De wereld door mijn ogen: circus, natuur en sociaal-politieke toestanden
14-03-2012
Reisverslag Braz 3
Brazilie Reisverslag 3: Balltazar in het land
van de palmbomen
Deel 1: van Querétaro-Mexico tot Bahia-Brazilië
Mission impossible
Tussen mijn vlucht Mexico-België
en deze richting Brazilië zaten welgeteld vijf dagen. Ik had een nachtbus
genomen naar Mexico-stad en daarna een nachtvlucht naar Europa, wat me twee
slapeloze nachten opleverde en ik zat er alserieus door voor ik op die bus stapte.
De voorbije vijf dagen moest ik
duizend en één dingen zien te regelen. De ouders en mijn zieke oma bezoeken,
betalingen, mailtjes, de tournee in Brazilië regelen, portugees studeren, al het
balltazar-showgerief inpakken en last but not least, nog maar eens mijn
domicilie zien te officialiseren.Mijn adresweiziging was ondertussen voor de 3e keer op rij
geweigerd, telkens om dezelfde reden: toen de wijkagent kwam kijken was ik niet
thuis. Hoe zou dat toch komen ? Ondertussen blijven alle overheidsdiensten hun
brieven naar mijn vorig huisje sturen dat al een half jaar van de kaart geveegd
is
Mijn domicilie-aanvraag zal deze
keer niet geweigerd worden, omdat het nu al fout liep in de aanvraag. Om een
domicilie te wijzigen heb je een identiteitskaart nodig, met een internationaal
paspoort lukt dat niet. Een nieuwe identiteiskaart aanvragen zal heel
waarschijnlijk weer gepaard gaan met een special procedure, zoals de laatste
keer. Andere winkels behandelen hun goeie klanten met fluwelen handschoentjes
maar die mannen bij de gentse politie die de Oost-Europese-mensensmokkel in de
gaten houden kennen het systeem van de klantenkaart niet. In plaats dat ik de
elfde gratis krijg moet ik er een echt kruisverhoor voor ondergaan. Volgens de
wet op de privacy hebben politieagenten geen recht om in de databank van de
VDAB te kijken, maar ik vraag mij af hoe die gasten weten dit ik Rromanes
spreek ? En zeg nu zelf, Rromanes spreken dat is toch een voldoende reden om je
op de rooster te leggen. Ik zal volgende keer wel een nieuwe aanvragen voor
Brazilië komt dat toch niet in orde.
Ik had nog één nacht om mijn
bagage te pakken en nog één keer goed te slapen. Ik was doodmoe maar de stress
hield me tot in de vroege uurtjes wakker. Wanneer ik in Sao Paolo zal landen
zal de zon weer al boven de horizon staan. Op de komende vlucht moet ik echt
zien te slapen, maar ik weet dat dat niet zal lukken. Na een half uur in zon
klapstoel doet mijn rug pijn en daarna is slapen geen optie meer. Op een bus
leg ik me soms in de middengang en kan zo een beetje slapen, maar op een
vlieger is dat niet echt gepast.
Zodra ik aankom in Sao Paolo moet
ik naar een andere luchthaven helemaal aan de andere kant van die metropool waar
ik Anne zal vinden, een deel bagage kan achterlaten en onmiddellijk naar
Salvador vlieg. Daarna een nachtbus en een taxi-colectivo tot diep in het
binnenland van Bahia om er dezelfde avond nog op te treden op een circusgala en
dat gala ook te presenteren. U raadt het al, dat moet int portugees gebeuren
en de voorbije dagen had ik echt geen tijd gevonden omwoordjes en grammatica in te studeren
Je bagage inpakken als je doodmoe
bent is geen goed idee, maar je bagage helemaal niet pakken is geen optie. Net
voor ik opstijg besef ik dat ik mijn verrekijker vergeten ben, dat er nog
sleutels uit Gent in mijn zakken zitten en last but not least, dat ik mijn
boekje portugees vergeten ben.
Dan maar mijn hulplijn bellen.
Mijn lief zal het doorgeven aan Anne en die zal me in Sao Paolo wel een boekje
portugees kunnen meegeven. Daarna heb ik nog een 30tal uur om het portugees
terug onder de knie te krijgen, dat moet lukken. Allé hop, op naar de gate !!!
Het is wat er op staat dat telt meneer !
Sorry, maar op de verpakking
staat 125 ml en je mag maximum 100 ml meenemen op de vlieger.
Je ziet toch dat deze
onbenullige tube zonnecreme al half leeg is. Dat maakt 60 à 70 ml.
Maar het is wat op de verpakking
staat wat telt, want we kunnen onmoglijk weten hoeveel er precies in zit
Hoezo onmogelijk ? Echt moeilijk
lijkt mij dat niet. Uw collegas aan de bagage-check-in hebben een machien om
te weten hoeveel er in mijn bagage zit, en dat heet een weegschaal.
de regels zijn de regels meneer
volgens de regels mag ik 8 keer
100 ml vloeistof meenemen op het vliegtuig dus als ik de helft in een leeg
waterflesje spuit dan mag het wel mee ?
Nee, dan staat er nog steeds 125
ml op je tube en het is wat daarop staat dat telt
Ik kijk de trut met haar
uniformpetje recht in de ogen, en kan me nog net bedwingen om te zeggen: ook
bij u hoofd lijkt het me dat zo; dat hetgeen er op staat belangrijker is dan
hetgeen er in zit. Ik hou het vriendelijk, maar geraak geen milliliter verder.
Ik haat belachelijke regels. Ik
heb genoeg chemie gestudeerd om te weten hoe en waarmee je een bom kan maken en
met een tube zonnecreme kan je echt geen vliegtuig opblazen. Wat mij nog het
meest tegen de haren wrijft is dat me na deze controlepost een gamma aan
tax-free shops wacht waar ik 11kg zeep en suikerwaren mag kopen. Alles bijeen
genoeg om een serieus bommetje ineen te knutselen. Als de reden van deze regels
in explosieven gezocht moet worden, dan moet dat in de explosieve winsten van
de tax-frees zijn. Waarom eigenlijk, moet er voor verkoop in luchthavens, en
vliegtuigbrandstof geen tax betaald worden ?
Willekeur
Als er één zaak is die ik geleerd
heb bij alle ShakeThat vluchten dan is het wel dat thuis alles plannen weinig
nut heeft, omdat de alles overheersende factor bij het in-checken de totale
willekeur is bij het luchthavenpersoneel. De ene keer mogen tien overladen ST
koffers mee zonder enig commentaar de andere keer valt men over 5 gram
overwicht.
