Ik
vlieg naar huis. Voorlopig niet te veel problemen gehad, en alles verloopt
vlotjes.
Om
22h00 werd ik afgehaald aan het hotel.
Mijn
laatste Indisch eten en mijn laatste Kingfisher is nu een feit. Oef, ja toch
he. Oef, weg uit die drukte en lawaai.
Rust!
Rust, dat is alles wat ik nu zou willen. En de rochelaars, dat ben ik ook beu.
Terug alles clean. Weg met die smetvrees. Het heeft lang genoeg geduurd. Weg ...
stinkende en rottende geuren. Weg ... viezigheid op straat.
Dag
India. Dag Dehli. Ik heb jullie nu gezien en beleefd. Dat is wat ik graag wou.
Nu
terug naar mijn dagelijkse leventje. Mijn gezin, ons huisje, zelfs mijn werk
begon ik al een beetje te missen.
Je
wordt hier in India eigenlijk wel eens terug met je twee voetjes op de grond
gezet. Ik ga nu zeker helemaal anders tegen het leven, mijn vrouw en kinderen
aan zien.
Ik
ga zeker meer beseffen wat ik bij ons in Belgie heb en kan doen. Ik ga van
alles wat ik gezien en beleefd heb, proberen een beetje over te brengen naar de
kinderen toe. Zodat zij zeker beseffen dat toch alles maar niet zo vanzelfsprekend
is. Zoals wonen, hygiene, proper en stromend water, verwarming, eten en centen...
Wat
dat betreft, is het zeker goed geweest voor mij, om dit ook eens te beleven.
De
mentaliteit en het kastensysteem van de Indiërs? Dat vind ik maar helemaal
niets hoor. Maar het is hun cultuur. Zij moeten daarmee leven, niet ik. En daar
moet ik me bij neerleggen, vind ik. Ik kan daar toch niets aan veranderen.
Ik
ga nu landen in Parijs. Eindelijk! Het was een lange vlucht.
Nu
even wachten, en dan nog een kleine vlucht naar Amsterdam. Het komt steeds
dichter en dichter. Ik kijk er echt naar uit.
Ik
heb het nu bijna beleefd, en vooral mogen beleven.
Nogmaals
mijn dank aan iedereen die dit mede mogelijk gemaakt heeft voor mij. En dan
zeker heel speciaal een dank u wel voor Anja.
Ik
heb mijn avontuur gehad. Onvergetelijk dat kan ik al wel zeggen. Getekend voor
het leven, in de goede zin dan.
Hopelijk
lezen jullie nog allemaal een beetje mee. En hopelijk hebben jullie er ook iets
van opgestoken. Ik alvast wel, hoor.
Mijn
aller ... aller ... allerlaatste dag in Delhi India.
Het
mag gaan gebeuren nu. Ik heb het gehad hier. Ik heb het mooi gehad, heel veel
gezien en meegemaakt. Ik heb het ook gehad met die viezigheid en smog, en zeker
die opdringerige indiërs.
Ik
snak naar een verse bruine boterham met beleg en een zeer lekkere tas koffie er
bij. HHHMMMM.
Een
proper wc, propere douche, tanden poetsen met kraantjes water en lekker frisse
lakens. En geen vochtige kamers meer. Kortom, mijn neus staat op naar huis
gaan. Ja ja, Anja en kids, het is zo ver. Ik wil naar huis, ik mis jullie, wil
jullie terug vast nemen en knuffelen. Het heeft lang genoeg geduurd nu.
Zo
dadelijk ga ik nog een allerlaatste keer Delhi in. Ik ga nog een beetje
souveniers kopen.
En
dan ga ik me voorbereiden op de terugreis. Want er moet toch wel weer het één
en ander gereorganiseerd worden in mijn rugzak.
Terwijl
ik me door Delhi laat voeren met een tuc tuc vraagt de driver of ik misschien
nog een tempel wil zien. Ik gebaar hem dat de tempels nu wel langs mijn oren
uit komen. Maar hij dringt aan. Hij weet nog iets speciaals, zegt hij mij. Ik
stem dan toch maar toe, want ik wil ook niets missen, he. En al goed, want hij
wist er toch weer maar eens een net iets andere uit te vissen voor mij.
Dan
laat ik me maar naar een buurt brengen waar heel wat souveniers winkeltjes
zijn. Want ik heb de kids nog iets beloofd.
Na
wat rond getoerd te hebben, krijg ik ineens een soort Indische Mac Donalds in
mijn vizier. Dit is ook wel eens speciaal, denk ik. Ik laat de driver stoppen,
en ga hier maar eens naar binnen.
Ik
kies hier voor een Chinese schotel op zijn Mac Donalds. Het valt wel reuze mee voor
een keer.
Na
het eten besluit ik van nog even te voet te gaan richting hotel.
Maar
al snel staat mijn besluit vast. Het is nu wel op, met mijn avontuur. Iedereen
blijft je aanklampen en iedereen wil je naar de bazaars brengen. Want dan
kunnen zij ook weer wat verdien natuurlijk.
Ik
besluit nu om de eerste en beste tuc tuc te nemen en me dan naar het hotel te
brengen om wat uit te rusten. Niet gemakkelijk, hoor. Ze willen je allemaal
gratis naar de bazaars brengen.
Ik
maak me druk en loop weg. Ik denk: dan ga ik maar te voet.
En
dan ineens word ik aangesproken door een vriendelijke jonge driver. Ik wil dat
wel doen, zegt hij. En nog goedkoop ook. Hij wilde persé wat centen hebben,
denk ik. Gelukkig maar.
In
het hotel aangekomen, heb ik maar het dakterras opgezocht.
Ik
heb hier dan maar mijn allerlaatste Indische biertjes besteld. En daar maar
rustig opgedronken. Het laatste Indisch geld moet toch op, he.
Spijt?
Neen hoor. Belgie, ik kom er aan.
Ik
ben dan ook nog een laatste maal naar een Indisch restaurant gestapt om er een
laatste keer lekker te gaan eten.
Eénmaal
terug in mijn hotel. Lekker douchen, en klaarmaken voor vertrek.
Toen
ik 's nachts in de luchthaven aankwam en mijn tas woog, schrok ik toch wel even,
hoor. Ik ben vertrokken met 17.5kg, en nu zat ik aan 24.5kg. Gelukkig werd er
niets gezegd, want ik zat over mijn kilos.
Nu
maar wachten, en dan boarden. Joepie naar huis.
Dag 27 : Delhi. Aankomst 's ochtends met de nachttrein.
Na mijn aankomst in mijn hotel hier in Delhi ben ik maar dadelijk op zoek gegaan naar een lekker ontbijt.
Ik
heb er niet teveel tijd aan besteed, want ik wou nog wel enkele dingen gaan
zien hier in Delhi.
Ik
koos er voor om de metro eens te gebruiken. Dat is altijd wel eens plezant om
te weten hoe dat in deze landen te werk gaat.
Toch
geen goede keuze. Dat bleek maar achteraf, hoor, als je het al aan den lijve
ondervonden hebt. Lang moeten zoeken hoe het eigenlijk werkt, en welke richting
ik moest nemen, en waar er van af te gaan. En dan druk, druk ... amai, dat had
ik nog nooit gezien. We werden als beesten in een kooi geduwd. Ik kon nog amper
adem halen. Laat staan dat ik iets kon zien.
Maar
voor de prijs moest je het niet laten. Het is al het goedkoopste vervoermiddel
dat ik hier in India gebruikt heb, zeg. Het kostte zo goed als niets. En .het
was toch ook weer eens een belevenis.
Na
een tijdje door de straten gekuierd te hebben, besluit ik om op zoek te gaan
naar de sihks tempel. Ik had al ergens gehoord dat deze toch ook wel eens de
moeite zou zijn.
En
ja hoor, dat was zeker niet gelogen. Het is zelfs iets meer dan de moeite. Toch
weer heel anders dan al die andere tempels die ik hier al gezien heb.
Na
deze tempel besluit ik maar om eens op zoek te gaan naar een pilsje. Daar had
ik eigenlijk wel zin in. En ik heb het zo een beetje gehad met al die tempels
hier.
Toch
echt niet gemakkelijk hier, zeg, pils te vinden. Maar .wie zoekt, die vindt.
Toch ook wel weer wat moeilijkheden gehad met die verkoper, omdat ik die ook
weer zo maar langs de straat wou gaan opdrinken.
Uiteindelijk
werd ik weggeleid door iemand van de winkel. Hij bracht mij naar een klein
steegje, een beetje achterin. Hier kon ik rustig mijn biertje opdrinken, zei
hij me nog. En voor het eerst heb ik dan maar langs de straat ook wat eten
besteld. Er kon me nu toch niet veel meer gebeuren, hoopte ik dan toch.
Het
eten viel reuze mee. Het was echt wel heel lekker. Ik had al spijt dat ik dit
niet meer gedaan heb. Te bang geweest misschien?
Vandaag
heb ik ook een akefietje gehad met een iets te ijverige schoenpoetser. Hij had
zonder ik het merkte een bruine smurrie op één van mijn schoenen gesmeerd. En
toen liep hij me achterna alsof er niets gebeurd was. Hij maakte mij er zelfs
attent op. En toen vroeg hij mij of hij mijn schoenen mocht poetsen. Ik speelde
het spel een beetje mee, ondanks dat ik wel zeker wist dat hij ze besmeurd had.
Ik wilde hem zelfs een beetje geld geven omdat hij ze dan toch proper gemaakt
had. Tot hij opeens zelf geld vroeg, en dan nog een belachelijk hoog bedrag.
Ik
werd toen kwaad ... heel kwaad zelf ... en heb hem toen op zijn Belgisch op
zijn plaats gezet. En een beetje tegen hem geroepen. Of hij er iets van
verstaan heeft? Dat weet ik niet. Maar hij wist verdomd goed waar ik het over
had. Want hij werd klein, heel klein. En hij maakt zich ook nog eens zeer snel
uit de voeten. Grappig zeg. Ik moest er echt mee lachen.
Ik
heb vandaag maar eens het avondmaal overgeslagen, want ik was iets meer dan
doodop. Die weinige en slechte nachtrust van gisteren zit nog overduidelijk in
mijn knoken, zeg.
