16 weken stage op onbekend, ondoorgrondelijk grondgebied!
30-04-2010
Het veelzijdige vertrek
Beste lezer
Zoals je wellicht weet ben ik op stage in Reykjavik, Ijsland, en dit voor 16
weken. Ijsland, hoor ik je al zeggen, wat is daar nou te beleven? Wel ik weet
het zelf ook nog niet, maar ik hoop dit in de komende weken te ontdekken!
Het vertrek was gepland op zaterdag 24 april 2010 met een vlucht om 9:55 vanuit
Brussel naar Londen Heathrow, van waaruit ik om 13:00 lokale tijd een vlucht
zou nemen naar Keflavik, de internationale luchthaven van Reykjavik. Ik was er
helemaal klaar voor: mijn valies was gepakt, iedereen had voldoende
persoonlijke aandacht gekregen en de mama haar tranen waren opgeweend.
Maar helaas liep niet alles zoals gepland, want door de uitbarsting -en de daardoor
ontstane aswolk- van wellicht de bekendste vulkaan van dit land, de
Eyafjallajökull, werd de luchthaven van Keflavik, voor het eerst sinds de
befaamde uitbarsting, gesloten. Daarom moest mijn vlucht verplaatst worden naar
de maandag erop, 26 april. De man met het hollandse accent aan de andere kant
van de lijn wist mij te vertellen dat het zeer druk was ten huize Icelandair,
dus dat mijn nieuw ticket met enige vertraging zou worden doorgemaild. Toen ik
dit zaterdagnamiddag nog steeds niet ontvangen had, belde ik terug met de
bedoeling te vragen wanneer mijn ticket zou worden doorgestuurd, wisten ze mij
daar te vertellen dat de luchthaven zeker gesloten zou blijven tot en met
maandagavond.
Zodoende werd mij een nieuwe vlucht geregeld, dit keer op woensdagmorgen,
dezelfde uren als oorspronkelijk gepland. Ik was er niet helemaal gerust op,
dus dinsdagmiddag belde ik voor alle veiligheid nogmaals naar Icelandair. Het
leek wel of de duivel ermee gemoeid was, want blijkbaar was beslist om de
vluchten uit Noord-Amerika voorrang te geven op de vluchten uit Europa. Daarom
werd mijn vlucht van Londen naar Reykjavik verplaatst naar woensdagavond, maar
omdat alle vluchten van Brussel naar Londen op woensdagnamiddag reeds volzet
waren, vertrok ik om 9:55 al richting Londen.
Om de 9u wachttijd in Londen-Heathrow te overbruggen, heb ik Caroline,
collega-student Hotelmanagement, die momenteel stage loopt in Londen gevraagd
of ze geen tijd/zin had om mij gezelschap te komen houden. Zij bleek een vrije
dag te hebben, dus zodoende hebben we afgesproken op de luchthaven. We zijn
iets gaan drinken en hebben bijgepraat tot ik rond 18:00 lokale tijd het
verontrustende nieuws kreeg dat mijn vlucht van 21:10 gecancelled zou zijn.
We hebben ons toen onmiddellijk naar de balie van Icelandair in de vertrekhal
gegeven, waar dit nieuws helaas bevestigd werd. De dame achter de balie, die
duidelijk niet met de stress van deze onvoorziene situatie omkon, heeft mij
vlucht dan verplaatst naar vrijdag 30 april, omdat de vlucht van donderdag
reeds volzet was. Ze wist mij ook te vertellen dat ze helaas niets kon regelen
voor een mogelijke overnachting, maar dat ik in de arrivals hall een balie zou
vinden, waar ze me konden verder helpen. Ook zou ik daar -met veel geluk- mijn
bagage -die ik in Brussel al had ingecheckt tot in Keflavik- heel misschien zou
kunnen terugkrijgen.
Zodoende begaven Caroline en mezelf ons richting de arrivals hall, waar we een
gore, gele telefoon vonden waarmee we de bagageservice van Icelandair konden
bereiken. Uiteraard kregen we deze mensen niet meteen aan de lijn, maar bij de
12e keer -het kon ook 11e of 13e keer zijn- ging de deur naast de telefoon open
en kwam er een norse man naar buiten die me naar een zéér beveiligde zone
bracht. De securitycontroles in luchthavens om naar de gates te gaan zijn zeer
streng, maar nog niets in vergelijking wat ik heer meemaakte: Ik moest mijn
schoenen uitdoen, mijn trui uitdoen, mijn gsm werd volledig gedemonteerd en elk
stukje met een rare 'tool' gescant, ik moest door een metaaldetector lopen
-deze piepte niet- maar werd toch tweemaal gefouilleerd,... 10 minuten later
werd ik losgelaten in een chaos van valiezen, waar ik vrij snel mijn eigen
exemplaar opmerkte. Toen moest ik één van die securitygasten -degene met de
dikste buik- roepen, en deze vroeg mijn identiteitskaart, controleerde naam op
het label dat ik zelf aan de valies had gehangen met de naam die op de groene
sticker staat die rond het handvat was gehangen, toen schermde hij dit alles
van mij af en moest ik mijn naam voluit zeggen en spellen. Uiteraard kende ik
mijn eigen naam uit het hoofd en zelfs het spellen ging vlot, dus werd mij mijn
valies teruggegeven.
Een propere onderbroek had ik dus al, nu enkel nog een bed om in te slapen.
Caroline had intussen haar stageplaats al gebeld, maar bij haar op de kamer
blijven slapen bleek onmogelijk en ook de Amigo-rate die ze eventueel had
kunnen regelen bleek niet voor de geldbuidel van student geschikt. Dan maar
naar de befaamde "Hotelbalie" beslisten we. De man achter deze balie,
die zijn job overduidelijk extreem graag deed, merkte pas na een dikke halve
minuut op dat wij voor zijn neus stilaan ongeduldig begonnen te worden. Hij zij
onmiddellijk dat dit geen probleem was, integendeel zelfs. Hij kon mij een
kamer aanbieden in het hotel in de luchthaven voor 'slechts' £404 (± 500)...
Voor twee nachten? Waarop de geïntresseerde man twee hotelmanagers in spé grof
antwoordde: "Meneer; de prijzen van hotelkamers zijn áltijd per kamer per
nacht) Toen we hem de situatie probeerden uit te leggen, bood hij mij
hotelkamers aan in en rond Londen tussen de £90 en de £250.
Deze waren uiteraard ook veel te duur, dus beslisten we het
avontuur op te zoeken en met de Tube richting het centrum van Londen te
begeven, waar ik mijn gitaar en valies veilig in de Luggage Room van het NH
hotel Harrington hall Carolines stageplaats-kon opbergen.
Daarna hebben we op het internet gezocht naar jeugdherbergen
in de buurt, maar volgens het wereldwijde web bleken deze allemaal volzet voor
de nacht van donderdag op vrijdag. Daar we allebei ooit een gastspreker hadden
gehad die het systeem internetboeken had verklaard, wisten we dat er een
kleine kans was dat de jeugdherberg toch nog vrije bedden had. Helaas bleken ze
toch niet zo management gericht te zijn en waren er helaas geen bedden meer
vrij voor de tweede nacht. Tevens namen ze ook geen walk-in boekingen aan, dus
daar ging onze eerste optie (voor de leken in het vakjargon der hotelindustrie:
een walk-in is een gast die zich zonder reservatie aanbiedt aan de receptie)
De receptioniste van dienst wist me nog wel te vertellen dat er in de buurt nog
een andere jeugdherberg van dezelfde keten was, waar misschien nog wel plaats
was. Echter gold hier dezelfde regel: boeken via het wereldwijde web.
Eigenwijs als we zijn, gingen we toch eerst even kijken of
ze wel degelijk plaats hadden voor de twee nachten en of ze wel degelijk geen
walk-ins accepteerden. Op weg van de ene jeugdherberg naar de andere, merkten
we een standbeeld op van een man die ons bekend voorkwam. Het was niemand
minder dan Robert Baden-Powell, de stichter van de scouts Caroline lachte er
nog mee: A scout always know how to find his Baden-Powell. Achter dit
standbeeld bleek echter het Baden-Powell House gevestigd, curieus als we waren,
gingen we toch even binnenpiepen en wat bleek: dit huis was een
jeugdherberg/onderdak voor groepen en scholen, uitgebaad door een Duitse keten
in opdracht van de Scouts.
Deze mensen hebben hun uiterste best gedaan voor mij, want
door het verschuiven van kamers en reservaties, slaagden ze erin me onderdak te
kunnen verlenen voor de twee nachten tegen een schappelijke plaats.
Om deze overwinning te vieren hebben we onszelf getrakteerd
op een Burger King. Daarna heb ik nog even kennis kunnen maken met Carolines
collegas, die in een bar naar het voetbal aan het kijken waren. Moe maar niet
voldaan- kroop ik in mijn bed. Enerzijds was ik blij dat ik een slaapplaats had
gevonden, maar anderzijds knaagde er iets in mij omdat besefte dat ik eigenlijk
in een Ijslands bed diende wakker te worden de morgen erop.
Op donderdagmorgen had ik terug afgesproken met Caroline,
omdat ze pas in de namiddag moest werken. Toen ik opstond, het wisselvallige
weer bekeek en een blik wierp op het stadsplan dat ik de avond ervoor aan de
receptie van de Hostel gekregen had, besefte ik plots dat The British museum
zich in Londen bevond. Deze plaats stond zeer hoog op mijn verlanglijstje der
musea, met dank aan Mevrouw Van Gerven mijn zeer gedreven lerares esthetica
uit het 5e en 6e middelbaar.
Na een ontbijtje in de Starbucks, hebben we ons dus verdiept
in de Egyptische -, Griekse -, Romeinse -en Oudbritse kunst. Na dit
interessante bezoek hebben we een Britse lunch genomen op een gezellig terrasje
en toen zijn onze wegen zich gesplitst. Caroline naar haar bureau in de NH en
ik werd helemaal alleen losgelaten in het grote, onbekende Londen, met enkel
een stadsplannetje, een metroplannetje en ticketje op zak.
Eerst en vooral ben ik richting Piccadilly gegaan, om er
vlakbij de speelgoedwinkel Hamleys te bezoeken, dit op aanraden van Caroline.
En terecht zo bleek, want ik dacht dat zulke speelgoedwinkels enkel in films
bestonden. Ze verkochten hier allerhande speelgoed. Je kan het zo gek niet
bedenken of ze verkopen en demonstreren het daar. Ik voelde me terug 10 jaar en
dit bezoek deed me de eenzaamheid even vergeten.
Daarna ben ik te voet alle bezienswaardigheden van London
gaan verkennen: The Thames, The House Of Parliaments, Big Ben, Westminster
Abbey, London Eye, Hyde Park, Moe en dit keer ook voldaan ben ik teruggekeerd
naar de Hostel om even uit te rusten en mijn bed voor de volgende avond op te
maken. (Ik moest van kamer veranderen, anders konden ze me geen twee nachten
aanbieden)
s Avonds ben ik gaan dineren in het Hard Rock Café, omdat
ik wist dat hier vele relikwieën van rockgoden als Jimmy Hendrickx, Queen, Bob
Dylan, Bo Diddley, te vinden zijn, die je genoeg kijkgenot kunnen bezorgen om
een eenzame avond mee op te vullen. De dienster gaf me een plaatsje aan de toog,
vanwaar ik ook een zicht had op de open keuken. Wat ik echter niet wist, was dat
deze plaatsten ook enkel aan eenzamen gegeven werden. Dit was wel geweten
door de meeste mensen die hier zaten, dus raakte ik al snel aan de praat met
mijn buurman, Ted, een Amerikaanse zakenman. Het was best een animerend gesprek
waarin hij vooral zijn ervaring als zakenman in de wereld met me deelde,
evenals de ervaringen hij had met verschillende hotels. Later dan gepland kwam
ik terug in de Hostel, waar ik nog snel mijn vlucht voor de dag erna heb
gecheckt en daarna moe en helemaal voldaan mijn bed ben ingekropen.
Op vrijdagmorgen veerde ik fris als een hoentje uit bed,
klaar om eindelijk naar Ijsland te vertrekken. Na snel nog een ontbijtje mee te
pikken bij Starbucks en mijn gitaar op te halen in de NH Harrington Hall ben ik
met de Tube richting Heathrow vertrokken. Ik begaf me opnieuw naar de balie van
Icelandair, waar ik nog geen 48u ervoor het slechte nieuws had gekregen en daar
gaf men mij het goede nieuws waar ik al bijna een week op aan het wachten was:
ik kon vertrekken.
Maar dat was buiten een ingewikkeld luchtvaartsysteem
gerekend, want blijkbaar ging men ervan uit dat ik reeds gevlogen had op
woensdag, omdat ik was ingechekt in Brussel. Toen ik de dame achter deze balie
er toch van overtuigd kreeg dat dit onmogelijk was door de sluiting van de
luchthaven, kreeg ik toch het ticket, checkte ik mijn bagage in, trakteerde
mezelf op een laatste Britse koffie en begaf me dan richting departures hall,
waar ik nog een uur moest wachten voor de eigenlijke gate waar ik moest
inschepen werd bekendgemaakt. Toen deze een half uur voor vertrek werd
meegedeeld, haastte ik me ongeduldig naar de gate, ging aan Ik boord van de
boeiing 757 en was er helemaal klaar voor. Toen werd plots omgeroepen dat het
nog minsten een half uur ging duren voor we eigenlijk konden opstijgen, door de
drukte op de luchthaven. -Ik begon me op dit moment écht af te vragen of ze me
wel wilden in Ijsland - Toen we drie kwartier later ons eindelijk richting
startbaan begaven kon de reis naar het eiland eindelijk beginnen.
Na een aangename vlucht Icelandair biedt films, series,
aan op een televisiescherm in de zetel voor je- van net geen 3 uur landden we
op de luchthaven van Keflavik, Ijsland. Hier werd ik opgewacht door Haukür, een
man die vroeger duiker was op de basis van het Amerikaanse leger, maar toen
deze enkele jaren gesloten werd besloot freelance taxichauffeur te worden. Hij
werkt voornamelijk voor het hotel waar ik de komende 16 weken van mijn leven
zal doorbrengen, dus hij was zeer gekend met het reilen en zeilen van het hotel
en het hele eiland. Hij animeerde me tijdens de rit van drie kwartier met
allerlei merkwaardige weetjes over Ijsland. Deze weetjes ga ik binnenkort
allemaal bundelen in een ander blogbericht!-
Eindelijk aangekomen in het hotel,
werd me onmiddellijk een mooie kamer gegeven, maar net toen ik me wou beginnen
instaleren, werd er op de deur gekopt. Het was Alex, een Franse stagiair die de
opdracht gekregen had me gedurende de eerste dagen onder zijn vleugels te
nemen. Hij heeft me onmiddellijk voorgesteld aan de rest van het personeel.
Op zich is dit zeer normaal, zijnde
het niet dat het voltallige personeel op dit moment een wijndegustatie hield om
de nieuwe wijnkaart te keuren. Ik kwam aan in de bar, werd aan iedereen
voorgesteld en onmiddellijk op een barkruk geduwd met 4 glazen wijn voor mijn
neus. Ik werd dus meteen volledig opgenomen in de teamgeest
Intussen ben ik geïnstalleerd en
voel ik me hier zelfs al een beetje thuis En nu ik er over nadenk London was
zo erg nog niet In tegenstelling tot wat ik altijd vermoedde, is het best een
aangename stad, waar ik zeker ooit nog naar terugkeer.
Dit alles had ik uiteraard allemaal
niet ontdekt of misschien zelfs niet eens aangedurfd zonder de hulp van
Caroline, dus bij deze: Caroline nogmaals nen dikke merci!!
Þangað til
fljótlega(Tot gauw in het Ijslands, waar ik zelf
ook echt geen woord van versta)