Stageverslag van Lee Ingelbrecht en Joris Naeyaert
28-04-2008
28 april
Hoihoihoi!
Na een week van af en toe eens stroom en zelden een vleugje internet toch nog een bericht uit centraal Afrika!
Verleden week zaterdag was ik (Lee) een beetje ziek, ik had koorts en een zere buik. Maar de zondag was dat al afgelopen. Jammer, want anders konden we met iemand mee naar het Queen Elizabeth National Park. Maar we gaan er wel nog eens geraken.
En dan het verloop van de week. Op gebied van werk was die vrij frustrerend. We hadden maandag eindelijk de juiste methode gevonden om de boel op te meten met de GPS. Maar al gauw werd duidelijk dat de GPS ons niet altijd de juiste coördinaten geeft, om meer precies te zijn: zelden is er een speling van minder dan 7 meter van op het punt dat we staan. Met andere woorden: de metingen die we met de GPS gingen doen en het plan dat hieruit zou voortkomen zou compleet waardeloos zijn geweest. Dinsdag hadden we dan toch de goeie methode: zoals in de goeie oude tijd met graden en berekeningetjes. Die dag hebben we ook les gegeven aan enkele inlanders waaronder John Kamara (foto) die in de toekomst zal instaan voor de metingen. John is een van de vele werknemers van de TBG die zoals de meesten per dag ongeveer 2500 shilling (laat ons zeggen een euro ) verdient wat uitkomt op een grove 60000 shilling (een kleine 25 euro ) per maand. Hiermee betaalt hij het schoolgeld van zijn jongere broer en zus en is hij in staat om zelf te overleven. Naar het schijnt was zijn vader vroeger rijk en zat hij op kostschool, stierf die vader op 67-jarige leeftijd waardoor hij naar een gewone school moest, betaalde zijn nonkel dan zijn schoolgeld, kreeg hij de achternaam van zijn nonkel, erfde hij een stuk land met een schooltje op, 2 koeien van zijn grootvader en verkocht men die zodat hij naar de hogeschool kon, is hij nu afgestudeerd in iets van commercial, vond geen werk in zijn branche en moest dan maar in de gardens komen werken en spaart hij nu om nog verder te kunnen studeren. Zijn familie zit dus gigantisch gecompliceerd in elkaar, maar naar we hebben horen zeggen van Rudy valt dat eigenlijk nog best mee.
Maar goed, John leert snel bij en na wat oefenen en het opmeten van het hele noordelijke deel zal hij het wel genoeg kunnen om later die taak van ons over te nemen. Nu doen we het eindelijk goed, maar regen (en zeg wel TROPISCHE regen) belette ons donderdag en vrijdag verder te meten. Maar na het werk, tijd ook voor wat ontspanning.
Het dagelijkse partijtje badminton is er nog altijd en hoewel dit gepaard gaat met heel wat geklungel is dit wel goed voor de conditie. Das wel nodig hier want je hebt hier een goede conditie nodig om sommige wegen en heuvels te overbruggen. Donderdag zijn we bij Tom (werknemer van Protos, watervoorzieningen) gaan barbecue eten omdat Rudy in Kampala zat. En vrijdag zijn we in de namiddag gaan eten in de Gardens Restaurant, een van de beste in Fort Portal. Hierna zijn we nog wat inkopen gaan doen in de alles-wat-je-maar-kan-bedenken-of-ze-hebben-het-supermarkt en hebben (geprobeerd) op ons gemak terug naar huis te wandelen. Want de stad is werkelijk een gigantisch mierennest. Op de fotos de districtgebouwen, die wel eens een likje verf en enkele nieuwe ruiten kunnen gebruiken, en de nieuwe moskee van de stad.
In de namiddag zijn we dan nog wat gaan wandelen in de botanische tuin. Er waren nog enkele leuke hoekjes die we nog niet gezien hadden en de groep eucalyptus bomen centraal zijn werkelijk gigantisch, net zoals sommige bananenstruiken (fotos).
Zaterdag avond zijn we dan naar een film gaan kijken hier in een lokaal zaaltje ten voordele van een weeshuis. Naar het schijnt is dat iedere zaterdag zo. Voor 1000 shilling (40 cent) zagen we Dead Poet Society.
Zondag (gisteren) zijn we dan rond de middag vertrokken om bij Roos en Nand, een Nederlands koppel dat te midden te theeplantages woont, te gaan eten. En thee was er, werkelijk duizenden hectaren zover je maar kan zien. s Avonds gingen we nog gaan eten bij Darline en Jean, een Canadees koppel. Man er wordt hier nogal gegeten zeg!
We hebben al heel wat fotos en zullen die proberen zo snel mogelijk op picasa-web (link in de balk hier links) zetten. Maar daarvoor moet Joris ze eerst nog comprimeren want anders geraakt dat er nooit allemaal op.