Stageverslag van Lee Ingelbrecht en Joris Naeyaert
01-06-2008
ons uitstapje naar kagando
Hallo,
Lang geleden
dat ik nog eens een bericht getypt heb maar ik was ook telkens bezig met het
tekenen van de hoogtekaart. Ik heb nu even de tijd terwijl lee fotos op tinternet
aan het plaatsen is dus profiteer ik ervan om ook eens een verslagje te
schrijven.
Eerst en
vooral hebben we een bezoek gebracht aan de meisjes in Kagando hospital van
dinsdag tot donderdag. Daar hebben we een leuke tijd gehad en tevens ook een
bergwandeling gemaakt in de voetheuvels van de Rwenzori. Daarvoor moesten we
voor dag en dauw vertrekken maar we en dan ook een zeer mooie zonsopgang
gezien.
Na een
flinke wandeling zijn we dan via een of ander schooltje op een top gekomen. Daar
aangekomen waren we lijk nog niet moe genoeg en besloten we om nog een
heuveltje te beklimmen zodat we uiteindelijk in de wolken terecht gekomen zijn.
Het uitzicht vanuit de bergen over het omliggende landschap is adembenemend en
bijna niet op foto vast te leggen maar we en het toch geprobeerd.
Na een
leuke wandeling zijn we dan via een bananenplantage waar ook vanille groeide op
een marktplaatsje terecht gekomen. Daar aangekomen dacht lee dat er eventueel
iemand zou zijn die vanille verkocht. Hij is het gaan vragen en na veel
onderhandelen is hij dan samen met de eigenaar van een plantage vanille gaan
plukken boven in de bergen terwijl de rest in het dorp wachtte. Hij had
overeengekomen om 2.5 kg
te kopen maar wanneer ze na het plukken terug in het dorp kwamen om de vangst
te wegen bleek het een 6.5 kg
te zijn wat natuurlijk veel te veel was. Na een beetje onderhandelen is er dan
overeen gekomen om 3 kg
vanille te kopen voor 15000 shilling wat overeen komt met een 6 euro. Als je
dan weet dat in belgie 1 stokje bijna 4 euro kost weet je ook dat dit een
koopje was.
De volgende
dag zijn we dan naar de mis geweest samen met de verpleegsters en hebben daar
moeten dansen en zingen (wat niet zo goed ging natuurlijk voor mij). Op dat
moment hebben de meisjes dan ook afscheid genomen omdat het hun laatste dag was
in kagando
Na de mis
zijn we dan op bezoek geweest in een of ander schooltje waar Ann-sofie de
directeur kende van tijdens de badminton (ze speelden daar ook badminton). Het was
een gezellig lager schooltje met rond de 600 leerlingen die allemaal graag op
de foto wilden staan.
Na ons
bezoek aan het schooltje zijn lee en ik via een taxi terug naar Fort Portal
gereden en hebben de meisjes verder afscheid genomen van iedereen in het
hospitaal. De taxirit naar kasese was met een publieke taxi (een gewone auto)
waar we met 5 vanachter zaten en 3 vooraan en de chauffeur moest dan in rare
hoeken liggen om te kunnen schakelen. Maar blijkbaar zijn ze dat hier gewoon
want Nele vertelde een verhaal dat ze met 4 vooraan zaten in een gewone auto
maar dan ook maar met 4 vanachter. Het tweede stuk van Kasese naar Fort Portal
zaten we in een matatu (soort van minibusje waar ze soms ook met 30 man in
zitten). Meestal stopt deze overal maar aangezien iedereen in het taxipark
ingestapt was met als bestemming Fort Portal heeft hij nergens gestopt of het
was omdat iemand dringend moest de bosjes opzoeken.
Eenmaal terug
thuisgekomen werden we dan opgebeld door de district officer voor ons visum te
verlengen. Dus zijn we dan maar naar hem toe gegaan. Daar aangekomen werden we
vriendelijk ontvangen en na enkele verhalen over de omgeving uit te wisselen
kregen we een stempel in ons pasport met een verlenging bijgeschreven. We wisten
niet dat het zo makkelijk zou gaan maar het was echt een vriendelijke meneer.
Verder hebben
we ook nog gewerkt natuurlijk maar dat is zo normaal dat we het meestal
vergeten te vertellen maar wanneer we niet op uitstap zijn hebben me massaal
veel werk in de tuin met opmeten en gras kappen zodat we kunnen opmeten. Het gras
wordt namelijk bijna 4 m
hoog en is soms heel taai maar met een scherpe panga raak je er altijd wel
door. Soms zo goed dat je in je eigen vingers snijdt maar dat is niet zo
belangrijk. (ik heb er nog 9 andere over) J
Het meten
vlot redelijk en we zijn bijna aan de kruidentuintjes waar er geen lang gras
meer groeit en we hopen dan ook dat het dan wat vlotter gaat gaan. Het meten
met John en Jonathan gaat ook al veel beter zodat we volgende week kunnen
beginnen met het leren van de berekeningen (wat waarschijnlijk veel langer gaat
duren dan het leren meten).