Ik had een pdf mee over
Pindorama-Circus waar ik een maandje gratis circusles zal geven aan
favela-kinderen, maar dat maakte geen indruk. Ik had gehoopt mijn slap-touw
poten mee te mogen vliegen als skilatten. Die mogen gratis mee, en hebben zowat
dezelfde afmetingen. Nee meneer, dat zijn geen skilatten. Inderdaad mevrouw,
dat zijn eigenlijk Golfclubs, om reuzengolf te spelen, en volgens jullie bagage
regels mogen ook golfclubs en golf-bags gratis mee. Ook dat kon ik op mijn
buik schrijven. Verdoeme alles herorganiseren, en de ladders thuis laten
Ooit, bij een ryanair-vlucht bleek
ShakeThat 20 kilo overwicht te hebben, wat ons 400 euro zou kosten om het mee
te vliegen. Tenzij, we binnen de 10 minuten een extra koffer zouden inchecken
wat amper 50 euro zou kosten. Een vuilinszak en een rol powertape deden de job.
Ook deze keer is de oplossing gelijkaardig al is de vuilniszak nu het
achtergronddoek van het Balltazar-decor en de powertape mijn evenwichtslint.
De grootste willekeur moet op
onze terugvlucht uit Mexico geweest zijn. Alle andere STers trokken met
koffers van 30 kilo en drie stukken handbagage naar de check-in en ondervonden
weinig problemen.
Ik probeer hetzelfde, maar de
trut aan de andere kant van de balie geeft geen krimp. Maximaal 23 kilo of
anders 3000 peso bijbetalen of een extra koffer aan 1500 pesos. Ik haal alles
wat eventueel nog in mijn handbagage kan uit de koffer, maar het is duidelijk
geen 10 kilo. Dan maar de Israël-methode denk ik. Ook toen was elke gram
overgewicht onbespreekbaar, maar hadden we het geluk dat een combinatie van
kabaal maken, tijdsdruk en een bijzonder laag IQ bij de trut voor ons ervoor
zorgde dat ze niet doorhad dat koffers die met hun wieltjes op het boordje
steunen slechts de helft van hun gewicht op de teller tonen.
Ik probeer dezelfde taktiek. Bij
gebrek aan wieltjes rol ik een T-shirt op en steek die tussen koffer en
weegschaalboord waardoor alles plots 6 kilo minder weegt. Het IQ aan de andere
kant doet de rest: de koffer passeert. De rest moest kinderspel zijn, ware het
niet dat deze trut ook eist mijn handbagage te wegen. (een beetje logisch
gezien die maximaal 11 kg mag wegen en ik net 10 kilo versjast heb). Terwijl ik
al mijn boeken, jongleerballen en dergelijke in mijn jaszakken en mouwen steek,
ratelt ze ook nog dat ik maar één stuk handbagage mag meenemen waardoor er weinig
anders op zit dan alle hemden en truien aan te trekken en mijn slaapzak als
sjaal te gebruiken. Mijn rugzak blijkt nog steeds te veel te wegen en ik moet
ook mijn jas laten wegen, en mijn sjaal mag ook niet mee. Ik maak mij nog even
druk dat er naast mij een man van 130 kg incheckt dus dat ik geen reden zie om
mijn jas te laten wegen, maar ik besef dat het deze keer niet zal lukken. Ik
heb gelukkig nog precies genoeg pesos bij me om een extra stuk in te checken
waardoor ik in Amsterdam land zonder ook maar één eurocent, bel- of bankkaart
op zak
Een week eerder was ook Lelo
teruggevlogen met dezelde maatschappij en een ST-koffer. We hadden die als 2e
bagagestuk ingecheckt en er een verassend lage 600 pesos voor betaald. Bij haar
tussenstop in New York, kwam de aap echter uit de mouw: Hoezo ik moet 70
dollar betalen om die koffer van hier naar Europa te vliegen ? Ik heb al
betaald in Mexico ! Dat is alleen tot New York. Hier moet je betalen voor de
reis tot Europa Ik heb geen dollars, en ook geen visakaart. Dan blijft de
koffer hier.
Na veel toeten en blazen slaagt
Lelo er in de man te overtuigen de koffer als handbagage mee te geven en daarna
passeert ze alle controles zonder probleem. Een koffer met bijna 20 kilo aan
metalen staven geraakt in de VS mee als handbagage en ik zou mijn 60 gr
zonnecreme niet mee krijgen zeker ? Zoals ik al zei, totale willekeur.
(ik keer uiteindelijk terug en
vind in een winkeltje snoepjes die in een plastic handgranaatje verpakt zijn,
waarna ik het snoep verorber en mijn zonnecreme daarin leegspuit om daarna met
die granaat wel het vliegtuig op te mogen.)
Deel 2: Van de circusconventie van Bahia tot mijn welverdiende rustdagen in
Minas Gerais
Brazilië, wat een land
30 uren om Portugees te leren,
tzal wel zijn ja. Op de nachtbus was er geen licht en eenmaal geland op de
conventie bleek ik nog net drie uurtjes te kunnen slapen voor ik mijn eerste
workshop moest geven. Daarna moest ik de artiesten bevragen, mijn slap touw
opzetten en het licht regelen, een gastmuzikant zoeken, al mijn dwaze trucjes
voorbereiden en tenslotte ook tekst en grappen zoeken om alles aaneen te
praten. Het licht gaat uit, het licht gaat aan en hop daar gaan we.
In de kleine tot op de draad
versleten tent van het Circo do Capao zitten en staan zon 600 mensen
oppeengepakt, wat me een dubbelgoed gevoel geeft. Ten eerste is het als artiest
altijd zalig om voor een volle tent te kunnen spelen, maar daarenboven hou ik
er van dat ook de lokale dorpelingen er zijn. In heel dit dorp wonen 1500 mensen,
en daarvan moeten er zon vierhonderd aanwezig zijn op dit gala. Het lijkt
makkellijk om het hele dorp hier te krijgen als er de rest van het jaar niets
te beleven valt, maar de werkelijkheid is anders. Hoe minder er te beleven valt
hoe minder makkelijk je mensen uit hun huis krijgt. Dat er hier zo veel zijn,
is net omdat dit dorp het hele jaar door leeft en dit festival het hoogtepunt
daarvan is.
Terwijl de mensen binnenkomen
lees ik de lijst met sponsors af. Zo goed als elke zelfstandige heeft zijn duit
in het zakje gedaan, waardoor aan alle artiesten en lesgevers een kleine
vergoeding betaald kan worden. Als ik mag kiezen tussen optreden in één of
andere in de hemel geprezen cultuurtempel of hier in dit godvergeten dorp, dan
zal ik echt niet twijfelen.
