Dag 25 : Chitwan Nationaal Park. Ontdekkingstocht in het wildpark.
Vanmorgen
alweer heel vroeg op pad vertrokken, voor mijn eerste safari van vandaag.
Ik
ben met een kano de rivier op gegaan en zo de jungle ingetrokken, op zoek naar
wilde beesten. Eigenlijk heb ik weer maar eens geluk, want in dit subtropisch
gebied regent het meer dan 85% van de tijd. En net nu, is het zo'n 28 à 30
graden. Mooi toch!?
De
kanotocht is mooi. Je ziet het water overal dampen. Geruisloos glijden we over
de rivier. Ik krijg een verscheidenheid aan vogels te zien, waaronder de
prachtige Kingfisher. Ik heb deze al de hele maand in de vorm van bier
gedronken!!! Maar nu krijg ik 'm als vogel te zien. Wat een prachtstuk!
Er
zitten momenteel heel veel Siberische Ducks. Deze verblijven hier ongeveer een
zestal maanden. Ook prachtige beesten, hoor. Ik krijg ook nog hertjes en
antilopen te zien en witte reigers bij de vleet. Te veel om op te noemen. En
dan ... ja dan ... krijg ik het ongelofelijke te zien. 2 Giganten van krokodillen
liggen aan de kant te zonnen. Even voel ik me zelfs niet veilig in de kano. Het
zijn echt wel grote beesten, hoor! Gelukkig zijn het visetende krokodillen.
Op
het einde van de kano-tocht trekken we door de jungle terug. Ik krijg ook hier
heel wat dieren te zien, maar jammer genoeg geen beer of Indische tijger. Maar
ik ben tevreden, hoor. Ik heb heel wat mogen zien.
En
dan komen we aan de badplaats van de olifanten. Prahlad houdt zijn woord en
regelt onmiddellijk voor mij een olifantendouche. Wat was dit allemaal, zeg?
Dit had ik nooit durven dromen. De olifant kwam me afhalen aan de kant van het
water. Ik moest langs zijn slurf omhoog kruipen, over zijn hoofd, en dan in
zijn nek gaan zitten. De olifant-man riep toen een paar onverstaanbare woorden
naar de olifant en toen begon de kermis. Ik kreeg de ene na de andere douche! De
olifant zuigt water op met zijn slurf en krolt deze vervolgens achteruit en
blaast al het water eruit! Er zit toch redelijk wat druk achter, hoor. Daar
schrok ik wel van. En dan het ongelofelijke! Terwijl ik op de olifant zijn rug
zit, stapt deze naar het midden van de rivier, naar het diepe water. Dan laat
hij zich gewoon op zijn zij vallen en rol ik de rivier in. Daar stond wel een
stevige stroming, dus ik moest ferm zwemmen om terug bij de olifant te geraken.
De olifant-man hielp me terug op de olifant, maar deze liet zich opnieuw
vallen. Dit zo'n 4 -5 maal na mekaar. Een fantastische ervaring toch wel!
Zoiets vergeet je nooit meer. Dit zouden mijn kids ook geweldig vinden!
Terwijl
ik dit zit te schrijven, hoor ik hem of een andere toeteren. Alsof hij wil
zeggen: kom Witneus, ik wil je nog een douche geven!! Kletsnat ben ik dan maar
naar mijn lodge gewandeld voor het middagmaal. Want al om 3 uur vertrekken we
alweer voor een andere safaritocht. Ditmaal weer op de rug van een olifant. We
werden met een open jeep naar de startplaats van de safari gebracht. Dit was al
een avontuur op zich. Vooral heel veel stof vreten en heel veel
shaky-shaky-boem-boem. Plezant wel, hoor!
Eenmaal
in de jungle aangekomen, waren er torentjes gebouwd. Hier konden de olifanten
met hun driver zich 'parkeren'. Zo kon je makkelijk instappen. Ik zat samen met
een Japanner en jaja, een echt Rus in het platformpje op de rug van de olifant.
Met
de rus had ik dadelijk contact. Niet moeilijk, he, ik ken een paar woorden. Hij nodigde me dadelijk uit om een bezoek te brengen aan zijn stad. Het ging allemaal zo snel. Misschien had ik daar eigenlijk moeten op ingaan ... of had ik eerder misschien ergens vermeld dat ik dit niet meer ging doen. Ik weet het niet meer.
Maar
het loopt op zijn einde en dan durf je alweer beginnen plannen maken, zonder
dat je het zelf beseft!
De
Japanner op zijn beurt ging bijna op de grond liggen, om mij te groeten, toen
ik hem vertelde dat ik voor Panasonic in België werkte. Grappig, he! Heel
grappig!!
