Eerder deze week doopte de zelfverklaarde woordvoerder van Klein-Links in Brussel, Luckas Vander Taelen, zijn pen nog eens in vitriool om een uiterst giftig opiniestuk in De Morgen te publiceren.
Luckas ergert zich namelijk dood aan de populariteit van de nieuwe 'chou-chou' van de Vlaamse media, onze Bart De Wever!
Eén conclusie: we zijn goed bezig!
Lees en geniet:
Bartmania xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
N-VA-voorzitter De Wever wordt nauwelijks aan de tand gevoeld
Luckas Vander Taelen verwondert zich over de aandacht voor Bart De Wever
Hoe is het te verklaren dat Bart De Wever de laatste tijd opduikt in zowat elk programma van de VRT? Een merkwaardige prestatie voor een politicus die nog niet zo lang geleden dacht dat zijn toekomst in de Vlaamse politiek voorbij was.
Die plotse mediapopulariteit van De Wever doet me denken aan een nog niet zo lang vervlogen tijd toen Jean-Marie Dedecker niet van het scherm weg te branden was.
Nu Dedecker zichzelf tot een partij heeft uitgeroepen, lijkt de liefde van de media een beetje bekoeld. Maar geen nood, er is al een nieuw idool: Bart De Wever. Ver weg lijkt de tijd dat de N-VA-voorzitter zelf moest toegeven dat hij een enorme fout had gemaakt door net die Jean-Marie Dedecker in te willen lijven bij zijn partij. Geen twee maand later spreekt echter niemand nog over die kwalijke periode. Geen kritische vragen worden gesteld over de keuze van de Vlaamse nationalisten, die de voorkeur gaven aan verzekerde plaatsen in de CD&V-trein en het niet aandurfden op eigen kracht naar de kiezer te gaan.
Van veel politieke moed en overtuiging getuigde dat allemaal niet, maar dwaas was die keuze allerminst. De Wever plukt er nu de vruchten van: net zoals les frères ennemis van Spirit zijn het de enige politici van dit land die nog voor de verkiezingen verzekerd zijn van hun zetel en waarschijnlijk nu al weten op welke ministerposten ze mogen rekenen. Door zich in te planten in een groter geheel krijgen die partijtjes overdreven veel aandacht, die niet beantwoordt aan hun maatschappelijke betekenis.
Het overaanbod van De Wever in de media kan echter niet alleen door de alliantie met CD&V verklaard worden. Bart De Wevers grootste troef is dat bij hem inhoud allerminst met vorm overeenstemt. Dat heeft hij voor op andere rechtse Vlaams-nationalisten als Philip Dewinter of Frank Vanhecke, bij wie het politieke extremisme steeds van hun gezicht af te lezen is. Ondanks keurig maatpak en mediatraining lijken ze nooit te zeggen wat ze echt denken.
Helemaal anders ligt dat bij Bart De Wever: hij straalt een bourgondische levenswijsheid uit gekoppeld aan een spitse intelligentie. Dat maakt hem een ideale gast voor tv-programma's die zich graag van die kwaliteiten bedienen en minder geïnteresseerd zijn in inhoud. Op de sofa in De laatste show of op de achterbank van een auto met Marc Reynebeau: De Wever wordt nauwelijks aan de tand gevoeld over zijn extreme standpunten. Meer nog: hij wordt op zijn wenken bediend. Zijn roadmovie in Wallonië op Canvas begon bij de scheepslift in Strépy, het N-VA-symbool voor de zogenaamde Waalse verspillingsdrang. In Hornu vroeg De Wever een 18-jarig werkloos meisje waarom ze niet in Vlaanderen ging werken. Reynebeau bood geen weerwerk, waarschijnlijk omdat hij niet opkon tegen zoveel arrogant simplisme. En toen het duo later geconfronteerd werd met Waalse succesverhalen, hield De Wever wijselijk zijn mond.