En wat moet je dan zeggen om de
leegte te vullen? Je praat over hoe groot Brazilië is en hoe klein België. 284
keer groter om precies te zijn. Om het iets tastbaarder te maken geef ik hen
twee tips voor wanneer ze een Belg tegen komen. Zeg de volgende keer
alstublieft niet: ah in België, en woon je ver van Brussel ? In Brazilië kan
je op drieduizend kilometer van de hoofdstad wonen, zowel noord- als
zuidwaarts. Terwijl er in heel Brazilië geen twee steden op minder dan 150 km
van elkaar liggen, kan je in België onmogelijk verder dan 150 km van Brussel
wonen. En verder vraag alstublieft niet: Ah in België, en ken je Jan ? ik
vraag toch ook niet Ah in Sao Paolo, en ken je Joao ?
Wanneer ik hen uitleg dat het
Braziliaans een ambetante taal is lacht er plots niemand meer, maar wanneer ik
duidelijk maak waarom krijg ik het hele publiek op mijn hand. Voor cool heeft
zowat elke regio zijn eigen typisch woord en dan zijn er nog een handvol die in
heel Brazilië begrepen worden maar evenmin in een woordenboek zullen staan. Ik
begin met de algemeenste, overloop daarna alle regios wat telkens een applaus
oplevert van wie van daar afkomstig is, en eindig met het lokale bála waarna
ik bijna een staande ovatie krijg.
Laatste dag van de conventie
Zoals het op elke circusconventie
een traditie is worden ook hier op de laatste dag de circus-spelen gehouden.
Een activiteit die het midden houdt tussen de paralympics en een Vlaamse
kermis, met een enorme saus ambiance er over. De meest absurde uidagingen komen
aan bod en iedereen probeert aan zo veel mogelijk disciplines mee te doen in de
hoop te winnen, of nog beter, applaus te ontvangen van het dolle publiek.
Op dit moment is het de beurt aan
een discipline waarin de mannen traditioneel het onderspit delven. Al wie onderlegt
is in het hoelahoepen probeert alle andere kemphanen uit te schakelen door hun
hoelahoep tegen de grond te slaan, duwen of schoppen, tot dat er maar één
heupwieger overblijft. Er zijn drie voorrondes maar ik geraak niet verder dan
eervol afdruipen.
Iedereen heeft gefeest tot in de
vroege uurtjes waardoor sommige opdrachten al moeilijker zijn dan de andere. Op
dit moment is het handstand-uithoudings wedstrijd en Phillipe kijkt me
moedeloos aan. Toen we twee jaar geleden samen door zijn geboortestreek trokken
om er in de kleine dorpjes op te treden deed die gast zonder probleem een
handstand boven op een ladder die ik min of meer stabiel rechthield, maar nu
heeft hij het al moeilijk om gewoon op zijn benen te blijven staan. Ik roep zo
hard ik kan Circo Fusca en het geeft hem de moed te proberen, al houdt hij
het niet al te lang vol.
Wat later komt één van de
koningsdisciplines aan bod: kegel-volley. Dat is ongeveer zoals beach-volley,
maar dan met jongleerkegels. Elke speler heeft twee handkegels en er is één
spelkegel die heen en weer over het net geworpen wordt. Je mag hem alleen
vangen nadat je een hand kegel naar je andere hand geworpen hebt, die daarna
opnieuw naar de andere hand gooit waarna je de spelkegel teruggooit en je eigen
kegel vangt. Inderdaad en spelletje voor goeie jongleurs.
Phillipe is geen jongleur, maar
Circo Fusca kan deze afspraak met de geschiedenis niet missen. Onze eerste
match is onmiddellijk tegen de gedoodverfde favorieten. Die twee gasten
jongleren in hun duo elk vijf kegels terwijl ze een glazen bal in evenwicht
houden bovenop hun kop. We zijn met andere woorden kansloos.
Na een opwarming met Phillipe is
het duidelijk dat hij zelfs geen verwijfde opzet zal kunnen vangen dus ik neem
het hele veld voor mij en hij wacht aan het net. Ik spring als een kikker in
een emmer over heel het terrein en wanneer ik iets kan vangen geef ik een
rustig pasje richting net waar Phillipe de lucht in veert zoals alleen hij dat
kan om de spelkegel onhoudbaar naar de overkant te meppen. Ons duo lijkt nog zo
slecht niet.
Deze taktiek werkt verassemd goed
en uiteindelijk winnen we de match met het kleinst mogelijke verschil. We
herhalen die prestatie nog twee rondes om zo in de finale te belanden. Zo snel
mogelijk 7 punten scoren is de opdracht, en dan gaat Circo Fusca met de
hoofdprijs (een Jaca, lokaal fruit ter grootte van een watermeloen) naar huis
!!! Ook Phillipe beseft de ernst.
Het gaat vanaf het begin gelijk
op tot het 6-6 is. Je moet winnen met twee punten verschil dus het zal tot aan
8 punten zijn. Het publiek gaat uit zijn dak, beide ploegen gaan er voor. Na
drie matchpunten weg te werken staat het plots 12-11 in ons voordeel. Dit is
het moment van de waarheid. Phillipe zet op. Vangen is zijn sterke punt niet,
maar kegels naar de overkant knallen doet hij als de beste. De tegenstrever
vangt al duikend en moet de spelkegel al liggende wegkrijgen om zijn eigen
kegel te vangen. Passen is moeilijk van daaruit waardoor hij kiest om een vrij
zwakke helicopterworp onze richting uit te slingeren. Dit zou normaal een
makkelijk af te werken punt moeten zijn, ware het niet dat Philippe nog steeds
achterin staat terwijl ik tegen het net plak. Ik zet een stap achteruiten spring maar kom te kort. Terwijl ik
op mijn gat val, besef ik dat Phillipe die helicopterworp in geen honderd jaar
kan vangen.
Gelukkig beseft hij dat zelf ook,
en dus slaat hij onderhands, zo hard hij kan op de spelkegel die wonderwel mooi
de lucht in gaat. Ik krabbel recht kan de kegel nog net vangen, gooi
achterwaarts naar het net waar de meest hyperactieve springrat van heel
Brazilië de lucht in veert en half naast de spelkegel mept, die daarna lullig
op en over het net hobbelt en ergens tussen de benen van de andere ploeg in het
stof landt. Circo Fusca is terug !!!
