Stageverslag van Lee Ingelbrecht en Joris Naeyaert
12-05-2008
het fenomeen Internet
hallo,
als je denkt dat het internet hier net zo
is als in Belgiê ben je er ver naast hoor. alles moet hier via een
inbellijn gaan en de Uploadsnelheid bedraagd maximaal 10 kb/s dus het
gaat zeer traag. En dat is dan enkel als er al internet is.
Meestal zitten we zonder want er is enkel internet wanneer Rudy thuis
is en op het internet aan het surfen is. Ook wanneer er geen stroom is
verdwijnt het internet want hier gebeurt het nogal eens dat er enkele
dagen geen stroom is (waarschijnlijk moeilijk begrijpbaar in België
waar er altijd electriek uit de muur komt) en dan moet je wachten tot
de stroomtoevoer terug openzetten.
hopelijk begrijp je nu dat
we niet elke dag op het internet kunnen om verhaaltjes rond te zenden
maar zijn we genoodzaakt om onze verslagen vooraf te typen en dan
wanneer er eindelijk internet is ze er vlug op te zetten. daarbij komt
ook nog eens de moeilijkheid dat het lang duurt voor alles toegevoegd
is en kan het dus gebeuren dat we enkele dagen nodig hebben om 1
artikel te verzenden.
zo zijn we vandaag (12/05/2008) in een primitief internetcafe terecht gekomen met oude computers die allemaal QWERTY klavieren hebben en je moet daar eens vlot op proberen typen (grmbl zoals lee zegt) maar we kunnen niet klagen want het duurt maar 10 minuten om 2 foto's op picasaweb te plaatsen dus ge moet ons niet schieten dat er weinig nieuws is he
groeten uit het verre Uganda tijdens een internet moment Joris en Lee
Eindelijk nog een
berichtje op onze blog. We konden een hele tijd niet op internet doordat Rudy
verhuisd is, en daardoor zetten we dit op de blog via het super-de-luxe
internetcafé in de stad.
Rudy is dus
verhuisd de donderdag en vrijdag (week van 28 april) naar een huis (foto) in
een zijstraat van Kampala Road. Aan het begin van die straat is er aan
weerszijden een smart butchery. Dat wil je echt niet zien, en daardoor ook
geen fotos van die winkel.
Het meten gaat
gewoon door. Beetje bij beetje begint ons werk wat vorm te krijgen. Joris
tekent lustig door, en ik typ als gek. Maar het moet ook niet altijd werken
zijn, en daarom hebben we vorig weekend (dat van de 3e mei) eens
Lotte en Emmily in Kampala bezocht.
Om daar te geraken
hebben we de fantastische Postbus genomen die om 6 uur in de ochtend hier in
Fort Portal vertrekt. Hij doet er 6 uur over om in Kampala aan te komen en
onderweg kom je werkelijk vanalles tegen. Zo heeft Joris een uurtje naast
(kapotte) vrachtwagenbanden doorgebracht, waren de laatste passagiers kiekens
en moet je regelmatig het raampje opendoen omdat er rond je enkele onaangename
geurtjes hingen (of juist dichtdoen omdat ze buiten een soort vlees op stokken
aan je proberen te verkopen). Maar de weg naar Kampala is een leuke weg die
toch voor zon 80% relatief putvrij is. Eenmaal in het postkantoor van Kampala
aangekomen gingen we dan te voet naar het Garden City shoppingcenter. We hadden
afgesproken om Lotte te bellen wanneer we daar waren, maar dat was makkelijker
gezegd dan gedaan. Joris was thuis (in Fort Portal) zijn GSM vergeten, en de
mijne was plat. Ik had dan wel het nummer opgeschreven in mijn agenda maar
blijkbaar had ik enkele nummers verwisseld dus dat ging ook niet. Uiteindelijk
heb ik dan van miserie in een center voor internationale telefoongesprekken
mijn GSM deels opgeladen en van daar dan
gebeld naar het juiste nummer dat in mijn GSM stond.
En na een leuke
rit door het hobbelige en hectische Kampala kwamen we dan aan waar Lotte en Emmily
logeren, in een huisje in Bukoto. Dat is werkelijk een enorm verschil bij ons!
