Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Ter overweging ...
Teksten, mensen en ervaringen die aanzetten tot nadenken ...
13-12-2010
Wat gebeurt er bij een doop en waarom ? (3/3)
In onze Kerk kan men op 2 manieren gedoopt worden: door onderdompeling en door begieting met water. De meesten in onze streken kiezen voor begieting. De bedienaar giet water over het hoofd, noemt daarbij de voornaam of de doopnamen en zegt: Ik doop u in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. We brengen in praktijk wat Jezus als opdracht gaf aan Zijn leerlingen vlak voor Zijn Hemelvaart waar Hij zei: Ga, en maak alle volkeren tot leerling; doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, en leer hun alles onderhouden wat Ik jullie geboden heb. Weet wel, Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld.
Na de doop zalft de bedienaar op de kruin van het hoofd met Chrisma, de sterkende olie in de Kerk. Zoals de koningen eens op het hoofd werden gezalfd, zo bidden we bij de zalving dat het kind altijd sterk mag staan in het geloof. Het kind hoort nu bij het volk van God en is voor altijd lidmaat van Christus die gezalfd is tot priester, koning en profeet.
We hangen een wit kleed rond de dopeling. Het kind is met Christus bekleed. Het mag altijd trouw blijven aan Christus, aan het geloof van het doopsel.
We steken een doopkaars aan de Paaskaars aan. Jezus Christus is nu het Licht voor het leven van dit kind. Het kind mag altijd blijven leven in ChristusLicht en in het geloof volharden.
Zoals de Heer doven, blinden en stommen aanraakte, zo raakt de bedienaar mond, oren en ogen aan en bidt dat het kind hoort, ziet en spreekt; dat het oog krijgt voor Gods Wonderdaden en met geloof luistert naar Gods Woord.
We bidden samen het Onze Vader, het gebed van de Heer. Bidden, de ouders zullen het ook aan het kind leren.
De bedienaar spreekt een zegen uit over vader en moeder. God mag hen sterken in hun taak om aan hun kind het geloof door te geven. Alle aanwezigen worden gezegend opdat ze mogen getuigen van hun christen-zijn.
Meestal gaat men op het einde van de doopplechtigheid naar de plaats in de kerk met een beeltenis van Moeder Maria. We bidden om de voorspraak van Jezus Moeder die Hij op het Kruis heeft gegeven als moeder van alle christenen.
In de krant van afgelopen woensdag stond een kort artikeltje met als titel Toch meer katholieken. De tekst daarbij luidde: Ondanks alle pedofiliezaken is het aantal katholieken vorig jaar licht gestegen tot 1,166 miljard gelovigen wereldwijd. Dat zijn er 19 miljoen meer dan in 2008, meldt Kerknet. 17,40% van de wereldbevolking is nu katholiek. Bijna de helft (49,4%) leeft in Noord- en Zuid-Amerika, 24,31% in Europa. Tussen 2000 en 2008 steeg het aantal bisschoppen van 4541 tot 5002, het aantal priesters van 405178 tot 409166.
Van de berichtgeving in sommige kranten, zou je soms de indruk kunnen krijgen dat de laatste katholieken de Kerk aan het verlaten zijn. Grotere leugens bestaan er niet. De Kerk blijft groeien, wereldwijd maar ook bij ons. Op dit ogenblik bereid ik weer een aantal mensen voor die rooms-katholiek willen worden. Het is heel mooi om de verhalen van hen te horen hoe ze bij onze Kerk terecht zijn komen. Je ziet twee richtingen waar men vandaag komt. Of men is nooit gedoopt en heeft van thuis geen geloof meegekregen en men ontdekt vroeg of laat een leegte, men krijgt het gevoel dat er meer is, men gaat op zoek en men komt uit bij Jezus Christus en de Kerk. Enkelen komen over uit het protestantisme, men voelt aan dat de Waarheid toch ten volle in de Rooms-Katholieke Kerk aanwezig is Dat nieuwe leven in de Kerk maakt me als priester ook blij en gelukkig en het traject wat ik met die mensen afleg verdiept ook mijn eigen geloof en versterkt mijn band met Jezus Christus en de Kerk Wiens priester ik ben.