Als je meer
fotos wil bekijken staan er een hele hoop op Picasa sinds dit weekend
Je kan deze
site bereiken via de link in de linker kolom van onze blog.
Weer een
berichtje op de blog. We zijn bijna over de helft van onze termijn hier, en we
vallen nog steeds achterover van wat er hier soms gebeurt.
De voorbije dagen
verliepen goed; we hebben gemeten, bomen gaan determineren in Kibale Forest en
Mr. Monbaliu en Mr van Boxtael zijn hier gepasseerd. Dat was absoluut niets
vergeleken met wat we dinsdag te zien kregen.
Eerst wat uitleg,
anders versta je het niet. Het is zo dat de TBG het behoud en de bescherming
pleit voor een site gelegen rond de Mpanga Falls, zuidwaarts naast Lake
George. Deze waterval, gevormd door de rivier Mpanga die hier in Fort Portal
stroomt, duikelt daar over een richel 50 meter naar beneden en creëert er een
uniek ecosysteem. Deze plaats is zo belangrijk omdat daar de cicade
Encephalartos whitelockii voorkomt die er endemisch is. Een cicade is een
palmvaren; de huidige soorten in de wereld zijn restanten van de vele soorten cicaden
die 100-en miljoenen jaren geleden onze aarde bedekten. Endemisch wil zeggen
dat een plant slechts op een locale, meestal geïsoleerde plaats voorkomt. Met
andere woorden, Encephalartos whitelockii is een plantensoort die enkel en
alleen op de site rond de waterval voorkomt in de hele wereld (de plant is een
Rode Lijst soort). Er zijn op die plaats (de grootte van een klein Vlaams dorp)
ongeveer zon 10000 planten aanwezig, de grootste populatie cicaden in Afrika
die miljoenen jaren geleden afgezonderd werd van de rest van de wereld. Dit is
het enige cicadenbos in de hele wereld van zulke omvang. Verder bevinden er zich op de site ook nog
uiterst zeldzame inheemse Sanseverias. Nu zou je denken dat deze planten, die
gemakkelijk onder werelderfgoed zouden kunnen vallen, degelijk beschermd worden.
Maar niets is minderwaar.
Een
mannelijke Encephalartos withelockii in bloei.
We hadden een
dikke week geleden al geruchten gehoord over werken en de bouw van een stuwdam
in de buurt van de waterval. Daarom besloten we om dinsdag 20 mei samen met
professor Rugumyo naar de site te rijden. Wat we daar te zien kregen tartte
alle verbeelding.
Eerst reden we
langs de noordelijke kant van de site, eigenlijk al vreemd want er waren nog
nooit wegen geweest in het gebied. Aan deze kant waren overal wegen gegraven
met bulldozers, we schatten in totaal zon 5 km. Het vreemdste was dat deze
wegen niet echt een nut hadden, ze liepen meestal dood of kwamen weer op
eenzelfde punt uit (we denken dat ze zochten naar mineralen; dom want er zit
amper iets van omvang in de grond). Wat je echter naast de weg zag was
verschrikkelijk. Tientallen cicaden waren uitgerukt, in stukken gereten of
gewoon bedolven onder het zand zoals te zien op de fotos. Dit ging eindeloos
door alsof ze gewoon zonder te denken er een weg hadden getrokken. Van de wilde
Sanseverias was er amper nog een spoor te vinden.
Rudy
die bij de overschotten van enkele cicaden staat (de bollen op de grond waren
wortels).
Zicht
op een overgebleven stuk cicaden bos, met in de voorgrond een van de wegen.
Hierna besloten
we naar de noordelijke kant van de werf te gaan. Langs de weg zagen we
schrijnende taferelen van kapot gereten cicaden die waarschijnlijk 1000 jaar
nodig hebben gehad om hun omvang te bereiken.
Oorspronkelijk
stonden hier cicaden van zon 1000 jaar oud.
Zicht
op de vallei met de nutteloze wegen.
Eerst bezochten
we dan een soort van centraal verdeelcentrum waar alle materiaal en dergelijke
wordt gestockeerd. Na een gesprek met de werfleiders, blijkbaar wordt de boel
gerund door Sri-Lankanen, werd eigenlijk duidelijk dat ze zelf niet goed wisten
wat ze deden. Hoeveel kilowatt het boeltje zou opbrengen wisten ze al helemaal
niet, en van de eigenlijke opdrachtgever is niet veel geweten.
Een
stuk cicaden bos boven een afgegraven stuk helling.
