Moord in de Lange Violettestraat te Gent.
Achtergronden en feiten.
Inhoud blog
  • Tot Slot
  • Een golf van solidariteit.
  • De Begrafenis.
  • 't Waren de Russen !
  • De stem van het volk.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto van mijzelf, 53 jaar geleden.!
    16-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ten geleide./Ontstaan en verspreiding van het anarchisme .

    Het anarchisme en de moord

    in de Lange Violettestraat te Gent.

    (15 februari 1909:)

     Een bijdrage tot de geschiedenis van de gemeentepolitie in het algemeen en van de Gentse politie in het bijzonder.

     

     

    Opgedragen aan de nagedachtenis van

     alle ordehandhavers die het leven lieten

     in dienst van de bevolking.

    Ten geleide.

     

     

    15 februari 1909:

    Een trieste mare vind als een lopend vuurtje zijn weg onder de Gentse bevolking:

     

    “Hedde ‘t al ghuurt ? Den kommesir van ‘t vierde es omverre geschotten ! In nen azent uuke ! Deur nen anarsiest !”(*)

     

    Van mond tot mond, van huis tot huis, van straat tot straat verspreid zich het bericht. De Gentenaars kunnen met moeite geloven dat de gesel van de eeuwwisseling, het anarcho-terrorisme, thans ook in de Arteveldestad heeft toegeslagen. Brussel, ja. Parijs, natuurlijk. Maar Gent ! Dat kan toch niet !

    Het bericht is maar al te waar. ‘s Anderdaags reeds telt het politiekorps twee doden. Politiecommissaris DE SMET en agent GYSSELS van de vierde wijk zijn beiden met enkele uren verschil bezweken aan de verwondingen die zij opliepen bij de aanhouding van de anarchist Seilinger, alias Hartenstein. De Belgische kranten brengen uitgebreid verslag van alles wat zij weten, verzinnen en vermoeden.

    Gent huivert, treurt en toont zijn afkeuring. De Gentenaars laten zich van hun beste zijde zien. Zowel de gegoede burger als de werkman, zowel links als rechts laten zien dat zij met zoveel geweld in hun eigen stad niet gediend zijn....en vergeten na enkele weken de ellende die twee families is aangedaan.

     

    In de hierna volgende bladzijden hebben wij getracht de gemoedsgesteltenis onder de bevolking te peilen en een tijdsbeeld op te hangen van de periode waarin de gebeurtenissen zich afspeelden.

    Wij hopen er in geslaagd te zijn de lezer te boeien en hem terug te plaatsen in de gevoelswereld van het begin der 20°eeuw.

     

    Roger De Caluwé

     

     

    (*) Hebt ge het al gehoord ? De politiecommissaris van de vierde wijk is neergeschoten ! En een politieagent eveneens ! Door een anarchist !

    Ontstaan en verspreiding van het anarchisme.

    Teneinde een juist beeld op te hangen van de evenementen die de bevolking bezig hielden rond de eeuwwisseling is het nodig om even een zijsprong te wagen die ons naar onze zuiderburen brengt. In 1870 verklaarde de Franse regering de oorlog aan Pruisen. Nooit is een oorlog begonnen om dwazere redenen dan deze. De aanleiding was het feit dat Spanje aan de katholieke prins Leopold von Hohenzollern-Sigmaringen de troon had aangeboden. Frankrijk wilde dit niet en eiste van de Pruisische koning dat hij dergelijke troonopvolging zou beletten. Zelfs toen de Pruisische Prins zelf weigerde verklaarde Frankrijk toch de oorlog aan Pruisen.

    Het Duitse leger bleek evenwel op alle gebied superieur aan de Fransen.  De ene nederlaag volgde op de andere en de ene helft van het Franse leger werd in Metz ingesloten. De Franse generaal Mac Mahon wilde de rest van zijn leger terugtrekken teneinde Parijs te verdedigen doch op 2 september 1870 werden zijn troepen nabij Sedan op hun beurt ingesloten. Het staatshoofd Napoleon III, op dat ogenblik als opperbevelhebber bij zijn troepen in Sedan, capituleerde. Frankrijk had geen leger meer. Napoleon III werd gevangengezet in Kassel. Na zijn vrijlating ging hij in ballingschap naar Groot Brittanië, eens de Franse aartsvijand.