Ik
ben dan maar om 19h00 gaan slapen. En dat was nodig ... meer dan nodig zelfs.
Dag 26 : Chitwan Nationaal Park â Gorakpur. Nachttrein naar Delhi.
Marathon
reis van 25h00.
Zo,
het Chitwan avontuur heb ik alweer achter mij gelaten. Het zit er al op.
Dit
was wel een unieke gebeurtenis en ervaring. Dat moet ik wel toegeven.
Vanmorgen
om 7h00 had ik al afgesproken voor vertrek. Mijn laatste dag Nepal zit er dus
al op. De reis zou zo een kleine 24h a 25h gaan duren. Geen klein bier dus. Je
zou voor minder je moed even verliezen.
We
moeten nog een kleine 5h00 rijden tot aan de grens van Nepal naar India.
Langs
de ene kant doet mijn hart wel een beetje pijn, omdat ik nu Nepal moet
verlaten, en mijn Himalaya avontuur nu echt voorbij zal zijn. Maar daar
tegenover staat, dat ik nu stilaan een beetje blij ben, dat er einde komt aan
mijn avontuur en reis. Ik hunker nu toch wel een beetje naar huis, naar mijn
Anja en de kids. Ik wil nu eigenlijk wel een beetje dat ik bij hen kon zijn.
Ik
ben heel stil in de auto. En ik probeer, op mijn manier dan, nog zo veel als ik
kan in me op te nemen, en te genieten van Nepal en zijn Himalaya. Want ik zal
hier dadelijk wel niet meer terug komen, denk ik.
We
naderen de grens. Ik zoek al naar mijn paspoort, en hou het alvast klaar.
En
ja, het is weer het zelfde circus om er uit te geraken, als dat ik er wou in
komen.
Ik
neem nu ook afscheid van mijn Nepalese chauffeur. Hij was een beleefde en zeer
toffe jongeman. Wie weet zie ik hem ooit nog weer. Van mij mag het zeker wel.
Daar
komt de ritska al aangereden. Hij roept al van ver. Want je moet hier te voet
de grens oversteken. Dat wisten jullie al van mijn intrede in Nepal, denk ik.
Nu weer die formulieren invullen, zeg. En het moet allemaal wel heel juist
zijn. Ik krijg de mijne alvast terug. Ik heb geen geldig adres van verblijf in
Dheli ingevuld, en dat moet er staan. Even ben ik in paniek, want ik sta daar
maar alleen...en weet geen adres.
Dan
komt dan toch mijn reisbegeleider in zicht. Hij is weer maar eens mijn reddende
engel. Gelukkig, zeg, want die ambtenaar begon al moeilijk te doen. Hij rook
weer roepies, denk ik. Ha ha, te laat man, ik heb iemand die me gratis helpt.
Zo,
dan maar weer een stukje te voet India in. En ja hoor...weer maar eens netjes
geregeld. Daar staat de volgende mooie auto, met chauffeur, alweer klaar om ons
een heel stuk India in te rijden. We moeten nu naar Gorakhpur. Daar is een
groot station. En van daar neem ik dan de nachttrein naar Delhi.
Terug
in India. Je ziet, ruikt, en hoort het onmiddellijk. Er gonst ook weer dadelijk
een liedje door mijn hoofd. En dat ga ik ook dadelijk weer zingen als ik in
europa land, denk ik. En dat is: Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Het
zal zalig zijn, denk ik. Weer gewoon volop doorademen. Geen smog, geen
stinkende rook van vuurtjes, geen urine geur. Het zal een hemel op aarde zijn.
Tijd om naar huis te gaan, denk ik. Ik droom al bijna luidop.
Wanneer
we in Gorakhpur aankomen, hebben we nog wel even tijd om ook deze stad te
verkennen. Ik heb al veel gezeurd over vuil en stinken. Maar ook hier verdienen
ze een prijs. Ik denk dat dit toch wel echt de vuilste stad is waar ik geweest
ben. De mensen zijn hier ook echt niet gemanierd. Ze hebben ook helemaal geen
ervaring met westerlingen of toeristen. Dat merk je heel duidelijk. En nieuwsgierig
als ze zijn, komen ze ook heel dicht bij je staan en proberen ze je aan te
raken. Ze willen ook allemaal een gesprek met je aangaan.
Ik
doe snel wat inkopen en spoed me dan maar weer naar het station. Daar voel ik
me dan tenminste toch terug een beetje veilig. De kadavers van dieren liggen
hier gewoon tussen de eetkraampjes te rotten. Niet te geloven. En zij vinden
dat nog allemaal normaal ook. Echt nog een stuk India waar nog veel werk is,
hoor.
Dan
is het zo ver. Onze trein komt er aan. Verstand op nul en blik op oneindig. Dat
is het beste wat je kan doen als je op deze trein stapt. Dat is echt wel nodig.
Nu waan je je toch wel een paar honderd jaar terug. En dan nog op een set waar
ze zo een oude film draaien.
Mooi
om mee te maken. Anja wees maar blij dat je er hier niet bij bent. Want je zou
gaan lopen, denk ik. Maar ja, waar naar toe dan? Want het is hier nergens
beter.
Even
gaan zitten en alles een beetje laten bezinken .dat is het beste wat je hier
kan doen op dit moment.
Dan
komt de redding. Cor heeft een fles rhum meegenomen. Dit gaat een heel stuk
helpen, denk ik.
Normaal
drink ik deze dranken nooit, maar voor nu ga ik een uitzondering maken.
We
proberen aan bekers te geraken, want die hebben we niet. We spreken dadelijk de
man aan die met thee rondkomt in de trein. Hij wil er ons wel verkopen, maar
dan moeten we de prijs betalen die normaal een thee kost. Anders wil hij er
geen geven. Geen probleem, zeg, dat willen we graag betalen.
In
India mag je geen alcohol drinken. En daar begint het eerste plezier al. Cor
duikt onder de lakens om onze bekers te vullen. De Indiërs begrijpen niet wat
er allemaal gebeurt. Ze kijken hun ogen uit hun hoofd. Vooral mijn fototoestel
heeft heel veel beziens. Het valt duidelijk op dat we hier in een zeer arme buurt
zitten, waar men nog niet veel heeft gezien.
Na
een kleine 25h00 reizen, ben ik dan in mijn hotel in Dehli aangekomen. Bekaf
was ik. Want slapen in zo een nacht trein? Vergeet dat maar, hoor. Er is veel
te veel op en af geloop.
Het
hotel is hetzelfde als waar ik mijn toer gestart ben. Het stelde toen niet veel
voor, en het is er niet op verbeterd. En zeker niet nu ik al zo veel andere hotels
gezien heb.
De
definitie van Nepal is: Never ending peace and love.
Dag 25 : Chitwan Nationaal Park. Ontdekkingstocht in het wildpark.
Vanmorgen
alweer heel vroeg op pad vertrokken, voor mijn eerste safari van vandaag.
Ik
ben met een kano de rivier op gegaan en zo de jungle ingetrokken, op zoek naar
wilde beesten. Eigenlijk heb ik weer maar eens geluk, want in dit subtropisch
gebied regent het meer dan 85% van de tijd. En net nu, is het zo'n 28 à 30
graden. Mooi toch!?
De
kanotocht is mooi. Je ziet het water overal dampen. Geruisloos glijden we over
de rivier. Ik krijg een verscheidenheid aan vogels te zien, waaronder de
prachtige Kingfisher. Ik heb deze al de hele maand in de vorm van bier
gedronken!!! Maar nu krijg ik 'm als vogel te zien. Wat een prachtstuk!
Er
zitten momenteel heel veel Siberische Ducks. Deze verblijven hier ongeveer een
zestal maanden. Ook prachtige beesten, hoor. Ik krijg ook nog hertjes en
antilopen te zien en witte reigers bij de vleet. Te veel om op te noemen. En
dan ... ja dan ... krijg ik het ongelofelijke te zien. 2 Giganten van krokodillen
liggen aan de kant te zonnen. Even voel ik me zelfs niet veilig in de kano. Het
zijn echt wel grote beesten, hoor! Gelukkig zijn het visetende krokodillen.
Op
het einde van de kano-tocht trekken we door de jungle terug. Ik krijg ook hier
heel wat dieren te zien, maar jammer genoeg geen beer of Indische tijger. Maar
ik ben tevreden, hoor. Ik heb heel wat mogen zien.
En
dan komen we aan de badplaats van de olifanten. Prahlad houdt zijn woord en
regelt onmiddellijk voor mij een olifantendouche. Wat was dit allemaal, zeg?
Dit had ik nooit durven dromen. De olifant kwam me afhalen aan de kant van het
water. Ik moest langs zijn slurf omhoog kruipen, over zijn hoofd, en dan in
zijn nek gaan zitten. De olifant-man riep toen een paar onverstaanbare woorden
naar de olifant en toen begon de kermis. Ik kreeg de ene na de andere douche! De
olifant zuigt water op met zijn slurf en krolt deze vervolgens achteruit en
blaast al het water eruit! Er zit toch redelijk wat druk achter, hoor. Daar
schrok ik wel van. En dan het ongelofelijke! Terwijl ik op de olifant zijn rug
zit, stapt deze naar het midden van de rivier, naar het diepe water. Dan laat
hij zich gewoon op zijn zij vallen en rol ik de rivier in. Daar stond wel een
stevige stroming, dus ik moest ferm zwemmen om terug bij de olifant te geraken.
De olifant-man hielp me terug op de olifant, maar deze liet zich opnieuw
vallen. Dit zo'n 4 -5 maal na mekaar. Een fantastische ervaring toch wel!
Zoiets vergeet je nooit meer. Dit zouden mijn kids ook geweldig vinden!
Terwijl
ik dit zit te schrijven, hoor ik hem of een andere toeteren. Alsof hij wil
zeggen: kom Witneus, ik wil je nog een douche geven!! Kletsnat ben ik dan maar
naar mijn lodge gewandeld voor het middagmaal. Want al om 3 uur vertrekken we
alweer voor een andere safaritocht. Ditmaal weer op de rug van een olifant. We
werden met een open jeep naar de startplaats van de safari gebracht. Dit was al
een avontuur op zich. Vooral heel veel stof vreten en heel veel
shaky-shaky-boem-boem. Plezant wel, hoor!