Eens aan de bouw
van de dam gekomen werd duidelijk hoe de boel zou worden gebouwd. Men was er
bezig met de bouw van de funderingen op een nauwe plaats tussen de rotsen. Het
water zal worden afgeleid via een kanaal en buizen door de vallei (barstens vol
van de cicaden) waar uiteindelijk voorbij de waterval turbines zouden worden
gebouwd. Dit heeft tot gevolg dat een zone met cicaden achter de dam onder
water zal verdwijnen en dat de rivier volledig wordt afgetapt waardoor de
waterval droogvalt en de vallei dus gewoon uitdroogt. Het (wereld)unieke
ecosysteem in deze vallei zal dus gewoon verdwijnen, enkel om enkele rijken nog
meer geld te laten verdienen op de kap van de Oegandezen.
We konden dus
nauwelijks geloven dat dit in de 21e eeuw nog mogelijk was, waar er
op wereldschaal wordt gepleit voor het behoud van bedreigde soorten. Professor
Rugumyo heeft dit weekend een meeting in Kampala met vertegenwoordigers van UWA
(Uganda Wildlife Authority) en andere betrokken partijen, inclusief wetenschappers.
We gaan proberen om de New Vision (Oegandese krant) en enkele lokale kranten te
bereiken zodat er van alle kanten druk kan worden gezet op het project. Als we
niet snel ingrijpen kan er snel een uiterst belangrijk ecosysteem verdwijnen,
of nog erger een plantensoort. We vermoeden dat ongeveer 10% van de populatie
(op wereldschaal dus) al uitgeroeid is.
Enkele
sfeerbeelden
We willen dan ook vragen dat iedereen die dit leest
en connecties heeft met journalisten of met iets wat opvalt dit nieuws
verspreidt. Hoe meer er van deze praktijken openbaar wordt gemaakt en hoe meer
druk er van alle kanten komt, des te beter. Instanties voor natuurbehoud en
internationaal overkoepelende organisaties (zoals IUCN en CITES) zouden ook op
de hoogte moeten worden gebracht, aangezien deze plant een rode lijst soort is
(op het verhandelen, beschadigen of afdoden van rode lijst soorten staan
internationaal zware straffen, normaal 5 jaar effectieve celstraf voor
verhandelen van zaden alleen al).
als je denkt dat het internet hier net zo
is als in Belgiê ben je er ver naast hoor. alles moet hier via een
inbellijn gaan en de Uploadsnelheid bedraagd maximaal 10 kb/s dus het
gaat zeer traag. En dat is dan enkel als er al internet is.
Meestal zitten we zonder want er is enkel internet wanneer Rudy thuis
is en op het internet aan het surfen is. Ook wanneer er geen stroom is
verdwijnt het internet want hier gebeurt het nogal eens dat er enkele
dagen geen stroom is (waarschijnlijk moeilijk begrijpbaar in België
waar er altijd electriek uit de muur komt) en dan moet je wachten tot
de stroomtoevoer terug openzetten.
hopelijk begrijp je nu dat
we niet elke dag op het internet kunnen om verhaaltjes rond te zenden
maar zijn we genoodzaakt om onze verslagen vooraf te typen en dan
wanneer er eindelijk internet is ze er vlug op te zetten. daarbij komt
ook nog eens de moeilijkheid dat het lang duurt voor alles toegevoegd
is en kan het dus gebeuren dat we enkele dagen nodig hebben om 1
artikel te verzenden.
zo zijn we vandaag (12/05/2008) in een primitief internetcafe terecht gekomen met oude computers die allemaal QWERTY klavieren hebben en je moet daar eens vlot op proberen typen (grmbl zoals lee zegt) maar we kunnen niet klagen want het duurt maar 10 minuten om 2 foto's op picasaweb te plaatsen dus ge moet ons niet schieten dat er weinig nieuws is he
groeten uit het verre Uganda tijdens een internet moment Joris en Lee
Eindelijk nog een
berichtje op onze blog. We konden een hele tijd niet op internet doordat Rudy
verhuisd is, en daardoor zetten we dit op de blog via het super-de-luxe
internetcafé in de stad.
Rudy is dus
verhuisd de donderdag en vrijdag (week van 28 april) naar een huis (foto) in
een zijstraat van Kampala Road. Aan het begin van die straat is er aan
weerszijden een smart butchery. Dat wil je echt niet zien, en daardoor ook
geen fotos van die winkel.
Het meten gaat
gewoon door. Beetje bij beetje begint ons werk wat vorm te krijgen. Joris
tekent lustig door, en ik typ als gek. Maar het moet ook niet altijd werken
zijn, en daarom hebben we vorig weekend (dat van de 3e mei) eens
Lotte en Emmily in Kampala bezocht.