    In maart 1871 werd door de burgers van Parijs een radicale gemeenteraad gekozen die zich niets aantrok van de legitieme regering die zich teruggetrokken had in Versailles. Deze nieuwe gemeenteraad, de “Parijse Commune” revolteerde tegen de Nationale regering. Toen gebeurde het ongelooflijke. De Franse regering gooide het op een akkoordje met Bismark en alle Franse krijgsgevangenen werden vrijgelaten zodat onder het bevel van Generaal Clement-Thomas  een nieuw leger kon gevormd worden dat tegen de opstandige “Comunards” ten strijde trok. Einde april 1871 volgden de eerste aanvallen op de comunards. Langzaam maar zeker werden zij teruggedrongen naar het noordoostenvandestad.
    De Franse soldateske liet een spoor van bloed en vernieling achter.Vooral de  ruiterij was gewelddadig tegenover de opstandelingen. Op 28 mei leverden een paar honderd arbeiders en Parijse gardisten nog slag op het kerkhof Père Lachaise. De overmacht was echter te groot en de opstandelingen moesten het onderspit delven. 147 Van hen werden ter plaatse gefusilleerd zonder vorm van proces. Dit betekende het einde van de Comune van Parijs.

    Al bij al waren een paar tienduizenden Comunards om het leven gekomen tussen 18 maart en 28 mei 1871. Zij die de barricades hadden overleefd en niet gevangen werden genomen door de “Versaillers” zwermden uit over Europa. Overal werden zij door de arbeiders als helden ontvangen en verzorgd. Van hun kant deden zij hun soortgenoten inzien dat het in handen nemen van de leiding mogelijk was, mits degelijke organisatie. 
    De laatste
    decennia van de 19°eeuw en het begin van de 20° waren gekenmerkt door de opkomst van het socialisme. Overal ter wereld streden verdrukte en uitgebuite arbeiders voor een menselijker bestaan. Vooral in Europa en de Verenigde staten boekten vernieuwende en vooruitstrevende ideologen langzaam maar zeker tereinwinst.

    Binnen deze progressieve middens groeide  evenwel ook de anarchistische gedachte en  ontstonden de anarcho-socialisten. Hun utopisch ideeëngoed verwierp elke vorm van dwang of overheersing. Zij stonden de totale vrijheid voor. Hun uiteindelijk doel was de volledige afschaffing van alle politieke, sociale, economische  of religieuze instellingen. Hieronder verstonden zij de overheid, de geestelijkheid, het patronaat en het bankwezen.

    Op zich vormden zij geen echte partij en verenigden zich niet in vaste groepen. Zij gingen uit van het principe dat de mens goed is en in staat om op een valabele manier samen te leven zonder enige vorm van gezag. Hoe edel dergelijke theorie ook kan zijn, zij berust op louter fantasie. De latere ontwikkelingen zouden het bewijs leveren dat zij slechts tot moord en doodslag leid.

     De eerste aanhangers van de anarchistische doctrine kwamen soms in kleine groepjes samen om van gedachte te wisselen. Het waren voornamelijk ongevaarlijke theoretici. Over bepaalde aspecten van de ideale samenleving hadden zij niet eens eenvormige ideeën.

    De anarchistische beweging, voor zover daarvan al sprake kon zijn, kwam hoofdzakelijk tot leven door de theorieën van die ontevreden intellectuelen die zich bedienden van sterk opruiende gesproken en geschreven taal.

    Zolang hun activiteiten zich evenwel beperkten tot getheoretiseer en gefilosofeer over de samenleving en haar gebreken en het zoeken naar nieuwe vormen van gemeenschap, was er geen vuiltje aan de lucht. In die beginperiode waren de anarchisten zelfs gewaardeerde leden van de socialistische Internationale. In die houding zou weldra verandering komen.

     De grote theoreticus van het anarchisme, Bakoenin, bleef het geweld als middel om het uiteindelijke doel te bereiken verdedigen. Marx, hoewel in de grond een tegenstander van geweld en van de theorieën van  Bakoenin, kon voor het oog van zijn soortgenoten niet nalaten de commune te verdedigen.

    Omwille van  zijn oproepen tot geweld kwam Bakoenin in conflict met de Socialistische Internationale en werd geweerd op het congres van Den Haag van 1872. Aanvankelijk leek het erop dat het anarcho-terrorisme hiermee gebannen was. Vanaf 1876 evenwel, nadat Bakoenin zich teruggetrokken had en kort daarna stierf, drong het hersenschimmige, avontuurlijke virus opnieuw het anarchisme binnen. Potentiële misdadigers en op hol geslagen idealisten vonden in de geweldstheorieën die werden voorgesteld als de “Propaganda door de daad” een ruggesteun om hun terreurdaden te vergoelijken. Het gevolg was een definitieve breuk tussen de socialistische beweging en de anarchisten.