Eenmaal
in de jungle aangekomen, waren er torentjes gebouwd. Hier konden de olifanten
met hun driver zich 'parkeren'. Zo kon je makkelijk instappen. Ik zat samen met
een Japanner en jaja, een echt Rus in het platformpje op de rug van de olifant.
Met
de rus had ik dadelijk contact. Niet moeilijk, he, ik ken een paar woorden. Hij nodigde me dadelijk uit om een bezoek te brengen aan zijn stad. Het ging allemaal zo snel. Misschien had ik daar eigenlijk moeten op ingaan ... of had ik eerder misschien ergens vermeld dat ik dit niet meer ging doen. Ik weet het niet meer.
Maar
het loopt op zijn einde en dan durf je alweer beginnen plannen maken, zonder
dat je het zelf beseft!
De
Japanner op zijn beurt ging bijna op de grond liggen, om mij te groeten, toen
ik hem vertelde dat ik voor Panasonic in België werkte. Grappig, he! Heel
grappig!!
De
olifantenrit op zich was weer heel spectaculair. Dat moet je meemaken. Dan weet
je pas, wat Hannibal met zijn leger meegemaakt heeft, daar in de bergen. Dat
moet vreselijk geweest zijn. Ik was het na een kleine 2 uur meer dan kotsbeu.
Je hotst van links naar rechts en van onder naar boven. Je kan je gewoon niet
houden. Het is een kwelling. Geen pleziertocht. Alles doet pijn, na een paar
uur.
Het
is heel spectaculair als je olifant het pad verlaat en gewoon los de jungle
intrekt. Die duwt gewoon alles om wat op zijn pad ligt. Hij trekt takken met
verse bladeren van de bomen. Takken, die wij amper met een snoeischaar kunnen
losmaken. Dat doet hij losjes met zijn slurf! Oersterk zijn die olifanten.
Na
de tocht worden we met open jeep naar de lodge gebracht. Weer stof vreten!!! En
ook hier wonen alle mensen weer vlak tegen de weg.
Dan
nog genoten van een zeer prachtige zonsondergang met een lekkere Ghorka
(Nepalees biertje). Ook nog lekker gegeten en dan maar naar bed, want morgen
staat er alweer een zeer lange reisdag te wachten.
Het
kort nu wel echt af! Anja en kids ... ik kom er bijna aan, hoor!
Vandaag
verlaat ik al heel vroeg Kathmandu. Geen spijt van, hoor! Kathmandu valt me een
beetje tegen. Druk, vuil en luidruchtig! Te luidruchtig voor mij, althans!
Ik
rijd nu richting Chitwan. Dit is tropisch gebied. Ik ben benieuwd wat ik hier
weer allemaal ga beleven. Al om 8.30 uur vertrekken we voor een rit van 5 à 6
uur. De rit loopt terug een heel groot gedeelte door de Himalaya. Ik voel me
dus weer in mijn nopjes. Als we eenmaal de hoge Himalaya uitrijden, valt het me
op dat alles buiten weer verandert. Bomen worden palmbomen en bananenbomen. Het
wordt ook steeds maar warmer; zeg maar, heter en vochtiger. En het begint ook
weer enorm te gaan stoffen. Niet te geloven dat de mensen hier naast die wegen
willen gaan wonen. Je ziet ze amper staan van het stof! Sommige kinderen dragen
hier stofmaskers, maar lang niet allemaal. Ze zouden het beter wel doen. Echt
niet normaal hier! Dit is gewoon niet leefbaar. Echt wel erg!
Eenmaal
aangekomen vanmiddag, gewoon op het terras aan mijn lodge gezeten en genoten
van het goede weer. Om 16.30 uur ben ik naar de rivier getrokken om de
zonsondergang te zien. Wat een prachtige, zeg! Ik had geluk, er waren nog
enkele olifanten bezig met hun dagelijks bad. Echt heel mooi.
Natuurlijk
weer een terrasje gebouwd en een lekker biertje gedronken. Even genieten en tot
rust komen!
Dan
maar op tijd gaan zoeken naar een avondmaal en op tijd mijn bedje in getrokken,
want ik was moe. En morgen is het alweer vroeg opstaan voor de safari die we
gaan doen. Ik kijk er alvast naar uit.
Zo,
al heel vroeg wakker geworden, want vandaag gaat het gebeuren. Mijn droomvlucht
boven de Himalaya!
Mijn
eerste gedachten vanmorgen gaan naar mijn dochter, Gitte. Zij is jarig vandaag,
en ik kan er niet bij zijn. Jammer, maar dat maak ik wel eens goed!
Het
is nog steeds te doen bij mij, maar het aftellen is nu wel echt begonnen.
Alhoewel, er staan me nog wel prachtige dingen te wachten, hoor!
Chitwan,
het natuurreservaat, moet nog komen. Ik ga een heel speciale olifantenrit
krijgen, heeft Prahlad de gids me al verteld. Hij gaat voor een specialiteit
zorgen. Hij gaat me namelijk een olifantdouche regelen. Dat zou pas iets uniek
zijn, zeg!! Maar nu eerst mijn vlucht boven de Himalaya!
Toen
ik gisteren op deze kamer aankwam, vond ik iets heel vreemd. Ik zag op het
bureeltje en op de badkamer een kaars staan, met lucifers bij. Ik dacht nog ...
waar zou dat nu voor zijn? Maar toen ik gisterenavond na het eten thuiskwam,
wist ik meteen waarvoor deze dienden. Jaja, geen electriciteit! Romantisch? Dat
denk je, tot je om 5.00 uur 's ochtends moet opstaan om je spullen in te pakken
om tijdig klaar te zijn voor het vertrek. Een ramp is dat zeg ... je weet niet
wat je eerst moet nemen ... je ziet niets! Het was wel mijn eerste
douche-partij ooit bij kaarslicht!! Mooi was dat wel!
Toch
netjes op tijd naar de luchthaven kunnen vertrekken. Alle formaliteiten in orde
gebracht. Toen onze vluchttijd eraan kwam, werden we in een bus gezet. En toen
begon het wachten. Ik had al eens over het vliegveld gekeken en zag dat er wat
nevel hing. Maar ik dacht nog even ... och, de bergen zijn toch nog een beetje
verder weg, dus daar zal het wel open zijn.
Maar
ja, toen kwam het eerst verdict eraan. Start uitgesteld; de top van de Mount Everest
niet goed zichtbaar; vertrek 10 min. uitgesteld. Uiteindelijk nog 20 minuten gewacht en toen kwam men ons vertellen dat het zicht nog verslechterd was. Vlucht afgelast!! Wat een teleurstelling, zeg! Ik kon wel janken. Ik zat bijna in het vliegtuig. Tsja, niets aan te doen. Wel fair dat ze het zo regelden. Ik kreeg zelfs mijn geld terug, zelfs de luchthaventaks die ik ook al betaald had.
Dan
hebben we met ons drieën maar een taxi geregeld voor de ganse dag. We hadden
een prijs afgesproken van 2000 Roepie. Eerst zijn we naar Bhaktapur gereden.
Dat is 1 van de 3 koningssteden in Kathmandu. Ik ben meteen op zoek gegaan naar
een ontbijt. Ik had ondertussen wel honger! De eerste zaak waar we
binnengingen, vroegen ze wel 4 x meer dan wat ik gewend was voor een ontbijt.
Ik zei ze vlakaf dat ik dat te duur vond, en wilde verder gaan. Toen kreeg ik
prompt een andere menu-kaart aangeboden, maar ik vond dit nog te duur.
Afzetters! Ik ben gewoon weggegaan en heb iets anders gezocht.
Bhaktapur
is eigenlijk wel een mooie oude stad en veel minder hectisch en druk dan
Kathmandu. Ik ben hier tot een heel stuk in de namiddag gebleven, tot veel
ongenoegen van de taxi-chauffeur. Want hij vond dat hij veel te lang moest
wachten. Haha!
Dan
heb ik me uiteindelijk ... tot grote vreugde van de chauffeur ... laten
doorrijden naar de Monkey tempel. Daar moet je geweest zijn, als je in
Kathmandu bent. Daar ben ik aan de klim naar de Stupa begonnen. Wat een klim,
zeg, maar wel een heel mooi zicht over Kathmandu. Deze Stupa schijnt ook meteen
1 van de grootste Boedha-tempels te zijn.
Daarna
maar weer op souvenier-jacht gegaan en een goed plaatsje gezocht voor een fris
pilsje!
Ik
vond trouwens een heel toffe Tibetaanse eetplaats. Lekker en gezellig, zeg, en
... natuurlijk weer heel goedkoop! Mijn biertje was weer duurder dan mijn eten.
Gek, he? Maar toch plezant!
Hey,
wat vreemd nu ineens, zeg! Ik realiseer me nu, dat er stilaan een eind komt aan
mijn avontuur.
Jammer,
maar toch zal ik blij zijn om terug bij Anja en de kinderen te zijn.
Al
vroeg vertrek ik vanuit Pokhara naar Kathmandu. Het zou, met een beetje geluk,
een rit van zo'n 6 à 7 uur gaan worden. Het is wel een zeer mooie rit. Dwars
door de Himalaya. Ik word door prachtige omgevingen gereden. En ik zou overal
wel willen stoppen om een plaatje te maken, maar dat kan helaas niet. Want
anders komen we er nooit. De rit is zwaar en loopt over allemaal kleine
bergpassen. Slingerend van links naar rechts en op en neer. Het wegdek is
overal heel slecht en regelmatig vlieg ik dan ook uit mijn zitje. Ik zit nl.
helemaal vooraan, naast de chauffeur. Heel speciaal. Zo beleef ik het ook veel
intenser.
De
omgeving wordt nu stilaan tropischer. De temperatuur is nu zo'n 28 graden. Best
te doen, maar niet als je moet rijden. Unieke beelden krijg ik te zien. Ik voel
me dan ook helemaal in mijn nopjes!!
Wanneer
we Kathmandu naderen, merk ik al meteen dat het hier politiek en sociaal heel
onrustig is. Overal duiken vrachtwagens met gewapende militairen op, bijna op
elke straathoek. Toch maar een beetje voorzichtig zijn, denk ik dan, vooral
straks als het donker is.
