16 weken stage op onbekend, ondoorgrondelijk grondgebied!
09-05-2010
Het degelijke doel
Beste lezer
Vandaag ben ik exact één week op dit eiland en ik begin
stilaan gewend te raken aan de lokale gewoontes. Later, als ik er genoeg
verzameld heb om een hilarische blog over te schrijven, zal ik al deze
gewoontes en vreemde feiten over Ijsland bundelen in één blogbericht, maar
eerst een verslag van mijn eerste week eigenlijk stage.
Mijn stage begon officieel op maandag 26 april, maar zoals
jullie intussen allemaal weten is dit dus door de Eyafjallajökull -de vulkaan
met de voor mij al bijna uitspreekbare naam [Eejafjallajeukethh] (probeer het maar uit te spreken, want deze
tongtwister gaat volgens mij nog decennia meegaan) met een week uitgesteld.
Ook de datum waarop mijn stage gedaan zal zijn, is dus ook van 13 augustus
veranderd in 20 augustus.
Ik werd op maandag 3 mei omstreeks 11:00 in de lobby van het
hotel verwacht, voor een eerste kennismaking met het gebouw, het hotel, de
faciliteiten en de collegas. Na deze rondleiding en de lunch werd ik verwacht
bij Bella . Bergþóra Bjarnadottir, je begrijpt nu waarom iedereen haar gewoon
Bella noemt- Zij is de Front Office manager en zal dus de volgende weken de
zware verantwoordelijkheid hebben mij aan haar receptie te dulden.
Bellas idee was mij een introductie te geven van Opera, het
computerprogramma dat aan de receptie wordt gebruik. Ik had reeds met dit
programma gewerkt tijdens mijn vorige stage in de Crowne Plaza Brussels
Airport, dus dit vormde geen probleem voor mij, want alles kwam zeer snel
terug. De eerste indruk die ik Bella dus naliet, was zeker niet slecht.
Twee uur vroeger dan gepland begaf ik me terug naar mijn
kamer om mij om te kleden en richting de Liquor store te gaan. Deze winkel,
uitgebaat door de overheid, is de enige plaats waar alcohol mag worden
verkocht. Het doel was om enkele pintjes in huis te halen voor mijn eenzame of
minder eenzame- avonden op te vrolijken en uiteraard- om mijn Belgische roots
niet te verloochenen. Eens aangekomen in deze winkel, die letterlijk álleen
alcohol verkoopt, had ik de zoveelste verbazing op rij over dit land. Dat de
alcohol in de bars vrij duur was wist ik al, maar zelfs voor een blikje Viking
het drinkbare lokale bier, de Stella van Ijsland zeg maar- vragen ze in deze
winkel ongevee 250 ISK ca. 1,50.
s Avond ben ik naar Alex kamer gegaan en hebben we een
biertje gedronken en films uitgewisseld. Daarna zijn we beiden op tijd gaan
slapen, want de dag erna begon het échte doel van deze reis.
Op dinsdagnamiddag om 16:00 kwam ik, perfect uitgedost in
kostuum- aan in de receptie en werd ik meteen voor de leeuwen gegooid. Er werd
mij uitgelegd waar alles lag en hoe de werking van het hotel draaide, maar
tussendoor moest ik zo goed en zo kwaad als ik kon- gasten de weg uitleggen,
restaurants en taxis reserveren, Toen Alex, die samen met mij op shift stond,
ging eten, gebeurde uiteraard het verwachte: de eerst check-in. Dit was een
Nederlands koppel, dus gelukkig kon ik nog in mijn eigen landstaal mijn plan
trekken. Verbazend genoeg was ik niet veel van mijn check-in-capaciteiten
verloren en ging dit behoorlijk vlot. Toen Alex gedaan had om 20:00 werd hij
afgelost door Kwaku, één van de Night Auditors. Hij heeft mij tot 00:00 het
einde van mijn shift- de werking van de night uitgelegd.