Hun huisje is een van de enkele gebouwen die verzameld staan in een soort van gevangenis.
Werkelijk geen streepje groen vond je op die binnenkoer, waardoor we het ook
niet de moeite vonden om er een foto van te nemen. Ze moeten alles zelf doen,
terwijl wij hier Paula hebben, die voor ons kookt, de was doet, enfin eigenlijk
alles. We zijn die avond dan nog gaan eten in de Bon Appetit, eigenlijk een
frietkot. Maar het smaakte en die avond nestelden we ons op de vloer van hun
woonkamer met een hele stelling om ons muskietennet op te hangen (foto). De
eerste nacht sliepen we op matjes, de 2e nacht op de kussens van de
zetels (waarvan ze ons niet gezegd hadden dat ze los konden) en de 3e
nacht op een matras die blijkbaar in de kamer van hun huisgenoot Gaby stond.
Moesten we nog enkele dagen gebleven hebben, we lagen dan waarschijnlijk in een
bed.
De activiteiten
van de zondag kunnen we kort beschrijven: niets en rusten terwijl de meisjes
aan hun eindwerk werkten. De maandag gingen we dan mee met hen naar het labo
zodat we eens zagen wat zij daar uitspookten. We stonden kwart voor 6 op om de
bus te halen waar ze dan 1,5 uur op zitten (en dat doen ze iedere dag, s avonds
ook waardoor ze dan eigenlijk maar rond 18u30 terug zijn). In het labo deden ze
dan DNA-dingen (waar we nul de botten van verstonden) en we kregen een
rondleiding. (fotos).
In de namiddag
kwamen dhr. Monbaliu en nog een andere leraar van onze school langs (ze waren
aangenaam verast) en namen wij hun taxi terug naar Kampala want we moesten nog
wat inkopen doen voor Rudy. De dinsdag keerden we dan terug met Marieke, een
Nederlandse die voor SNV werkt en die ook naar Fort Portal moest (wat een
sjans!).
Dit weekend (10
mei) gingen we dan naar het Kibale Forest national park met Rudy, Jonathan (die
ook voor de TBG werk) en Chris (die in Kibale Forest werkt). We gingen er op
zoek naar bomen die in bloei of zaad stonden voor het boek dat Rudy aan het
schrijven is over inheemse bomen. Alhoewel Kibale normaal stikt van de apen
hebben we er geen één (grmbl) gezien. Wel was het er prachtig en zagen we er
een prachtige spin die (jawel) bijna zo groot was als een hand (foto).
Om aan de takken
van sommige soorten te geraken kroop Chris soms tot bijna in de top van de
bomen. Wanneer hij er dan weer uit kwam zat hij vol van de mieren die er hun
nest in hebben (en we kunnen verzekeren, ze bijten!!!). In de namiddag gingen
we dan naar een trouwfeest van iemand die Rudy kent, en het was best dat we
daar redelijk laat aankwamen. Zon trouwfeest is namelijk van s morgens vroeg
tot s avonds laat niets anders dan speechen en verhalen vertellen. En saaaaaaaaaaaaaaaaaaai
dat het daar dus was. We hebben er gelukkig maar een anderhalf uur gezeten.
Gisteren zijn we
dan samen met Jonathan in de namiddag naar de Amabere Caves geweest een 8 km buiten Fort Portal. De
grotten waren niet echt spectaculair maar eerder overhangende rotsen verscholen
in het groen met stalagmieten en stalactieten, maar toch mooi. Je kon er achter
een waterval staan en de tocht door de jungle die we maakten om er te geraken
was leuk. De gids vertelde er dan ook nog wat verhaaltjes bij over borsten en
holbewoners, die waarschijnlijk meer folklore dan feiten zijn. We keerden dan
te voet terug naar Fort Portal via een uitgedroogde krater en een kratermeer.
Van daarboven had je een prachtig zicht op de Portal Peaks, de uitlopers van de
Ruwenzori.
Na een wandeling
van een dik anderhalf uur waren we dan terug in de stad. En die avond heeft het
dan eindelijk na weken droogte geregend. Want de droogte die ze hier hebben (in
het regenseizoen) is werkelijk abnormaal. Hoeveel regen er nog zal vallen
zullen we later wel eens laten weten.