Inhoud blog
  • De wegen naar Gezelle: legende en waarheid in de recente Gezellestudie
  • Zeven manieren van zwijgen / Sept façons de se taire
  • LYRISCH ALFABET
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Piet Thomas
    rooms-katholiek priester, dichter, vertaler, essayist en hoogleraar.
    12-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste weg/Via Crucis:PROLOOG, 1. HET OORDEEL,2. KRUISOPNEMING,3. EERSTE VAL ,4. ONTMOETING MET ZIJN MOEDER,5. SIMON VAN CYRENE HELPT, 6. VERONICA, 7.TWEEDE VAL

    DE LAATSTE WEG  

    Via crucis


    Gedichten gekozen door Piet Thomas   

     

    PROLOOG

    Gethsemane

    Onder de brede olijven

    ligt hij languit in het zand.

    Grauwe stofwolken drijven

    langs de gehavende rand

     

    van zijn ogen. Oude landen

    van zonden ontsluiten hun slijk

    en ijskoude lippen branden.

    Geopend is Satans rijk.

     

    Binnen de brandende steden

    Ninive en Gomorrha

    verschrompelt de tuin van Eden,

    verschrompelt de Golgotha.

     

    Spottende geselgezichten

    spuwen Hem in het gelaat.

    Nodigend naderen de lichten

    van de gewapende haat.

     

    Bloedend liggen zijn handen

    over de balken gespreid.

    Daverend scheuren de wanden

    van Jahwe’s huis in de tijd.

     

    Doden verlaten hun graven.

    Heiligen gaan door de nacht.

    Nauwer omringen de raven

    de rustig slapende wacht.

     

    “Vader als het mogelijk is,

    neem deze kelk van me weg!”

    smeekt een stem in de duisternis

    tussen de rots en de heg.

     

    “Maar uw eigen wil geschiede”

    murmelt een dorstige mond.

    Die de stormen kan gebieden,

    weet zich ten dode gewond.

                            Piet Thomas

    Uit: Piet Thomas, Woorddienst. Groeninghe, Brussel /Kortrijk, 2000

    1. HET OORDEEL

     

    SANHEDRIN

     

    Zij hebben u vernederd, maar niet klein gekregen;

    Zij hebben u ontkleed, en ziet, gij waart niet naakt;

    Zij sleepten u voor ‘t recht en eisten dat gij spraakt.

    Uw enig antwoord was: ‘Nooit heb ik iets verzwegen.

     

    ‘Gaat naar het ganse volk ter kerk en langs de wegen,

    Want nergens heb ik van mijn woord geheim gemaakt,

    En dient er in mijn leer of leven iets gewraakt,

    Dan schreeuwen het de stenen van de straat u tegen.’

     

    Uw beulen ken ik van nabij, en vooraleer

    Ik vonnis, zal ik ‘t oordeel naar mijzelve richten,

    Doch, Jesus, welk een troostend voorbeeld gaaft gij hier:

     

    Die need’rig waart als geen, bleeft voor de rechtbank fier,

    Die voor uw beulen boogt, verhieft u tegen ‘t schenden

    Door laffe lasten, en het roven van uw eer.

                                                              Anton van Duinkerken

    Uit: Verzamelde gedichten, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, z.j.

    2. KRUISOPNEMING

    JEZUS NEEMT HET KRUIS OP

     

    Bespuwd en                              Mt.26,57

    in het gezicht geslagen

    onder het toeziend oog

    van de hogepriester. -

     

    in de handen

    van meelopers

    als schijnprofeet opgevoerd. -

     

    speelbal van een

    verveeld rondhangend garnizoen

    dat aan pijnigen van een weerloze

    plezier beleeft, -

     

    als een namaakkoning

    met doornen gekroond,

    als een dorpsgek

    met purper omhangen, -

     

    door het volle centrum

    heen en weer gezeuld                 Lc.23,8

    ten pleziere van

    Herodes en Pilatus,

    die aan schuld of onschuld

    nauwelijks boodschap hebben, -

     

    omwille van orde en rust

    in de drukke stad,                      Mt.26,5

    omwille van het feest

    dat nadert

    in der haast

    tot het kruis veroordeeld :

    naar de waarheid                     Joh.18,38

    wordt niet gezocht, -

     

    met het kruis

    op je schouder

    strompelend door

    de drukke straten, -

    te kijk gezet

    als een waarschuwing voor

    ieder die je ziet gaan.