Op maandagavond hadden Alex en ik afgesproken om op
dinsdagavond een tweede poging te doen een bar te zoeken waar ze leuke
livemuziek spelen, maar ook deze poging ging niet door, want toen we op weg
waren naar Hresso één van de leukere bars met livemuziek- kwamen we Ásgeir
een weekendreceptionist / student-. Hij had een hele dag gestudeerd en was nu
met enkele vrienden op pad voor een ontspannend biertje. Hij nodigde ons uit
kennis te maken met zijn vrienden en toen we aan de tafel kwamen was er nog een
onaangename- verrassing die me te beurt viel, want wat bleek: het is in
Ijsland een gewoont om een kan bier te bestellen serieus, een kan waar je op
scoutskamp water indoet- en dan gewoon verdeelt onder glazen. Ik heb echter
mijn eigen principes aan de kant kunnen zetten en er een gezellige avond van
gemaakt. Ik heb er nu ook weer enkele nieuwe Ijslandse vrienden bij
Op woensdag is er niets noemenswaardig gebeurd buiten het
feit dat ik nogmaals werd geconfronteerd met de Ijslandse zattigheid en het
effect dat dit heeft op toeristen. Een groep Amerikaanse vrienden kwamen bij
mij inchecken en vroegen onmiddellijk naar de lokale bars. Ze zijn snel hun
bagage naar de kamer gaan brengen en hebben zich richting Laugavegur de
belangrijkste shopping- en uitgaansbuurt van Reykjavík- begeven. Het is bij wet
verplicht dat cafés hier tijdens de week sluiten om 01:00, dus hebben ze hun
feestje voortgezet op hun kamer. Ze hadden enkele vrouwelijke gasten
uitgenodigd die ze hadden leren kennen in de bars en belden te receptie. Ze
vroegen of ze nog 24 pintjes konden krijgen, want hun minibars waren inmiddels
geledigd. Hanna, Night Audit nummer 2 heeft deze onmiddellijk gebracht en
vooral het management was hier zeer gelukkig mee, wetende dat een biertje aan
minibartarief 900 ISK kost. (een snelle
berekening: 90 0X 24=21600 / 170= 121,06. Dit is meer dan wat ze per nacht
betalen voor een kamer)
Dit was echter nog niet het einde van hun verhaal, want deze
partyanimals zouden de rest van de week kleuren. Op donderdag is er niets noemenswaardig
gebeurd tijdens de shift, maar na de shift had mijn wit hemd ik had er maar
één bij dat ik blijkbaar dagelijks moet aandoen- een wasbeurt nodig. Terwijl
mijn hemd in de wasmachine zat heb ik Hanna nog even gezelschap gehouden. Op
dit moment kwamen onze dronken Amerikaanse vrienden druppelsgewijs binnen met
een biertje in de hand. -Ik vergat trouwens nog te vermelden dat ze omstreeks
18:00 waren binnengewandeld met ongeveer 30 pintjes uit de liquor store- Weer
waren ze letterlijk- buiten geveegduit
de bars en gingen ze dus traditiegetrouw hun feestje voortzetten op een kamer.
Toen ik vanavond op mijn shift arriveerde en het logboek
nalas, had ik spijt dat ik geen halfuurtje langer meer was blijven plakken bij
Hanna, want blijkbaar is het hier nog zeer grappig geworden. Deze gasten zijn
met vijf en hebben 3 kamers. Blijkbaar had één van de heren het hof gemaakt aan
een lokale Reykjvavíkse meid en was de andere vriend zo vriendelijk geweest de
twee tortelduifjes wat privacy te gunnen. Hij had het idee te gaan slapen bij
de andere vriend, die geen kamergenoot had, maar deze wou hem niet meer
binnenlaten. Hij zag daarom dus geen andere optie dan zijn roes uit te slapen
voor zijn eigen deur.
Uiteraard werd hij gevonden door Hanna, die de grootste moeite
had de man, die zijn kamersleutel nog in de hand had, zijn kamer binnen te
loodsen Zoals ik al meerdere malen zei: Rare mensen die Ijslanders of in dit
geval is misschien meer gepast: vreemde invloed heeft Ijsland in combinatie
met alcohol- op mensen.
Vandaag zijn we dus vrijdagavond en onze Amerikaanse
vrienden zijn op dit moment hun laatste avond op het eiland aan het vieren. Ze
zijn allen naar bed gegaan omstreeks 23:00 en ik heb ze wakker gebeld om 01:30
zoals ze vroegen. Vol goede moed zijn ze zich nu aan het uitleven in het
bizarre nachtleven hier.
Normaal gezien was dit één van mijn laatste taken geweest
deze avond, maar er werd mij gevraagd tot 05:00 te blijven, enerzijds om
problemen met Amerikanen of andere dronken mensen te vermijden Hanna had
schrik voor wat er haar nog allemaal te wachten staat- en anderzijds omdat de
vulkaan weer in haar oude gewoontes aan het hervallen is Daarom zijn er veel
vluchten die worden omgeleid langs Akuyeri, een luchthaven in het noorden van
het eiland op ongeveer 6u rijden van de hoofdstad. Hierdoor verwachten we veel
early check-outs, een heuse rush zelfs.