Vale do Capao
Tussen het festival in Capao en
het volgende had ik welgeteld 3 dagen om te genieten van één van de mooiste
natuurparels ter wereld en een nieuwe voorstelling te maken. (meer over deze
vallei en heel de chapada de diamantina kan je lezen in het vorige Brazilië
reisverslag)
De eerste dag werd voornamelijk
gevuld met wachten op Joao, die er 8 uur over deed om zijn tent op te plooien
en zijn rugzak te vullen. Uiteindelijk eindigde de dag aan een schattig kleine
waterval, met kolibries en overhangende boomvarens. Overal in de wereld zou je
doodgelukkig zijn om zon waterval te vinden, maar hier ben je alleen tevreden
met wereldwonderen. Morgen beter.
De tweede dag bezocht ik een
religieuze gemeenschap waar het nuttigen van Daimé; een halucinerende drank
centraal staat. Als nieuwkomer kreeg ik een belachelijk kopje Daimé-thee wat me
ongeveer evenveel deed halucineren als wanneer je je ogen dicht doet en op je
duim blaast. Er restte me nog één dag om een wereldwonder te aanschouwen, en
een show te maken.
Op de terugweg barstte de hemel
open en gezien de engeltjes aant halucineren waren werd die wolkbreuk niet
hersteld voor ze helemaal leeggeregend was. Wat ik de laatste dag zou doen was
snel beslist: s morgens voor de zon opstaan en naar de Fumasa-waterval gaan,
om tegen de middag terug te zijn en samen met De Familia Flamini een nieuwe
show te maken.
Wegens mist en verkeerde
wegwijzers verloren we boven op het hoogplateau tien keer onze weg, maar toen
we uiteindelijk aan de Fumasa kwamen was alles snel vergeten.
Het beekje stond vol
water, dat het met volle kracht de diepte in jaagde, maar ook die dikke straal
kon de 380 m vrije val niet overleven en zou nog voor halverwege tot een mist
vergaan.
De meeste mensen sluipen op hun
buik tot aan de rand om dan met hun hoofd over de kam duizelig te worden van de
400 m diepe kloof voor hen. Philipe daarentegen vond die kam een gepaste plaats
om zijn revanche te nemen voor de verloren handstand-wedstrijd. nee, nee, ik
doe een veilige handstand, er kan niets fout gaan.
Af en toe draait de wind knal
tegen de rotswand en wordt de lucht recht omhoog gestuwd waardoor de waterval
al na een dikke 50 meter helemaal uiteengeblazen is en de druppels opnieuw de
hoogte worden ingejaagd om ietsje voorbij de kam weer op het plateau vallen.
Een echte Perpetuüm Mobile. Zoals ik al zei, met minder dan een wereldwonder
mag je hier niet tevreden zijn.
Festit - Ilha Itaparica en de nieuwe Braziliaanse boswetgeving
De stank is niet te harden. Samen
met Josefina sta ik tot mijn knieën in de zee en wassen we een walgelijk
stinkende afvalton uit. Morgen moeten we hier samen een show brengen en gezien
de truc met de pingpongbal ook in deze show zit is er een ton nodig
Josefina en Valentin zijn een
clownskoppel uit Chili en Argentinië die al een paar jaar in Brazilië wonen.
Festit had me uitgenodigd, en ik had hen laten weten dat ik met een extra
acrobaat en een muzikant zou afkomen. Die moest ik wel nog vinden op het
festival in Capao, en mijn voorgevoel dat dat niet zo moeilijk zou zijn
bleek te klopen toen ik La Familia Flamini aan het werk zag. Zoals zo veel
Argentijnse circusartiesten, twee wreed goeie clowns die met grappige acrobatie
en muziek hun publiek dubbeltoe plooien.
Festit is een zalig klein
festival die met weinig budget en heel veel overgave een heel weekend sfeer en
kleur brengt op een toeristisch eiland vlakbij Salvador, de grootste slavenstad
die er ooit geweest is. Hier passeerden meer dan anderhalf miljoen slaven, waar
degenen die de overtocht niet overleefd hadden nog niet eens werden bij geteld.
Bahia en zeker de hoofdstad Salvador zijn nog steeds heel zwart. Slaven die
konden ontsnappen vestigden zich in illegale dorpen, kilombos genaamd die soms
uitgroeiden tot ware steden. De grootste kilombo bij Salvador bleef bestaan tot
op de dag van de afschaffing van de slavernij, maar werd nooit erkend. Het
wonen bleef er illegaal en ondanks het feit dat de stad de kilombo helemaal
opslokte werden er nooit wegen, elektriciteit, waterleiding of riolering
gelegd. Tegenwoordig is het met 600 000 inwoners de grootste illegale
nederzetting en de grootste zwarte gemeenschap op het Amerikaanse continent.
Ilha Itaparica ligt er vlakbij, maar er is spijtig genoeg geen tijd om de wijk
te bezoeken.
Het festival steunt volop de
lokale milieu-organisaties en dit jaar staat alles in het teken van de nieuwe
boswetgeving, die volgende maand, hopelijk niet door het parlement geraakt. De
rechtse minderheid heeft met veel geld een hele reeks linkse burgemeesters aan
hun kant gekregen en zal zijn wetsvoorstel er naar alle waarschijnlijkheid door
krijgen. De strikte Braziliaanse boswetgeving wordt volledig uitgehold door
ontbossingen tot een lokale bevoegdheid te herscheppen. Iedere burgemeester in
Brazilie zal in de toekomst kunnen bepalen hoeveel en welke stukken natuur er
in zijn gemeente gerooid mogen worden. En welke burgemeester wil er geen
industrie en luxe-woonwijken in zijn gemeente ? Net zoals in België tot in de
jaren 90 toen met een BPA alles geregeld kon worden, zal dit voor een
chaotische ruimtelijke ordening leiden.
Gezien het deze keer over
Brazilië gaat, betekent dit ook dat enorme stukken waardevol natuurgebied
zullen verdwijnen. De houtprijs zal wereldwijd zo diep zakken dat iedere
Europese boseigenaar doodblij zal zijn als zijn bos omwaait, want de
stormschade-premie zal meer zijn dan wat hout nog oplevert. In Brazilië zelf
zal het ook zijn economische gevolgen hebben.In Bahia alleen al leven
500 000 mensen van visvangst in de mangroves, maar die hebben duidelijk minder
macht dan enkele grote betonbedrijven die er Beachresorts, shoppingcentra, luxe
wooneenheden en flatgebouwen willen neerplanten.
En daarnaast, een klein detail in
deze tijden dat alleen de economie belangrijk lijkt, wil ik eventjes vermelden
dat een tiende van de hele wereldbiodiversiteit en heel het wereldklimaat op
het spel staan.