     Een der voornaamste propagandisten van het geweld was Prins Peter KROPOTKIN. Hij was een afstammeling van de vorsten van Smolensk. Uit sympathie voor de onderdrukten had hij stand en rijkdom opgegeven. Op het einde van de 19°eeuw vestigde hij zich in Engeland en riep de jeugd op tot permanente opstand in woord, geschrift en daad. Op 25 december 1880 schreef hij in de krant “Le Revolté”:

    “De permanente revolutie door het woord, het schrift, de dolk, het geweer of dynamiet, alles is goed genoeg voor ons die buiten de wet staan”
     

    Voor diegenen die niets liever wilden dan de terreur was de afstand  tussen deze propagandaleuzen en de individuele misdadigheid zeer klein geworden.

    Met uitzondering voor de Russische anarchisten, die voornamelijk onder de studenten en de lagere adel te vinden waren, vond de opruiende taal een gretig klankbord bij de in armoede levende minder ontwikkelde basis van de maatschappij.

    Een eerste voorbeeld van de stand van zaken werd gegeven door de Italiaanse anarchisten CAFIERO en MALATESTA. Op 5 april 1877 verschenen onder hun leiding een dertigtal gewapende activisten in de bergen van de provincie Bénévent, waar zij de gemeentelijke archieven van een klein dorp verbrandden en de inhoud van de gemeentekas onder de bevolking verdeelden. Zij deden aldus een poging om een plattelands- en kinderlijk mini-libertair communisme te realiseren. Hun inspanningen liepen echter spaak.

    Opgejaagd en halfdood van de kou lieten zij zich uiteindelijk zonder verzet gevangen nemen. Hun actie hield een ernstige waarschuwing in die evenwel overal door de overheid werd weggewuifd.

    Dergelijk georganiseerd terrorisme kreeg enkel vaste voet aan de grond in Spanje, Italië en  Rusland. Elders in Europa was er van bendevorming weinig of geen sprake en waren het vooral individuele terroristische aanslagen die de gesprekken beheersten, en navolging kregen. Deze waren zo mogelijk nog afschrikwekkender dan daden van oproerige bendes. In amper zeven jaar werden niet minder dan drie staatshoofden door anarcho-terroristen omgebracht. In Engeland alleen al werden in diezelfde periode drie aanslagen op koningin Victoria door de Special Branch van Scotland Yard verijdeld.
    Het grote publiek vereenzelvigde rond de eeuwwisseling de anarcho-terroristen met gevluchte Russische staatsburgers. Ook in ons land, zoals in de meeste west-Europese landen verbleven een groot aantal van deze politieke vluchtelingen. In 1881 was de Tsaar Alexander II bij een bomaanslag om het leven gekomen. De Tsaristische politie ontplooide een nooit geziene repressie waarvan de rest van Europa wel scheen geschrokken te zijn. Ook de anarchisten kregen de schrik stevig te pakken. Velen vluchtten naar het buitenland en vroegen politiek asiel in  de meer gematigde landen. De eerstvolgende jaren bleef het rustig in Rusland. De bom bleef evenwel het geliefkoosde wapen en toen het terrorisme er opnieuw opflakkerde werden de opeenvolgende aanslagen allen door middel van bommen gepleegd.




     

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    16-02-2010, 00:00 geschreven door Roger  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontstaan en verspreiding van het anarchisme(vervolg)

                                                      

        De derde, en ditmaal fatale aanslag op koning Umberto  van  Italië deed op  29 juli  1900 opnieuw de wereld en de staatshoofden  sidderen.      