Ik vroeg me af hoe de Vlaamse politieke elite zou reageren als de RTBF José Happart in een of andere Vlaamse volkswijk had gedropt en werklozen zou aansporen om Frans te leren of zich vrolijk zou maken op de ruïnes van de Flanders Language Valley...
De Wever noemt zichzelf complexloos een "rechts nationalist". Op de eindeloze miserie die deze ideologie de voorbije eeuwen heeft aangericht, wordt hij niet afgerekend. Een politicus die zich even zelfverzekerd "marxist-leninist" zou noemen, zou zich terecht toch aan enige kritische vragen van journalisten mogen verwachten. Van een dergelijke aanpak blijft De Wever echter gespaard. Net zoals er opvallend weinig wordt op gewezen dat de 'Laat u niet verst(r)ikken'-campagne alle kenmerken heeft van een puur nationalisme: het cultiveren van een extern vijandbeeld. En dat Vlaamse "rechtse nationalisten" op dit vlak niet verschillend zijn van al hun ideologische soortgenoten: het onheil komt van de anderen, van buiten.
Voor de N-VA zijn de Waalse socialisten verantwoordelijk voor zowat alles wat er verkeerd gaat in Wallonië. Dat is natuurlijk een verregaande vereenvoudiging, al was het maar omdat de grote problemen van Wallonië zich vooral in Henegouwen situeren. In andere delen van het gewest ziet de economie er veel gezonder uit. Maar een dergelijk genuanceerd beeld past niet in een nationalistische ideologie.
Die bewuste kortzichtigheid bleek ook uit De Wevers reactie op de Franstalige pogingen om hun Vlaamse landgenoten te begrijpen. Zelfs als Franstaligen Nederlands willen leren, ziet De Wever daar enkel een perfide plan in: ze doen dat om het unitaire België in stand te houden. Want de N-VA verwacht net als het Vlaams Belang slechts heil van een onafhankelijk Vlaanderen, gezuiverd van Franstaligen.
De menselijke meerwaarde van een land met meer dan één cultuur past niet in een nationalistische ideologie. Vandaar ook de totale desinteresse van De Wever voor Brussel, waar culturele vermenging meer en meer de regel is. Het geld dat Vlaanderen in zijn hoofdstad pompt, is volgens de N-VA-voorzitter een "megalomane verspilling". De Vlaamse Brusselaars weten alvast wat zij mogen verwachten van Bart De Wever.
Het blijft merkwaardig dat CD&V, dat het zo graag heeft over een "warme samenleving", kartel vormt met een nationalistische partij voor wie de warme, menselijke waarden ophouden bij de grenzen van het eigen gewest. Hoeft het dan te verbazen dat de Franstaligen zich afvragen wie het communautaire discours van Yves Leterme bepaalt?
Luckas Vander Taelen is freelancejournalist en regisseur. Voor De Gedachte schrijft hij om de twee weken een opiniestuk.
Het cv van Lukas Vander Taelen
 Lukas Van der Taelen Geboren in Aalst op 21 januari 1948 woont in Elsene gehuwd 1 dochter
Opleiding
- Licentiaat Geschiedenis, VUB, 1980
Loopbaan
- 1980 - 1982: bibliothecaris
- 1982 - 1988: freelance journalist
- 1988 - 1989: journalist VTM Nieuws
- 1989 - 1996: freelancer reportagemaker (o.a. Stille Getuigen)
- 1996: lid Agalev
- 1999: Europees parlementslid voor Agalev
- vanaf september 2002: intendant Vlaams Audiovisueel Fonds --> zeg ook maar, de mooiere politieke benoeming
Algemeen
- Speciale vaardigheden: Zanger van Lavvi Ebbel (1978-1983)
- Grootste talent: comeback kid
- Grootste gebrek: Keine Gründlichkeit
- Gloriemoment: Aanstelling als filmintendant
- Dieptepunt: Mijn dispuut met de VRT
- Hobby's: Fietsen, opera
- Levensmotto: Luctor et emergo (ik worstel en kom boven)
|