De
olifantenrit op zich was weer heel spectaculair. Dat moet je meemaken. Dan weet
je pas, wat Hannibal met zijn leger meegemaakt heeft, daar in de bergen. Dat
moet vreselijk geweest zijn. Ik was het na een kleine 2 uur meer dan kotsbeu.
Je hotst van links naar rechts en van onder naar boven. Je kan je gewoon niet
houden. Het is een kwelling. Geen pleziertocht. Alles doet pijn, na een paar
uur.
Het
is heel spectaculair als je olifant het pad verlaat en gewoon los de jungle
intrekt. Die duwt gewoon alles om wat op zijn pad ligt. Hij trekt takken met
verse bladeren van de bomen. Takken, die wij amper met een snoeischaar kunnen
losmaken. Dat doet hij losjes met zijn slurf! Oersterk zijn die olifanten.
Na
de tocht worden we met open jeep naar de lodge gebracht. Weer stof vreten!!! En
ook hier wonen alle mensen weer vlak tegen de weg.
Dan
nog genoten van een zeer prachtige zonsondergang met een lekkere Ghorka
(Nepalees biertje). Ook nog lekker gegeten en dan maar naar bed, want morgen
staat er alweer een zeer lange reisdag te wachten.
Dag 26 : Chitwan Nationaal Park â Gorakpur. Nachttrein naar Delhi.
Marathon
reis van 25h00.
Zo,
het Chitwan avontuur heb ik alweer achter mij gelaten. Het zit er al op.
Dit
was wel een unieke gebeurtenis en ervaring. Dat moet ik wel toegeven.
Vanmorgen
om 7h00 had ik al afgesproken voor vertrek. Mijn laatste dag Nepal zit er dus
al op. De reis zou zo een kleine 24h a 25h gaan duren. Geen klein bier dus. Je
zou voor minder je moed even verliezen.
We
moeten nog een kleine 5h00 rijden tot aan de grens van Nepal naar India.
Langs
de ene kant doet mijn hart wel een beetje pijn, omdat ik nu Nepal moet
verlaten, en mijn Himalaya avontuur nu echt voorbij zal zijn. Maar daar
tegenover staat, dat ik nu stilaan een beetje blij ben, dat er einde komt aan
mijn avontuur en reis. Ik hunker nu toch wel een beetje naar huis, naar mijn
Anja en de kids. Ik wil nu eigenlijk wel een beetje dat ik bij hen kon zijn.
Ik
ben heel stil in de auto. En ik probeer, op mijn manier dan, nog zo veel als ik
kan in me op te nemen, en te genieten van Nepal en zijn Himalaya. Want ik zal
hier dadelijk wel niet meer terug komen, denk ik.
We
naderen de grens. Ik zoek al naar mijn paspoort, en hou het alvast klaar.
En
ja, het is weer het zelfde circus om er uit te geraken, als dat ik er wou in
komen.
Ik
neem nu ook afscheid van mijn Nepalese chauffeur. Hij was een beleefde en zeer
toffe jongeman. Wie weet zie ik hem ooit nog weer. Van mij mag het zeker wel.
Daar
komt de ritska al aangereden. Hij roept al van ver. Want je moet hier te voet
de grens oversteken. Dat wisten jullie al van mijn intrede in Nepal, denk ik.
Nu weer die formulieren invullen, zeg. En het moet allemaal wel heel juist
zijn. Ik krijg de mijne alvast terug. Ik heb geen geldig adres van verblijf in
Dheli ingevuld, en dat moet er staan. Even ben ik in paniek, want ik sta daar
maar alleen...en weet geen adres.
Dan
komt dan toch mijn reisbegeleider in zicht. Hij is weer maar eens mijn reddende
engel. Gelukkig, zeg, want die ambtenaar begon al moeilijk te doen. Hij rook
weer roepies, denk ik. Ha ha, te laat man, ik heb iemand die me gratis helpt.
Zo,
dan maar weer een stukje te voet India in. En ja hoor...weer maar eens netjes
geregeld. Daar staat de volgende mooie auto, met chauffeur, alweer klaar om ons
een heel stuk India in te rijden. We moeten nu naar Gorakhpur. Daar is een
groot station. En van daar neem ik dan de nachttrein naar Delhi.
Terug
in India. Je ziet, ruikt, en hoort het onmiddellijk. Er gonst ook weer dadelijk
een liedje door mijn hoofd. En dat ga ik ook dadelijk weer zingen als ik in
europa land, denk ik. En dat is: Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Het
zal zalig zijn, denk ik. Weer gewoon volop doorademen. Geen smog, geen
stinkende rook van vuurtjes, geen urine geur. Het zal een hemel op aarde zijn.
