeeradres te bereiken is het alweer zo'n ongelooflijke klim, echt sleuren om de fiets tot boven te krijgen. Zeer basic onderkomen, het is een bed in een slaapzaal met 8. Een verdieping lager zijn twee toiletten en twee stortbaden, netjes wel maar nogal primitief ineen getimmerd. Er komt nog een Spaans echtpaar , een andere Italiaanse fietser en de twee Duitse jongelingen arriveren ook. Een wandeling door het stadje loont echt de moeite, er is een zeer groot intact gebleven middeleeuws kwartier met huizen waar beneden winkeltjes werden uitgebaat en men boven woonde en bereikbaar was langs een buitentrap. Allemaal in natuursteen en met vele pleintjes, kromme straatjes en trappen, ik ben verbluft.
29 mei Het is de eerste 9 km klimmen, zwoegend en zwetend en achter de eerste bocht staat Edwin voor een fotomoment. Ik kan desondanks de inspanningen en soms het klimmen te voet toch van de omgeving genieten. Ik passeer weer oude dorpen, burchten en gelukkig ook een bar of restaurant voor een verfrissing. De diversiteit van de planten, kruiden en bloemen is groot en de kwetterende zwaluwen zijn alom. In Radicofani zie ik keramiekwerk uit het atelier van Andrea di Robbia, iedere plaats weer wat apart. Naar Aquapendente veel afdalen en natuurlijk om binnen te geraken een laatste klimmetje. Vanaf nu zie ik regelmatig voetgangers op de Via Francigena. Ik vind een erg 'basic' onderkomen, maar het centrum voor de pellegrini is nog meer 'basic', daar zitten 2 Canadezen en een 10tal Fransen. Een voordeel van de albergho in de oude borgo is de koelte achter de dikke muren en er is bovendien een goed restaurant.
30 mei Een klein ontbijt en na een babbeltje met een der Fransen op weg naar San Lorenzo Nuevo: Bij een broodje op het dorpsplein een babbel met een 6-tal Australiërs, eentje spreekt zowaar Nederlands. Ze zwaaien de lof over Thomas De Gendt (winnaar zwaarste Giro berg etappe) en ik moet mijn mening geven over coureurs en favorieten voor de Tour de France. Na dit intermezzo gaat het fietsen verder langs het meer van Bolsena. Wegwijzers over de VF zijn hier volstrekt onbetrouwbaar, ze wijzen alle kanten uit. Enkele keren rij ik tot bij het meer, een keer bij Bolsena zelf, en door een indrukwekkende dreef met eeuwenoude platanen kom ik bij het strand en de jachthaven. Het strand valt tegen, overal stukjes afval en plastiekfragmentjes tussen de kiezels. Na de picknick in de warmte weer klimmen richting Montefiascone, onverwacht kom ik bij een met vlaggen versierde plek als welkom voor de pelgrims. Een vriendelijke ontvangst maar het is verder klimmem richting van het stadje. Het kost enige moeite maar uiteindelijk vind ik ook , later dan gewoonlijk, een goede slaapplaats. Alles erop en eraan en een vriendelijke dame die mij een paar verse flessen water bezorgd en een stevige koffie.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Tags:Radicofani, Andrea di Robbia, Bolsena, Montefiascone, Via Francigena
25-05-2012
Toerisme op de Via Francigena
22 mei Er zijn mooie steden en sommige zoals Pavia zijn ook buitengewoon levendig. Het is een universiteitsstad en vol jonge mensen, zonovergoten vandaag en met heel veel mooie hoekjes. Er vallen weer nieuwe dingen te ontdekken zeker qua architectuur. We krijgen af en toe wat extra zoals vandaag "de Capilla Flamenca" die hier een repetitie houdt in het kader van een optreden ter herdenking van de slag van de Lepanto. Vanwege de getoonde belangstelling gaan de tapijten weg en krijgen we romeinse mozaïeken te zien en het labyrint. Sorry, het is moeilijk werken op het Italiaanse afwijkende klavier, zelfs de letters zijn grotendeels weggesleten. Ook een privé bezoek aan de balzaal van een voormalig palazzo valt ons te beurt, Edwin moet zijn mening over de italianen dringend herzien, alhoewel niet over hun verkeersgedrag. 