Wordt vervolgd
Ondanks alles (2/2)
De eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat er zich in de afgelopen weken ook enkele mensen hebben uitgeschreven uit de Kerk. Het is natuurlijk iets wat ik betreur dat iemand als gedoopte de band met de Kerk doorknipt. Anderzijds zijn het niet echt mensen die je verliest want ze waren in werkelijkheid al lang weg In de afgelopen weken sprak ik daar met verschillende andere priesters over, ook zij hadden door de media-aandacht verschillende uitschrijvingen. Het beeld van die uitschrijvers is meestal het zelfde: het zijn mensen die ooit zijn gedoopt maar nooit meer in de kerk komen, geen kerkbijdrage betalen, veelal hun kinderen niet lieten dopen. Het zijn papieren leden die je nooit ziet, zelfs niet wanneer ze dood gaan, want dan worden ze recht naar het crematorium gebracht. Een van die uitschrijvers lichtte me toe dat hij ooit gedoopt was maar al jaren atheïst was en nu toch de band wilde doorknippen.
De Kerk is heilig. Waarom ? De Catechismus ( nr. 867) zegt het ons: De allerheiligste God is haar grondlegger; Christus, haar bruidegom, heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen; de Geest van heiligheid bezielt haar. Ze voegt daar onmiddellijk aan toe: Ook al heeft zij zondaars in haar midden, toch is zij, bestaande uit zondaars, zonder zonde. In de heiligen schittert haar heiligheid, in Maria is zij reeds de volmaakt heilige. Kijk niet naar die enkelen uit onze Kerk die grote fouten maakten, laat ons kijken naar het vele goede. Wat in onze tijd gebeurt is erg maar de kerkgeschiedenis door zijn er kerkmensen die fouten maakten. Toch bleef de Kerk bestaan, bleef ze groeien. Dat zal ook nu zijn, daar geloof ik oprecht in. Met Petrus in het evangelie zeg ik: Heer, naar Wie zouden wij gaan, U spreekt woorden die eeuwig leven geven. (Joh. 6,68)
Vorige week kwam hier in Luyksgestel een cameraploeg van de Vlaamse zender VT4 op bezoek voor een interview. Ik heb al meer interviews gedaan. Een vraag die je dikwijls krijgt is: Hoe wordt iemand pastoor? Die vraag kreeg ik dit keer ook weer. Ik heb daar als antwoord op gegeven: Iedere mens stelt zich in zijn leven wel eens de vraag: Wat moet ik met mijn leven doen. We zijn geen koeien, koeien lopen achter mekaar aan, maar mensen hebben elk een unieke roeping. Wel, ik voelde in mijn hart dat priester worden iets voor mij was. Als ik voor jongeren spreek, dan is dat iets wat ik hen altijd voorhoud: je hoeft niet te doen wat al de rest van je vrienden doen, je hoeft jezelf niet te kopiëren, je bent uniek, God heeft een unieke weg met jou. Nu is het wel zo dat de meeste levenswegen wel ongeveer hetzelfde zullen verlopen. De meeste mensen zullen wel geroepen zijn tot een gezin en als dat je roeping is, dan word je daar zeker gelukkig in. Maar niet iedereen is tot het huwelijk geroepen. Voor sommigen heeft God een andere weg.