    Het moorddadige geweld beperkte zich niet tot Rusland. Wanneer wij de lange rij aflopen mogen wij gerust beweren dat geen enkel staatshoofd noch politiek mandataris, waar ook ter wereld, veilig was voor de niets ontziende belagers van het gezag. Zes jaar na de dodelijke aanslag op de Russische Tsaar ontsnapte de Duitse keizer Wilhelm I tweemaal aan de dood. In datzelfde jaar 1887 werd ook een aanslag gepleegd op de koning van Spanje en een eerste maal op koning Umberto van Italië. In 1891 werd de Spaanse premier Canovas om het leven gebracht door de Italiaanse anarchist Michel ANGIOLLILO. Bij het onderzoek bleek dat deze een tijdlang in Brussel verbleven had. Voor het eerst vinden wij hier een link naar het anarchisme in eigen land. Het enige antwoord dat de overheid, waar ook ter wereld, tegenover het anarcho-terrorisme stelde was een niets ontziende repressie waarvan ook dikwijls de niet gewelddadige anarchisten het slachtoffer waren. Deze handelwijze van de overheid was niet het privilege van de landen waar de wieg van het anarcho-terrorisme stond, zoals Rusland en Spanje. Alleen al de manier waarop sommige vonnissen werden uitgevoerd wekte zoveel afkeer dat dit slechts tot nieuw geweld kon leiden. Maar ook in vooruitstrevende landen en in de Verenigde Staten werden tal van doodvonnissen geveld zonder dat er in feite afdoende bewijs van schuld was geleverd. Maar al te dikwijls werden deze vonnissen ook daadwerkelijk uitgevoerd. Dit overheidsgeweld werd meestal beantwoord met nieuwe terreurdaden. Aldus ontstonden spiralen van moord en doodslag die jaren lang hun nefaste invloed op de samenleving lieten gelden. Onder andere Parijs raakte tussen 1882 en het eerste decenium van de 20°eeuw aldus in een vicieuze cirkel gevangen van bomaanslagen, processen, moorden, veroordelingen en nieuwe vernielingen. Niet steeds kozen de anarcho-terroristen hun slachtoffers met zorg uit onder de hoogwaardigheidsbekleders. Er hadden ook blinde aanslagen plaats zonder dat er klaarblijkelijk welbepaalde personen geviseerd werden. Dit was voor het eerst het geval in 1883 toen een bomaanslag de gelagzaal van het Theatre Belcour in Lyon in puin legde. Aantal en verscheidenheid der slachtoffers nam in de loop der jaren sterk toe. In 1891 kwam een oude kluizenaar aan zijn einde in Chambles. Wij komen verder op deze moord terug. In 1893 kwamen twintig Spaanse schouwburgbezoekers om bij een schijnbaar doelloze aanslag. Een jaar later was het de beurt aan de Franse president Carnot om in volle straat het slachtoffer te worden van een aanslag. De dader was de Italiaan CASERIO.  In datzelfde jaar 1894 ontdekt men in Londen een waar bommenatelier. Vijf anarchisten werden aangehouden. Volgens hun verklaringen zijn de aangetroffen bommen bestemd om in Rusland aanslagen te plegen.
    Vanaf 1895 volgde opnieuw een periode van betrekkelijke rust.
    In 1897 werd een blinde aanslag gepleegd in de Londense Metro. Een daar geplaatste bom maakte één onbekend slachtoffer. De daders van de aanslag werden nooit gevonden.
    Het daaropvolgende jaar werd Keizerin Elisabeth van Oostenrijk-Hongarije vermoord door de Italiaan Luigi LUCHENI. Deze aanslag op de door het volk geliefde “SISI” deed de anarchisten  een deel van hun aanhang en van de verdoken sympathie van het gros der arbeiders in Europa verliezen.   
    Dit belette de anarcho-terroristen niet om hun activiteiten onverminderd verder te zetten. Op 29 juli 1900 greep opnieuw een aanslag plaats op Koning Umberto van Italië. Het was de derde aanslag op deze vorst, ditmaal met dodelijke afloop.


    De aanslag op de Franse president Carnot, uitgebeeld door de onovertroffen tekenaar Beltrand d'Eté van " Le Petit Journal"  

                                                                         
                                               
                                   

                                           


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-02-2010, 00:00 geschreven door Roger  
    17-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontstaan en verspreiding van het Anarchisme (vervolg)
        

     

     

    Vanaf 1886 beheerste ook in de USA geweld en terreur het dagelijks nieuws. In  augustus van dat jaar werden in Chicago acht anarchisten veroordeeld. Zij hadden een bom geworpen naar een groep politieagenten die op het punt stonden een stakersvergadering uiteen te drijven op Haymarket Square. Zeven politieagenten Lieten hierbij het leven. De daders stonden terecht voor rechter Joseph GRAY. Er  heerste sterke twijfel of degenen die terecht stonden ook werkelijk de daders van de aanslag waren. Zij bekenden nooit, wat helemaal niet in  de lijn lag van de echte anarchisten.  Meestal    waren deze fier over HUN daden en vonden in een openbaar proces een propagandaforum . Zij maakten er een erezaak van om ook tegenover de rechter staande te houden dat hun daden waren ingegeven door de sterke drang om de wereld te verbeteren. Ondanks de twijfel die heerste of de verdachten ook werkelijk de daders van de aanslag waren , wilde rechter GRAY een afschrikkend voorbeeld stellen. Zeven van de acht verdachten werden met de doodstraf bedacht. Vier van hen werden ook daadwerkelijk opgehangen.  Twee zagen hun straf omzetten in levenslange dwangarbeid. Een zevende pleegde zelfmoord door middel van een zelfgemaakte bom. De enige vrijspraak had betrekking op de achtste verdachte .Hij kon onweerlegbaar bewijzen dat hij onmogelijk kon betrokken geweest zijn bij  de aanslag. 
    Slechts een kleine minderheid der anarchisten in de Verenigde Staten was betrokken bij de zware criminaliteit. Toch werden de veroordeelden van  "Haymarket SQUARE " door het gros van de arbeidersklasse als martelaren vereerd. 