23 mei Even buiten Pavia gelogeerd in een van de oude dorpen die haast zonder uitzondering versterkingsmuren, oude poorten, burchten of antieke palazzo's hebben. In deze streek vooral baksteen en Lombardische stijl en in de vlakte tussen de velden grote boerderijcomplexen soms helaas jammerlijk vervallen. Vandaag bezoek aan de Certosa van Pavia, een Kartuizerklooster met kerk op een omvangrijk ommuurd terrein. De eerste aanblik van de met beeldhouwwerk overladen gevel en de omringende gebouwen slaat mij met verstomming. Beschrijving van het marmeren(Carrara, wit)gebouw en de vele fresco's, beeldhouwwerk, enz...is onmogelijk. De cellen van de monniken zijn sober maar toch beschikten ze elk over 2 kamers, een privé waterput, een tuintje en een gezamenlijke open binnenplaats, dit moet in de jaren 1400 een luxe zijn geweest. Op naar de volgende pleisterplaats Bobbio, mooie wijngaarden op de hellingen en landschappen als postkaartafbeeldingen krijgen we onderweg te zien. Bobbio is een echte 'touristtrap', Hemingway noemde het de mooiste vallei ter wereld maar ondertussen heerst hier de commercie.
24 mei Een bezoek aan de beroemde carrières van Carrara. Onder de snikhete zon een wandeling naar boven langs een steile, nauwe en stoffige weg. Af en toe komen met donderend geluid stenen naar beneden. Er zijn de aangevreten hellingen en we zien de schuine lagen goed liggen evenals de vele afvalbergen. Boven een chaotisch museum met oude werktuigen en uitleg over de werkmethodes. Natuurlijk ook de winkeltjes en beeldhouwers met vooral pure rommel en kitsch. We kiezen een hotelletje in Pietrasanta aan de zee, helemaal murw door de warmte, het ongelooflijk drukke verkeer en de Italiaanse chauffeurskunsten. Er is een mooi en proper zandstrand. 25 mei
Pisa mag niet ontbreken en opnieuw een verrassing bij de aanblik van het grasveld en de diverse elegante, verfijnde marmeren gebouwen. Ik kan in herhaling vervallen maar ik begrijp nu waarom zovele kunstenaars Italië wilden bezoeken. De bronzen deuren vol taferelen, het marmeren inlegwerk, het houten inlegwerk, allerhande beeldhouwwerk.....zoveel proeven van superieure kunst- en ambachts-uitvoeringen. De oude stad zelf heeft allerhande pleintjes, marktjes en volkse buurten, helaas ook veel verval en soms echte vernieling van oude gebouwen. Keith Haring beschilderde hier een gevel, het moeten niet altijd oude fresco's zijn.
26 mei Een uitstap naar het volkse Lucca. Imposante oude ommuring en een middeleeuwse binnenstad met nauwe straatjes zonder autoverkeer laten een ontspannen wandeling toe. Elke stad heeft weer iets anders, deze keer zijn er winkels met mooi artisanaal werk en veel stalletjes met fruit en honing. Honing is onze favoriet dus kopen we een aantal potten , accacia, kastanje en millefiori. Op onze laatste dag in Pietrasante nog een bezoek aan het beeld van Botero, 'De Krijger' op het gelijknamige plein, modern en de moeite waard.
27 mei Het einde van Edwin's bezoek nadert en dan ga ik weer alleen verder met de fiets. Maar 't is nog even uitstellen want de steden Volterra en Siena staan met stip in de gids. Uiteindelijk komt het afscheid dan toch en op de ochtend van 29 mei sta ik klaar om opnieuw alleen door te gaan. Het valt mij eventjes zwaar.