Tijd om naar huis te gaan, denk ik. Ik droom al bijna luidop.
Wanneer
we in Gorakhpur aankomen, hebben we nog wel even tijd om ook deze stad te
verkennen. Ik heb al veel gezeurd over vuil en stinken. Maar ook hier verdienen
ze een prijs. Ik denk dat dit toch wel echt de vuilste stad is waar ik geweest
ben. De mensen zijn hier ook echt niet gemanierd. Ze hebben ook helemaal geen
ervaring met westerlingen of toeristen. Dat merk je heel duidelijk. En nieuwsgierig
als ze zijn, komen ze ook heel dicht bij je staan en proberen ze je aan te
raken. Ze willen ook allemaal een gesprek met je aangaan.
Ik
doe snel wat inkopen en spoed me dan maar weer naar het station. Daar voel ik
me dan tenminste toch terug een beetje veilig. De kadavers van dieren liggen
hier gewoon tussen de eetkraampjes te rotten. Niet te geloven. En zij vinden
dat nog allemaal normaal ook. Echt nog een stuk India waar nog veel werk is,
hoor.
Dan
is het zo ver. Onze trein komt er aan. Verstand op nul en blik op oneindig. Dat
is het beste wat je kan doen als je op deze trein stapt. Dat is echt wel nodig.
Nu waan je je toch wel een paar honderd jaar terug. En dan nog op een set waar
ze zo een oude film draaien.
Mooi
om mee te maken. Anja wees maar blij dat je er hier niet bij bent. Want je zou
gaan lopen, denk ik. Maar ja, waar naar toe dan? Want het is hier nergens
beter.
Even
gaan zitten en alles een beetje laten bezinken .dat is het beste wat je hier
kan doen op dit moment.
Dan
komt de redding. Cor heeft een fles rhum meegenomen. Dit gaat een heel stuk
helpen, denk ik.
Normaal
drink ik deze dranken nooit, maar voor nu ga ik een uitzondering maken.
We
proberen aan bekers te geraken, want die hebben we niet. We spreken dadelijk de
man aan die met thee rondkomt in de trein. Hij wil er ons wel verkopen, maar
dan moeten we de prijs betalen die normaal een thee kost. Anders wil hij er
geen geven. Geen probleem, zeg, dat willen we graag betalen.
In
India mag je geen alcohol drinken. En daar begint het eerste plezier al. Cor
duikt onder de lakens om onze bekers te vullen. De Indiërs begrijpen niet wat
er allemaal gebeurt. Ze kijken hun ogen uit hun hoofd. Vooral mijn fototoestel
heeft heel veel beziens. Het valt duidelijk op dat we hier in een zeer arme buurt
zitten, waar men nog niet veel heeft gezien.
Na
een kleine 25h00 reizen, ben ik dan in mijn hotel in Dehli aangekomen. Bekaf
was ik. Want slapen in zo een nacht trein? Vergeet dat maar, hoor. Er is veel
te veel op en af geloop.
Het
hotel is hetzelfde als waar ik mijn toer gestart ben. Het stelde toen niet veel
voor, en het is er niet op verbeterd. En zeker niet nu ik al zo veel andere hotels
gezien heb.
De
definitie van Nepal is: Never ending peace and love.
Dag 27 : Delhi. Aankomst 's ochtends met de nachttrein.
Na mijn aankomst in mijn hotel hier in Delhi ben ik maar dadelijk op zoek gegaan naar een lekker ontbijt.
Ik
heb er niet teveel tijd aan besteed, want ik wou nog wel enkele dingen gaan
zien hier in Delhi.
Ik
koos er voor om de metro eens te gebruiken. Dat is altijd wel eens plezant om
te weten hoe dat in deze landen te werk gaat.
Toch
geen goede keuze. Dat bleek maar achteraf, hoor, als je het al aan den lijve
ondervonden hebt. Lang moeten zoeken hoe het eigenlijk werkt, en welke richting
ik moest nemen, en waar er van af te gaan. En dan druk, druk ... amai, dat had
ik nog nooit gezien. We werden als beesten in een kooi geduwd. Ik kon nog amper
adem halen. Laat staan dat ik iets kon zien.
Maar
voor de prijs moest je het niet laten. Het is al het goedkoopste vervoermiddel
dat ik hier in India gebruikt heb, zeg. Het kostte zo goed als niets. En .het
was toch ook weer eens een belevenis.
Na
een tijdje door de straten gekuierd te hebben, besluit ik om op zoek te gaan
naar de sihks tempel. Ik had al ergens gehoord dat deze toch ook wel eens de
moeite zou zijn.