Om daar te geraken
hebben we de fantastische Postbus genomen die om 6 uur in de ochtend hier in
Fort Portal vertrekt. Hij doet er 6 uur over om in Kampala aan te komen en
onderweg kom je werkelijk vanalles tegen. Zo heeft Joris een uurtje naast
(kapotte) vrachtwagenbanden doorgebracht, waren de laatste passagiers kiekens
en moet je regelmatig het raampje opendoen omdat er rond je enkele onaangename
geurtjes hingen (of juist dichtdoen omdat ze buiten een soort vlees op stokken
aan je proberen te verkopen). Maar de weg naar Kampala is een leuke weg die
toch voor zon 80% relatief putvrij is. Eenmaal in het postkantoor van Kampala
aangekomen gingen we dan te voet naar het Garden City shoppingcenter. We hadden
afgesproken om Lotte te bellen wanneer we daar waren, maar dat was makkelijker
gezegd dan gedaan. Joris was thuis (in Fort Portal) zijn GSM vergeten, en de
mijne was plat. Ik had dan wel het nummer opgeschreven in mijn agenda maar
blijkbaar had ik enkele nummers verwisseld dus dat ging ook niet. Uiteindelijk
heb ik dan van miserie in een center voor internationale telefoongesprekken
mijn GSM deels opgeladen en van daar dan
gebeld naar het juiste nummer dat in mijn GSM stond.
En na een leuke
rit door het hobbelige en hectische Kampala kwamen we dan aan waar Lotte en Emmily
logeren, in een huisje in Bukoto. Dat is werkelijk een enorm verschil bij ons!
Hun huisje is een van de enkele gebouwen die verzameld staan in een soort van gevangenis.
Werkelijk geen streepje groen vond je op die binnenkoer, waardoor we het ook
niet de moeite vonden om er een foto van te nemen. Ze moeten alles zelf doen,
terwijl wij hier Paula hebben, die voor ons kookt, de was doet, enfin eigenlijk
alles. We zijn die avond dan nog gaan eten in de Bon Appetit, eigenlijk een
frietkot. Maar het smaakte en die avond nestelden we ons op de vloer van hun
woonkamer met een hele stelling om ons muskietennet op te hangen (foto). De
eerste nacht sliepen we op matjes, de 2e nacht op de kussens van de
zetels (waarvan ze ons niet gezegd hadden dat ze los konden) en de 3e
nacht op een matras die blijkbaar in de kamer van hun huisgenoot Gaby stond.
Moesten we nog enkele dagen gebleven hebben, we lagen dan waarschijnlijk in een
bed.
De activiteiten
van de zondag kunnen we kort beschrijven: niets en rusten terwijl de meisjes
aan hun eindwerk werkten. De maandag gingen we dan mee met hen naar het labo
zodat we eens zagen wat zij daar uitspookten. We stonden kwart voor 6 op om de
bus te halen waar ze dan 1,5 uur op zitten (en dat doen ze iedere dag, s avonds
ook waardoor ze dan eigenlijk maar rond 18u30 terug zijn). In het labo deden ze
dan DNA-dingen (waar we nul de botten van verstonden) en we kregen een
rondleiding. (fotos).
In de namiddag
kwamen dhr. Monbaliu en nog een andere leraar van onze school langs (ze waren
aangenaam verast) en namen wij hun taxi terug naar Kampala want we moesten nog
wat inkopen doen voor Rudy. De dinsdag keerden we dan terug met Marieke, een
Nederlandse die voor SNV werkt en die ook naar Fort Portal moest (wat een
sjans!).
Dit weekend (10
mei) gingen we dan naar het Kibale Forest national park met Rudy, Jonathan (die
ook voor de TBG werk) en Chris (die in Kibale Forest werkt). We gingen er op
zoek naar bomen die in bloei of zaad stonden voor het boek dat Rudy aan het
schrijven is over inheemse bomen. Alhoewel Kibale normaal stikt van de apen
hebben we er geen één (grmbl) gezien. Wel was het er prachtig en zagen we er
een prachtige spin die (jawel) bijna zo groot was als een hand (foto).
Om aan de takken
van sommige soorten te geraken kroop Chris soms tot bijna in de top van de
bomen. Wanneer hij er dan weer uit kwam zat hij vol van de mieren die er hun
nest in hebben (en we kunnen verzekeren, ze bijten!!!). In de namiddag gingen
we dan naar een trouwfeest van iemand die Rudy kent, en het was best dat we
daar redelijk laat aankwamen. Zon trouwfeest is namelijk van s morgens vroeg
tot s avonds laat niets anders dan speechen en verhalen vertellen. En saaaaaaaaaaaaaaaaaaai
dat het daar dus was. We hebben er gelukkig maar een anderhalf uur gezeten.
