En hier dan nog een berichtje van Lee.
Zoals hieronder door Joris beschreven is het verkeer in Uganda dus een ramp op
wielen. De wegen zijn ofwel goed, ofwel catastrofaal. Toen we naar Fort Portal
kwamen en we reden net buiten Kampala moest ik soms echt zoeken naar 1 vierkante meter
vlakke weg. In sommige putten kon al gauw een Ugandees te fiets verdwijnen.
Halverwege veranderde de weg dan in een mooie effen vlakte die zelfs beter was
dan sommige wegen die ik in België ken.
Dinsdag ochtend kregen we dan eindelijk ons
eerste zicht van Fort Portal. Zoals te zien op de foto's is de tuin van Rudy
enorm mooi. Fort portal zelf is ook heel aangenaam en mooi gelegen. In feite is
het centrum van de stad niets meer dan een straat en 2 ronde punten, maar ze is
omringd met vele wegen en huizen met heel wat groene ruimte in verweven.
In de voormiddag hebben we voor het eerst
de botanische tuin bezocht. Ze waren er bezig met het bouwen van de droogkamer
aan de North Entrance. Men heeft er wat problemen met het maken van de stenen
om te bouwen, want de machine die dat moet doen is niet meer een van de
modernste modelletjes en heeft als gevolg enkele ornamenten verloren... Dat
belooft dus. Maar alles ziet er vrij goed uit in de tuin. We zullen wel veel
werk hebben; we moeten de hoogtes bepalen en alle bomen en struiken en de
beplanting die aanwezig is aan de noordelijke ingang inventariseren en op kaart
brengen (kortom: échte details). Dat doen we met de GPS en landmetersmateriaal,
wat gegarandeerd heel wat sukkelen zal meebrengen. Maar na wat klungelen denk
ik dat we in een maand toch goede plannen zullen hebben die Rudy dan kan
gebruiken om op verder te werken en om geldschieters te vinden voor het
project.
In de namiddag gingen we naar de voorzitter
van de botanische tuin, Edward Rugumyo die de minister van toerisme, industrie
en zo op rust is. Van op zijn terras was er een prachtig zicht op de bergen wat
vrij zelden gebeurt aangezien ze meestal omgeven zijn door mist. En dan zagen
we plotseling een nog vreemder zicht; tussen 2 toppen door zagen we fragmenten
van de hoogste toppen van het Rwenzori gebergte, meer dan 5000 meter hoog. Met de
verrekijker zag je de sneeuw liggen tussen de toppen door (zie foto).
Later deden we dan nog wat oefeningen en
testen met de GPS en het materiaal en inderdaad: klungelen. We dachten in de
voorbije dagen al heel wat opgemeten te hebben, mar we hebben enkele dingen
niet goed gedaan waardoor we weer opnieuw kunnen beginnen.
Het stuk dat we opgemeten hebben ligt
vlak naast een school, waardoor we tijdens de pauzes heel wat bekijks kregen.
Als we naar huis wandelen staan er meestal een heel deel ons al op te wachten
waardoor we soms met zon 20 kinderen achter ons aanlopen. Regelmatig hoor je
hen ook muzungu fezelen (ne witten!).
En het moet ook niet altijd werken zijn;
woensdag en donderdag hebben we badminton gespeeld samen met enkele andere
muzungus. Donderdagavond zijn we in het Mountains of the moon hotel gaan
eten waar we buffet hadden voor elk 18000 shillings (omgerekend zon 7 euro) en
een dubbele pint. En goed dat da was. Maar daarvan ga ik jullie alle details
besparen.
Hier zijn
we weer met meer info over ons en wat we zouden kunnen uitgespookt hebben. En
wat we werkelijk hebben gedaan. Over het eerste heb ik niet veel te zeggen maar
over het tweede het volgende:
Eerst en
vooral het verkeer in Uganda en meer specifiek in Kampala is een ware
nachtmerrie met een beetje daghengst in verwerkt. Ze rijden hier lijk allemaal
door elkaar en toch gebeuren er zelden ongevallen. Ook het links rijden doet
een beetje vreemd aan voor ons. Maar meestal rijden ze hier halverwege de baan
en om voorbij te steken of elkaar te kruisen moet je gewoon je pinker aansteken
aan de kant waar de tegenligger je moet passeren. Zo zorgen ze ervoor dat ze
niet beiden aan de zelfde kant uitwijken.
Het begin
van de weg naar Fort Portal lag bezaaid met putten zodat er af en toe maar
plaats was voor 1 auto op een weg die minstens 10 m breed is. Soms moesten we
zelfs naast de baan rijden om geen putten te hebben. Daarom rijden hier veel
4x4 voertuigen rond om alle obstakels te overwinnen. Ook hebben alle voertuigen
een bullbar vooraan hangen. Dit is voornamelijk om geen schade te hebben
wanneer ze straathonden en voetgangers omver rijden. Hier telt de regel van
voetganger= ZWAKKE weggebruiker niet, hier moet je als voetganger maken dat je
niet in de weg loopt of je kan een tijdje niet meer lopen.
Over
halverwege is de weg dan veel beter en konden we met stukken zelfs tot 120
rijden (ze rijden hier wel mijlen). Zo zijn we dan in Fort Portal aangekomen en
zijn eerst op bezoek geweest bij enkele vrienden van Rudy (Ninke, Jean en
Darlene vrijwilligers voor VSO)
voor we
naar zijn huis gereden zijn. Daar hebben we de eerste kennismaking gekregen met
de fameuze Artemisia thee die een zéér bittere nasmaak heeft. Deze thee moeten
we dagelijks drinken om een soort antistof in ons bloed te krijgen tegen
Malaria. Het is het best verteerbaar wanneer je nadien iets kunt eten om de
smaak door te spoelen of je kan er ook honing indoen om de smaak ietsje te
verzachten.
Daarna zijn
we dan thuisgekomen bij Rudy en werden vriendelijk verwelkomd door poppy (de
hond van Rudy) en hebben we genoten van een heerlijk avondmaal dat voor ons
klaargemaakt was door Paula (die op het huis past wanneer Rudy er niet is).
Het
volgende verslag zal door Lee gemaakt worden en dit was gemaakt door de andere
(Joris)