En
ja hoor, dat was zeker niet gelogen. Het is zelfs iets meer dan de moeite. Toch
weer heel anders dan al die andere tempels die ik hier al gezien heb.
Na
deze tempel besluit ik maar om eens op zoek te gaan naar een pilsje. Daar had
ik eigenlijk wel zin in. En ik heb het zo een beetje gehad met al die tempels
hier.
Toch
echt niet gemakkelijk hier, zeg, pils te vinden. Maar .wie zoekt, die vindt.
Toch ook wel weer wat moeilijkheden gehad met die verkoper, omdat ik die ook
weer zo maar langs de straat wou gaan opdrinken.
Uiteindelijk
werd ik weggeleid door iemand van de winkel. Hij bracht mij naar een klein
steegje, een beetje achterin. Hier kon ik rustig mijn biertje opdrinken, zei
hij me nog. En voor het eerst heb ik dan maar langs de straat ook wat eten
besteld. Er kon me nu toch niet veel meer gebeuren, hoopte ik dan toch.
Het
eten viel reuze mee. Het was echt wel heel lekker. Ik had al spijt dat ik dit
niet meer gedaan heb. Te bang geweest misschien?
Vandaag
heb ik ook een akefietje gehad met een iets te ijverige schoenpoetser. Hij had
zonder ik het merkte een bruine smurrie op één van mijn schoenen gesmeerd. En
toen liep hij me achterna alsof er niets gebeurd was. Hij maakte mij er zelfs
attent op. En toen vroeg hij mij of hij mijn schoenen mocht poetsen. Ik speelde
het spel een beetje mee, ondanks dat ik wel zeker wist dat hij ze besmeurd had.
Ik wilde hem zelfs een beetje geld geven omdat hij ze dan toch proper gemaakt
had. Tot hij opeens zelf geld vroeg, en dan nog een belachelijk hoog bedrag.
Ik
werd toen kwaad ... heel kwaad zelf ... en heb hem toen op zijn Belgisch op
zijn plaats gezet. En een beetje tegen hem geroepen. Of hij er iets van
verstaan heeft? Dat weet ik niet. Maar hij wist verdomd goed waar ik het over
had. Want hij werd klein, heel klein. En hij maakt zich ook nog eens zeer snel
uit de voeten. Grappig zeg. Ik moest er echt mee lachen.
Ik
heb vandaag maar eens het avondmaal overgeslagen, want ik was iets meer dan
doodop. Die weinige en slechte nachtrust van gisteren zit nog overduidelijk in
mijn knoken, zeg.
Ik
ben dan maar om 19h00 gaan slapen. En dat was nodig ... meer dan nodig zelfs.
Mijn
aller ... aller ... allerlaatste dag in Delhi India.
Het
mag gaan gebeuren nu. Ik heb het gehad hier. Ik heb het mooi gehad, heel veel
gezien en meegemaakt. Ik heb het ook gehad met die viezigheid en smog, en zeker
die opdringerige indiërs.
Ik
snak naar een verse bruine boterham met beleg en een zeer lekkere tas koffie er
bij. HHHMMMM.
Een
proper wc, propere douche, tanden poetsen met kraantjes water en lekker frisse
lakens. En geen vochtige kamers meer. Kortom, mijn neus staat op naar huis
gaan. Ja ja, Anja en kids, het is zo ver. Ik wil naar huis, ik mis jullie, wil
jullie terug vast nemen en knuffelen. Het heeft lang genoeg geduurd nu.
Zo
dadelijk ga ik nog een allerlaatste keer Delhi in. Ik ga nog een beetje
souveniers kopen.
En
dan ga ik me voorbereiden op de terugreis. Want er moet toch wel weer het één
en ander gereorganiseerd worden in mijn rugzak.
Terwijl
ik me door Delhi laat voeren met een tuc tuc vraagt de driver of ik misschien
nog een tempel wil zien. Ik gebaar hem dat de tempels nu wel langs mijn oren
uit komen. Maar hij dringt aan. Hij weet nog iets speciaals, zegt hij mij. Ik
stem dan toch maar toe, want ik wil ook niets missen, he. En al goed, want hij
wist er toch weer maar eens een net iets andere uit te vissen voor mij.
Dan
laat ik me maar naar een buurt brengen waar heel wat souveniers winkeltjes
zijn. Want ik heb de kids nog iets beloofd.
Na
wat rond getoerd te hebben, krijg ik ineens een soort Indische Mac Donalds in
mijn vizier. Dit is ook wel eens speciaal, denk ik. Ik laat de driver stoppen,
en ga hier maar eens naar binnen.