maandag 21 mei Met slechts èèn enkele tas bagage vertrek ik richting Vercelli, de andere tassen liggen in de auto van Edwin. Wel heb ik een regenbroek en regenvest aan, het regent onafgebroken sedert gisteren en het stopte niet de voorbije nacht.Ik fiets zo snel ik kan, jammer want Vercelli oogt kleurig en groots en ik ga het niet bezoeken. Ik voel hoe de regen doorheen alles dringt, er staat water op de weg, de voorbijrijdende voertuigen sproeien mij nat, ik kan niet stoppen anders krijg ik kou. Overal water zover ik kan zien, op eilandjes Piëmontese boerderijen in rode baksteen. Met hun kapel en langgerekte gebouwen zien ze eruit als piepkleine compacte dorpskernen. Ik passeer Palestra en Robbio en haast mij naar Mortara. Het eerste stadje dat er troosteloos en grauw uit ziet, het is niet omdat het regent, het heeft geen ziel meer. Ik fiets nog een paar kilometer verder doch het hotel is dicht en samen met Edwin ga ik op zoek naar een onderkomen in het volgend stadje Vigevano waar het uiteindelijk lukt om droge kleding aan te trekken.
20 mei Plots staat Edwin er, vroeger dan verwacht en dat is heerlijk. Samen de namiddag en de avond doorbrengen op een mooie rustige plek in een hotel uit de jaren dertig van vorige eeuw, het lijkt uit een Amerikaanse film te komen. We maken, in de gietende regen, een lange kustwandeling....
De hele dag nieuwsberichten over de aardbeving in de omgeving van Emilia Romagna en de aanslag bij een schoolpoort in het zuiden van Italië.
19 mei Na het stortbad en een stevig ontbijt start de nieuwe rit. De besneeuwde bergtoppen die gisteren in de mist zaten zijn vandaag zichtbaar. Toch is er weer regen, eerst zacht en dan een stevige bui. De borgo's die ik passeer zijn altijd oud, nauwe straten, dreigende burchten op de rotsen, zeer veel groen en bloemen. Tegen de middag is de zon van de partij, veel politie, civiele bescherming, carabinieri....geen auto's meer, heerlijk fietsen. De straten langs weerszijden vol supporters in rooskleurige truitjes, schoenen, linten, ballonnen...De Giro d'Italia moet in sfeer niet onderdoen voor de Tour de France Op de duur moet ik veiligheidshalve de weg verlaten en een plaatsje op een terras zoeken, de ambiance is uitzinnig. Zelfs de politie doet mee aan de kermis door zwaaiend de supporters nog op te jutten. Na de passage rij ik verder naar Ivrea en Viverone. Dikke regendruppels vallen wanneer ik dit stadje aan een meer gelegen bereik, het goede is de keuze aan hotels. Ik kies het Lido en krijg een kamer met balkon en zicht op het meer. Een heerlijke maaltijd 's avonds en ik SMS Edwin in Frankrijk dat ik op een goed adres zit. Hij komt mij morgen bezoeken en van verse kleren voorzien.
Donderdag 17 mei In de avondlijke, weeral koude, wind sta ik in de eerste Italiaanse pleisterplaats waar ik een hotelletje vind bij de oudste romeinse brug, dichtbij de poort van Augustus. Aan de ijscrème kan ik niet weerstaan en na het avondeten trakteer ik mijzelf.
Vrijdag 18 mei Het regent zachtjes en ik vertrek voor de rit naar Chatillon, zo noemt deze Italiaanse stad echt. De hoteleigenaar zet me op de goede weg maar toch moet ik even later beroep doen op nieuwe hulp. Een boer die mij een prachtige stal koeien toont. Allemaal gewassen en gekamd, 15 stuks, goed gevleesde nogal compacte melkkoeien met robuuste koppen en grote hoorns. Voorlopig staan ze hier, straks gaan ze voor maanden naar de weiden buiten. Het verkeer hier houdt geen rekening met fietsers, ik gebruik kleinere wegen en dat is veel klimmen en kilometers omwegen langs mooie dorpen. Ik krijg een kamer in de refuge van de Kapucijnen en ga vroeg slapen, doodop.
