Gino De Craemer is sinds iets meer dan een jaar Vlaams Parlementslid voor N-VA. In de parlementaire commissies voor Wonen, Stedelijk Beleid, Inburgering en Gelijke Kansen en voor Economie, Werk en Sociale Economie is hij de waardige vervanger van Bart De Wever (die sinds een jaar in de federale Kamer zetelt) en Jan Peumans (die fractieleider is geworden). Gino is een echte West-Vlamingen die het op de eerste plaats moet hebben van zijn niet-aflatende werklust. Zo stelde hij al ontzettend veel vragen en lanceerde hij enkele interessante voorstellen (o.a. over de inburgering in het land van herkomst). Moesten alle parlementsleden zich zo 'smijten', de Regering zou nogal werk hebben...
Uiteraard werken we intens samen rond onze gezamenlijke stokpaardjes taal, werk en inburgering. Nederlandse taalverwerving als hefboom voor emancipatie, dát is onze boodschap.
Vandaar ook onderstaand berichtje in Het Nieuwsblad. Let wel, op het einde is er een foutje in het artikel geslopen. Het moet zijn: 'In de andere provincies is dit ongeveer 'DERTIG procent.'
BRON: HET NIEUWSBLAD; AUTEUR: STEF TELEN
Huis van het Nederlands lokt meer klanten
LEUVEN/VILVOORDE Het Huis van het Nederlands lokte in Vlaams-Brabant op één jaar twintig procent meer 'klanten'. Het Huis helpt nieuwkomers en andere mensen op weg in de Nederlandse taal en verwijst door naar taalcursussen,
Dat blijkt uit een vraag van het Vlaamse parlementslid Gino De Craemer (N-VA). Theo Francken, de provinciaal voorzitter van N-VA in Vlaams-Brabant, kon de cijfers inzien. In 2006 klopten 5.911 mensen aan bij de verschillende vestigingen van het Huis van het Nederlands in Vlaams-Brabant. Einde 2007 waren dat er 7.088 of iets minder dan twintig procent meer. Daarmee doet de provincie het beduidend beter dan het Vlaamse gemiddelde dat negen procent bedraagt. Volgens Francken is dat het bewijs dat Vlaams-Brabant eindelijk een inhaalbeweging heeft ingezet op het vlak van inburgerings- en taalbeleid. Vlaams-Brabant is immers, na Antwerpen, de Vlaamse provincie waar het hoogste aantal nieuwe vreemdelingen zich aanmeldt. Het gros van de klanten (17procent) waarvan bekend is hoe ze bij het Huis van het Nederlands terechtkomen biedt zich spontaan aan. Zeven procent wordt door de VDAB naar een taalcursus gestuurd, ongeveer drie procent door de OCMW's. In een vijfde van de gevallen gaat het om nieuwkomers die zich de Nederlandse taal willen meester maken. 'Opvallend is wel dat het in Vlaams-Brabant in 54procent van de gevallen niet duidelijk is hoe de mensen in de Huizen terecht komen. In de andere provincies is dit ongeveer zeventig procent. (stl)
|