"Ik wil mijnen brommer verkopen!" deelde Middelste Zoon mee, tussen twee happen door. Ik zuchtte. Hij had het er al eerder over gehad. Nu hij binnenkort zijn rijbewijs hoopt te halen, meent hij zijn brommer niet meer nodig te hebben. Maar eigenlijk vind ik het zonde dat hij hem weg doet. Anderhalf jaar geleden pas heeft hij hem gekocht, zijn toen fel begeerde machientje. Na veel wikken en wegen, en discussies rond ouderlijke bezwaren over de gevaren van zo'n vehikel, die hij dan in een felle reactie van tafel veegde. Anderzijds vonden we het wel een pluspunt dat je met een brommer een grotere "radius" hebt dan met een fiets, dat hij zo zelfstandig grotere afstanden zou kunnen afleggen. Uiteindelijk mocht hij zijn brommertje kopen en heeft hij er ondertussen veel plezier aan gehad. Maar een brommer blijft geld kosten, en nu wil hij hem kwijt. Zijn dromen gaan al richting auto, maar een auto voor zichzelf zit er voorlopig nog niet in. We hebben twee auto's. Met meer chauffeurs in huis gaan er goede afspraken moeten komen. "En dan zal je je brommer zo nu en dan nog goed kunnen gebruiken!" opperde ik gisteren tijdens het gesprek aan tafel. Mijn bezwaren zetten echter geen zoden aan de dijk, hij zou hoe dan ook zijn brommer verkopen en hoopte er nog een mooie prijs van te maken. Op het einde van de maaltijd diende zich een nieuwe discussie aan. Zoonlief heeft vrijdags turnen, tijdens de laatste twee lesuren. Deze keer zou hij de looptest van het begin van het schooljaar nog moeten inhalen. Maar hij bezat werkelijk geen geschikte schoenen. Of hij nu echt mee moest doen...? Natuurlijk dat hij mee moest doen, en er volgde nog heel wat gepalaver over een oplossing voor de schoenen.
Na het eten vertrok Middelste Zoon met zijn brommer, om eventjes langs te gaan bij een vriend. Een uur later ging de telefoon: "Mama, ik heb een aanrijding gehad en mijn brommer is naar de kl....!" Neen, hij was niet in fout, de bestuurder van een auto was van een oprit afgekomen en had hem niet zien aankomen op het fietspad. En of we nu wilden komen voor de papieren en om het brommerwrak op te halen. Ik reageerde met een diepe zucht, geërgerd en met spijt om het kostelijk machientje. Me luttele seconden later beschaamd realiserend wat een geluk het was dat ons kind nog gewoon zelf had kunnen bellen. Even later stonden we op de plek van de crash. De autobestuurder was nog helemaal van de kaart, het was zijn eerste "accident" in tweeëntwintig jaar. Het brommertje van Middelste Zoon zag er erbarmelijk uit, het had daadwerkelijk de geest gegeven. Middelste Zoon zelf stond er bleekjes bij, had wat hoofdpijn en pijn aan de voet. Niks ernstigs, wat kneuzingen en schaafwonden.
Toen we thuiskwamen konden we er, denkend aan de discussies van enkele uren eerder, alweer een beetje mee lachen. "Ziezo, dat was dan ook weer opgelost!" vonden we. Over het verkopen van het brommertje viel niet meer te discussiëren. En turnen, neen, met die gezwollen enkel hoefde hij de volgende dag echt die looptest niet te doen! Bij deze, discussies dus "van de baan".
|