    De dood van tien arbeiders bij de onderdrukking van een werkstaking in Homestead, Pensylvania werd in 1892 opnieuw de druppel die de spreekwoordelijke emmer deed overlopen in de USA. De vriend van Emma Goldman , Alexander Berkman pleegde een, overigens mislukte, aanslag op de industrieel  die voor de slachtoffers aansprakelijk werd gesteld door de anarchisten. 
    Het hoogtepunt van de terreur kwam er op 1 september 1901 toen president Mc.Kinley werd vermoord door Leon Czolgosz, een Poolse inwijkeling. 
    De angstpsychose onder de politieke en bezittende klasse is zo groot dat er in die periode duizenden bijzondere verzekeringspolissen werden afgesloten.

    Was het slechte tijd voor Staatslieden en Rijken, dan was het zeker niet beter voor politiemensen en  Magistraten. In  De ogen van de anarchisten stond deze kategorie van burgers immers symbool voor alles wat door hen gehaat en verfoeid werd. Overal waar de anarcho-terroristen actief waren diende de politie als het ware tot buffer tussen de ontevreden onderlagen van de bevolking en de overheden die vanuit hun ivoren toren de rechtmatige eisen van het plebs negeerden. 
    Hiervan maakten degenen die het geweld  propageerden en als enig middel tot het bereiken van doelstellingen  zagen, dankbaar gebruik.
    De Amerikaanse anarchist augustus Spies, die later mede werd veroordeeld voor de aanslag op Haymarket Square, hoofdredacteur van het blad "Die Arbeiter-Zeitung" dat in Chicago in het Duits verscheen, gaf een treffende kijk op de verhouding tussen de anarcho-terroristen en de ordehandhavers toen hij schreef: 

     "Politie en leger, de bloedhonden van het kapitalisme staan steeds klaar voor moord" 

                               

    De moord op president Mc.Kinley

    32090.jpg (400×380)

    De moord op politieagent J.B.MAURS, 
    zoals voorgesteld op de frontpagina van 
    “LE PETIT PARISIEN” van 11 maart 1900.

    Naar een staalgravure van 
    de illustrator Y.MEAULLE.

    32091.jpg (435×500)

    De dood van politieagent BELORGEY 
    in het politiebureau Pantintoen hij de 
    anarchist LE GAGNEUX opbracht omdat deze zijn 
    rekeningin een restaurant weigerde te 
    betalen. De illustrator Lionel ROVER van 
    “Le Petit Journal” bracht de scène op de 
    voorpagina van dit weekblad op 3 maart 1895.



                                        



     


     








     

           
                                                                       

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    17-02-2010, 00:00 geschreven door Roger  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontstaan en verspreiding van het Anarchisme (vervolg)

    Maar laat ons terugkeren naar Europa.

    Op 1 mei 1891 werden tijdens een uit de hand gelopen demonstratie in Clichy vijf politieagenten ernstig verwond. Het daaropvolgend jaar wordt een bom ontdekt in de kantoren van de “Société des mines de Carmaux” in Parijs. Een agent bracht het springtuig over naar het politiebureau waar het tot ontploffing komt. Zes agenten kwamen aldus op 8 november om het leven.


    Hoe erg de haat van de paria’s onder de bevolking wel was tegen alles wat het gezag vertegenwoordigde en hoe driest zij soms te keer gingen blijkt uit de vele krantenverslagen uit die tijd. 

    In “Le Petit Journal” van 3 maart 1895 lezen wij hoe een “Gardien de la Paix”, zoals de Parijse politiemannen officieel worden genoemd, om het leven kwam wanneer hij bij het overbrengen van  een individu naar het politiebureau door zijn medestanders werd aangevallen. Aanleiding van het drama was het feit dat de kerel onder het roepen van “Vive l’anarchie” en “C’est au bourgois de me nourir”  weigerde zijn rekening te betalen in een restaurant. Aldus vond de politieagent J.B.MAURS de dood.

    Een ander slachtoffer onder de Franse politiemensen was de politieagent MALLET. 
    Bij een poging tot aanhouding van een bende jonge Russen die verschillende zware criminele feiten hadden gepleegd werd hij zonder pardon neergeschoten. 

    Buiten Frankrijk was de toestand al niet anders. In Spanje liet een politieman het leven bij de aanslag op koning Alphonso en ook in Engeland kreeg de hoofdstedelijke politie haar deel van de ellende.  

    De magistratuur ontsnapte evenmin aan het geweld. In Frankrijk werd in datzelfde jaar 1892 een aanslag gepleegd op het huis van rechter M.Benoïst die de daders van de aanslag in Clichy, waarbij de vijf politieagenten ernstig werden gewond, veroordeelde. 
    Op 27 maart van datzelfde jaar volgde een aanslag op het huis van  de openbare aanklager Bulot.