Eenmaal de wet door het parlement
gestemd wordt, kan alleen de president nog haar veto stellen. Hoewel Dilma dat
graag zou doen zal ze heel waarschijnlijk onder een te grote druk staan. Onze
enige hoop is dat ze uitstel vraagt tot op de G20 die in juni gepland is in
Brazilië. Ook Brazilië wil een deel van de megageldstroom die we elk jaar
betalen voor de russische bossen. Je weet wel, dat knotsgekke akkoord van Kyoto
die overproducerende landen verplicht te betalen aan het enige industrieland
dat officieel gezien onderproduceert: Rusland. Ik zet alvast mijn handtekening.
Nu nog hopen op die van de first lady.
Balltazar e La Familia Flamini
We spelen onder twee gigantische mangobomen,
die op een ideale afstand staan voor mijn touw. Om de één of andere reden
blijkt er vandaag een lantaarn te hangen net op de plaats waar er genoeg hoogte
is om mijn 5 ontstoppers te gooien, en dat merk ik natuurlijk wanneer de show
al bezig is. Er zit niets anders op dan wat door de knieën te buigen en de
stoppers heel laag te gooien. Ik doe mijn best maar de ze raken toch de tak,
botsen tegen elkaar en kletsen allemaal op de grond.
Valentin springt de scene op.
Terwijl hij een volgende stopper opraapt gooit hij de vorige achter zich een
lullig klein beetje omhoog, zo waar ik er net niet bij kan. Nadat hij ze
allemaal aan mij gegeven heeft kondigt hij vol trots de tweede poging aan,
terwijl het publiek mij achter zijn rug wanhopig naar mijn soupappen ziet vissen.
Simpel en goed gespeelde clownerie, werkt atijd.
Valentin staat er op om na het
optreden met de hoed rond te gaan. Ikzelf vind het altijd onwennig om in een
arm land geld te vragen na een voorstelling. Brazilië is niet arm, helemaal
niet, maar de meeste inwoners zijn dat wel. De prijzen zijn bijna Europees en
de lonen zijn dat verre van. Iedereen werkt lange dagen en weinigen eten meer
dan rijst, bonen, vis en mangos.
Wanneer ik rond ga met de hoed
vallen mijn ogen bijna uit mijn kop. Zowat iedereen betaalt 2 Reais (0,8 euro),
er zitten zelfs briefjes van 5 en 10 Reais tussen. Dit publiek dat nog niet een
derde zo groot is als de meute die op de Gentse Feesten naar een straatshow
komt gapen, betaalt meer dan wat je op het Sint-Jacobs in je hoed krijgt.
Begrijpelijk natuurlijk. In Belgie is t crisis, zowat iedereen lijdt er
honger.
Sao Paulo - Circo Bixigao
Uit geldgebrek, plaatstekort en
een uitgedoofde energie besloot Teatro Oficina hun sociaal circus voor bekeken
te houden. Een beslissing waar Anne Loeckx persoonlijk een stokje voor zou
steken. Als er geen geld is, dan werken we gratis, is er geen plaats dan poten
we hier een circustent neer en als er geen energie meer is dan zorgen we voor
een nieuwe ploeg.
Lucas, een jongentje van een jaar
of negen vraagt bij het afsluiten van de les of hij een showtje mag tonen aan
de andere kinderen, en toont daarna met veel trots dat hij drie kegels kan
jongleren en zelfs een paar trucjes.
Hij is een doorzetter zoals je er
niet veel vindt. Uit niets in zijn gedrag zou je kunnen afleiden uit welke
thuissituatie hij komt.
Na een eerste week waarin we een
show maakten en die vervolgens in zowat alle buurtscholen speelden, en ik ook
nog eens een jongleerstage moest geven en we een stoet en circusfilmavond
organiseerden, is het vandaag de eerste lesdag.
We zijn eigenlijk al serieus
uitgeput na die eerste promoweek en hebben er geen idee van hoeveel kinderen
zullen komen opdagen. Op de filmavond kwam niemand af en tijdens de stoet waren
het de bekende medewerkers van Teatro Oficina. Het is bang afwachten.
Net als Lucas, leven de meeste
kinderen van Circo Bixigao in heel moeilijke omstandigheden. Veelal delen twee
families één kamertje, in vuile en overdrukke huur- of kraakpanden, anderen
leven op straat. Behalve dit circusproject dat gratis les geeft, bestaat hun
leefwereld vooral uit geweld, alcohol, prostitutie, armoede en ondervoeding.
De eerste les moest al een half
uur geleden begonnen zijn, maar er is slechts één leerling, en dan nog niets
eens een nieuwe. Een hele week hebben we overal waar we konden shows gegeven en
flyers uitgedeeld, en dan nu dit.
Het is even slikken, maar aan
opgeven wordt niet gedacht. We trekken naar een pleintje in de buurt en spelen
er nog maar eens een showtje en delen flyers uit, daarna met toeters en bellen
de markt afschuimen en s namiddags doen we de laatste school in de buurt.
Daarna moet ik nog een stage slap touw geven en vervolgens nog eens naar Circo
do Beco om het cabaret te promoten. Veel tijd om reisverslagen te schrijven had
ik niet
Om hier een circustent neer te
poten is alles geregeld, alleen wachten we nog op een handtekening van de
eigenaar van het braakliggend terrein naast Teatro Oficina. Hier moest
eigenlijk een shoppingcenter komen maar het theater weigerde met hand en tand
te verkopen Voorlopig gaan de lessen dus nog steeds door op de scene van dit
theater dat al tijdens de dictatuur een broeihaard van verzet was en nu nog
steeds experimenteel, straatarm en compromieloos is. Net zoals circus leeft ook
theater hier volop, maar zonder subsidies moet zowat iedereen hier vrijwillig
werken.
Enkele jaren geleden besloot
Lucas, tegen de wil van zijn grootmoeder in, niet meer naar school te gaan, wat
zijn familie hun sociale steun kon kosten. Wellicht was hij beschaamd omdat hij
de schoolmaaltijden niet kon betalen of omdat hij vuil en versleten kleren
moest dragen. Hij leefde toen bij zijn oma omdat zijn vader in de misdaad zat
en zijn moeder verslaafd was. Zijn oma strafte hem voor zijn schoolverzuim door
hem 8 maanden eenzaam op te sluiten in een kamertje. Zo ongeveer ieder kind dat
hier les volgt draagt zon verhaal met zich mee.