Gisteren zijn we
dan samen met Jonathan in de namiddag naar de Amabere Caves geweest een 8 km buiten Fort Portal. De
grotten waren niet echt spectaculair maar eerder overhangende rotsen verscholen
in het groen met stalagmieten en stalactieten, maar toch mooi. Je kon er achter
een waterval staan en de tocht door de jungle die we maakten om er te geraken
was leuk. De gids vertelde er dan ook nog wat verhaaltjes bij over borsten en
holbewoners, die waarschijnlijk meer folklore dan feiten zijn. We keerden dan
te voet terug naar Fort Portal via een uitgedroogde krater en een kratermeer.
Van daarboven had je een prachtig zicht op de Portal Peaks, de uitlopers van de
Ruwenzori.
Na een wandeling
van een dik anderhalf uur waren we dan terug in de stad. En die avond heeft het
dan eindelijk na weken droogte geregend. Want de droogte die ze hier hebben (in
het regenseizoen) is werkelijk abnormaal. Hoeveel regen er nog zal vallen
zullen we later wel eens laten weten.
Na een week van af en toe eens stroom en zelden een vleugje internet toch nog een bericht uit centraal Afrika!
Verleden week zaterdag was ik (Lee) een beetje ziek, ik had koorts en een zere buik. Maar de zondag was dat al afgelopen. Jammer, want anders konden we met iemand mee naar het Queen Elizabeth National Park. Maar we gaan er wel nog eens geraken.
En dan het verloop van de week. Op gebied van werk was die vrij frustrerend. We hadden maandag eindelijk de juiste methode gevonden om de boel op te meten met de GPS. Maar al gauw werd duidelijk dat de GPS ons niet altijd de juiste coördinaten geeft, om meer precies te zijn: zelden is er een speling van minder dan 7 meter van op het punt dat we staan. Met andere woorden: de metingen die we met de GPS gingen doen en het plan dat hieruit zou voortkomen zou compleet waardeloos zijn geweest. Dinsdag hadden we dan toch de goeie methode: zoals in de goeie oude tijd met graden en berekeningetjes. Die dag hebben we ook les gegeven aan enkele inlanders waaronder John Kamara (foto) die in de toekomst zal instaan voor de metingen. John is een van de vele werknemers van de TBG die zoals de meesten per dag ongeveer 2500 shilling (laat ons zeggen een euro ) verdient wat uitkomt op een grove 60000 shilling (een kleine 25 euro ) per maand. Hiermee betaalt hij het schoolgeld van zijn jongere broer en zus en is hij in staat om zelf te overleven. Naar het schijnt was zijn vader vroeger rijk en zat hij op kostschool, stierf die vader op 67-jarige leeftijd waardoor hij naar een gewone school moest, betaalde zijn nonkel dan zijn schoolgeld, kreeg hij de achternaam van zijn nonkel, erfde hij een stuk land met een schooltje op, 2 koeien van zijn grootvader en verkocht men die zodat hij naar de hogeschool kon, is hij nu afgestudeerd in iets van commercial, vond geen werk in zijn branche en moest dan maar in de gardens komen werken en spaart hij nu om nog verder te kunnen studeren. Zijn familie zit dus gigantisch gecompliceerd in elkaar, maar naar we hebben horen zeggen van Rudy valt dat eigenlijk nog best mee.
Maar goed, John leert snel bij en na wat oefenen en het opmeten van het hele noordelijke deel zal hij het wel genoeg kunnen om later die taak van ons over te nemen. Nu doen we het eindelijk goed, maar regen (en zeg wel TROPISCHE regen) belette ons donderdag en vrijdag verder te meten. Maar na het werk, tijd ook voor wat ontspanning.
Het dagelijkse partijtje badminton is er nog altijd en hoewel dit gepaard gaat met heel wat geklungel is dit wel goed voor de conditie. Das wel nodig hier want je hebt hier een goede conditie nodig om sommige wegen en heuvels te overbruggen. Donderdag zijn we bij Tom (werknemer van Protos, watervoorzieningen) gaan barbecue eten omdat Rudy in Kampala zat. En vrijdag zijn we in de namiddag gaan eten in de Gardens Restaurant, een van de beste in Fort Portal. Hierna zijn we nog wat inkopen gaan doen in de alles-wat-je-maar-kan-bedenken-of-ze-hebben-het-supermarkt en hebben (geprobeerd) op ons gemak terug naar huis te wandelen. Want de stad is werkelijk een gigantisch mierennest. Op de fotos de districtgebouwen, die wel eens een likje verf en enkele nieuwe ruiten kunnen gebruiken, en de nieuwe moskee van de stad.
In de namiddag zijn we dan nog wat gaan wandelen in de botanische tuin. Er waren nog enkele leuke hoekjes die we nog niet gezien hadden en de groep eucalyptus bomen centraal zijn werkelijk gigantisch, net zoals sommige bananenstruiken (fotos).
Zaterdag avond zijn we dan naar een film gaan kijken hier in een lokaal zaaltje ten voordele van een weeshuis. Naar het schijnt is dat iedere zaterdag zo. Voor 1000 shilling (40 cent) zagen we Dead Poet Society.