     

    Je naam zal de meesten

    niet bekend zijn geweest,

    maar zoals je daar gaat

    is het iedereen duidelijk :

     

    die is onder                             Mc. 15,28

    de misdadigers gerekend, -

    tot de schande

    van het kruis

    veroordeeld.

                                    Peer Verhoeven
    Uit: Peer Verhoeven, Mediteren langs de weg, De kruisweg van Jezus.

    Hilversum, Gooi en Sticht, 1984        

    3. EERSTE VAL

    JEZUS VALT ONDER HET KRUIS.

     

    Het kruis knakt. Het krijgt menselijke trekken.

    De evangelisten vermelden het niet.

    Maar zo gaat het wel met mensen.

    Ook met deze Mensenzoon.

    De veel te zware last.

    In veel meer kleuren dan er kruisen zijn.

    Veel en vaak vallen.

    Er is eindeloos veel van.

     

    Van waar U ligt, Heer Jezus,

    wordt dat kruis als maar kolossaler.

    En U bent nog maar net op weg!

    Is er een kreet van ontzetting gegaan

    door de massa om U heen?

     

    Waar komt het kruis toch vandaan?

    Wie doet wie wat aan?

     

    En altijd net één keer meer opstaan.

    Bij wijze van protest! 

    Uit: De kruisweg bidden http://www.kerkenvrede.nl/werkgroepkerken/TekstboekjeKruisweg04.pdf

    4. ONTMOETING MET ZIJN MOEDER

    Moeder

    Moeder dat jij hier langs de weg komt staan!

    “Als door een zwaard zul jij doorstoken worden”                      Lc 2,35

    zei ooit de oude Simeon.

    Jij hebt de pijn gevoeld van zijn voorspelling.

    Ik was er pas, of jij moest vluchten naar Egypte.

    En in Jeruzalem liet ik je naar mij zoeken.

    Maar jij bezat de wijsheid

    me steeds weer los te laten.

    Je liet me gaan, altijd en overal.

    De zoon van Mirjam en van Josef

    moest bij zijn Vader zijn.

    Je hebt toen alles in je hart bewaard.

    Een moederhart moet veel kunnen verdragen.

    “Laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.”                           Lc 1,38

    Je antwoord tot de engel

    wierp heel je leven overhoop.

    Het zwaarste moet nog komen, moeder.

    De zwaarden zullen dieper steken.

    Mijn beker wordt heel bitter

    en zal jouw hart doen breken.

    Maar laat me verder gaan,

    laat mij ook nú weer los,

    zoals je altijd hebt gedaan.

    Hoewel — ik voel de angst in mij.

    Heb ik niet tevergeefs geleefd?

    Was jouw geduld met mij niet tevergeefs?

    Kun jij nog altijd zingen:

    “Nu prijst en looft mijn ziel de Heer

    om God, nijn redder juicht mijn hart”?                                        Lc. 46-47

    Jij bent een sterke vrouw,

    je moederhart zal ook dit weer verdragen.

    De lucht kleurt zwart, de weg wordt steil.

    Laat me nu verder gaan,

    laat me nu los

    voorgoed.

                                            Patrick Lateur 

    Uit: Patrick Lateur, Kruisweg in de stad. Uitgeverij P, Leuven 2005


    5. SIMON VAN CYRENE HELPT 

    SIMON VAN CYRENE

     

    ‘En zij presten een voorbijganger

    om zijn kruis te dragen’ (Marcus 1 5:2 Ja)