De positieve keerzijde van de medaille is dan weer dat ik
voor deze opoffering een dagje meer vrij heb als mijn mama, papa en broertje
mij komen bezoeken. Ik zal dus slechts twee dagen moeten werken tijdens hun
verblijf.
Zo dit is ongeveer alles wat er hier voorlopig gebeurd. Het
is vooral spannend afwachten wat de vulkaan nog allemaal in petto heeft voor
ons Het zijn hier spannende tijden!
Dag drie in het schitterende Ijsland loopt stilaan op zijn
einde, maar toch heb ik het gevoel dat ik hier al dag 30 ben. Mijn nieuwe
collegas en diens lokale vrienden doen er werkelijk alles aan om mij zo goed
mogelijk te laten integreren in een voor mij althans- totaal vreemde cultuur.
Ik werd hiermee voor het eerst geconfronteerd op
vrijdagavond. Na de wijndegustatie en het uitpakken van mijn valies ben ik
samen met Alex iets gaan eten achter de hoek. Ons diner bestond uit een
veredelde, ietwat geraffineerde kebab van lamsvlees met spek, kaas, verse
groenten en verschillende sausen. Blijkbaar is zulk voedsel zeer populair bij
de gemiddelde Ijslander en in het bijzonder s avonds laat.
Alex wou me diezelfde avond ook voorstellen aan zijn
vrienden hier, dus stelde hij voor dat ik mee uitging met hun naar de lokale
bars, clubs en danscafés die slechts op 1 straat van ons hotel verwijderd zijn.
Toen Alex me kwam ophalen schrok ik me bijna een hoedje. Piekfijn uitgedost, in
maatpak, een perfect kapsel, geschoren en een parfumwalm stond hij klaar om uit
te gaan. Ik dacht dat hij zon macho was die op zon manier indruk probeert te
maken op de lokale Reykjavíkse meisjes. Maar wat bleek: dit is hier een lokale
gewoonte. Alle clubs zaten vol met heren in kostuum en dames met decolletés en
korte jurkjes waar ik mijn
18-jarige dochter als ik er al één zou hebben uiteraard-
niet mee zou willen zien verschijnen in het openbaar.
Tevens heerst er een groot alcoholisme bij de lokale
bevolking. Het leven is hier nogal aan de dure kant en blijkbaar hebben
Ijslanders niet te gewoonte om hun geld goed te beleggen. In tegendeel, ze
geven het liever uit. Daarom hebben Ijslanders meerstal meer dan één job. Een
voorbeeld. Eén van mijn collegas, Aldis, werkt in ons hotel een voltijdse job
als barvrouw/kelner. Daarnaast werkt ze gedurende enkele avonden per week nog
als barmeisje in een club en tijdens de weekends werkt ze nog halftijds als
verkoopster in een boekenwinkel in Krinlan, het grootste shoppingcenter van
Ijsland.
Door dit vele werken zijn Ijslanders zo opgefokt tegen dat
het weekend begint dat ze zich helemaal laten gaan: ze beginnen hier te feesten
rond 23:00 en drinken echt gigantisch veel. Deze feestjes duren meestal tot ver
de volgende morgen of tot ze zo dronken zijn dat ze niet meer weten wat ze doen
en door vrienden in bed worden gestoken.
Het uitgaansleven van
de Ijslanders is niet echt my cup of tea, maar ik kan er best mee leven. Ze
zijn zeer vriendelijk en zolang je eerlijk met hen bent, zal je er geen last
mee hebben, ook niet als ze dronken zijn. De enige overlast die ze veroorzaken,
is dat ze soms met hun zatte botten het hotel durven binnenkomen of in slaap
vallen in onze inkomhal. Daarom is het ook noodzakelijk dat er tijdens vrijdag-
en zaterdagnacht extra security rondloopt in en rond het hotel. Verder heb ik
ook al mijn eerste taakomschrijving gekregen voor de weekends waarin ik duty
zal zijn. Op zaterdag- en zondagmorgen moet er steeds een ronde rond het hotel
gemaakt worden om na te kijken of de buitengevel niet gebruikt is als toilet
Ik kijk er echt naar uit, naar deze jobkes
Door dit lange verhaal komen we dus terug uit waar we
vandaag mee begonnen zijn: de lokale gastronomie. De verklaring waaróm deze
Drunk Food zo populair is bij de lokale bevolking is dus zeer eenvoudig:
omdat ze er van uit gaan dat dit voedsel de kater tegen zal gaan... (Gekke jongens, die Ijslanders )
Alle eetkraampjes er staan er gigantisch veel in heel
Reykjavík, waaronder zelfs eentje dat Belgian Waffles verkoopt- zijn dus ook
bijna 24/24 open. Ook overdag en buiten Reykjavik vindt je overal eetkraampjes
en vooral Hotdog verkooppunten. In elke supermarkt, tankstation, verkopen ze Hotdogs
met rauwe ajuin, gefrituurde ajui, met spek, zonder spek, met zachte dressing
of pikante dressing, met tomatenketchup of chilliketchup, met gele of groene
saus waarvan de naam niet uit te spreken valt, Je kan hier voor een jaar lang
elke dag een Hotdogeten, zonder dat hij
ook maar één keer hetzelfde smaakt.