Zondag (gisteren) zijn we dan rond de middag vertrokken om bij Roos en Nand, een Nederlands koppel dat te midden te theeplantages woont, te gaan eten. En thee was er, werkelijk duizenden hectaren zover je maar kan zien. s Avonds gingen we nog gaan eten bij Darline en Jean, een Canadees koppel. Man er wordt hier nogal gegeten zeg!
We hebben al heel wat fotos en zullen die proberen zo snel mogelijk op picasa-web (link in de balk hier links) zetten. Maar daarvoor moet Joris ze eerst nog comprimeren want anders geraakt dat er nooit allemaal op.
En hier dan nog een berichtje van Lee.
Zoals hieronder door Joris beschreven is het verkeer in Uganda dus een ramp op
wielen. De wegen zijn ofwel goed, ofwel catastrofaal. Toen we naar Fort Portal
kwamen en we reden net buiten Kampala moest ik soms echt zoeken naar 1 vierkante meter
vlakke weg. In sommige putten kon al gauw een Ugandees te fiets verdwijnen.
Halverwege veranderde de weg dan in een mooie effen vlakte die zelfs beter was
dan sommige wegen die ik in België ken.
Dinsdag ochtend kregen we dan eindelijk ons
eerste zicht van Fort Portal. Zoals te zien op de foto's is de tuin van Rudy
enorm mooi. Fort portal zelf is ook heel aangenaam en mooi gelegen. In feite is
het centrum van de stad niets meer dan een straat en 2 ronde punten, maar ze is
omringd met vele wegen en huizen met heel wat groene ruimte in verweven.
In de voormiddag hebben we voor het eerst
de botanische tuin bezocht. Ze waren er bezig met het bouwen van de droogkamer
aan de North Entrance. Men heeft er wat problemen met het maken van de stenen
om te bouwen, want de machine die dat moet doen is niet meer een van de
modernste modelletjes en heeft als gevolg enkele ornamenten verloren... Dat
belooft dus. Maar alles ziet er vrij goed uit in de tuin. We zullen wel veel
werk hebben; we moeten de hoogtes bepalen en alle bomen en struiken en de
beplanting die aanwezig is aan de noordelijke ingang inventariseren en op kaart
brengen (kortom: échte details). Dat doen we met de GPS en landmetersmateriaal,
wat gegarandeerd heel wat sukkelen zal meebrengen. Maar na wat klungelen denk
ik dat we in een maand toch goede plannen zullen hebben die Rudy dan kan
gebruiken om op verder te werken en om geldschieters te vinden voor het
project.
In de namiddag gingen we naar de voorzitter
van de botanische tuin, Edward Rugumyo die de minister van toerisme, industrie
en zo op rust is. Van op zijn terras was er een prachtig zicht op de bergen wat
vrij zelden gebeurt aangezien ze meestal omgeven zijn door mist. En dan zagen
we plotseling een nog vreemder zicht; tussen 2 toppen door zagen we fragmenten
van de hoogste toppen van het Rwenzori gebergte, meer dan 5000 meter hoog. Met de
verrekijker zag je de sneeuw liggen tussen de toppen door (zie foto).
Later deden we dan nog wat oefeningen en
testen met de GPS en het materiaal en inderdaad: klungelen. We dachten in de
voorbije dagen al heel wat opgemeten te hebben, mar we hebben enkele dingen
niet goed gedaan waardoor we weer opnieuw kunnen beginnen.
Het stuk dat we opgemeten hebben ligt
vlak naast een school, waardoor we tijdens de pauzes heel wat bekijks kregen.
Als we naar huis wandelen staan er meestal een heel deel ons al op te wachten
waardoor we soms met zon 20 kinderen achter ons aanlopen. Regelmatig hoor je
hen ook muzungu fezelen (ne witten!).
En het moet ook niet altijd werken zijn;
woensdag en donderdag hebben we badminton gespeeld samen met enkele andere
muzungus. Donderdagavond zijn we in het Mountains of the moon hotel gaan
eten waar we buffet hadden voor elk 18000 shillings (omgerekend zon 7 euro) en
een dubbele pint. En goed dat da was. Maar daarvan ga ik jullie alle details
besparen.
Hier zijn
we weer met meer info over ons en wat we zouden kunnen uitgespookt hebben. En
wat we werkelijk hebben gedaan. Over het eerste heb ik niet veel te zeggen maar
over het tweede het volgende:
Eerst en
vooral het verkeer in Uganda en meer specifiek in Kampala is een ware
nachtmerrie met een beetje daghengst in verwerkt. Ze rijden hier lijk allemaal
door elkaar en toch gebeuren er zelden ongevallen. Ook het links rijden doet
een beetje vreemd aan voor ons. Maar meestal rijden ze hier halverwege de baan
en om voorbij te steken of elkaar te kruisen moet je gewoon je pinker aansteken
aan de kant waar de tegenligger je moet passeren. Zo zorgen ze ervoor dat ze
niet beiden aan de zelfde kant uitwijken.