    Het kan je zomaar gebeuren

    dat je rust wordt verscheurd

     

    maar gaat het je aan

    die stad vol rumoer

    laat anderen demonstreren

    jij doet niet mee

    kiest voor je werk

    het brood op de akker

    dat is leven en vrede

     

    maar wat je ontloopt

    bemoeit zich met jou

    en wat je niet wilt

    is al bezig

    bedaar

    en daar loop je

    een man met een kruis

    al geen tijd meer om uit te maken voor wie

    voor die ene die naar zijn dood gaat

    of toch voor zijn rechters

     

    wie scheurde je heelheid

    het laat je geen rust

    de scheiding loopt dwars door je heen

                                                      Inge Lievaert

    Uit: Inge Lievaert, Verzamelde gedichten (2), De Groot Goudriaan, Kampen, 2000

    6. VERONICA

    De doek van Veronica


    ‘k Bood Hem de zweetdoek, dat Hij zich zou drogen,
    en Hij liet er Zijn lief gelaat als loon:
    dit zijn de rozen van de doornenkroon
    en dit Zijn onvergetelijke ogen;

    de neus, bevlekt door ‘t speeksel van hun hoon,
    met smartelijke vleugels, licht gebogen.
    Dit is Zijn kuise mond - en zie, hoe schoon -
    met lippen waar het leed op heeft gewogen.

    Dit is de smart, van liefde overtogen,
    dit is de haat, Hem in ‘t gelaat gespogen,
    het laf verraad en ‘t lage Judasloon.

    Dit is de onmacht en het alvermogen.
    Dit is de Waarheid boven alle logen.
    Dit is de beeltenis van God de Zoon.

                                                                  Michael Deak

    Uit: Michael Deak, Kruiswegsonnetten, De Zilveren Scherf, Kerkrade, 1950 

    7.TWEEDE VAL

    Jezus valt voor de tweede keer


    Gij ligt geveld en voelt het onvermogen

    dat Gij, almachtige toch moet gedogen,

    een eeuwig ogenblik waarin het licht

    van boven breekt in uw betraande ogen.

                                      Anton van Wilderode

    Uit: Anton van Wilderode, Volledig dichtwerk, Lannoo,1999



     

    8. WENENDE VROUWEN 

    Wenende vrouwen 

    Ik zwijg. Ik ga mijn laatste weg

    en denk slechts aan de levensweg

    die ik gegaan ben

    al weldoende in Galilea,

    hoe ik alleen wou zeggen en bewijzen dat

    de God van mensen hen wou maken

    tot mensen

    van God.

    Ik hoor de vrouwen wenen

    de haren los,

    de hoofden achterover,

    hun stemmen schril en schel.

    “Waarom zoveel misbaar om mij?

    Ik heb mijn werk gedaan.

    Huil liever om uzelf

    en om uw kinderen.                                                                    Lc. 23,28

    Eens komt de dag die Hosea voorspelde.

    Dan roepen ze de bergen toe:

    ‘Bedek ons!’

    en de heuvels:                                                                             Hos. 10,8

    ‘Val op ons neer!’                                                                       Lc. 23,30

    Ik heb mijn werk gedaan.

    Zorg dat die dag niet komt.

    Leef in gerechtigheid en liefde,

    en laat de heuvels van dit land

    de vrede kennen.

    En als u dat niet wilt,

    ween dan om u en niet om mij,

    betreur de moeders

    die zullen zoeken naar hun kinderen,

    betreur de vrouwen

    die zullen huilen om hun man,

    ween om het onrecht

    van macht en wet.

    Maak van mijn lijdensweg

    geen mythe,

    maar draag uw levenskruis.

    In Gods naam,

    word mensen

    van God.”

                                       Patrick Lateur

    Uit:Patrick Lateur, Kruisweg in de stad. Uitgeverij P, Leuven, 2005 

    9.DERDE VAL

    JEZUS VALT VOOR DE DER­DE MAAL

    Je hebt op je weg

    alle ellende ontmoet.

     

    Doven, blinden,

    lammen wie

    schuld, straf van God         Joh.9,2                                           

    was aangepraat.

    Je hebt hun

    de ogen geopend,

    hen overeind geholpen.

     

    Melaatsen                          Lc.17,11                                                                                  

    geschuwd als de pest,

    besmettelijk ziek

    een gevaar voor de natie,

    kwamen je

    uit hun schuilplaats

    tegemoet.