Ik
ga nu even de stad in om wat rond te neuzen. De stad valt me tegen. Ze is vies,
vuil en heel druk. Een beetje vergelijkbaar met Delhi. Voor morgenvroeg is mijn
'mountain-vlucht' al geboekt. Om 6 uur word ik aan het hotel afgehaald en om 7
uur ga ik de lucht in voor een vlucht van zo'n uurtje boven de Himalaya. Heel
spectaculair! Dank je, Anja! Dit draag ik mijn hele leven mee; dat weet ik nu
al!
Nu
nog een beetje op souvenier-jacht, een lekker pintje drinken en dan na het
avondmaal maar weer naar bed. Want het morgen weer vroeg dag!
Dag 21 : Ghandrung â Birethani. Met de jeep naar Pokhara. Raften in de Trisuli rivier.
Mijn
laatste trekking-dag.
De
lodge die ik gisteren toegewezen kreeg, was wel het neusje van de zalm. Er is
zelfs een eigen kleine badkamer aan. Wat een luxe, zeg! Had ik nu maar een
handdoek bij!! Hahaha, gelukkig heeft mijn god (gids) ook dit weer voor mij
geregeld. Hij heeft een soort theedoek losgepeuterd bij de kok, dus ik kon me
toch wassen ... vooral afdrogen!!
Het
was er wel maar heel rustig. Boven in de andere lodges kwam je trekkers van
alle landen tegen, maar hier waren we maar alleen. Dan moet je de gezelligheid
maar zelf maken!
Toen
ik vanochtend uit mijn bed kroop, voelde ik het al. Er was geen enkel plaatsje
aan mijn lichaam dat geen pijn deed. En ook mijn rechterschouder deed enorm
pijn van mijn laatste valpartij. Maar ja, niet aan te doen. We moeten toch
verder. Het einde is in zicht.
Ik
kan je nu wel verzekeren, dat de Himalaya niet met zich laat sollen. Wees
voorbereid en sterk. Temperaturen schommelen hier op 1 dag van -10 tot +30
graden. Dus heel moeilijk om je te kleden.
De
tocht vandaag is levendig en loopt door het dagelijkse leven van de Himalaya.
En dat vind ik wel heel fijn, en vooral heel leerrijk. Als je dan ziet, met wat
die mensen moeten werken en hoe die mensen moeten werken, zijn wij echte
luxe-paardjes.
Onderweg
spreek ik met mijn gids en porter af, om nog een laatste stop te maken en een
laatste biertje te drinken in de Himalaya. Blij dat het gedaan is. Moe ... heel
moe, maar voldaan.
Ik
deed het toch maar. Niet zonder moeite en heb heel veel afgezien. Maar dit ...
dit nemen ze me nooit meer af. Wat ik hier gezien heb, geleerd heb en
meegemaakt heb, blijft me bij ... voor de rest van mijn leven. Je ziet dit wel
in films, maar hier zijn ... het meemaken ... het voelen ... het is nog wat
anders!!
Ik
zet dan toch mijn tocht maar verder. Want ik wil het meer nog zien in Pokhara.
Eenmaal
in Pokhara breng ik maar eerst mijn kleren naar de laundry. Raar systeem hier,
zeg. Mijn vuile was wordt gewogen, en ik moet 400 roepie betalen voor 3 kg.
Da's ongeveer 130 Roepie per kilo ... net geen Euro!
Vervolgens
heb ik een wandeling gemaakt naar het meer, voor de zonsondergang. Wat een
prachtig zicht, zeg. Ik heb er zelf een terrasje gebouwd om een pilsje te
drinken, terwijl ik lekker op z'n Belgisch van de zonsondergang geniet. Wat een
pracht en wat een zalig gevoel. De pijn van de Himalaya is inmiddels alweer
bijna verdwenen. Nu op naar Katmandu!
Vanmorgen
alweer heel vroeg wakker. Niet moeilijk als je elke dag om 8 uur gaat slapen en
het 3 graden is op je kamer!!
Ik
stond er weer van te kijken hoe stil de nachten hier zijn. Dat kan je je niet
voorstellen! Ook zie je hier ook enorm veel sterren. Dat kan je je niet
voorstellen. Dat is bij ons niet meer!
Mijn
gids vertelt me dat ik vandaag niet hoef te klimmen. Oef! Alleen dalen, ik ben
benieuwd.
Om
7.30 uur ontbijt en dan weer de sneeuw in. Ik hoop dat mijn schoenen en sokken
een beetje droog zijn. Die waren doorweekt gisterenavond! Ik heb ze
gisterenavond stiekem aan het kacheltje laten staan.
Toen
ik vanmorgen de zon zag opkomen achter de bergen, wilde ik daar nog snel een
foto van nemen. Nietsvermoedend nam ik mijn camera en snelde naar beneden. Ik
had niet in de gaten dat de buitentrap een ijsspiegel was. Want het heeft hier
weer flink gevroren vannacht ... - 9 graden. Jongens, maak ik me daar een
'totter' van jewelste!! Ik maakte een slipper op de trap en viel achterover op
mijn rug en viel naar beneden. Gelukkig kon ik mijn camera omhoog houden en is
er niets aan. Ik werd dadelijk terug op de been geholpen door 3
nationaliteiten; een Australiër, een Engelsman en een Tsjech! Dat begon al
goed. Gelukkig had ik niet teveel pijn.
Toen
ik na het ontbijt buiten stond te wachten voor het vertrek, stond ik daar
gewoon te bibberen van de kou. Niet te doen! En toch kwamen de mensen van de
keuken, gewoon buiten op het terras hun ontbijt nemen. Ik wist niet wat ik zag.
Het vroor toen nog steeds -3!! Toen ik vroeg of zij het niet koud hadden,
moesten ze lachen. Koud? Nee hoor, zei de kok, ik heb gewoon de soep iets meer
spicy gemaakt en dan krijgen we het vanzelf warm!! Wat een verwende nesten zijn
wij toch.
Een
deur dichtdoen bv. ... dat doen ze hier niet. "Hallo? Dat doen we alleen
als het koud is!! DUH!!!"
Yep,
ik begin er aan. De tocht is weer begonnen. Jongens, deze was voor mij
loodzwaar. Bijna even zwaar als het stijgen! We dalen van 2850m naar 1300m. En
dit allemaal via kleine paadjes en vooral trappen ... heel veel trappen.
Onderweg heb ik nog een zware val gemaakt. Ik slipte op een brugje en viel plat
op mijn schouder. Wederom geluk ... want mijn camera is nog heel. Maar mijn
carbon-Leiki-wandelstick is gewoon in 2 gebroken. Ik ben er niet goed van. Ik
had deze speciaal voor deze trip gekregen!
Om
17.30 u komen we eindelijk in onze lodge aan. Ik ben stikdood en kan gewoon
geen pap meer zeggen. Nu voel ik het pas. Ik ben oververmoeid. Morgen nog een
kleine tocht naar het eindpunt. Gelukkig, ik hoop dat ik het nog haal.
Ook
vandaag weer ben ik opgepept door mijn gids en mijn porter. Voor wat het nog
hielp ... amai, wat is dit zwaar!!
Vannacht
was het 1 gr. in mijn lodge. Koud ... ijskoud ... wees daar maar zeker van.
Gisterenavond
had ik al besloten om vanochtend niet mee "Poonhill" te beklimmen. Ik
voel me er te ziek voor en ben te fel vermoeid door de tocht van gisteren (die
met dit weer toch loodzwaar was).
Het
was vanochtend buiten -10 graden. Er was in de logdes zelfs geen water voor de
toiletten. Alles bevrozen! De pad naar Poonhill was 1 ijsbaan. Dat had ik al
van anderen gehoord. Gevaarlijk dus ... heel gevaarlijk! Het is dan ook een
heel steile klim, dus ik koos voor het zekere.
Vandaag
is mijn jongste dochter jarig! Ik probeer haar een sms'je te sturen! Proberen,
want ten eerste is er amper netwerk-dekking, en ten tweede weigert mijn
gsm-toestel dienst vanwege de kou. Maar het lukt! Ik krijg het sms'je erdoor!
Gelukkige verjaardag, kleine Liesje! Ik denk aan jou!
Al
vroeg na het ontbijt gaat mijn tocht alweer verder. Ik moet nu als eerste weer
een berg beklimmen, en deze is nog steiler en hoger dan Poonhill. Ik krijg
dezelfde zichten te zien, zegt de gids me. Het is ook zo ... gewoon wondermooi
die zichten ... geen woorden voor. De zonsopgang heb ik trouwens mooi kunnen
vastleggen van op mijn kamer ... wondermooi!!
Ik
onderschat wederom de tocht van vandaag. De sneeuw ligt overal 40 tot 50 cm
dik. Een nadeel is ook nog dat hij bevroren is. Een levensgevaarlijke ijsbaan
dus. De temperatuur is -8 gr als ik vertrek. Ik zie enorm hard af van de kou.
De kou in de Himalaya is bijtend, en niet te vergelijken met die van ons. Het
is heftig!
De
gids neemt weer mijn rugzak voor zijn rekening. Hij heeft gisteren genoeg
gezien, zegt hij. Ook een paar mede-trekkers bevestigen dit. Ik was kapot ...
zo zag ik er ook uit. Ik ben de gids zeer dankbaar en laat dit ook merken met
mijn fooi. Dit is het enige waarmee je hen kan bedanken. Hij doet echt alles
voor mij. Hij zorgt bij deze koude voor extra dekens, want met de slaapzak
alleen? Daar trek je het niet mee.
De
tocht is mooi, maar alweer loodzwaar. Het vreemde hier is, dat je 4 klimaten in
1 dag hebt. 's Ochtends bijtende koude. 2 Uur later komt de zon op en is het
lente. Tegen de middag is het stikheet en speel je alles uit als je zit te eten
op een terrasje, en tegen dat je vertrekt, begint het herfst te worden. En hou
je jas maar klaar voor een fikse regenbui in de namiddag en voor je het weet,
bibber je weer uit je vel en moet je al je kleren weer bij mekaar zoeken om
warm te krijgen.