Ik
kies hier voor een Chinese schotel op zijn Mac Donalds. Het valt wel reuze mee voor
een keer.
Na
het eten besluit ik van nog even te voet te gaan richting hotel.
Maar
al snel staat mijn besluit vast. Het is nu wel op, met mijn avontuur. Iedereen
blijft je aanklampen en iedereen wil je naar de bazaars brengen. Want dan
kunnen zij ook weer wat verdien natuurlijk.
Ik
besluit nu om de eerste en beste tuc tuc te nemen en me dan naar het hotel te
brengen om wat uit te rusten. Niet gemakkelijk, hoor. Ze willen je allemaal
gratis naar de bazaars brengen.
Ik
maak me druk en loop weg. Ik denk: dan ga ik maar te voet.
En
dan ineens word ik aangesproken door een vriendelijke jonge driver. Ik wil dat
wel doen, zegt hij. En nog goedkoop ook. Hij wilde persé wat centen hebben,
denk ik. Gelukkig maar.
In
het hotel aangekomen, heb ik maar het dakterras opgezocht.
Ik
heb hier dan maar mijn allerlaatste Indische biertjes besteld. En daar maar
rustig opgedronken. Het laatste Indisch geld moet toch op, he.
Spijt?
Neen hoor. Belgie, ik kom er aan.
Ik
ben dan ook nog een laatste maal naar een Indisch restaurant gestapt om er een
laatste keer lekker te gaan eten.
Eénmaal
terug in mijn hotel. Lekker douchen, en klaarmaken voor vertrek.
Toen
ik 's nachts in de luchthaven aankwam en mijn tas woog, schrok ik toch wel even,
hoor. Ik ben vertrokken met 17.5kg, en nu zat ik aan 24.5kg. Gelukkig werd er
niets gezegd, want ik zat over mijn kilos.
Nu
maar wachten, en dan boarden. Joepie naar huis.
Ik
vlieg naar huis. Voorlopig niet te veel problemen gehad, en alles verloopt
vlotjes.
Om
22h00 werd ik afgehaald aan het hotel.
Mijn
laatste Indisch eten en mijn laatste Kingfisher is nu een feit. Oef, ja toch
he. Oef, weg uit die drukte en lawaai.
Rust!
Rust, dat is alles wat ik nu zou willen. En de rochelaars, dat ben ik ook beu.
Terug alles clean. Weg met die smetvrees. Het heeft lang genoeg geduurd. Weg ...
stinkende en rottende geuren. Weg ... viezigheid op straat.
Dag
India. Dag Dehli. Ik heb jullie nu gezien en beleefd. Dat is wat ik graag wou.
Nu
terug naar mijn dagelijkse leventje. Mijn gezin, ons huisje, zelfs mijn werk
begon ik al een beetje te missen.
Je
wordt hier in India eigenlijk wel eens terug met je twee voetjes op de grond
gezet. Ik ga nu zeker helemaal anders tegen het leven, mijn vrouw en kinderen
aan zien.
Ik
ga zeker meer beseffen wat ik bij ons in Belgie heb en kan doen. Ik ga van
alles wat ik gezien en beleefd heb, proberen een beetje over te brengen naar de
kinderen toe. Zodat zij zeker beseffen dat toch alles maar niet zo vanzelfsprekend
is. Zoals wonen, hygiene, proper en stromend water, verwarming, eten en centen...
Wat
dat betreft, is het zeker goed geweest voor mij, om dit ook eens te beleven.
De
mentaliteit en het kastensysteem van de Indiërs? Dat vind ik maar helemaal
niets hoor. Maar het is hun cultuur. Zij moeten daarmee leven, niet ik. En daar
moet ik me bij neerleggen, vind ik. Ik kan daar toch niets aan veranderen.
Ik
ga nu landen in Parijs. Eindelijk! Het was een lange vlucht.
Nu
even wachten, en dan nog een kleine vlucht naar Amsterdam. Het komt steeds
dichter en dichter. Ik kijk er echt naar uit.
Ik
heb het nu bijna beleefd, en vooral mogen beleven.
Nogmaals
mijn dank aan iedereen die dit mede mogelijk gemaakt heeft voor mij. En dan
zeker heel speciaal een dank u wel voor Anja.
Ik
heb mijn avontuur gehad. Onvergetelijk dat kan ik al wel zeggen. Getekend voor
het leven, in de goede zin dan.
Hopelijk
lezen jullie nog allemaal een beetje mee. En hopelijk hebben jullie er ook iets
van opgestoken. Ik alvast wel, hoor.