Onderstaand opiniestuk staat vandaag in De Standaard.
Belgicisten, wij zijn niet bang!
Drie Vlaamse N-VA'ers reageren op Geert van Istendael en Brigitte Raskin. 'De realiteit is dat de Franstaligen, zeker in de Vlaamse Rand, nemen wat ze kunnen en steeds meer eisen. Nooit zal het genoeg zijn. Men moet niet vijandig zijn, maar ook niet naïef.'
Geert Van Istendael liet eergisteren zijn schrijverslicht schijnen op de politieke patstelling. Volgens heel wat historici en politicologen de grootste institutionele crisis ooit, volgens Van Istendael niet meer dan een 'dorpsruzie' over 'rare problemen', net geen pietluttigheid. Want, zo stelt Van Istendael, we zouden ons beter bezighouden met de moeilijke maatschappelijke vraagstukken van de 21ste eeuw. Om er zeker van te zijn dat wij, flaminganten, ons niet zouden vergissen, somt hij ze zelfs voor ons op: hoe betaal je de vergrijzing, hoe betaal je de ziekteverzekering, hoe vang je de immigratie op, hoe ban je de armoede uit, hoe pak je de ecologische dreiging aan? In dezelfde vlaag van empathie geeft hij ons nog een geschiedenisles over de Vlaamse emancipatie. We hebben die dan ook dringend nodig, althans in zijn ogen.
Met hetzelfde belerende vingertje gaat hij verder. En man, wat jaagt hij ons de daver op het lijf. Flaminganten, tel uit je verlies. De splitsing van zowel BHV als van België, zijn immers een ramp voor Vlaanderen. Weten wij dan niet dat de splitsing van BHV leidt tot dezelfde Franstalige gekozenen in Halle-Vilvoorde en geen enkele Vlaamse gekozene in Brussel? Weten we dan niet dat onafhankelijkheid in het beste geval (mét Brussel) leidt tot tweetaligheid en in het slechtste (zónder Brussel) tot een sociaal-economisch bloedbad?
De houding van B-Plus over België is genoegzaam bekend. Als stichtend en stemgerechtigd lid van deze vaderlandslievende vereniging is Van Istendaels opiniestuk dan ook even verrassend als onze reactie als overtuigde N-VA'ers. Met als verschil dat wij onze overtuiging en ons engagement mee onder onze naam zetten. Een kwestie van daar geen onduidelijkheid over te laten.
Wat ons het meest teleurstelt, is de tactiek die de belgicisten steevast gebruiken. Nu er nog amper sprake is van enig 'Belgisch gevoel' moet men blijkbaar opteren voor de tactiek van de angst en het uitvergroten van nadelen. Jaag de mensen schrik aan, gebruik de grootste doembeelden en ze zullen wel kiezen voor het oude, het bekende, het conservatieve. België mag nooit splitsen, want het zal ons allen armer maken. Van Istendaels B-Plusbroeder, Marc Reynebeau, deed het hem al voor tijdens de uitzending van 'Koppen' over Vlaamse onafhankelijkheid. Angst inboezemen is een beproefde, maar succesvolle tactiek, kijk maar naar het succes van het Vlaams Belang ('de vreemdelingen gaan ons land overnemen!') of, in mindere mate, Groen! ('de wereld zal vergaan!'). De sterkte van deze tactiek staat echter vaak in schril contrast met de kracht van de gehanteerde argumenten. Zo ook bij Van Istendael wiens argumenten totaal geen steek houden. Zo behoudt ons wetsvoorstel voor de splitsing van BHV de apparentering met Brussel zodat er wel degelijk nog Vlaamse gekozenen in Brussel zullen zijn. Bovendien zal Vlaanderen mét Brussel uiteraard de rechten van de Franstaligen in Brussel respecteren, maar natuurlijk zal Vlaanderen nooit volledig tweetalig worden. Evenmin zal Brussel ooit Waals grondgebied worden. Er is dan ook al lang niet positiefs, niets wervends meer aan het B-Plusverhaal, enkel de angst. Het heeft iets van een paar dat elkaar niet meer kan uitstaan en aan wie Van Istendael streng adviseert om toch maar samen te blijven omwille van de kinderen. Wel beste belgicisten, wij zijn niet bang.
Gisteren gaf op haar beurt Van Istendaels collega-schrijfster Brigitte Raskin haar grootmoedige visie op de zaken. Vanuit haar overtuiging dat toch 'iemand de cirkel van kleingeestigheid moet doorbreken' geeft ze een wel heel straffe les in politiek 'gemarchandeer'. 'De zes faciliteitengemeenten in ruil voor de splitsing (van BHV, voor alle duidelijkheid). Te veel? Oké, drie dan, waaronder Sint-Genesius-Rode. Hoezo, nog te veel? Goed, maar het is dan wel mijn laatste bod: Wezembeek-Oppem, Kraainem en Drogenbos, en Luc Van Biesen minister in Brussel.' Want 'we moeten een geste doen', aldus Raskin. Ze citeert zelfs Johan Anthierens: 'Als wij dat doen, kan de overkant niet anders dan uitgalmen wat voor chique types de Vlamingen zijn. En de komende vijftig jaar moeten de Franstaligen zwijgen als het over tegemoetkomingen gaat.' Men zou nochtans denken dat er voldoende 'gestes' zijn gedaan aan de Franstaligen: de miljardentransfers, de splitsing van de wapenexport, extra geld voor het Franstalig onderwijs, Als wederwoord voor deze gestes krijgt Vlaanderen een totale minachting voor de taalwetgeving in Brussel én Vlaanderen, voor de grondwet (BHV), systematische sabotage van kleine dossiers (plantentuin Meise, Vlaamse Mug in Halle), een arrogant 'non' op de kleinste Vlaamse eis en hysterische beledigingen door Waalse politici erbovenop, gaande van provincialisme tot bekrompenheid. De realiteit is dat de Franstaligen, zeker in de Vlaamse Rand, nemen wat ze kunnen en steeds meer eisen. Nooit zal het genoeg zijn. Men moet niet vijandig zijn, maar ook niet naïef.
Theo Francken en Lieven De Rouck zijn leden van Jong N-VA, Karl Vanlouwe is voorzitter N-VA Brussel www.standaard.be/forum
|