Het slot van het startshot van
het nieuwe Circo Bixigao is een circuscabaret waarop alle artiesten gratis
optreden en alle inkom en drankverkoop volledig naar het circusproject gaat. We
zijn bang dat er weinig publiek zal zijn, maar die angst blijkt onterecht. Er
is veel publiek en niemand die het zich beklaagt. Alle nummers zijn goed en het
laatste breekt het kot af. Os Irmaes Sabatini hebben een hele dag nodig gehad
om hun installatie vliegende trapeze inclusief valnet hier op te stellen en het
resultaat mag er wezen. Het hele publiek leeft mee met de waaghalzen die
verschillende keren naast de armen van de vanger grijpen maar telkens zacht in
het net terechtkomen. Hoewel de humor centraal staat in dit nummer passeren ook
pareltjes als een dubbel gestrekte salto tussen trapeze en vanger. Circus,
zoals circus moet zijn !!!
De tweede lesdag komen
uiteindelijk een vijftiental kinderen opdagen, waarvan de helft nieuwelingen
zijn. Zoals altijd vinden de kinderen de uitdaging van het evenwicht op slap
touw fantastisch. Zelfs wanneer we de les stoppen en gratis fruit geven aan de
kinderen zijn ze niet van de touwen af te slaan.
Eindelijk, de droom van Anne, kan
beginnen.
De slechtste week van het jaar
Als ik één en slechts één tip mag
geven voor wie ooit naar Brazilië reist: zorg ervoor dat je ook voor of na
Carnaval nog tijd hebt om te reizen. Hoewel ik hier opnieuw voor twee maanden
ben, is er maar één week zonder werk en moet dat nu net de Carnavalsweek zijn.
De carnaval-bloccos in Sao Paulo
zijn gigantesque en tegelijkertijd authentiek, hun ritmes grijpen je vast en
verplichten je om door te gaan tot je ergens wakker wordt in de namiddag en de
zon op je houtenkop dreunt terwijl je de weg zoekt naar een metromond.
Sambagroepen van minstens 100 drummers en 50 dansers en steltenlopers omringd
door vele duizenden feestvarkens die zich als een modderstroom door de straten
wringen. Voor al wie van massaal feestgedruis houdt moet dit de hemel op aarde
zijn, maar na twee weken metropool heb ik eventjes geen zin meer omringd te
worden door 17 miljoen soortgenoten.
Ook de grote natuurparken puilen
uit met mensen die genieten van de weinige vakantie die hun leven hen biedt.
Alle hostels, pousadas en campings zitten vol en de locals zelf zijn druk in de
weer om hun familie te ontvangen. Voor een grote reis naar een indrukwekkend
natuurpark was er geen tijd en is het ook het moment niet.
Daarenboven lag mijn oma op
sterven en dus wilde ik elk moment mijn mails kunnen checken. Ze is heengegaan
na een totaal overbodige doodstrijd omdat het katoliek rusthuis uit
gewetensbezwaar haar pacemaker niet wilde uitzetten. God en zijn volgelingen
zal ik altijd moeilijk begrijpen, maar wie mij kan uitleggen waarom een
pacemaker uitschakelen tegen Gods wil zou zijn zal toch echt wel zijn best
moeten doen. Wat kan er nu meer de wil van God zijn dan een machien dat zijn
wil tegenhoudt uit te zetten ?
I did it !!
Na drie dagen waren de batterijen
van die pacemaker leeg en kon mijn oma in alle rust heengaan. Ook ikzelf kon
daarna eindelijk vertrekken en trok -hoe kan het ook anders- onmiddellijk naar
de hemel op aarde. Wie mijn vorige Brazilië verslagen las weet waarover ik het
heb: het meest biodiverse natuurreservaat ter wereld waar het droge binnenland
overgaat in een vochtig bergklimaat, waar 10 000 plantensoorten groeien en 1600
soorten flieflotters rondfladderen, waar de ene waterval letterlijk op de
andere valt en waar de beste duiktoren van de wereld op amper 500 meter van
Philipes huisje ligt. Inderdaad de heilige Serra do Cipó.
Drie dagen lang was de Pedrao het
centrum van mijn bestaan, met slechts 1 doel: ik zou een dubbele salto springen
van het hoogste platform. Moet dat nu echt, hoor ik menig verstandig mens dan
zeggen.
Het is meer dan het feit dat de
laatste dubbele salto die ik sprong, precies 9 jaar geleden, me twee wervels en
heel veel miserie kostte. Het is het feit dat er na die val een diepe angst in
mijn lichaam geslopen is die ik daar weg wil. Een angst die ervoor zorgt dat
rugspieren zonder veel reden blokkeren en ik voortdurend rugpijn heb. Die angst
wil ik doorbreken.
En daarnaast ist natuurlijk ook
een heel klein beetje omdat ik het gewoon zalig vind om te doen en water zeer
zeer veilig is in vergelijking met een trampoline. Die trampoline is zacht als
je van één meter hoog valt, maar daarna stopt die vriendschap plots. Denken dat
een bak elastieken die de kracht hebben om je vier meter de lucht in te
slingeren even zacht is als water, is een beetje als denken dat cachaca even
dorstlessend is als water. Ook die vriendschap stopt heel plots.
Drie dagen lang bouwde ik op.
Steeds hoger steeds meer omwentelingen. De eerste dag scheet ik al mijn broek om
zelfs maar te duiken van die 6 en een kluts meter hoge rots. De tweede dag
sprong ik al vlotjes gestrekte achterwaartse saltos van die hoogte en
anderhalve van op het laagste platform. De derde dag, nu dus, moest het
gebeuren. Om de één of andere reden scheet ik opnieuw in mijn broek zoals de
eerste dag. Ik wilde vooral achterwaartse saltos springen, omdat je die
makkelijker twee maal rond krijgt, maar ik kromp alin elkaar als ik nog maar achterwaarts op de rand ging
staan.
Dan maar niet vandaag die dubbele
salto. Ik trainde wat op anderhalve vooruit en dat ging vlot. Eerst 2,5 m dan 3
meter, dan na veel aandringen ook op de 4,5 m. En na heel veel anderhalve op
die hoogte, mijn laatste sprong. Ik zou net nog ietsje harder draaien en in een
bolletje blijven om zo met mijn gat het water tikken. Vier en een halve meter
lijken plots weer heel hoog. Toch nog maar eens een anderhalve. Opnieuw naar de
rots zwemmen en er op klimmen. En opnieuw moed in pompen.
Ik sta klaar. Daar gaan we. Alles
geven. Springen, groeperen, benen vastnemen, keihard vasthouden, en blijven
vasthouden, langer dan je denkt en dan knal met mijn gat int water. OK, dat
smaakt naar meer. De volgende draait nog een ietsje pietse verder; gat en
voeten tegelijk.
Ik klim een laatste keer de rots
op. Ik weet dat dit echt de laatste keer is vandaag en ik stop pas helemaal
boven. De opdracht is doodsimpel. Je springt zoals je een salto springt van 1 m
hoog, maar blijft in een bolletje en opent pas helemaal op t laatste, zo net
iets later dan je denkt dat al genoeg is. Net zoals daarnet van de 4 en een
halve. In plaats van je gat in t water duwen strek je op dat moment je benen.