Na
de zware klim gaan we dalen. Deze paden zijn nog gevaarlijker. Spiegelglad zijn
ze! We zien zelfs een porter (drager) die uitgegleden is met zijn vracht. Hij
ligt zo'n 10 meter lager in de afgrond. Meteen snellen alle porters die in de
buurt zijn ernaartoe, om hem te helpen. Mooi is dat. Met heel wat mankracht
wordt hij, met zijn vracht, naar boven gehesen. Nooit zo'n menslievende
behulpzaamheid gezien.
Na
9 uur stappen, kom ik stikdood in onze lodge aan. Hoera!!! Hier brandt een
kachel in het restaurant. Een wonder!! Onmiddellijk kruipt iedereen eromheen,
om zich te warmen en zijn spullen te laten drogen. Vroege binnenkomers staan
spontaan hun plaats af, als ze zo'n verkleumd manneke als ik, zien binnenkomen.
Wat mooi toch, eh!!
Mijn
gids vraagt me wat ik wil eten. Ik ben doodop en bestel een mix-spagetti. Ik
denk nog ... wat zal dit worden? Maar het valt uiteindelijk heel goed mee. Heel
lekker!
Om
19.30 uur vertrek ik weer richting slaapkamer. Standaard ritueel hier. Je hebt
het ook nodig hier ... meer dan nodig ... je nachtrust!
Vandaag
ook weer heel veel steun gehad van mijn gids en porter. Gelukkig, anders had ik
het nooit gehaald. Nogmaals dank je wel ... Bhim en Raoul!
Al heel vroeg weer wakker geworden ... van de kou natuurlijk ...
Ik kom er nu pas achter dat ik deze lodges geen handdoeken te vinden zijn. Fijn, hoor, ik wist weer nergens van. Moet mij weer overkomen!
Electriciteit? Niet te bespeuren, dus scheren? Nee, vergeet het maar. Tot overmaat van ramp krijgen we bij het ontbijt te horen, dat er een grote grondverschuiving geweest is tijdens de nacht, vlakbij ... vanwege de zware regens. Er is nu nergens electriciteit, dus zitten we in het donker aan het ontbijt. Als ik me dan toch een beetje wil gaan opfrissen en mijn tanden wil gaan poetsen, beginnen de Nepalezen spontaan te lachen. No water!! Frozen!!! - 8 gradenC!!! Mooi, eh? Daar sta je dan. Ach ja, denk ik dan ... da's ook gemakkelijk en het is dan ook maar voor 5 dagen, eh!!
Ik wrijf me met m'n handen door m'n gezicht en door m'n haren ... zo moet het dan maar goed zijn en hop ... weer maar door!
Ik heb het koud ... bitter koud. Al de kleren die ik bij me had, heb ik aangetrokken. Maar ik heb nog koud.
Ik ben ondertussen ook ziek geworden. Ik denk van de koude en het steeds nat zijn. Maar ik ben eigenlijk, zonder het zelf te beseffen, hoogteziek geworden. Ik heb vreselijke hoofdpijn en moet constant overgeven. Dat is minder, natuurlijk. Maar erger nog, is de trekking van vandaag. Deze is voor mij zwaar ... eigenlijk veel te zwaar. Het is de ganse dag stijgen ... almaar trappen lopen. Vreselijk, zeg!
Wanneer de gids merkt, dat ik de symptomen vertoon van hoogteziekte, stelt hij voor om mijn rugzak over te nemen. Eerst weiger ik, want ik wil dit zelf doen, maar na een tijdje moet ik toch toegeven. Het lukt niet meer! Zo ziek zijn, en altijd maar stijgen ... ik heb het wat onderschat!!!
Ik denk zelfs aan teruggaan, maar dat kan niet. De gids begeleidt me en spreekt me constant moed in. Ik moet en zal verder gaan. Er zit niets anders op. Terug kan niet meer ... uitgesloten.
Wanneer we eindelijk in het dorpje aankomen, waar we overnachten, ben ik blij ... heel blij ... maar snel komt er een verrassing. Ik krijg het nieuws dat we eerst heel het dorp doormoeten, nog maar stijgen, nog maar trappen, ... ik heb het nu echt gehad met trappen en stijgen ... ik ben doodmoe. Ik geraak zelfs niet op mijn kamer, maar blijf aan de eettafel zitten tot ik een beetje bekomen ben. De gids draagt mijn spullen naar mijn kamer en maakt mijn bedje in orde.
Hij is een opperbeste kerel, en doet alles voor mij. Hij brengt zelfs mijn eten en drinken tot aan mijn tafel, zodat ik niet moest rechtstaan. Hij lacht me toe ... met zo'n warme glimlach ... alsof hij wil zeggen: rust maar, ik regel het wel voor jou! Ben ik blij dat er nog zo'n mensen zijn!!! Ik had het anders nooit gehaald.
Bijna ondersteunend, ben ik naar mijn kamer gegaan om te gaan slapen. Trouwens om 20.00 uur 's avonds gaan de lichten hier uit en ligt iedereen in bed ... niet ik alleen, iedereen is kapot! Je hebt hier je rust wel meer dan nodig. Slaapwel!
Op naar morgen ... een nieuwe, ongetwijfeld mooie maar harde dag!
Dag 17 : Pokhara. Vertrek Himalaya trekking met de rugzak. Tirkedungha.
Laatste
voorbereidingen voor de trektocht.
Ik
ben al heel vroeg wakker en ga meteen aan de slag. Het lukt aardig, ik heb dan
ook al iets of wat trekkerservaring. Ik wacht op de jeep die me naar Birethani
zal brengen. Daar is het startpunt.
Wanneer
ik in Birethani aankom, regent het weer pijpenstelen. Het bliksemt en dondert
tegen de sterren op. Ik twijfel of het wel verstandig is, om te starten. Maar
ja, het is een droom ... wat kan me nu nog tegenhouden. De gids overtuigt me en
spreekt me moed in. En dan ... yes! ... het startsein wordt gegeven en we zijn
weg!!
De
gids en drager voorop. Het gaat goed. Het stopt zelfs even met regenen. Na een
uurtje stappen begint het weer ... regen regen regen ... We zijn in een eettent
even gaan schuilen. Regen, onweer, ... je kon duidelijk merken dat het gratis
was daarboven!!
We
besluiten om door te gaan. Nat, zijn we, tot op ons bloot vlees. En dan spreek
ik nog niet over de temperatuur hier. Het is ongelofelijk hard. Ik heb al veel
meegemaakt, maar dit slaat alles. Ik heb het nog nooit zo koud gehad! Ik draag
3-laags kledij en bibber nog uit mijn broek.
De
lodge? Een tent was misschien beter geweest. Het lijkt wel alsof je gewoon
buiten ligt. Ik wist dat de Himalaya hard was, maar deze koude is bijtend ...
dag en nacht. Niets verwarming in de lodge, tot we zeggen dat we elders willen
gaan eten, omdat het daar te koud is. Dan mogen we plots in de keuken gaan
zitten, waar ze een piepklein vuurtje branden hebben. Zij vonden het nog lang
niet koud genoeg om een vuur te maken.
De
wandeling was mooi. Af en toe zag ik al besneeuwde toppen. Het was zwaar, en
zeker met die regen erbij.
Toch
lekker gegeten en een lekker biertje gedronken. En dan ... die ijskelder in ...
ik draag nu lekker warm thermisch ondergoed en mijn pyjama erover. Ik lig in
een donsslaapzak en onder een extra donsdeken en ... ik heb het koud ...
heeeeel koud!!
Van Lumbini, de tempel, naar het mooie Phokara. Heel mooi gelegen tussen de bergen aan een meer.
Al om 7hoo vertrekken we weer aan het hotel. Want ik
wil eerst die tempel nog gaan bezoeken.
Het zal een rit worden van 8hoo. Maar ze belooft
mooi te worden, heel spectaculair, slingerend over smalle bergpassen.
De geuren, lees het stinken, zijn hier al een heel
stuk beter. Het is zelfs al bijna weg.
De tempel met de geboorteplaats van Boedha was weer
uniek. Ik heb wat geld gegooid naar een steen op de plaats waar hij geboren is.
Dan mag je een wens doen, en heb ik ook zeker wel gedaan.
Dan zijn we maar aan onze mooie, lange prachtige rit
begonnen naar Phokara.
Wat een verademing, zeg! Vergeleken met India, lijkt
dit wel een paradijs.
Prachtige rivieren komen in mijn gezichtsveld.
En dan , ja .dan is het zo ver. De Himalaya komt in
zicht.
Hier deed ik het voor.
Kan weer mijn tranen niet bedwingen van emotie en
geluk.
Ik voel me nu in mijn nopjes, maar dan begint het
punt ... donkere wolken pakken zich samen ... het begint te regenen .. hard te
regenen. Ik ben stil, heel stil.
Wat nu, vraag ik mij af?
Rond 16.30 komen we al in Pokhara aan en al dadelijk
krijgen we het slechte nieuws te horen.
Geen trekking!! Het weer is te slecht, te
gevaarlijk. Ik dacht dat ik door de grond zakte. Wat een teleurstelling!!!
Onmiddellijk begint mijn Indische begeleider in het
rond te bellen. Om 17.00 uur zal er een crisisvergadering volgen.
Daar worden we gebrieft over hoe de toestand momenteel
is in de bergen.
Slecht ... heel slecht ... heel veel sneeuw,
ijsvorming en slipperig. Toch krijg ik groen licht, maar ik moet wel zelf
beslissen...dus zelf de verantwoordelijkheid nemen. Wanneer ik 'yes' zeg,
waarschuwt hij mij om warme ... heeeeel warme kleren mee te nemen. Oke, yes,
zeg ik, ik ga ervoor.
Het gaat gebeuren nu. Onmiddellijk schiet ik in
actie. Ik moet toch nog wel wat extra gaan kopen, want veel van wat ik nodig
had voor de bergen, had Anja in mijn tas gestopt, maar ik vond dat te veel ...
overbodig... dus ik gooide dat er weer uit. Hoe dom kan ik toch zijn om niet naar mijn Anja te luisteren.
Vooruit, op naar de winkel ... die zijn er zat hier.
Pokhara is dan ook een echt backpackers-oord. Ik
koop warm ondergoed en vergeet ook zeker geen Nepalese muts te kopen.
Deze gaat dadelijk op mijn hoofd, want ik bibber nu
al uit mijn vel.
Zou het dan toch zo erg zijn?