Het populairste Hotdogkraampje bevindt zich recht tegenover
de Radisson Blu 1919, mijn stage-/woonplaats. Dit eetstandje is extreem
populair bij zowat iedereen die Reykjavík bezoekt. Naar het schijnt gebeurd het
zelfs vaak dat mensen tijdens de zomermaanden tot anderhalf uur aanschuiven
voor een Hotdog van dit kraam te eten. Het is slechts 2 bij 3 meter groot en toch
kunnen 4 families leven van de winst dat het kraampje maakt.
De reden van de populariteit is in eigenlijk een zeer
grappig verhaal: Een tiental jaar geleden, toen Bill Clinton nog president was
van de USA, bracht hij een bezoek aan Ijsland. Toen hij van de hoofdstad naar
Keflavík reed, bedacht hij zich dat hij tijdens geen bezoek geen enkele Hotdog
had gegeten. Uiteraard, Amerikaans als hij is, wou hij zijn kennis over de
Amerikaanse Hotdogs toetsen aan de Ijslandse. Ze zijn toen gestopt aan het
eerst beste kraampje dat ze passeerden en dat bleek dit bewuste kraam te zijn.
Onder het toeziend oog van tientallen cameras beet Bill Clinton in het warme
broodje, kauwde, smaakte... en toen zijn mond leeggegeten was wendde hij zich
tot de cameras en zij recht in de lens: waw, this really is the best hotdog I ever ate! Ik heb op
youtube gezocht naar heb bewuste filmpje, maar kon dit verbazend genoeg niet
vinden. Wel blijkt youtube vol te staan met andere filmpjes over het bewuste
kraam. Hier vindt u twee links naar youtube met leuke Hotdogmovies: http://www.youtube.com/watch?v=aAklK4gPSTM
en http://www.youtube.com/watch?v=DDYFlIS4L7A.
Om het hoofstuk Icelandic hotdogs af te sluiten misschien
toch nog even meedelen: de hotdogs van het bewuste kraam zijn inderdaad verdomd
lekker en qua prijs vergelijkbaar met een Belgische hotdog (±2,00).
Op zaterdagmorgen ben ik op tijd, vol goede moed, opgestaan
om mijn eerste volledige dag in te zetten met een stevig ontbijt in het
restaurant. Ik had verwacht een Ijslands ontbijt aan te treffen, maar ik moest
al snel mijn verwachtingen bijschaven. Een internationaal viersterren hotel
biedt zijn gasten uiteraard een Full American Breakfast aan, inclusief, spek,
eieren op verschillende wijzen, worstjes, aardappels, champignons, Toen ik het
buffet voor een tweede keer beter bekeek, vielen mij toch enkele
eigenaardigheden op. Ten eerste stond er wat vis op het buffet: gerookte en
gemarineerde zalm, daar kan ik nog bijkomen, maar daarnaast stond een grote pot
met zoete haring, een werkelijke delicatesse en absoluut onmisbaar bij een
Ijslands ontbijt. Toen ik voor de derde en laatste- maal langs het buffet
ging, werd mijn aandacht getrokken door een klein flesje met shotglaasjes. Ik
had de avond ervoor reeds het drinkgedrag van de Ijslanders mogen aanschouwen,
maar sterke drank bij het ontbijt, dit spant werkelijk alles, dacht ik bij
mezelf. Toen ik Alex vroeg wat voor shots de Ijslanders dan juist nemen bij het
ontbijt moest hij hier hartelijk mee lachen, want wat ik dacht dat sterke drank
was, bleek eigenlijk levertraan te zijn. Toen ik later aan de échte Ijslanders
vroeg of ze wel degelijk elke morgen levertraan drinken, knikten ze instemmend.