    Je hebt ze omarmd, gekust,

    medemens genoemd.

     

    Een tollenaar                      Lc.19,1                                                                          

    in een boom gevlucht,

    om het in zijn kringen

    gebruikelijke bedrog

    met zichzelf overhoop, -

    je hebt hem

    uit zijn schuwe eenzaamheid

    vandaan geroepen.

     

    In zijn huis

    - het gemeden tolhuis -

    ben je als bij een vriend

    op adem gekomen.

     

    De verhalen over                  Lc.19,37                            

    wat je deed onderweg

    zijn tot in de stad

    bekend geworden.

    De oude wereld

    was gewaarschuwd.

     

    Geslagen, verworpen

    schuldig bevonden

    godslasteraar genoemd, -      Mt.26,65              

    daarmee beladen

    ga je je laatste gang

    en draagt                                Jes.53,4                                       

    de lasten en kwalen

    van de mensen

    als een kruis op je schouder.

     

    In het zicht van de kruisberg

    val je weer.

    Die het zien gebeuren

    Lachen:

    zijn weg loopt dood.

                                              Peer Verhoeven

     Uit: Peer Verhoeven, Mediteren langs de weg, De kruisweg van Jezus . Hilversum,

     

    10. VAN ZIJN KLEREN BEROOFD

    Christus ontkleed

    Dit is het uur.- De doodsdrank staat te gisten.

    Zij laven Hem ter leniging van ’t leed,

    het laatst’ vergeefse goed dat men Hem deed

    eer zij de kleren van Zijn lichaam gristen.

     

    Dit is het uur.- En de soldaten twisten

    Luid ondereen over Zijn opperkleed.

    ’t Is of de wind het van de wereld weet,

    ’t is of de donder en de bliksem ’t wisten

     

    De schennis heeft zijn lichaam aangeraakt.

    De beulen zijn nog bezig Hem te ontkleden.

    Laat ons beschaamd en schuldig nader treden:

     

    dit is het Lijf dat ’t lichaam heeft verzaakt.

    Hij staat beschroomd en schamel in zijn leden

    naakt, en zo kuis was nimmer nog een naakt.   

                                              Michael Deak

    Uit: Michael Deak, Kruiswegsonnetten, De Zilveren Scherf, Kerkrade, 1950

    11. KRUISIGING

    De soldaat die Jezus kruisigde

    Wij sloegen hem aan 't kruis. Zijn vingers grepen
    Wild om de spijker toen 'k de hamer hief -
    Maar hij zei zacht mijn naam en: 'Heb mij lief -'
    En 't groot geheim had ik voorgoed begrepen.

    Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
    En werd een gek die bloed van liefde vroeg:
    Ik had hem lief - en sloeg en sloeg en sloeg
    De spijker door zijn hand in 't hout dat barstte.

    Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand,
    Trek ik een vis - zijn naam, zijn monogram -
    In ied'ren muur, in ied'ren balk of stam,
    Of in mijn borst of, hurkend, in het zand,

    En antwoord als de mensen mij wat vragen:
    'Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.'

    Martinus Nijhoff,

    Uit: Martinus Nijhoff, Verzamelde gedichten, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam,1982

    12.DOOD AAN HET KRUIS

    Naast het kruis

    Met de tranen in de ogen

    stond de moeder, diep bewogen,

    waar haar Zoon aan ‘t kruishout hing.

    ‘t Was of in haar medelijden

    zij de pijn nog voelde snijden

    van die laatste marteling.

     

    Ach, hoe treurig was het rouwen

    van de liefste van de vrouwen,

    moeder van Gods ene Zoon.

    Hoe verdrietig was het lijden

    dat haar dreef om daar te blijven

    toen haar Zoon zo hing ten toon.

     

    Harder dan de hardste stenen

    ben je als je niet zou wenen

    ziende hoe Maria lijdt.

    Wie is zonder mededogen

    dat hij met dit leed voor ogen

    niet met haar om Jezus treurt.

     

    Om de zonden van de zijnen

    schroeien nog de scherpe pijnen

    van de ruwe geselroe.