Donderdag 17 mei Na de regen en hagelstenen die mij op de weg naar Montreux te beurt vielen dan toch beter weer, enkel wat koude wind om te vertrekken na het stevig ontbijt. Het is hier de wereld van de rich and famous en eventjes hoor ik erbij. Iedereen zegt beminnelijk goede dag op deze ochtend, er wordt sportief gejogd langs de mooie promenade die Rivièra genoemd wordt. Er staat een bronzen beeld van Freddy Mercury, net als vele andere, altemets kitcherige, kunstwerken. Mijn Zwitserse vriendin heeft van alles opgezocht i.v.m. het weer en de sneeuw op de St. Bernardpas, alles is dicht ook de Gothardo, het blijft vriezen de komende dagen, ik moet een oplossing vinden om tot Aosta te geraken. Twee jonge Koreaanse meisjes hebben geweldig gelachen toen ze mijn GSM zagen "out of the stone age", overigens bijzonder vriendelijke en beleefde kinderen en uitgerust met de meest recente elektronica. De weg vragen ter hoogte van de jachthaven is een plezier, nooit sloofden de rijken der aarde zich voor mij uit, nu doen ze het met de glimlach en zonder verbazing, excentriek bestaat hier niet. Ik kan niemand herkennen, daarvoor kijk ik te weinig televisie. De besneeuwde bergen zijn in nevels gehuld en zwanen glijden langzaam verder over het Leman-meer. Ik laat de beau-monde achter mij en kom in de vallei, het fietsen gaat prima en de temperatuur stijgt. In Saint-Maurice, een stadje in de welvarende vallei stop ik even voor een bezoekje aan de abdij, rust en schoonheid, het lijkt wel een museum. Lange zwarte rokken en witte biezen als afboording, de kleding van de paters is niet doordeweeks. De Zwitserse raad indachtig doe ik de bevoorrading, water, belegde broodjes en een paar croissants voor onderweg. Het weer is erg goed, op de wind na, ik ben vroeg in Martigny en kan nog een verkenning doen langs de vele romeinse resten en middeleeuwse gebouwen. Dan is het wachten op de bus die door de tunnel rijdt en mij naar de andere kant in Italië brengt. Rond het station opvallende Afrikaanse jonge vrouwen met weelderige vormen in spannende jeansbroek en op hoge punt hakken, ze worden af- en aangevoerd in gepimpte BMW's..... De hele dag vielen er Maserati's, Morgan's, Lexus, Bentley en aanverwanten te spotten. Eventjes zonder heimwee aan Knokke gedacht.
Over Sainte Croix in een hagelbui naar Zwitserland
Ijzige wind deze ochtend Vanaf het Chateau de Joux wordt het gestaag klimmen met koude en hagel op de Sainte-Croix pas. Na een spectaculaire steile afdaling aan de Zwitserse zijde kom ik in zacht en zonnig weer langs sprookjesachtige dorpen in een riviervallei. De bordjes sturen mij langs een toeristisch circuit en niet in de richting van de stad Orbe, mijn volgende halte. Ook Zwitserland kent zijn wrijvingen tussen diverse culturen en taalgemeenschappen, daar wordt ik over aangesproken in deze landelijke omgeving. Na een rondje sightseeing, vele extra kilometer die de benen moe maken, beland ik net voor de regen in het hotel, pal in het centrum van Orbe.
Van Orbe tot Montreux De ochtend is miezerig en koud wanneer ik vertrekkensklaar sta. Hoogspanningsmasten, betonnen bruggen en goed uitgeruste en perfect onderhouden autoweg verbindingen tonen een welvarend Zwitserland. Langzamerhand breekt de zon door. Af en toe kost het moeite om een verkeersluwe fietsroute te vinden. Alle wegen leiden door Lausanne, geen sinecure. Vandaar langs de oevers van het Lac Léman doorheen de oude vissersdorpjes tot Montreux geraakt. De koude straalt af van het meer dat gevoed wordt met smeltwater uit de omliggende bergen. Onderweg nog een paar keer gaan schuilen voor de hagelstenen. Bij de bronzen Freddy Mercury wordt ik opgepikt door een jonge sportivo.