Volgens hen leven ze 4 jaar langer dan de gemiddelde Europeaan doordat ze elke
morgen wat van die goedje naar binnen werken Of dit wel degelijk zo is weet ik
zelf niet, maar het zou me ergens niet verbazen dat het juist een geloof is,
want goedgelovig zijn Ijslanders wel. Moest je ooit naar Ijsland komen, steek
het volgende dan goed in je koppeke: Lach nooit of te nimmer met de Elfjes uit
de bergen en zeker niet tegen de oudere generatie, want volgens hen en met de
hand op het hart- zij menen dit serieus, worden de bergen gebouwd door en voor
de elfjes die hierin wonen (ik heb het al eerder gezegd: Gekke jongens, die
Ijslanders )
Na het ontbijt hebben Alex en ik de auto van Aldis -het
barmeisje met de vele jobs- geleend met als wederdienst dat we haar olie
moesten vervangen. Stoere jongen als ik ben, ben ik braaf blijven toekijken
terwijl Alex de deal volbracht.
Daarna zijn we gaan roadtrippen in en rond Reykjavík; de
voornaamste winkelstraten, restaurants, shoppingcentra, Na een uurtje
rondrijden in de omgeving zijn we gestopt aan het hotel, onze zwembroek,
handdoek en badjas gaan halen en terug vertrokken richting het
appartementsgebouw waar de locals wonen. Van daaruit zijn we met zn vijven in
een kleine VW polo richting Bláa lónið, beter bekend als de Blue Lagoon.
Dit geothermaal openluchtzwembad bevindt zich op
driekwartier van Reykjavìk. Het water heeft een witblauwe kleur door de kleibodems,
lavasteen en het kalkrijke water. Alvorens je in het water te begeven, moet je
je uitgebreid wassen met diverse zepen. Eens in het water, dat een constante
temperatuur van tussen de 30 en de 70 graden Celsius telt, (als je
rondloopt/zwemt in het water kom je soms hetere of koudere stroken water tegen)
en gewend bent aan de temeratuursverschillen buiten was het rond de 3°C- moet
je je insmeren met kleimodder. Deze witte modder reinigt de huid en moet zo
tussen de 10 en 15 minuten in de huid intrekken. Anderzijds best wel een
grappig zicht, allemaal mensen met modder/klei op hun gezicht.
Daarna kan je kiezen tussen een stoombad of een sauna om de
gereinigde poriën uit te zweten en voor te bereiden op een tweede laagje
kleimodder. Dit ritueel kan je blijven herhalen tot je het beu bent. Toen onze
handen eruit zagen alsof we 102 waren, besloten we dat het allemaal welletjes
was en vertrokken we terug naar huis.
Die avond gingen we nog iets gaan drinken in een lokale bar
met livemuziek, want bijna elke avond wordt er in de meeste bars livemuziek
gespeeld. Uiteraard lijkt mij dit zeer interessant, want dan heb ik toch niet
voor niets aan die gitaar gesleurd... Maar uiteraard, als je echt iets wilt,
krijg je het vaak niet. De enige livemuziek die we vonden was écht niet
aangenaam om naar te luisteren, dus de avond eindigde goed op tijd. Gelukkig
maar, want de dag die komen zou, was zeker de moeite waard om er een pintje
voor te laten!
Op zondagmorgen raakte ik voor het eerst verdwaald in de
backstage van het hotel, mijn zoektocht naar de Cantina
(=personeelsrestaurant) duurde langer dan gepland, maar toen ik ze eindelijk
gevonden had, smaakte mijn ontbijt -deze keer weliswaar zónder levertraan of
haring- dubbel zo goed. Gepakt en gezakt begaf ik me tegen 8:30 naar de lobby,
waar een minibusje me zou komen ophalen. Dit busje bracht me naar een terminal
waar verschillende grote bussen vertrekkenklaar stonden. De bestemming van mijn
excursie was de Golden Circle.