    Moeder die je kind zag sterven

    toen het alle hulp moest derven

    en de geest het lijf verliet,

     

    laat mij voelen, bron van liefde,

    wat je toen zo pijnlijk griefde.

    Treuren zal ik dan met jou.

    Wil in mij de wil versterken

    om die droefheid te verwerken,

    tonend dat ik van Hem hou.

     

    En wil mij de kracht ook schenken

    om deemoedig te gedenken

    wat Hij toen heeft doorgemaakt.

    Wat Hij toen in geest en leden

    weerloos voor mij heeft geleden,

    geef dat ik het delen mag!

     

    Samen met je wil ik wenen,

    met het lijden mij verenen

    tot de dood ook mij bedreigt.

    Naast het kruishout met jou samen

    staande blijven en me schamen

    om de oorzaak van die rouw.

     

    Gun mij, liefste van de maagden,

    tussen al die met je klaagden

    ook een plaatsje aan jouw zij.

    Deelgenoot zijn van zijn lijden

    wil ik en de tol niet mijden

    die de dood van vrienden eist.

     

    Want zijn wonden zijn de mijne.

    Liever dan vlug te verdwijnen

    blijf ik waken bij de Heer.

    Maak dat ik niet langer vrezen

    moet dat ik word afgewezen,

    als ik voor Gods troon verschijn!

     

    Christus, vraag bij mijn verscheiden

    dat uw moeder mij zou leiden

    tot waar mij uw zegen wacht.

    Als de dood mij heeft gevonden,

    laat mij dan met U verbonden

    blijven in uw heerlijkheid.

                                                Piet Thomas

    Uit: Piet Thomas, Klein getijdenboek, Lannoo /Gooi&Sticht,1997

    13. VAN HET KRUIS GENOMEN 

    Piëta 

    De verlatene

    die ik in mijn armen houd,

    mij toevertrouwd

    om af te staan,

    ondragelijk.

     

    Met bloed bemorst

    ligt als een boreling

    aan mijn borst

    die deel had

    aan mijn bloedsomloop.

     

    Tezamen nu

    en doodalleen,

    kind van mijn schoot,

    draagmoeder ben ik.

    draagmoeder van de dood. 

    Jaap Zijlstra

    Uit: Jaap Zijlstra, Verzamelde gedichten, Kok, Kampen, 210

    14. IN HET GRAF GELEGD

    Bewening Christi

    Bij het schilderij: Bewening Christi, Museum Antwerpen

    en Cummer Gallery of Art, Jacksonville, USA

    1

    De dag is over en voorbij. De dingen

    aan elkaar gelijk en zonder kleuren

    Dood en verdriet en dood moeten gebeuren,

    een keten van ineengevlochten ringen.

     

    De zachtste handen die bestaan bewegen

    als veren aan zijn voorhoofd en zijn armen,

    iets anders dan hem koesteren en verwarmen

    kunnen zij niet, zijn doodskou komt hen tegen.

    2

    Maria zegt: Zo dichtbij

    ben je nog eenmaal van mij.


    De struik zegt: Ik zal je doen

    slapen in grotten van groen.

     

    En de maan: Ik leg waar jij ligt

    een kleine vijver van licht.


    De wind: Ik maak alles stil

    rondom jou als je rustenwilt  

     

    En Maria: Een ander verdriet

    dan zijn zwijgen bestaat er niet.

    Anton van Wilderode

    Uit: Anton van Wilderode, Volledig dichtwerk, Lannoo, Tielt, 1999


    EPILOOG

    Litanie van een wachter bij het graf

    Kan het bestaan, twee mannen vallend in één slaap?

    Hoe dan ook, het graf dat wij moesten bewaken,

    dat was ‘s morgens leeg. Terstond vertelde mijn collega

    mij zijn droom, die van begin tot eind exact de mijne was,

    hetgeen ik hem, doodsbang ineens, verzwegen heb.

    Nog steeds begrijp ik niet wat mij sindsdien bezielt.