Dit kan niet fout gaan. Lets do it.
Precies op deze manier spreek ik
mezelf moed in, terwijl ik in realiteit in mijn broek schijt dat het geen naam
heeft. Moet dat nu echt, denk ik dan. Natuurlijk moet dit, de pedrao is te mooi
om het niet te doen, de zon gaat onder en over een paar uur vertrekt de bus die
je opweg zal zetten naar het droge binnenland van Noordoost-Brazilië, wie weet
kom je hier pas terug als je oud bent.
Zoals bij elke sprong waarbij ik
te bang ben om hem te springen, kantel ik mijzelf over de rand tot op het punt
dat ik niet meer terug kan, dan zet ik af en eenmaal daar doe ik wat ik mezelf
beloofd heb. Ik weet dat van idee veranderen na dat moment slechte resultaten
geeft, dus omdat ik dan toch al overkantel spring ik en ga er voor.
Ik land bijna mooi. Mijn benen
nog niet helemaal gestrekt, mijn armen aan t wapperen en een beetje op mijn
kloten. Maar dat doet er allemaal niets toe. I did it !!!!!! Jihaaa, I did
it!!!
Tot volgend
reisverslag,
Hans
Deel 3: 30 dagen in de helse hitte en 3 dagen om God te zien
De Caatinga
De eindeloze
struiksavanne schuift langs ons voorbij, en zal dat nog vele dagen doen. De
droogste vegetatie van Brazilië heet Caatinga wat in het Tupi wit bos betekent
omdat in het bladloze seizoen alleen de witgedroogde takken overeind blijven.
Nu net na het regenseizoen is de Caatinga echter verassend groen en staan er
hier een daar zelfs meertjes die verraden dat er maar weinig water de bodem in
gaat.
Het is het meest
bedreigde bioom van Brazilië waarvan jaarlijks evenveel gekapt wordt als van
het hele Amazonewoud, terwijl het vijf keer kleiner is. Het is ook het minst
onderzochte bioom en dat zal wellicht wel voor een deel te wijten zijn aan het
feit dat het om doornstruiken met hier en daar cactus gaat.
Het doet me
denken aan mijn thesis waar ik een hele maand de duindoornstruwelen werd
ingestuurd. De professor was slim genoeg om vast te stellen dat er zo goed als
geen onderzoek gebeurt in die struwelen en een naïeve student vroeg zich pas af
waarom toen hij zich erdoor moest wurmen. Hier in de Caatinga zal één student
niet volstaan, deze vegetatie beslaat 800 000 km2 (=25 keer België).
Festival do circo do Brasil
De voorstelling
is al een half uurtje bezig. Nadat mijn gele ballen het tweede nummer van het
cabaret vullen kan ik achter de podiumvrachtwagen een dik half uur opwarmen
voor mijn kegelnummer. Zoals elke avond stak er een uurtje geleden een wind op
die iedereen na de middaghitte met open armen ontvangt. Iedereen, behalve wie
in open lucht met kegels moet jongleren.
Vandaag is de
wind drie keer harder als normaal. Het is een beetje zoals een passingnummer:
ik gooi de kegels twee meter naar voor en hoop dat ze terug in mijn handen waaien
Hoewel het om
kleine stadjes gaat is er altijd minstens 1000 man en in Cipó zouden het er 3 à
4000 worden. De andere 8 artiesten zijn, op een Zwitserse fietsacrobate na, allemaal
Italiaanse straat-clowns. Rasartiesten die het publiek werkelijk doen wenen van
het lachen, maar wel allemaal nummers zonder veel dynamiek of circustechniek.
Daarom werden Jessica en ik er bij gehaald. Dank u wel Anne, om mij hier te
verkopen met een snel, dynamisch en technisch jongleernummer, maar ik heb
helemaal geen zon nummer.
Ik herwerkte
mijn oud driekegelnummer en plakte er een stukje met vier en vijf kegels bij.
Al bij al werkte dat goed, ware het niet die verdoemde wind. Met drie kegels kan
je na een windstoot soms nog de meubelen redden, maar met vier of vijf moet je
niet denken aan snel vangen, maar eerder aan snel oprapen
Ik stap het
podium op. De wind staat pal in het gezicht, botst tegen het vrachtwagen-podium
en slaat constant een andere richting uit. Hoewel het onmogelijk is om met deze
wind een deftig te jongleren heb ik nog liever dit dan nu een dan een zuchtje.
Als mijn kegels nu naast mijn handen waaien dan weet het publiek ten minste dat
het de wind is.
De wind doet de
kegels ook hun draaiing verliezen waardoor je constant half gedraaide kegels
terug krijgt. Telkens iets alt hou ik het tempo er in door wat te improviseren
met 1 of 2 kegels en onderweg de andere er weer bij te schoppen.
Rodrigo gooit
mij de vijfde kegel. Als er geen wind is zet ik die dan in evenwicht op mijn
neus en knal de vier andere de lucht in om zo de vijf kegels te starten.
Stefano en in zijn zog ook de andere artiesten zijn wild van die truc en roepen
om te lachen neus, neus, neus Met deze wind kan je niet eens een kegel in
balans houden op je hand Wonder boven wonder stopt de wind net op dat moment
en krijg ik het fantastische idee om in te gaan op de fans in de backstage.
Ik zet de kegel
op mijn neus. Nog steeds geen wind. Concentratie. Ik gooi de vier andere in één
keer de lucht in en zie dat ze perfect draaien. Ik vang de kegel die op mijn
kop stond en laat hem domweg uit mijn hand glippen, scharrel nog eventjes
waardoor ik te laat kom voor de andere die ook één na één tegen de vlakte gaan.
De wind steekt
opnieuw op. Ik rek wat tijd door het publiek op de maat van de muziek te laten
applaudisseren, maar de wind houdt aan. Deze truc met wind is gekkenwerk, maar
wat kan ik anders doen. Ik kan toch nu niet stoppen ?
Ietsje minder
wind. Kegel op de neus. Weer meer wind. Ik gooi de vier kegels twee meter naar
voren en veel te veel gedraaid. Mijn gok blijkt redelijk juist. Ik kan mijn
cascade ongeveer 3 worpen houden en grabbel daarna alle kegels uit de lucht. Oef.
Pisbeek
Tussen de 28 showdagen zit er één
rustdag en die valt gelukkig net op het moment dat we de Rio Sao Francisco
kruisen (ook kortweg Rio Cisco of O Chico (de kleine)). Gezien wij in Belgie
een pisbeek als de Schelde al een stroom noemen, heb ik geen idee welk woord ik
voor deze waterloop kan gebruiken. Hier in de streek is hij veelal 5 km breed.