Eerst en vooral hielden we halt in een geothermische
krachtcentrale. Deze centrale had verscheidene boorplatformen waar ze koud
water oppompen. Dit water wordt gebruikt voor het afkoelen van de boren waarmee
heet water wordt opgepompt. Dit water gaat rechtstreeks naar de kranen in
Reykjavík evenals het koude water. De temperatuur van het warme water bedraagt 84°C en tijdens de 22 km lange trip die het
water aflegt van Nesjavellir de krachtcentrale- tot het verdeelpunt in Reykjavík,
is er een verlies van slechts 1 graad. Verder is er ook goed nagedacht over de
manier waarop de leidingen liggen voor en in de stad. Zo liggen de leidingen
net onder de asfaltlaag en de opritten van de huizen. Hierdoor zullen de wegen
in Reykjavík steeds bereikbaar zijn, zelfs al er op de daken 2m sneeuw ligt!
Ten slotte wordt er ook elektriciteit opgewekt in de
centrale. Dit gebeurd met de stoom die duidelijk te zien is op de foto. Deze
centrale voorziet zowat de helft van alle huizen in en rond Reykjavík!
De
volgende stop die werd gehouden, was de Gullfoss. Dit betekent letterlijk gouden
waterval. Waarom net deze naam, daar ben ik helaas niet achter gekomen, maar
spectaculair was het alleszins wel! Deze waterval in 2 grote niveauverschillen
ligt in de Hvítá witte- rivier en is de voorbode van een spectaculaire canyon
van 70 meter
diep!
De
volgende stopplaats van onze busrit was de wereldbefaamde Geysir. Dit
plaatsje binnen de Haukadalur een groot gebied waar het bruist van
geothermische natuurelementen- is vooral bekend om zijn geisers. Geysir zelf
was de eerste geiser ooit ontdekt en daarom werden alle soortgelijke
natuurelementen naar hem vernoemd. Helaas laat deze bekende geiser het de
laatste jaren een beetje afweten en is hij zeer onregelmatig en onvoorspelbaar
geworden. Gelukkig is er nog het jongere broertje van de Geysir, de Stokkur.
Deze
geiser is zeer regelmatig. Hij breekt gemiddeld om de zeven minuten uit, maar
mijns inziens zelfs vaker, met soms slecht enkele minuten, maar dit hangt
uiteraard af van de weersomstandigheden.
Indien je ooit naar Ijsland komt, mag je Geysir zeker niet links laten liggen!
De kracht van de natuur is zo groot, dat je het met je eigen ogen moet zien
vooraleer je het echt kan vatten!
De
laatste halte van de excursie is het door UNESCO erkende Nationale Park van Þingvellir.
In dit NP zou het eerste parlement van de Vikings gesitueerd zijn. Verder staat
het park erom bekend dat het de enige plek op aarde is waar je duidelijk het
verschil ziet tussen de aardplaten, want op dit punt en op de foto- zie je
duidelijk de Eurasiatische en de Noord-Amerikaanse aardplaat recht tegenover
elkaar staan. Wederom een bewijs hoe krachtig de natuur, de aarde en zijn vele
elementen zij!
Tot
slot van dit bericht zou ik nog graag even duidelijkheid willen brengen over de
huidige situatie in dit land. Meerbepaald over zijn misschien wel allerbekendste
natuurfenomeen: de beruchte vulkaan met de onuitspreekbare naam Eyafjallajökull.
Ik heb de voorbije dagen verscheidene mails, facebooks, skypes, gehad over de
mogelijke dreiging voor evacuatie van Reykjavík, as-regens, een astapijt van
meters dik rond de stad, dat stofmaskers verplicht zijn op straat, Hier is
echter allemaal niks van waar, behalve het feit dat er op 120 km van de deur effectief
een vulkaan aan het uitbarsten is. In een straal van enkele honderden meters
rond de vulkaan zijn er inderdaad as-neerslagen geweest, maar in Reykjavík
heeft niemand ooit iets gemerkt van de vulkaan. Men is het hier echter gewoon,
want uitbarstingen als deze vinden hier regelmatig plaats, zon één keer om de
vier jaar, alleen waait de as dan niet zo ver.
Het enige waar ze hier nog voor vrezen is de mogelijke
uitbarsting van de Katlá, de buurvrouw van de Eyafjallajökull. De kans is reëel
dat ze binnenkort uitbarst en als de wind dan richting Reykjavík waait, is de
kans bestaande dat er een klein beetje as zou neervallen, maar dat vinden de
Ijslanders niet erg, want deze as voedt de barre bodem en zou hem op termijn
een beetje vruchtbaarder kunnen maken!
Tot slot nog een foto van een vulkaankrater die inmiddels
3000 jaar uitgedoofd is.
En
enkele typisch Ijslandse landschappen!
Tot
binnenkort en vooral: laat nog wat warmte over voor mij!