    Hoe sterk de terreur zich doorzette in het dagelijks leven van de politiemensen en magistraten uit die tijd wordt treffend geïllustreerd door het verhaal dat politiecommissaris DRESCH, de politieofficier die overging tot de aanhouding van  RAVACHOL, deed aan de reporter van “Le Petit Parisien”. Het werd gepubliceerd in het blad van 21 augustus 1892 en luidde als volgt:  

    Zal Mr.Dresch, politiecommissaris, als het zo verder gaat zijn woonplaats in  de Congo moeten vestigen? Het is Mr.Dresch die overging tot de aanhouding van  de verschrikkelijke RAVACHOL in het restaurant Véry. Slechts enkele dagen later kreeg de eigenaar van het gebouw waarin de woning van de commissaris gevestigd was een dreigbrief waarin het “Comité des dynamiteurs” hem liet weten dat, indien hij verder onderdak bleef verlenen aan degene die hun  compagnon had aangehouden, zijn eigendom zou opgeblazen  worden. Hierdoor afgeschrikt heeft de eigenaar de huurovereenkomst opgezegd en verkeert de heer Dresch in  de onmogelijkheid nog een logement te vinden op zijn wijk.

    “Geloof mij, ik overdrijf niet” ! Aldus Mr.Dresch.“Gedurende twee maanden zijn wij allen gaan slapen in een hotel. Mijn echtgenote hier, ikzelf "daar en mijn kinderen nog op een andere plaats. Net een vliegend kamp !En gedurende die tijd "regende het dreigbrieven op mijn bureau. Niet enkel ten overstaan van mijzelf, maar ook voor "de politieprefect, de procureur-generaal en de rechters werden brieven bij mij bezorgd met de "opdracht ze ter bestemming te brengen. En in mijn woonplaats, wat een vrees ! Alle huurders, "behalve de sukkels die omwille van hun gezondheidstoestand hun woning niet konden verlaten, "trokken  eruit met de bedoeling er slechts terug te keren na mijn  vertrek. Ge kunt U wel "voorstellen met welke aandrang de eigenaars mij telkens probeerden weg te krijgen, soms zelfs "mits tussenkomst van een deurwaarder. En dan maar weer op zoek naar een nieuw onderkomen. "Soms lukt dat wel. De eigenaar geeft dan lucht aan  zijn verbazing en  zegt :”Hoezo, mijnheer ""de commissaris, waarom wil men U niets verhuren ?”Maar een paar dagen later, wanneer zij "vernemen met wie zij te doen hebben, wordt mijn voorschot terugbetaald en kan ik opnieuw "beginnen  zoeken."

    Sommigen vragen zich af waarom Mr.Dresch niet in een ander kwartier gaat wonen. Er is daarvoor een niet onbelangrijke reden. Inderdaad, een politiecommissaris heeft recht op een standplaatsvergoeding op voorwaarde dat hij op zijn wijk verblijft. In het tegenovergestelde geval dienen zij volledig op eigen kosten een woning te huren. Men kan moeilijk van  de heer Dresch verlangen dat hij zou afzien van een vergoeding waarop hij het volle recht heeft.....”


    Tot daar het artikel in de Parijse zondagskrant dat ons een kijk geeft op de atmosfeer van angst die ook de politie onderging in alle grote steden waar de anarcho-terroristen actief waren.

    Intussen was het besef gegroeid dat de terreur slechts kon bestreden worden door efficiëntie in de organisatie en vooral in betere onderlinge contacten  tussen de diverse politiekorpsen. Reeds in 1898 had men in Italië een congres georganiseerd waaraan alle Europese politiediensten, samen met de diverse ministeries van binnenlandse zaken konden deelnemen. Een van de directe resultaten van dit congres was het samenstellen van een album met niet minder dan 500 fotos van de door de Franse "Sureté Nationale" gezochte terroristen.Alle politiediensten ter wereld konden op deze documentatie beroep doen.  


     
     
         
    Vooral Parijs leek wel de kern van geweldpleging tegen alles wat het gezag vertegenwoordigde. De “Apaches” schrokken er niet voor terug openlijk de strijd met de politie aan te gaan. Zo overvielen zij in volle dag zelfs het “dievenkarretje” om hun medestanders te bevrijden.



    In februari 1900 viel in Parijs nog maar eens een politieman als slachtoffer van
    de anarcho-terroristen. Op zijn ziekbed werd hij door de politieprefect
    Lepine vereerd met de gouden medaille voor moed en zelfopoffering
    .



    Caserio, de moordenaar van de Franse president Carnot, in zijn
    gevangeniscel. Hij werd er voorzien van een dwangbuis. Dit
    illustreert treffend de angst van de overheid voor de anarcho-terroristen
    .