    Des nachts ben ik ontredderd als een motje om

    een kaars, ach, roer mij aan en stel mij op mijn plaats,

      

    een man die in zijn graf zijn windselen ontbindt,

    zijn steen wegrolt, zijn wonden bloeden nog

    maar kleuren aarde niet, de maan is vol en wit

    maar schaduw werpt zij niet, de dode buigt zich

    over ons en zegt met ongeveer mijn moeders stem:

     

    dit is geen droom maar waken evenmin,

    dit is wat wordt zo lang je vreest

    dat dit bestaat dit zal bestaan

    zodra je vreest dat dit niet kan,

     

    heb het niet onthouden, wat hij zei,

    wel weet ik dat in mijn droom mijn maat

    tot op het laatst zijn ogen open had,

    dat hij de mijne zocht, en vond, en sliep,

    ach, roer hem aan en stel hem op zijn plaats.

                                              Willem Jan Otten 

    Uit: Willem Jan Otten, Eindaugustuswind. Van Oorschot, Amsterdam,1998

     

    Inhoud

    PROLOOG

    Piet Thomas   GETHSEMANE

    Uit: Piet Thomas, Woorddienst. Groeninghe, Brussel /Kortrijk, 2000

    1. HET OORDEEL

    Anton van Duinkerken  SANHEDRIN

    Uit: Verzamelde gedichten, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, z.j.

    2. KRUISOPNEMING

    Peer Verhoeven   JEZUS NEEMT HET KRUIS OP

    Uit: Peer Verhoeven, Mediteren langs de weg, De kruisweg van Jezus . Hilversum, Gooi en Sticht, 1984

    3. EERSTE VAL

    JEZUS VALT ONDER HET KRUIS.

    Uit: De kruisweg bidden http://www.kerkenvrede.nl/werkgroepkerken/TekstboekjeKruisweg04.pdf

    4. ONTMOETING MET ZIJN MOEDER

    Patrick Lateur  MOEDER

    Uit: Patrick Lateur, Kruisweg in de stad. Uitgeverij P, Leuven, 2005

    5. SIMON VAN CYRENE HELPT

    Inge Lievaert   SIMON VAN CYRENE

    Uit: Inge Lievaert, Verzamelde gedichten (2), De Groot Goudriaan, Kampen, 2000

    6. VERONICA

    Michael Deak DE DOEK VAN VERONICA

    Uit: Michael Deak, Kruiswegsonnetten, De Zilveren Scherf, Kerkrade, 1950
    7.TWEEDE VAL

    Anton van Wilderode  JEZUS VALT VOOR DE TWEEDE KEER

    Uit: Anton van Wilderode, Volledig dichtwerk, Lannoo, Tielt,1999

    8. WENENDE VROUWEN

    Wenende vrouwen.

    Uit:Patrick Lateur, Kruisweg in de stad. Uitgeverij P, Leuven, 2005

    9.DERDE VAL

    Peer Verhoeven  JEZUS VALT VOOR DE DER­DE MAAL

                Uit: Peer Verhoeven, Mediteren langs de weg, De kruisweg van Jezus . Hilversum,

    10. VAN ZIJN KLEREN BEROOFD

    Michael Deak CHRISTUS ONTKLEED

    Uit: Michael Deak, Kruiswegsonnetten, De Zilveren Scherf, Kerkrade, 195011.

    11. KRUISIGING

    Martinus Nijhoff, DE SOLDAAT DIE JEZUS KRUISIGDE

    Uit: Martinus Nijhoff, Verzamelde gedichten, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1982

    12.DOOD AAN HET KRUIS

    Piet Thomas  NAAST HET KRUIS

    Uit: Piet Thomas, Klein getijdenboek, Lannoo/ Gooi&Sticht, 1997

    13. VAN HET KRUIS GENOMEN

     Jaap Zijlstra PIËTA

    Uit: Jaap Zijlstra Verzamelde gedichten, Kok, Kampen, 2010

    14. IN HET GRAF GELEGD

    Anton van Wilderode  BEWENING CHRISTI

    Uit: Anton van Wilderode, Volledig dichtwerk, Lannoo, Tielt, 1999

    EPILOOG