Toen ik vorige week weer naar Kortemark ging om les te geven, was daar ook het blijde nieuws dat er een jongere van 19 was ingetreden bij de Zusters van Liefde. Deze week stond in Het Nieuwsblad een mooi interview met haar. Als je dat leest, dan zie je ook dat zij er aanvankelijk helemaal niet aan had gedacht om naar het klooster te gaan en religieuze te worden. Als je ziet wat ze over haar vroegere leven schrijft: Ik was rebels en zelfs een beetje onhandelbaar. Ik had een vriendje en slechte vrienden. Ik rookte en durfde voor ik 's ochtends naar school trok al alcohol te drinken. Ik was op het slechte pad, dat kun je wel zeggen. En ik had conflicten: met mijn ouders, met mijn leerkrachten. En dan toch komt er in haar leven een moment waarop duidelijk wordt wat God met haar wil. Ik vind het mooi hoe ze zegt: No way. En toch gaat ze inzien dat het toch die weg is die haar gelukkig zal maken.
In ons seminarie zijn er vorige week zes jongens en mannen aan hun priesteropleiding begonnen. Een aantal van hun levenswegen lieten een tijd geleden niet voorzien dat ze aan een priesteropleiding zouden beginnen. Toch drong dat op een moment toch in hun hart en gedachten door: laat je oude leven achter want de Heer wil dat ik een andere weg ga.
Het hoeft niet altijd een klooster- of priesterroeping te zijn. Enkele weken geleden heb ik nog een huwelijk ingezegend van twee mensen die eigenlijk al een hele weg met andere partners achter de rug hadden. Ze vertelden me openlijk dat ze bij die anderen niet het gevoel hadden als wat ze nu hadden, het gevoel van dit is de mens die God voor mij bedoeld heeft. In de huwelijksliturgie lieten ze dat in de gekozen lezingen ook heel duidelijk naar voren komen.
Wij zijn geen koeien, koeien lopen achter mekaar aan, maar mensen hebben elk een unieke roeping.
Is het voor mij duidelijk dat God wil wat ik nu met mijn leven doe?
Nooit, nooit zou ze nog één voet in de kerk zetten. In 1994 vermoordden Hutu-extremisten haar moeder, verloofde en andere familieleden in de kerk. Zijzelf lag verstopt onder de bank waarop zij zaten, toen kogels het godshuis in een doodskist veranderden. Hoewel ze een deel van haar familie verloor, hervond de Rwandese Joss Umuganwa (39) uiteindelijk haar geloof.
De Tutsis heersen over ons. Zij willen macht. Die kakkerlakken laten ons werken als slaven, ze pikken alle rijkdom in. Richt wegversperringen op, laat de hoofden van de Tutsis achter aan de kant van de weg!
In haat gedrenkte radioboodschappen zoals deze, uitgezonden door extremistische Hutus, waren jarenlang de opmaat naar de Rwandese genocide van 1994. In honderd dagen verloren mogelijk een miljoen mensen voornamelijk Tutsis, maar ook gematigde Hutus het leven. Joss ontkwam ternauwernood aan de massaslachting.
Zwanger
Ze groeide op zonder vader. Ik wist dat hij elders leefde. In 1963, toen er oorlog uitbrak in Rwanda, wilden ze hem en mijn grootvader die destijds koning van Rwanda was doden. Ze vluchtten daarom naar Kenia. Mijn moeder nam haar kinderen één voor één mee naar mijn vader. Ze wilde ook weg. Toen ze haar laatste zoontje in veiligheid had gebracht, keerde ze terug naar Rwanda om ons huis te verkopen. Ze was toen zwanger van mij. Maar haar paspoort werd afgepakt, zodat ze niet kon vluchten. Dus ik ben in Rwanda geboren en groeide op met mijn moeder en mijn oma, terwijl de rest van ons gezin in Kenia woonde. Toen in 1994 plotseling de hel in Rwanda losbarstte en de klopjacht op alle Tutsis geopend was, vluchtten Joss, haar verloofde en haar andere familieleden naar de Santa Familia, de grootste kerk in Rwanda. Anderen zeiden dat we daar veilig waren; men wilde ons echter op één plek samendrijven. We dachten dat niemand ons in de kerk zou doden. Maar toen kwamen de Hutu-soldaten.