Hij vervoert 3000 m3 per seconde oftewel elk uur 1,5 liter water voor iedere
mens op deze planeet.
Zijn water komt van 2000
kilometer verder door deze krukdroge streek gestroomd en heeft ook hier nog
steeds wonder helder water. Hier vlakbij heeft hij zich een 50 meter diepe
canyon uitgeschuurd. Net zoals mij denk je dan wellicht wauw dat moet mooie
fotos opleveren, maar de lokale ingenieurs dachten daar anders over.
Ze pootten een stuwdam neer die
de hele kloof deed vollopen en 6 turbines van 600 megawatt elk doet draaien.
Die dam produceert twee keer zo veel als de grootste nucleaire centrale op
aarde ooit deed. (Fukoshima, die ironishc genoeg ten onder ging aan een
overstroming).
Onder het vorig bewind was er een
plan om twee kanalen te graven die helemaal van de Sao Cisco door het dorre
noorden zouden lopen. Het kleine deel van dat water dat niet zou verdampen, zou
dienen als drinkwater voor het vee van de grootgrondbezitters. Het zou het arme
plattelandsvolk weinig vooruitgang brengen, terwijl de aanleg een zeer duur
project voor de staat zou zijn eb de ecologie in de rivier serieus de war zou
in sturen.
Zon tien jaar geleden kwamen de
socialisten aan de macht en veranderden die plannen. In plaats van megakanalen
investeerden ze in waterleiding voor irrigatie in de omgevin van de stroom en
wegenaanleg voor de export van het fruit dat hier nu massaal gekweekt kan
worden. In tegenstelling tot veel andere irrigatielandbouw is dit heel verantwoord.
Het gigantische debiet van de Chico (10 miljard liter per uur) wordt er niet
noemenswaardig door beïnvloed. De regio hier is de economisch snelst groeiende
van heel Brazilië, en daar varen de inwoners wel bij.
Rustdag
De Sao Cisco is niet alleen de motor
van economische bloei en van de elektriciteitscentrale maar ook van de
avondwind. De vochtige lucht boven de stroom blijft na zonsondergang warm en
stijgt wat de lucht van boven de vlakte aantrekt. Al tien dagen speelt die wind
met mijn kloten maar vandaag zal deze pisbeek alles goed maken; vandaag ga ik
hoogduiken !!
Toeristische fotos tonen een
kloof met verticale rotsen van 10 a 15 m (vroeger waren er rotsen van 60 m
hoog, maar nu is er dus die dam). Hoewel de boot die ons er heen brengt net
iets te massa-toeristisch lijkt, wagen we het er op. Na een half uurtje varen
herkennen we de fotos en legt de boot aan op een ponton naast een rechthoekig
net in het water. Een beetje zoals de zalm kweekvijvers in de Noorse Fjorden.
Dit aquarium is echter niet bedoeld voor vissen, maar voor mensen. We mogen
alleen in de rechthoek zwemmen en kunnen de rotsen zelfs niet aanraken. Wat een
gigantische rip-off.
Terwijl ik jongleer, gaat Roberto
recht op zijn doel af. Hij trekt met ons mee om een film te schieten over het
project en die dubbele salto wil hij er in. Vanzelfsprekend loopt hij overal
bot. Wat had hij gedacht ? Dat men hier op alle regels een uitzondering zou
maken gewoon omdat hij wat zou aandringen ? En bovendien ik zie niet eens een
mogelijkheid om de rotsen op te klimmen.
De kapitein roept alle toeristen
terug de boot op want we gaan vertrekken, maar eerst, geachte toeristen, maak u
klaar voor de speciale atractie van vandaag: een professionele circusacrobaat
uit België zal vanop de nok van het schip met een dubbele salto het water in
duiken
Het was maar een dikke vijf
meter, maar deze keer staat het wel op beeld !!!
Zweten en plakken
Op dit
moment heuvelt een groen
landschap voorbij. Overal grazige weides begrensd door bomen of bosjes bamboe,
hier en daar huisjes met tuinen vol kokos, mango en bananen. Om de 50 km
passeren we een gigantische suikerfabriek te midden een kilometersbreed tapijt
van suikerriet. We zijn aangekomen in Sergipe een ministaatje dat amper zo
groot is als Wallonië en half zoveel inwoners telt, wat in braziliaanse normen
een zeer dicht bevolkte staat is. Net zoals in de rest van Brazilië woont de
grote meerderheid aan de kust waar de lucht altijd vochtig is en 2 à 3 keer
zoveel regen valt als in België.
In de achtiende eeuw was Sergipe het suikercentrum van
de wereld. Een derde van alle suiker in Brazilië die toen veruit wereldleider
was- groeide hier. In vroege tijden groeide hier een refenwoud dat gelukkig
helemaal geveldf werd om de negertjes van suiker te voorzien.
Dat suikerstokken hier goed zouden groeien wisten de
Portugezen en Hollanders al heel snel maar ze beten tot eind 17e eeuw hun
tanden stuk op de locals die bevoorraad werden door de Fransen. In
tegenstelling tot de Hollanders kozen de verslagen Fransen voor de oceaan en
lieten hier maar een heel kleine genetische afdruk achter. Hier dus geen
melkchocolade gezichtjes met blauwe ogen zoals eerder op de tournee; in het
binnenland van Pernambuco.
Niet alleen de suiker plakt
Op de 27 shows die we speelden
bereikten we meer dan veertigduizend mensen. Hoewel het schoon was, ben ik blij
dat we straks voor de allerlaatste keer deze show gaan spelen.
Elke dag veranderde ik mijn
nummers een heel klein beetje en ondertussen ben ik trots op mijn nieuw
vier-kegel-nummer. De voorbije week was er eindelijk geen wind meer waardoor de
kegels uit mijn handen gleden van het zweet. Toen ik mij voor en tijdens het
nummer helemaal afdroogde was er weer een ander probleem: dan gingen mijn
handen plakken van het zweet.
Vandaag ben ik helemaal
voorbereid. 3 keer twee liter water om mij helemaal af te spoelen net voor ik
op scene kom en twee handdoeken om af te drogen. Het mag niet baten, zelfs met
het afspoelen van armen en kegels kan ik alleen het stuk met de drie kegels
zonder plakhanden spelen.
Plakken of niet, ik geef er een
lap op en geniet van alweer het laatste tropische optreden deze winter. Het
publiek applaudiseert, de kokospalmen wuiven en straks vieren we met alle
artiesten het einde van de tournee