Maandag 14/05 Het schrijven is moeilijk ondermeer vanwege een afwijkend Zwitsers klavier. Ik heb de mooie stad Ornans verlaten èn dit met goede tips van de hotel eigenares i.v.m. de route. Het klimmen gaat gestaag maar is haalbaar op de weg naar Chantrans, wel met een koude wind opzij of pal tegen. Daarna naar Sombacour, helemaal zoals mij was gezegd, schaduwrijke stukken, erg afwisselend, bos, kleine akkertjes, bloemrijke weiden en koeien met bellen onder grote eiken. In Sombacour zowaar een restaurant, ik heb mijn eetstop daar niet beklaagd. Het fietsen ging daarna wel wat langzamer. Het landschap wordt weer anders, grijze geërodeerde rotsformaties waar ik boucle na boucle over moet en plots onverwacht bijna, ben ik in Pontarlier in de aangename namiddagzon. Tijd voor een stadsverkenning en een bezoek aan het plaatselijke museum, er loopt een bijzondere tentoonstelling met tijdsgenoten van Courbet die hier in de streek schilderden of er een band mee hadden. Enkele opnames van een plaatselijke fotograaf trekken mijn aandacht, echte pareltjes. In de jeugdherberg een goed bed in een nette kamer gevonden, de fiets kan op de binnenplaats maar ik heb hem langs de nachtingang binnen in de hal gebracht.
Een harde kennismaking met het reliëf, ineens 250 meter hoger, gelukkig kreeg ik hulp om mijn fiets omhoog te duwen. Hilarisch was het wel, ik zat op een parcours van een wedstrijd en ik was als eerste boven. De eerste Italiaan op mijn reis heeft mij een heerlijke koffie aangeboden, ik ben hem heel dankbaar voor deze grote morele steun. Van Montfaucon naar Hôpital du Grosbois een heel lastig en eenzaam stuk door de bossen. Een keer terug moeten keren vanwege de weg kwijt en dan een tweede kilometerslange bosweg naar Ornans. Ornans is een schilderachtig plaatsje, er is een museum gewijd aan Courbet, ik was nog op tijd voor een rondleiding. Het werk ' L'origine du monde' wordt niet vernoemd.
12 mei Besançon Vannacht een hevig onweer en deze voormiddag lichte regen maar nadien is het winderig en zonnig. De kleding kan in de was- en droogmachine, praktisch is het centrum hier. Een oude computer en ik kan op het internet ondertussen. De namiddag is voor een bezoek aan de vele bezienswaardigheden. Een verrassing was het uitzonderlijke beeldhouwwerk van Conrad Meyt in de kathedraal. De talloze paleizen en herenhuizen zijn in zachte pasteltinten van geel en grijs, een plaatselijke kalksteensoort. Victor Hugo is hier geboren aan hetzelfde plein als de gebroeders Lumière. Er zijn de resten van een romeins theater en een imposante romeinse triomfboog. Elke hoek, elke binnenplaats, de versterkingen uit verschillende eeuwen, de namiddag is te kort..... Er zijn heerlijk ouderwetse koffie- en theesalons. Een grote stad met vele mooie winkels, nergens een Blokker, Hema of Zeeman gezien, wel Aldi en Lidl in de buitenwijken.