Yes, nu de rugzak klaarmaken ... spulletjes pakken,
batterijen laden, en dan mijn bed in ... hier in die koude kelder, voor een
goede nachtrust. Die zal ik nodig hebben, zegt men.
Ik ben nerveus, maar voel me goed en sterk. Mijn
jongensdroom gaat in vervulling. Dank aan iedereen die dit mogelijk gemaakt
heeft.
Al om 7h00 vanochtend vertrek ik voor een heel lange
reis naar Lumbini in Nepal.
Het komt wel erg dichtbij nu, he...de Himalaya!
Ik word nerveuzer met de dag. Het lijkt wel of ik
een examen moet gaan doen, zeg. Waarom, dat weet ik niet. Natuur, zeker?
Onze Indische driver rijdt ons als een gek door
India. Tot 2 x toe hebben we een kleine aanrijding. Maar dat deert hem niet. Hij trekt zich dat geeneens aan. Blijkbaar is zijn karma vandaag dan toch niet zo in orde.
Ik ben blij dat we straks afscheid nemen van hem. Eénmaal
aan de Nepalese grens komt er een andere auto en driver aan.
Onderweg gaan de wegen en de dorpjes van kwaad naar
erger. Nu geloof je je eigen ogen niet meer. Het is nu echt wel heeeel erg,
hoor. Hoe willen of kunnen mensen in zo een rotzooi leven in godsnaam? Ik ben
blij dat ik India verlaat.
De rit is zwaar vandaag. We krijgen geen moment
rust.
Eenmaal aan de grens aangekomen, stopt de rikska al
bij mij. Mijn bagage wordt er op geladen en dan moet ik te voet de grenspost over
steken. Raar he .
Na een hoop formaliteiten ingevuld te hebben, mogen
we te voet verder naar de volgende grenspost.
Na op 2 plaatsen weer een hoop papierwerk in orde
gebracht te hebben ... dat vinden ze wel fijn hier al dat papier werk ...
kunnen we te voet verder naar ons volgend vervoermiddel. Het valt mee. Het is
een Toyota cruiser, en de driver valt ook wel mee.
Hij rijdt alleszins al een heel pak rustiger en
kijkt beter uit wat hij doet.
Het valt me dadelijk op dat het landschap en de
omgeving nu wel heel hard veranderd. Het wordt mooier en properder, zeg maar.
Bergen zie ik nog niet. Er hangt wat nevel. Het weer
is hier eigenlijk niet zo goed.
Het is hier ook een stuk rustiger op de wegen als in
India. En het getoeter .dat mis ik al helemaal niet. Ik ben echt blij dat het
wat rustiger is. Ik begin me ook al een beetje beter te voelen.
Ik heb vandaag al een inkomkaart gekocht om de
geboorteplaats van Boedha te bezoeken. Dat hoef ik morgen al niet meer te doen
dan. Want ik wil die tempel heel vroeg in de ochtend al bezoeken.
Lumbini is dan ook de geboortestad van Boedha.
Zo, eerst morgenvroeg nog deze tempel. En dan op
naar de Himalaya. Weer een rit van een achttal uren, hoor. Ik word het nog
gewoon.
Eerst en vooral een fijne Valentijnsdag voor
iedereen die hier mijn verhalen komt lezen. En dan vooral eentje voor Anja en
de kids.
Vanmorgen al stipt om 6h00 vertrek ik met een gids
naar de Ghats. Er zijn er zo'n 48 hier, in de heilige stad Varnasi, die tevens
de oudste stad ter wereld blijkt te zijn.
We zijn hier weer niet alleen. Dat valt me al
dadelijk weer op.
Want bijna al de mensen die naar de Cumbgaan in Alahabad, reizen dan meteen door naar
hier, Varanasi. Met z'n duizenden lopen ze in groepjes, gepakt en gezakt, al
zingend en roepend naar de heilige Ghanges toe. Wat een spektakel zeg. Ik krijg
eerst een kleine uitleg, en daarna vertrek ik met een bootje de Ghanges op.
Prachtige fotos ga ik hier kunnen nemen. Dat zie ik al dadelijk.
Maar ook zie ik hier al meteen het vuilste en smerigste
van wat ik al gezien heb hier in India. Vies, heeeel vies.
Ik krijg geen lucht. Ik wil hier weg. De mensen
beginnen ook hier weer spontaan gaan te duwen als het niet snel genoeg gaat
naar hun zin. Walgelijk is dit. Ze denken niet na! Maar ja, hun karma helpt hen
wel.
Als ik eenmaal op het water ben, gaat het alweer een
beetje beter. Hier heb ik mijn persoonlijke ruimte weer.
Er zijn ook goede dingen om te vertellen. Ik heb
geluk; er hangt vandaag geen mist.
Ik zie dan ook de zon opkomen; wat een zicht, zeg.
Gewoon uniek en prachtig. Ik krijg er kippenvel van. Wat een uitzicht hier op
de Ghanges.
Ik zie duizenden mensen die er hun onderdompeling
komen doen of er een bad komen nemen. Heel indrukwekkend is het.
Ik laat me nu doorvaren naar de aanlegplaats.
Onderweg spot ik al de eerste lijken die naar de Ghats gebracht worden. Ze
zitten ingewikkeld in een soort blinkende stof. En ze worden op hun schouders
gedragen. Ze gaan er mee naar de oever, dompelen dan het lijk eerst onder
water, en vervolgens besprenkelen ze het met het heilig water. Dan gaan ze er
mee naar de brandstapel en verbranden het.
De geur van het verbranden valt mee. Er wordt zo
veel van iets anders aan het vuur toegevoegd, dat je de rest nog niet meer
ruikt.
Ik laat me aanmeren aan één van de grootste
verbrandingsplaatsen. Het ligt hier vol met hout.
Al snel zien we weer mensen afkomen met een lijk. Ik
word uitgenodigd om een ceremonie bij te wonen. Dit wil ik wel eens meemaken.
Ik mag wel niet fotograferen; dat wordt me uitdrukkelijk gevraagd. Het is
interessant. Tot ineens die toffe meneer over geld begint te zeuren. Hij heeft
het over een donatie. Ik geef hem wat geld, maar dat is blijkbaar niet genoeg
voor hem. Wanneer is het wel genoeg, als je zo maar iets geeft, he? Hij blijft
aandringen, maar ik word boos, heel boos.
Opeens mag ik wel fotos nemen, maar ik moet er dan
wel 1000 Roepies voor betalen. Spreek ik hier nu nog over godsdienst? Of is het
misschien, zelfverrijking?
Ik ben nu echt boos en wil hier weg. Die man houdt
me tegen. Nu word ik echt kwaad en scheld hem uit. En dan opeens, moet ik daar
weg. Ik ben er niet meer welkom. Geen probleem, jongen, hoe sneller weg, hoe
liever.
Ik merk dat ze nu onder mekaar woorden hebben. Want
de één wou het toe laten om fotos te nemen, en een ander probeerde er zo meer
geld uit te halen. Spreek ik nu eigenlijk nog over een godsdienst? Ze proberen
me zelfs nog terug te roepen, maar ik weiger dat en loop weg.
Mijn tocht gaat nu verder door een aantal zeer
kleine steegjes. Hier hangt een geur ... dat wil je niet weten.
Ik kokhals en kan het niet meer houden. Ik moet
overgeven en het stopt niet meer.
Ik loop er weg zo snel ik kan. Ik weet het nu zeker.
Ik heb het hier wel gehad. Ik wil nu alleen nog naar mijn hotel. Ik wil me
opfrissen. Laat me verder met rust.
Ik ga dan toch maar ontbijten. Daarna ga ik op zoek
naar een internet café. Want in de hotels is het internet maar bagger.
Rond de middag besluit ik om het moderne Varanasi
eens gaan op te zoeken. Ik neem een ritska en laat me tot daar voeren. Dit is
een hele verademing, zeg. Totaal anders. Vaste prijzen, geen gezeur voor
fooien. Proper eten en fatsoenlijk, proper geklede mensen. Ik kuier hier de
ganse namiddag maar wat rond.
Dan laat ik me maar terug naar het hotel voeren. De
fietser probeert om ook z'n graantje mee te pikken, maar dat laat ik niet
gebeuren. Ik zeg hem kordaat: naar het hotel of niets. Hij gaat akkoord.
Onderweg haalt de arme man een euro uit z'n zakken en laat me deze zien. Hij
vraagt me of ik die munt ken.
Natuurlijk ken ik die. Dan smeekt hij mij bijna om
deze munt om te zetten in Roepies. Natuurlijk zeg, waarom zou ik dit niet doen.
Hij is zo blij en dankt me uitvoerig. Jij bent een goed mens, zegt hij nog. Jij
hebt me heel goed geholpen. Welke idioot geeft die arme man nu een Euro? Daar kan hij niets mee doen; niet mee kopen daar. En omwisselen ook niet!
Vervolgens word ik nog aangesproken door het
hotelpersoneel, met de vraag of ik mijn zonnecreme niet wil verkopen Raar he. Neen hoor, dat doe ik niet, zeg ik hem, want ik reis door naar Nepal. En daar zal ik die meer dan nodig hebben. Wat een avontuur weer, zeg.
Om 17h00 heb ik weer een afspraak met een gids.
Hij zou me de stad, de avonddrukte en de avondceremonie
laten zien van op de Ghanges. Ik ga terug naar de Ghats. Om te kotsen? neen hoor,
ik hoop het niet.
Ik rijd nu met een ritska door de stad. Het is nu
nog eens zo druk als vanochtend.
We gaan ook nu weer een boottocht doen. Deze is bijna
niet te doen van de muggen op het water.
Op de oevers van de Ghanges is het nu nog drukker. Je
ziet van ver al de vuren die ze aansteken voor de verbranding. Ik tel er al
snel 12. Heel speciaal, zeg.
Dan wil ik terug naar het hotel. Ik word gek van al
dat getoeter en geroep. Ik kan er niet meer tegen ... ik wil hier weg.
Ja ja, mijn laatste avond in India gaat beginnen. Zo
ver zijn we al. Ik kom binnen 14 dagen nog wel voor twee dagen terug naar Dehli,
maar nu ga ik eerst naar het dakterras. Ik drink hier nog twee pilsjes en ga
dan maar m'n bedje in. Want voor morgen staat er een flinke reis voor de boeg.