Het begin
van de weg naar Fort Portal lag bezaaid met putten zodat er af en toe maar
plaats was voor 1 auto op een weg die minstens 10 m breed is. Soms moesten we
zelfs naast de baan rijden om geen putten te hebben. Daarom rijden hier veel
4x4 voertuigen rond om alle obstakels te overwinnen. Ook hebben alle voertuigen
een bullbar vooraan hangen. Dit is voornamelijk om geen schade te hebben
wanneer ze straathonden en voetgangers omver rijden. Hier telt de regel van
voetganger= ZWAKKE weggebruiker niet, hier moet je als voetganger maken dat je
niet in de weg loopt of je kan een tijdje niet meer lopen.
Over
halverwege is de weg dan veel beter en konden we met stukken zelfs tot 120
rijden (ze rijden hier wel mijlen). Zo zijn we dan in Fort Portal aangekomen en
zijn eerst op bezoek geweest bij enkele vrienden van Rudy (Ninke, Jean en
Darlene vrijwilligers voor VSO)
voor we
naar zijn huis gereden zijn. Daar hebben we de eerste kennismaking gekregen met
de fameuze Artemisia thee die een zéér bittere nasmaak heeft. Deze thee moeten
we dagelijks drinken om een soort antistof in ons bloed te krijgen tegen
Malaria. Het is het best verteerbaar wanneer je nadien iets kunt eten om de
smaak door te spoelen of je kan er ook honing indoen om de smaak ietsje te
verzachten.
Daarna zijn
we dan thuisgekomen bij Rudy en werden vriendelijk verwelkomd door poppy (de
hond van Rudy) en hebben we genoten van een heerlijk avondmaal dat voor ons
klaargemaakt was door Paula (die op het huis past wanneer Rudy er niet is).
Het
volgende verslag zal door Lee gemaakt worden en dit was gemaakt door de andere
(Joris)
Alles gaat vrij goed; mijn valies zit lekker vol en we zijn bijna door de examens heen. Morgen moeten we wel nog onze kostprijsanalyse verdedigen en dat zie ik niet écht zitten. Om ons programma te schrijven hebben we niet echt genoeg tijd gehad. En hydraulica, da's voor in Uganda.
Maar enfin, olweejs loek on de braajt saajd of laajf. We hebben intussen Rudy nog eens gecontacteerd. Hij zat in Atlanta in de VS om samenwerking tussen botanische tuinen te bespreken. Hij komt zaterdag terug en zal ons zondag voor het instappen weer ontmoeten. De maandagnamiddag zijn we al op weg naar Fort Portal.
Ik heb deze week ook nog een webalbum geopend op picasaweb. De link staat hiernaast (links). Daar gaan we dan veel meer foto's op zetten dan hier. En dan zijn ze deze week ook nog eens langs geweest van de gazet! We gaan nog celebberities (of hoe spel je dat ook) worden.
Verder gaan we proberen om volgende week al wat op de blog te zetten. We zouden dan al het een en ander te vertellen moeten hebben, denk ik. O ja, Joris krijgt al wat zenuwen :)
Nog een dikke 2 weken en we zijn eindelijk weg. De tijd gaat nog sneller dan verwacht. We hebben dan ook werk genoeg. Ons groenproject is zo goed als af, en met onze kostprijsanalyse gaat het ook lekker. Het werkje van hydraulica daarentegen... Maar we hebben toch nog een dikke week.
Ik begin meer zenuwen te krijgen voor het vertrek dan voor die paar examens over enkele weken. Ik ben van plan volgende week mijn valies weer te maken. Hopelijk moet ik er dan weer niets uithalen. We hebben ook juist besloten om en trein vroeger te nemen naar zaventem, namelijk van 5u58 vanuit brugge, want Murphy heeft ons al genoeg meegezeten afgelopen weken. Mijn vriendin komt dan ook nog eens pas terug de dag na mijn vertrek van haar eindejaarsreis in Marokko, RAAAGH! Wat een soepe toch. Maar ja tga nie anders.
Joris is weer zoals altijd in zijn rustige kalme doen. Dat gaat waarschijnlijk zo blijven tot op de dag van het vertrek. Maar ja das toch beter dan ik.
Nog een duwtje, 13 april kan er niet vlug genoeg zijn!
alles is in orde met de wijziging van de vlucht van zondag 16/03/2008 naar 13/04/2008 en terugkeer op 04/07/2008 dan kunnen we dan eindelijk vertrekken naar Uganda. we gaan echter maar met zekerheid weten of we kunnen vertrekken wanneer we effectief op het vliegtuig zitten richting entebbe.
nu nog enkele examens doorbijten (wij die dachten dat we er van af waren voor enkele maanden). we mogen reeds weer beginnen blokken maar dan is het ook gedaan met blokken voor examens. dus nog even goed doorbijten en alle werkjes afwerken en we mogen naar Uganda vertrekken.