11 mei Mijn linkerduim is lam van het schakelwerk. Het blijft direct weer schakelen en versnellingen aanpassen om de hellingen op te geraken. De météo voorspelde een warme zonnige dag. Voorbij Autey en Mercey-sur-Saône stoot ik op een kilometerslang fietspad langs het water, tot Beaujeu. Statige zwanen, reigers en enkele eenden op het water, geen enkele fietser, wel passeren er twee kleine jachten. Soms hoor ik het klepperen van ooievaars, nooit krijg ik ze te zien. Ik neem de richting St. Broingt, St.Loup met als verrassing een intrigerend kasteel en bijhorend neerhof, een gedeelte van het gebouwencomplex ziet er middeleeuws uit. Ook waar de weg Velloreille-Villefranca de D474 kruist zie ik een imponerend kasteel, omvangrijker dan de landhuizen die sommige dorpen hebben. De koeien, een plaatselijk ras dragen hier bellen om de nek. Ik moet regelmatig mijn kaart raadplegen om de goede richting te vinden en het water is al flink geslonken. Vanaf Choye, Courcuire, Beaumotte eisen de warmte en de steile hellingen hun tol. De benen raken vermoeid. In Pin, het eerste plaatsje met voorzieningen koop ik een paar croissants die ik direct binnen speel. Gelukkig maar want het laatste deel van het traject naar Besançon is onnoemelijk zwaar, niet in het minst door het steeds drukkere verkeer en het totaal ontbreken van enige ruimte voor fietsers. Ik doe kilometers te voet onder een drukkende hitte, in de schaduw meer dan 30° kan ik lezen, en dit langs een vervelende weg doorheen de buitenwijken. Ik kan alleen tegen mezelf zagen.... Gelukkig nemen twee jonge sportievelingen mij op sleeptouw,ze loodsen mij doorheen de stad tot aan mijn logeeradres. De ontvangst is super, bezorgd en hartelijk, ik ben wel aan het einde van mijn latijn. Een stortbad en verse kleren doen wonderen. Vanuit mijn raam heb ik zicht op de afschrikwekkende bergen waar ik binnenkort over moet.
10 mei In het Design Inn Hotel een overdadig ontbijt, ik moffel nog wat dingen in mijn handtas voor de picknick onderweg, fruit en yoghurt als versnapering. Langs Noidant-Chatenoy duik ik weer de bossen in, geen regen deze morgen, wel alle geluiden van de natuur inclusief ruisende boomkruinen in de wind want die is er ook vandaag. Ik doe wat op de hellingen heerlijk is, mij lanceren aan een goede snelheid naar beneden om dan de volgende helling met minder kracht tot halfweg op te geraken. Dit soort reliëf zou een speeltuin zijn voor mijn zus Greet die kan klimmen als een gems. Ik kom af en toe een dorpje tegen, Heuilley Cotton, Heuilley-le-Grand, Rivières-les-Bois,Grandchamps, Maatz, Coublanc....Tussendoor een oude graansilo en een melkerij in verval, jammer. Onderweg geen café's, restaurants noch winkels, gelukkig ben ik goed voorzien van eten en drinken. Bovenaan op een van de hoge hellingen hou ik een kleine picknick. Een mooi zicht heb ik er op het lappendeken van velden met beneden de meanderende riviertjes en op de omliggende heuvels bossen. De grond is arm en de weiden staan boordevol veldbloemen. Champlitte onder een loden zon, de info-tourisme is blij met klandizie en hun tips zijn waardevol. Het restaurant 'Le Donjon' kan ik aanbevelen. Van voorgerecht tot dessert is hun plat du jour vers en lekker. Het restaurant in de gewelfde oude kelder is aangenaam fris. Ondertussen heb ik weer een liter water binnen, noodzakelijk bij dit warme weer. Een behulpzame jonge vrouw zet mij op de goede weg voor Dampierre, de kleine weggetjes dragen zelden een aanduiding. De eerste hellingen zijn zo steil, ik moet van de fiets. Bij een van de dorpjes blijk ik zowaar op een fietsroute te zitten, en de bordjes verschijnen regelmatig langs de weg. Neuvelle-les-Champlitte, Framont, Achey, Delain, Denèvre heten de dorpen en er zijn opvallend veel gerestaureerde huizen, vakantieverblijven langs de rivier. De kerken hebben hier dikwijls daken en/of torens in gekleurde keramiekpannen al of niet in een patroon gerangschikt. Mijn logeeradres 'La Tour des Moines' is zo'n oude natuurstenen woning, de muren van bijna een meter dik houden alles aangenaam koel. De balken zijn dik en de houten vloeren kraken. Ik krijg als welkom een karaf fris sinaasappelsap van de twee bejaarde eigenaars. Kamer en aansluitende badkamer zijn ruim, kraaknet en goed uitgerust. Er is een grote keuken waar ik een avondmaal kan klaarmaken, de boodschappen doe ik in de plaatselijke Colruyt(echt waar) waar de onvriendelijke kassierster alle klanten afsnauwt. Ik vind zelfs nog de tijd om wat kleding uit te wassen en in de zon te hangen.