Ik ga zeker 9 uur in de auto moeten zitten, dus mijn rust zal welkom zijn.
Weer
heel vroeg wakker geworden vanmorgen. Ik heb eigenlijk nog geen enkele keer
goed en lang geslapen. Ik mis echt Anja wel hoor. Het blijft toch moeilijk zo
alleen slapen, als je dat niet gewend bent.
Al
om 9h00 vanochtend waren we op pad. Weer maar eens die zandbak ingetrokken,
want dit deel van India is echt wel erg. Een zandbak en allemaal off-road
wegen. We hotsen van links naar rechts en boven naar onder. Geen moment kan ik
me los laten in de auto, of ik vlieg tegen het raam.
Ik
heb deze laatste dagen al meer zandstof gevreten dan in mijnheel leven, denk ik.
Onderweg
stoppen we zodat ik wat banaatjes kan kopen. Ik ben heel even onvoorzichtig en
heb niet zo goed het verkeer in de gaten. Eén of andere gek rijdt me gewoon
bijna omver. Hij doet geeneens moeite om mij te ontwijken of te stoppen. Hij
geeft nog gewoon extra gas bij. Idioot, roep ik hem nog toe. Ik kan gelukkig
nog net aan de klap ontspringen. Het scheelde echt geen haar. Ik was er niet
goed van en zag zo bleek als krijt. Ik moest echt naar adem snakken. Zo was ik
geschrokken.
Ik
heb het nu voorlopig wel gehad met India en die Indiërs.
We
zetten onze tocht verder naar de startplaats van de boottocht. Onderweg komen
we voor een spooroverweg te staan waarvan de slagbomen dicht zijn.
Niemand
of niets houdt zich hieraan natuurlijk. Elk voertuig dat onder de slagbomen
door kan, doet dan ook gewoon. Toch een rare gang van zaken hier, hoor.
Ik
begin nu toch een beetje naar beschaving te snakken. Ik ben het "onbesnutste"
een beetje beu. En iedereen vraagt maar geld, en elke verkoper en barman
probeert zijn eigen graantje mee te pikken. Alsof ik een melkkoe ben. Dat zijn
wij toch helemaal niet gewend.
Ik
hou me sterk, maar nu kreeg ik het toch even moeilijk, zeg.
Allee
Staf, zeg ik tegen mezelf, kom op jongen, doorgaan. Ik kijk nu maar even uit
naar de boottocht. Misschien maakt die wel weer heel veel goed.
De
trein, of iets wat er moet voor doorgaan, komt er aan. We kunnen doorrijden nu.
Oef zeg, bijna 20 min stil gestaan.
De
boottocht valt best mee. Alleen is het er warm op. De zon brandt op mijn hoofd
en gezicht. We zitten in de vlakke zon. Ja Anja, ik weet het. Had ik maar weer
geluisterd naar jou. Dan had ik nu mijn pet bij gehad met een zonnewerend
nekstuk aan. Jammer, ik mis het echt wel. Gelukkig heb ik nog een sjaaltje bij
me, en kan ik dit over mijn hoofd doen. Zo ben ik toch een beetje beschermd.
Want mijn neus heeft al prijs.
Al
snel zie ik mijn eerste crematie z'n gang gaan. Heel raar. Jammer, maar men
vraagt me om geen fotos te nemen. Men roept het mij toe. En toch ga ik het
morgen wel doen. Waarom ook niet.
Ook
zie je allerlei kleurige dingen langs de oever van de Ghanges, hoor. Mensen die
de was komen doen.
Ik
zie ook wel verschillende kadavers van heilige koeien liggen, half vergaan. Dat
is weer minder natuurlijk. Gelukkig staat er een klein briesje en ruiken we de
kadavers niet.
Wanneer
ik de eindbestemming van mijn boottocht spot, merk ik het al dadelijk. Varanasi,
de heilige stad. Ja, kan best wel zijn, maar ook de smerigste die ik al gezien
heb. Ik dacht nu alles gezien te hebben, maar nee hoor. Dit is nog erger. Dit
slaagt alles. Dit is de grootste ellende die ik in mijn hele leven al gezien
heb. Dat mensen zo kunnen leven. Hier leven volgens mij de armsten der armen.
Ik zie hier ook opvallend veel zigeuners. Die leven in zelfgemaakte open
tenten. Je gelooft weer niet wat je hier ziet.
Ik
heb het nu wel echt gehad met India. Nog één dag en dan vervolgt mijn reis
verder door naar Lumbini. Dat is al Nepal.
De
trekking komt nu wel echt dicht bij. Ik word met de dag zenuwachtiger.
Weer
een mooie jongensdroom die in vervulling gaat gaan. Dit houdt me sterk. Hier
doe ik het voor.
Kom
op Staf gaan jongen. Volhouden, de Himalaya komt er aan.
Zo
ik ga nu slapen, want morgen vroeg vertrek ik al om 5h30 voor een boottochtje
op de Ghanges.
Ik
ga de zonsopgang en ondergang bekijken vanaf de Ghanges.
Vanmorgen al om 8h30 vertrokken naar Alahabad. Dat
is een heilige plaats waar drie rivieren samenkomen. Dit is dan ook de plaats waar
zij willen ondergedompeld worden.
Prelad Sing, mijn Indische contactpersoon wil
natuurlijk deze onderdompeling mee maken. Ja, welke hindoe niet eigenlijk. Nu
nodigt hij mij uit, om dit samen te beleven. Een unieke kans. Het geluk zit me
mee. Juist nu hier in India zijn, en dan dit alles vanaf de eerste rij mogen
gaan meemaken. Hier kan ik geen nee op zeggen. Hij vertelt me ook al dat er
heel wat meer zal te zien zijn. Ik kijk er al naar uit.
Eenmaal in Alahabad aangekomen, begint de kermis.
Dit moet je zien en meemaken. Hier zijn geen woorden voor. Je gelooft niet wat
je ziet. Rock Werchter (de omvang hiervan dan), verdwijnt hier gewoon in het
niets. Dit is wel een 100 keer groter festival. En eigenlijk, nog zo slecht
niet geregeld .... als je de chaos er bij neemt.
Zij zien die chaos niet hoor, voor hun is dat maar
normaal.
Drie kwartier moeten we lopen, vooraleer we ongeveer
op de plaats zijn waar het allemaal zo een beetje gaat gebeuren. Het verveelt
wel geen moment, want je weet toch niet waar je eerst moet kijken.
Al die mensen zijn uitgelaten. Iedereen baant zich
een weg door al die drukte heen.
Respect? Begrip? Wachten? Dat kennen ze hier
allemaal niet. Als je stopt, of er staat een rij stil, beginnen ze als gek gaan
te duwen. Kan je je dat voorstellen. Wij hebben een goed karma kan goed zijn,
zeg ik, maar ik heb vrouw en kinderen in België, en die wil ik heel graag terugzien.
Maar ja, ik stop toch, want ik wil dit allemaal
fotograferen.
Rond de Ghanges zijn allemaal dorpjes gebouwd van
tentjes en tenten. En elke tent is voor hun een heilige tempel. Probeer er geen
voet in te zetten met schoenen of slippers aan, want dan heb je ruzie. Dan
brullen ze gewoon hun longen uit hun lijf.
Iedere hogere in rang of goeroe, probeert je in zijn
tempel ... lees tent ... binnen te krijgen. Daar staan ze dan, in hunne
flikkie, helemaal met as ingesmeerd. Echt wel een gek gezicht, hoor.
Hey mister, please come, which country?
Dat zijn hun lokwoorden. Ik trap er in, ga binnen en
laat me zegenen met hun asse.
Wat hij allemaal zegt? Dat weet ik niet. Want hij is
zo stoned als een aap.
Dan vervolgen we onze weg naar het water. Nu en daar
gaat het gebeuren. Je ziet dat Pralad zenuwachtig wordt. Hij wil dit graag. Dat
had hij mij al verteld. Hij is gespannen.
We moeten nu een bootje nemen, dat ons naar de
heilige plaats brengt. Het is ergens midden in de ghanges. Die voor dit
festival trouwens een beetje droog gelegd is.
Eénmaal daar aan gekomen, twijfelt onze Indiër geen
moment. Hij kleedt zich uit, en springt in het water, zodat hij kan
ondergedompeld worden.
Nu is het jou beurt, roept hij mij toe, en doet
teken dat ik moet komen.
Even twijfel ik. Maar dan komt mijn gezond verstand
naar boven, en hou ik me in.
Wat ik toen allemaal dacht, dat wil je niet weten.
Maar ik ben in geen geval dat water in gegaan. Sorry, een volgende keer
misschien. Dat is binnen 12 jaar.
Echt uniek, deze ervaring. Een voltreffer voor mij.
Vandaag weer een lange reis voor de boeg. De rit van
Khajuraho naar Allahabad neemt een flinke tijd in beslag.
De reis zou wel eens een flinke 8hoo kunnen duren.
Dat is weer een serieus eind, he.
We reizen naar een stad die voor Hindoes een zeer
heilige betekenis heeft, Allahabad.
Hier komen namelijk drie heilige rivieren bij elkaar:
de Ganges, de Yamuna en de mythologische Saraswati.
We hebben er uiteindelijk 9hoo over gedaan. Maar we
zijn aangekomen. We zijn vandaag ook voor het eerst met onze nieuwe chauffeur
op pad gegaan. Een man met ervaring, dat wel.
Maar hij raast als een gek door de straten heen. Ik
voelde me zelfs een beetje onveilig bij hem. Maar het was even wennen aan zijn
rijstijl.
Het is telkens weer maar rakelings dat hij het
tegenliggend verkeer passeert.
Wat vandaag ook weer op viel was, dat de omgeving
weer maar eens helemaal anders werd.
Eerst reden we door een gebied waar nog wilde
tijgers leven. Er bevindt zich hier ook wel een tijger reservaat.
Het is hier wel een prachtig tropisch gebied. Ik zie
ook heel veel kleine aapjes, zo maar wild in de natuur. Ze lopen gewoon het
straat op. Je moet opletten of je rijdt ze de pan in. Een tijger heb ik niet
kunnen zien. Misschien al maar goed ook.