Gisteren kwam er een bericht dat hard aankwam voor ons. Monik Adriaens, die de leiding had over de Tooro Botanical Gardens en onze stage ging begeleiden en opvolgen, is onverwachts op 3 maart overleden. Wij willen allereerst onze deelneming betuigen aan Rudy en de familie en de vrienden van Monik. Dit bericht kwam heel hard aan, midden in onze examens en vlak voor ons vertrek.
Onze stage komt hierdoor ook wat in het gedrang. Dhr. Monbaliu, coördinator internationale stages van Katho heeft ons gisteren laten weten dat Rudy zal proberen om ons toch nog een stage aan te bieden. Hij heeft hierbij echter wel voorgesteld om de stage wat te verschuiven naar een latere datum. Meer informatie hebben we nog niet over hoe en wat. Later (volgende week) zullen we wellicht meer weten.
Hieronder nog het overlijdensbericht zoals op broederlijk delen. Lee en Joris.
Met verslagenheid ontvingen we gisteren het nieuws van het plotse overlijden van Monik Adriaens, coöperant voor Broederlijk Delen in Oeganda.
Monik voelde zich de laatste dagen niet zo best. Ze is gisteren namiddag 3 maart totaal onverwacht overleden toen ze met haar echtgenoot Rudy Lemmens op weg was naar het ziekenhuis in Kampala. Monik was samen met Rudy al jaren werkzaam als coöperant in de Ruwenzori-regio. We kennen haar als een erg gedreven medewerkster die het beste van zichzelf gaf voor de promotie van organische landbouw en duurzame ontwikkeling bij onze partner Satnet.
Monik wordt waarschijnlijk donderdag gecremeerd in Kampala. Volgende zondag is er een afscheidsviering van Monik in de Tooro botanical garden in Fort Portal in Oeganda. De plek waar ze zich de voorbije jaren met veel passie heeft ingezet voor het bewaren van de biodiversiteit.
Monik was 53 jaar oud, en laat drie kinderen na, Fien, Staf en Griet, en haar kleindochtertje Jeanne.
We leven in deze pijnlijke momenten mee met Rudy en de kinderen, en ook met Frans Kenis en Lut Van Damme, die als steunpunt dit drama van dichtbij meemaakten.
om toch nog eens iets te vertellen en om te zorgen dat er toch iets te lezen is op onze blog schrijf ik dit berichtje want binnen 12 dagen is het zover en zijn we niet meer in het kleine belgie maar zijn we vertrokken naar het verre Uganda.
nog twaalf dagen zware blok en dan is het 'vakantie'
nog vele groeten momenteel uit blokland vanwege Joris (en Lee ook natuurlijk)
Wij zijn Lee Ingelbrecht en Joris Naeyaert, laatstejaars bachelor agro- en biotechnologie groenmanagement in KATHO-HIVB te Roeselare. Voor onze stage kozen wij om naar het buitenland te gaan, meer bepaald naar de Tooro Botanical Gardens in Fort portal, een stadje in Oeganda in centraal Afrika. Aan de voet van het Ruwenzorigebergte met pieken boven de 5000 meter zullen we tijdens onze stage helpen bij het ontwerpen en aanleggen van de pas opgestarte botanische tuin, alsook bij de verscheidene taken van dit project. De voornaamste doelstelling van de TBG is het opbouwen van een verscheiden botanische collectie van de vele zeldzame planten in het gebied. Hieraan zal een belangrijk educatief project worden gekoppeld, namelijk het gebruik van planten voor medicinale doeleinden door de plaatselijke bevolking. Dit project komt helemaal ten goede van de bevolking, maar draagt uiteindelijk ook mee tot de bescherming van de natuur in dit gebied.
De TBG zijn nog maar recent opgestart en staan onder leiding van Monik Adriaens, die samen met haar man Rudy Lemmens in Oeganda werkt voor Broederlijk Delen. Zij zullen instaan voor de begeleiding tijdens onze stage en zullen ons helpen om deze tot een goed einde te brengen.
Op het plannetje dat hiernaast staat is een algemeen beeld te zien van de tuin. Ze is ongeveer 40 hectaren groot. In het midden is er een meer en een moeraszone. De hoofdgebouwen liggen in het noorden en de tuin ligt ten noordoosten in de stad Fort Portal. Je kan er op klikken om het te vergroten.
We vertrekken op zondag 16 maart naar Oeganda en zullen vanaf dan regelmatig op deze weblog onze ervaringen en het verloop van het project zetten. Eerst moeten we nog door een periode van examens, die hopelijk zo snel mogelijk voorbij zal zijn!
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.