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    17-02-2010, 00:00 geschreven door Roger  
    21-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.RAVACHOL


    De aanhouding van RAVACHOL door commissaris Dresch.



    RAVACHOL, berucht, gevreesd en ten onrechte

    geïdealiseerd. Niet meer dan een vulgaire

    moordenaar.

    Reeds in 1898 had men in Italië een congres georganiseerd waaraan alle Europese politiediensten, samen met de diverse ministeries van binnenlandse zaken konden deelnemen. Een van de directe gevolgen van dit congres was het samenstellen van een album met niet minder dan 500 foto’s van door de Franse “Surété Nationale” gezochte terroristen. Alle politiediensten ter wereld konden beroep doen op deze documentatie.

    Ook in Engeland hadden de activiteiten van de anarchisten verregaande gevolgen voor de politieorganisatie. Binnen het kader van Scotland Yard werd de “Special Branch” opgericht. De bomaanslagen door anarchisten en Ierse vrijheidstrijders waren hiervoor de directe aanleiding. Tussen 1883 en 1885 waren er in  Londen immers niet minder dan 13 dergelijke aanslagen gepleegd.

    In ons  eigen land, dat de gastvrijheid hoog in het vaandel voerde en waar tal van gekende en onbekende politieke extremisten en vernieuwers voor min of meer lange tijd onderdak zochten, was er nog maar weinig sprake van samenwerking tussen de diverse stedelijke politiekorpsen. De gerechtelijke politie bestond nog niet en de rijkswacht was de militaire tucht een stevige domper op elke samenwerking met de gemeentepolitie. De onderzoeken naar staatsondermijnende activiteiten werden dus grotendeels gevoerd aan de basis, bij de gemeentepolitie. De sterk uiteenlopende manieren waarop deze zich wapenden tegen het terrorisme spreekt boekdelen. In die woelige tijden ontstonden de eerste gerechtelijke brigades ter bestrijding van de zware criminaliteit.

    De organisatie en de mogelijkheden van die lokale diensten waren sterk verschillend van stad tot stad. Zo had Luik een gerechtelijke brigade van  24 man sterk. Brussel daarentegen had binnen zijn politiekorps een dergelijke eenheid die slechts uit 3 personeelsleden bestond. Ook Antwerpen had een gerechtelijke dienst. Wat Gent betreft, Hoofdcommissaris VAN WESEMAEL maakte in een uiteenzetting over de organisatie van het politiekorps in  1907 nog geen gewag van een gerechtelijke brigade.

    Alvorens de overheidsinitiatieven hun vruchten afwierpen bij de basis der politiekorpsen zouden nog vele jaren verlopen.

     

    Het is moeilijk een portret op te hangen van degenen die geweld pleegden. Wij zagen reeds hoe de theoretici van de anarchistische beweging zowel te vinden  waren onder de adel als onder de intellectuelen. Ook voor de “Anarchisten van de daad”, zoals zij zichzelf graag noemden, gold een grote verscheidenheid. Soms waren het misleide idealisten of ontspoorde avonturiers. Soms intellectuelen en een andere keer rondzwervende nietsnutten. De ene keer ging het om jonge studenten, een andere keer om mannen van rijpere leeftijd van dewelke men normaal gezien meer wijsheid dan durf zou verwachten. Zeer dikwijls waren het evenwel niets ontziende misdadigers die onder het mom der politieke overtuiging geen ander doel hadden  dan  zichzelf te verrijken. Zij gebruikten de dekmantel “anarchisme” om hun daden ten overstaan van de grote massa der proletariërs te verschonen.

    De beruchte Ravachol die op 30 maart 1892 door commissaris Dresch werd aangehouden was een schoolvoorbeeld van de laatst beschreven groep. Spoedig nadat hij werd opgepakt ondergingen enkele van zijn medestanders hetzelfde lot. Zij behoorden allen tot de klasse der niets ontziende misdadigers.

     

    De echte naam van Ravachol was François KOENINGSTEIN. Hij was geboren in St.-Chamaud (Loire) op 14.10.1859

    Zijn voornaamste kompanen waren :

    Charles SIMON, bijgenaamd “Biscuit”, geb.St.-Jean le Blanc op 11 mei 1873.

    Joseph JAS BEALAT, geb.Firmini 15.4.1865.

    Charles CHAUMARTIN, geb.Vienne (Isère) 21 sept 1868

    Rosalie SOUBERE, bijgenaamd “Mariette”, geb.Saint-Etienne 21 september 1868

    Een  diepgaand onderzoek bracht tal van zware criminele feiten aan het licht. Een eerste moord die Ravachol door een van zijn medeplichtigen in de schoenen werd geschoven was deze op de kluizenaar van Chambles.