We rijden nu van centraal India, noord India binnen.
Wat een verandering is het toch wel weer.
Ik heb al veel gezien tijdens mijn reizen, maar
dit .dat slaat alles.
We rijden door dorpjes die echt wel heel middeleeuws
lijken, en dan overdrijf ik nog niet eens.
Maar de armoede en ellende is hier al het hoogste
van al wat ik van India al gezien heb. Daar zijn geen woorden voor.
En dan moet je weten dat dit stuk van het land het
meest vruchtbare is. Het is het rijkst aan ontginning en het armst van
bevolking. Rijk is hier heel rijk, en arm is hier heel arm.
Mosterdzaadjes, tarwe, rijst, mambo oogst. Het is er
allemaal, en veel ... heel veel. Ik wist trouwens niet dat mambo bomen zulke
grote bomen waren. Weer wat bijgeleerd, zeg.
We naderen Alahabad. We merken het al. Naar
aanleiding van het festival, The Cumb, in de Ghanges, is het hier een komen
en gaan van wagens, tractors met beestenwagens vol mensen geladen. Bussen, zo
veel heb ik er nog nooit bij mekaar gezien. Bussen, ja dat is een groot woord
he. Het is een vervoer middel waar heel veel mensen in gaan. Maar bussen, dat
is nog iets anders. Je gelooft weer je eigen ogen niet.
Zulk een grote volksverhuizing heb ik nog nooit
gezien. Zelfs niet op oorlogsbeelden die ze op TV vertonen.
Er zijn gisteren al 36 doden gevallen, toen een brug
die over een spoorweg liep, doorzakte omdat ze er weer met veel te veel mensen
opstonden. Ze leren het niet, he.
Ik spreek nu echt niet van honderdduizenden, maar
van miljoenen mensen. Het is een mierennest. Overal staan honderden bussen en
vrachtwagens geparkeerd. En de mensen kamperen er gewoon rond heen. En dat met
heel weinig luxe. Soms zelfs met niets. Gewoon in wat vodden dekens gerold en
dan maar op de grond liggen. Te gek gewoon.
Het verkeer loopt weer helemaal vast. Hier en daar
probeert een politieagent met stok, het wel in banen te leiden, en wat orde in
de zaak te brengen, maar dat lukt niet.
Onze chauffeur probeert een wagen voorbij te steken,
en onmiddellijk vliegt zo een agent met een stok naar onze auto toe. Hij wil
slaan, maar dan ziet hij dat we buitenlanders zijn. En houdt hij zich snel in.
We zien de mensen in hordes over de bruggen lopen.
Het lijkt wel een kolonie mieren. Nog nooit heb ik zo een massa mensen bij
elkaar gezien, gigantisch zeg. Kleren met de gekste kleuren hebben ze aan. En
de meeste dragen dan ook nog eens een grote tas met zich mee. Met droge kleren
in, denk ik.
Er zijn er ook veel die dan nog heilig water van de
Ghanges mee naar huis sleuren in zo een grote water bidon om hun hoofd. Je moet
dat zien. Ongelofelijk en meteen ook een angstaanjagend gezicht.
Met moeite kunnen we ons een weg banen naar het
hotel.
Zelfs hier rond het hotel, waar ook een grote tempel
aanwezig is, hebben zich duizenden mensen gehuisvest. Ze brengen ook hier de nacht
door in open lucht. Wat een geloof hebben die toch, zeg.
Ik ben hier ook een beetje ongerust. Maar ik zit
toch veilig in het hotel.
Ik ga nu slapen, want die doop morgen van Pralat Sing,
onze begeleider, die wil ik voor geen meter missen.
Zou ik dan misschien zelf ook eens kopje onder gaan
in de Ghanges?
Kunnen
wij ons echt niet inbeelden, wat je hier op die tempels te zien krijgt.
Ik heb
eindelijk eens een rustige nacht gehad, zeg. Dat was alweer even geleden.
Ik was
meer dan doodmoe gisterenavond. En ben dan ook als een blok in slaap gevallen.
De
fietsen zijn gisterenavond al aangekomen. Zo dadelijk ga ik de mijne even
inspecteren.
Want wie
weet met wat ze ons hier op de baan sturen.
Oh ja, ik
heb al enkele dagen zelf voor mijn ontbijt gezorgd. Zelf koffie gezet, koekje
er bij, banaantje er bij.
Oeps, sorry dokter, sorry Anja.
Ik vind
hier echt niets anders. Ik snak naar een bruine boterham met een stukje vlees
of kaas ertussen. En de ontbijten in de hotels hier stellen ook niet zo veel
voor. Althans voor mij dan toch niet. Alles is zoet, ofwel Indisch, en dat is
dan weer veel te veel en te vettig en zwaar. We reizen heel veel, en dan kan
dat niet.
Al om
9h00 gaan we van start met de fiets, op weg naar de erotische tempels.
Ik ben
alvast heel benieuwd, zeg.
Mijn
fiets is alvast heel goed in orde. Raar model, zo een Engelse hoogzitter met
een smal stuur.
Ik lijk
nu wel een echte Indiër.
Het wordt
hier met de dag warmer. Vandaag kan ik spreken van tropisch. Ik denk dat het
rond de 26 graden is.
Al na een
paar kms fietsen...lees: ons door het drukke verkeer van autos en vooral
brommers, maar ook veel voetgangers, gewrongen te hebben ... ik leer het al een
beetje, hoor... komen we al aan de eerste tempels aan.
Ik spot
ze al in de verte. Ik wil natuurlijk alweer sneller gaan trappen, maar dat laat
het drukke verkeer niet toe.
Wat een
pracht, zeg. Maar ja, dat mag ook wel, na 25 jaar werken met ongeveer 16000
mensen.
Maar wat
een vulgaire koning en volkje moet dat wel niet geweest zijn. Je moet die
afbeeldingen zien. Zelfs sex met dieren vond hij ok voor zijn soldaten, als die
lang van huis waren. Ik mag er niet aan denken, zeg.
Maar hij
vond dat sex open moest zijn. En hij deed het om zogezegd de populatie wat aan
te dikken. Er waren niet genoeg mensen in die tijd toen, zei hij.
Zal hij
nu wel spijt van hebben, als hij kon zien wat er nu hier allemaal gaande is.
Ik heb
alvast maar een handleiding van de kamasutra gekocht.
Hou u maar vast, Anja. Wat ik hier gezien heb, vergt nog wel heel wat training,
hoor.
En wie
weet, leer ik er misschien nog wel wat uit.
Verder
hebben we dan maar weer onze eigen weg gevolgd. En zijn we maar weer eens de
dorpjes in gefietst. En het blijft wederom heel spectaculair wat je dan
allemaal te zien krijgt. Weer heel mooie, maar ook straffe dingen gezien. Die
dingen kunnen wij gewoon niet begrijpen, gelukkig maar zeg.
Aan de
waterkant is het altijd heel mooi, he. De één wast, de ander plast. Er zijn er
die zwemmen. Een ander staat zijn tanden te poetsen, en dan zie je daarnaast
iemand staan die zijn mond aan het spoelen is. Het is soms zo erg, dat ik me
moest omdraaien om zelf niet te moeten overgeven. Niet te geloven.
In de
namiddag hadden we een stop gehouden aan zo een Indische tent waar ze frisdrank
verkochten. Een lekker koud colaatje van een halve liter gedronken voor 25
roepie. Ja, het moet niet altijd bier zijn, he! Sssst, niet doorvertellen, maar
ze hadden geen bier, want anders ?
Dat is
dan wel weer leuk, die prijzen.
In de
meeste restaurants hebben we al lekker gegeten, maar de rekening .dat is altijd
wel weer iets. Ze blijven proberen, he. Elke keer moet ik goed mijn rekening
nazien. Want ze tellen altijd wel meer dan dat je genomen hebt.
Ik heb
vandaag weer lekker spotgoedkoop gegeten. Voor nog geen 4 euro.
Dat ga ik
alvast in België invoeren ... die prijzen dan, he.
Als we
terug aan het hotel aangekomen zijn, ga ik lekker aan het zwembad zitten, met
een heerlijke zelf gezette tas koffie. Daar staan jullie van te kijken, hé?!
Moet kunnen, niet?
Vanavond
gaan we terug in het zelfde restaurant iets eten. We gaan er te voet naar toe.
Een goede training voor mij. Want de trekking komt er nu stilaan aan, he.
We hebben
ons laten vertellen dat het vanaf nu alleen maar drukker, maar ook zeker mooier
gaat worden. De richting die we nu uitrijden is Alahabad en Varanasi.
Hier is
momenteel een festival aan de gang, dat maar om de 12 jaar plaatsvindt. Het
festival heet De Cumb. Het duurt 56 dagen, en er komen meer dan 440 miljoen
mensen naar toe. Hallo zeg, dat is 40 X België ongeveer.
YEAH, en
net nu ik hier ben, dat is een meevaller. Dat ik dat mag mee maken.
Ik ga me
alvast niet laten kopje onder duwen in de Ghanges. Ik heb al genoeg gezien.
Maar onze vriend die onze begeleider is, gaat dat wel doen. En hij gaat het
regelen dat we er bij mogen zijn.
Ik word
wel met de dag zenuwachtiger, want de trekking komt er nu wel echt aan.
Dit is
mijn jongensdroom, en voor mij het hoogtepunt van deze India - Nepal reis.
Ik heb
vandaag vernomen, dat onze trekkers tenten gaan mee zeulen. Dus ik zal 5
nachten in een tent doorbrengen. Ik kijk er naar uit. Ze hebben me ook al
verwittigd dat het koud zal zijn, iets meer dan koud nog. Ze spreken er van om
donskleren mee te nemen. Ik moet nog wel een goede slaapzak gaan kopen, want
die heb ik niet meegebracht. Maar dat zal wel lukken in Pokhara. Daar heb ik
een afspraak met de Himalaya gids en porter. Porter, een mooier woord voor
drager en sjerpa, he.
Ik zie
eigenlijk heel veel rotzooi en ellende. Maar toch voel ik mij gelukkig dat ik
dit nog mag mee maken. Ik voel me vereerd.
Bedankt
familie.
Ik mis
wel iedereen, vooral mijn Anja. Maar ik ga doorbijten. Ik voel me nog heel
sterk.