       Uit “LE PETIT PARISIEN”, van 20 mei 1892 vertalen wij het volgende:


     
    “Chambles is een gehucht dat bestaat uit enkel schamele hutten in de Gorges du Forez, dichtbij de wijk NOTRE DAME DE GRACE. Hier had de kluizenaar Brunel zijn woonst. Hij leefde zeer teruggetrokken en armoedig. In de loop der jaren had hij evenwel, centje na centje, het niet onaardige bedrag van méér dan 30.000 fr samengespaard. Zijn voornaamste bezigheid was nochtans het bedelen, blootsvoets en gekleed in een oude priestersoutane. Ravachol had vernomen dat de oude heremiet zijn geld aan huis bewaarde en besloot de man te overvallen. Samen met zijn toenmalige Maitresse, zekere vrouw Rullière en nog twee of drie soortgenoten begaf hij zich naar Chambles. Enkele uren later  werd het lijk van Brunel in zijn woning aangetroffen. Na een moeilijk en lang onderzoek konden  de medeplichtigen van Ravachol aangehouden worden. Hijzelf bleef voorlopig onvindbaar. Zijn kompanen verschenen voor het assisenhof en werden tot levenslange dwangarbeid veroordeeld.


                                                               De kluizenaar van Chambles.

                              


                    

    Twee medestanders van de beruchte RAVACHOL.

    Links JAS BEALAT, rechts Rosalie SOUBERE.

                                                      

    Dergelijke krantenberichten werpen een schril licht op de daders. De zweem van idealisme waarmede de anarcho-terroristen uit die tijd zich zo graag tooiden krijgt er ongetwijfeld een zware klap door. Tot overmaat van geweldpleging werd de aanhouding van Ravachol door anderen aangegrepen om een bomaanslag te rechtvaardigen die gepleegd werd op het restaurant waar hij door toedoen van een pientere kelner werd aangehouden. Die aanslag werd gepleegd door zekere MEUNIER en FRANCOIS die later voor deze feiten terecht stonden.                            


    In Engeland leek het intussen wel alsof er een ware leerschool voor het maken van bommen gevestigd was. Zowel Italiaanse, Frans, Russische als Engelse terroristen werden er tussen 1892 en 1894 aangehouden als bezitters of vervaardigers van springtuigen. Niet steeds verliepen deze activiteiten zonder kleerscheuren voor de daders. In 1894 kwam een Belg,
    zekere Martial BOURDIN, aldus in Greenwich om het leven toen een van  zijn produkten ontplofte tijdens de fabricatie ervan.                           
                                                                                        
    De grote bestrijder van het terrorisme in Engeland was op dat ogenblik Chief Constable M.MELVILLE. Onder andere de reeds genoemde François FRANCOIS werd door hem in Londen aangehouden.  Helaas, ook onder de Engelse “Bobby’s” eiste het anarcho-terrorisme zijn slachtoffers. In 1909 was dat nog het geval in Londen toen constable TYLER door een anarchist werd neergeschoten.

     Op het einde van de 19° eeuw schreef de Italiaanse criminoloog Cesare LOMBROSO het volgende:

     

    “ In een samenleving die zodanig door een atmosfeer van geweld is omgeven kan men zich niet verwonderen als de verruwing van tijd tot tijd onder storm en bliksem tot uitbarsting komt.

    Men kan niet ongestraft het geweld vergoddelijken, ook niet als men slechts aan een zeer bepaald soort van zijn toepassing denkt. Vroeg of laat gaat het evangelie der macht van de ene partij op de andere over.”

     

    Hij was een der eersten om aldus te waarschuwen voor de ontreddering en neurose die door overheid en samenleving gewekt werd in enkelingen die tenslotte geen raad meer wisten. Die, geconfronteerd met onrecht, onderdrukking en geweld in feite met het leven reeds hadden afgerekend en in lieden als Ravachol en zijn kompanen hun voorbeeld zagen.

     

    Met al hetgeen voorafgaat menen wij afdoende te hebben aangetoond met welke geestesgesteldheid sommige, zich anarchist noemende, terroristen rond de eeuwwisseling behept waren en hoe zij te keer gingen om een utopisch doel te bereiken. Daarnaast hebben wij ook duidelijk willen maken hoe de politie, ook toen , steeds de kop van jut was in de strijd tussen de gevestigde orde en de vernieuwers die hun toevlucht namen tot het terrorisme.

     

    0   0   0   0

     



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    21-02-2010, 00:00 geschreven door Roger  
    Archief per week
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek
  • Welkom, en veel plezier met je nieuwe blog
  • een fijne dinsdagavond

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    liefdenetwerk
    www.bloggen.be/liefden

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs