Inhoud blog
  • Reisverslag braz 5
  • reisverlsag Brazilië 4
  • Reisverslag Braz 3
  • reisverslag mexico
  • welkom op mijn blog reisverslagen
  • Reisverslag Slovakije - Polen
  • Reisverslag Perm, het diepe Rusland
  • Reisverslag Israel
  • Reisverslag Brazilië 2
  • Reisverslag Brazilië 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Reisverslagen Hans
    De wereld door mijn ogen: circus, natuur en sociaal-politieke toestanden
    14-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reisverslag Braz 3

    Brazilie Reisverslag 3: Balltazar in het land van de palmbomen

    Deel 1: van Querétaro-Mexico tot Bahia-Brazilië

    Mission impossible

    Tussen mijn vlucht Mexico-België en deze richting Brazilië zaten welgeteld vijf dagen. Ik had een nachtbus genomen naar Mexico-stad en daarna een nachtvlucht naar Europa, wat me twee slapeloze nachten opleverde en ik zat er al  serieus door voor ik op die bus stapte.

    De voorbije vijf dagen moest ik duizend en één dingen zien te regelen. De ouders en mijn zieke oma bezoeken, betalingen, mailtjes, de tournee in Brazilië regelen, portugees studeren, al het balltazar-showgerief inpakken en last but not least, nog maar eens mijn domicilie zien te officialiseren.  Mijn adresweiziging was ondertussen voor de 3e keer op rij geweigerd, telkens om dezelfde reden: toen de wijkagent kwam kijken was ik niet thuis. Hoe zou dat toch komen ? Ondertussen blijven alle overheidsdiensten hun brieven naar mijn vorig huisje sturen dat al een half jaar van de kaart geveegd is …

     

    Mijn domicilie-aanvraag zal deze keer niet geweigerd worden, omdat het nu al fout liep in de aanvraag. Om een domicilie te wijzigen heb je een identiteitskaart nodig, met een internationaal paspoort lukt dat niet. Een nieuwe identiteiskaart aanvragen zal heel waarschijnlijk weer gepaard gaan met een special procedure, zoals de laatste keer. Andere winkels behandelen hun goeie klanten met fluwelen handschoentjes maar die mannen bij de gentse politie die de Oost-Europese-mensensmokkel in de gaten houden kennen het systeem van de klantenkaart niet. In plaats dat ik de elfde gratis krijg moet ik er een echt kruisverhoor voor ondergaan. Volgens de wet op de privacy hebben politieagenten geen recht om in de databank van de VDAB te kijken, maar ik vraag mij af hoe die gasten weten dit ik Rromanes spreek ? En zeg nu zelf, Rromanes spreken dat is toch een voldoende reden om je op de rooster te leggen. Ik zal volgende keer wel een nieuwe aanvragen … voor Brazilië komt dat toch niet in orde.

     

    Ik had nog één nacht om mijn bagage te pakken en nog één keer goed te slapen. Ik was doodmoe maar de stress hield me tot in de vroege uurtjes wakker. Wanneer ik in Sao Paolo zal landen zal de zon weer al boven de horizon staan. Op de komende vlucht moet ik echt zien te slapen, maar ik weet dat dat niet zal lukken. Na een half uur in zo’n klapstoel doet mijn rug pijn en daarna is slapen geen optie meer. Op een bus leg ik me soms in de middengang en kan zo een beetje slapen, maar op een vlieger is dat niet echt gepast.

    Zodra ik aankom in Sao Paolo moet ik naar een andere luchthaven helemaal aan de andere kant van die metropool waar ik Anne zal vinden, een deel bagage kan achterlaten en onmiddellijk naar Salvador vlieg. Daarna een nachtbus en een taxi-colectivo tot diep in het binnenland van Bahia om er dezelfde avond nog op te treden op een circusgala en dat gala ook te presenteren. U raadt het al, dat moet in’t portugees gebeuren en de voorbije dagen had ik echt geen tijd gevonden om  woordjes en grammatica in te studeren …

     

    Je bagage inpakken als je doodmoe bent is geen goed idee, maar je bagage helemaal niet pakken is geen optie. Net voor ik opstijg besef ik dat ik mijn verrekijker vergeten ben, dat er nog sleutels uit Gent in mijn zakken zitten en last but not least, dat ik mijn boekje portugees vergeten ben.

    Dan maar mijn hulplijn bellen. Mijn lief zal het doorgeven aan Anne en die zal me in Sao Paolo wel een boekje portugees kunnen meegeven. Daarna heb ik nog een 30tal uur om het portugees terug onder de knie te krijgen, dat moet lukken. Allé hop, op naar de gate !!!

     

    Het is wat er op staat dat telt meneer !

    “Sorry, maar op de verpakking staat 125 ml en je mag maximum 100 ml meenemen op de vlieger.”

    “Je ziet toch dat deze onbenullige tube zonnecreme al half leeg is. Dat maakt 60 à 70 ml.

    “Maar het is wat op de verpakking staat wat telt, want we kunnen onmoglijk weten hoeveel er precies in zit”

    “Hoezo onmogelijk ? Echt moeilijk lijkt mij dat niet. Uw collega’s aan de bagage-check-in hebben een machien om te weten hoeveel er in mijn bagage zit, en dat heet een weegschaal.”

    “de regels zijn de regels meneer”

    “volgens de regels mag ik 8 keer 100 ml vloeistof meenemen op het vliegtuig dus als ik de helft in een leeg waterflesje spuit dan mag het wel mee ?”

    “Nee, dan staat er nog steeds 125 ml op je tube en het is wat daarop staat dat telt”

    Ik kijk de trut met haar uniformpetje recht in de ogen, en kan me nog net bedwingen om te zeggen: “ook bij u hoofd lijkt het me dat zo; dat hetgeen er op staat belangrijker is dan hetgeen er in zit.” Ik hou het vriendelijk, maar geraak geen milliliter verder.

     

    Ik haat belachelijke regels. Ik heb genoeg chemie gestudeerd om te weten hoe en waarmee je een bom kan maken en met een tube zonnecreme kan je echt geen vliegtuig opblazen. Wat mij nog het meest tegen de haren wrijft is dat me na deze controlepost een gamma aan tax-free shops wacht waar ik 11kg zeep en suikerwaren mag kopen. Alles bijeen genoeg om een serieus bommetje ineen te knutselen. Als de reden van deze regels in explosieven gezocht moet worden, dan moet dat in de explosieve winsten van de tax-free’s zijn. Waarom eigenlijk, moet er voor verkoop in luchthavens, en vliegtuigbrandstof geen tax betaald worden ?

     

    Willekeur

    Als er één zaak is die ik geleerd heb bij alle ShakeThat vluchten dan is het wel dat thuis alles plannen weinig nut heeft, omdat de alles overheersende factor bij het in-checken de totale willekeur is bij het luchthavenpersoneel. De ene keer mogen tien overladen ST koffers mee zonder enig commentaar de andere keer valt men over 5 gram overwicht.

    Ik had een pdf mee over Pindorama-Circus waar ik een maandje gratis circusles zal geven aan favela-kinderen, maar dat maakte geen indruk. Ik had gehoopt mijn slap-touw poten mee te mogen vliegen als skilatten. Die mogen gratis mee, en hebben zowat dezelfde afmetingen. “Nee meneer, dat zijn geen skilatten”. “Inderdaad mevrouw, dat zijn eigenlijk Golfclubs, om reuzengolf te spelen, en volgens jullie bagage regels mogen ook golfclubs en golf-bags gratis mee.” Ook dat kon ik op mijn buik schrijven. Verdoeme alles herorganiseren, en de ladders thuis laten …

     

    Ooit, bij een ryanair-vlucht bleek ShakeThat 20 kilo overwicht te hebben, wat ons 400 euro zou kosten om het mee te vliegen. Tenzij, we binnen de 10 minuten een extra koffer zouden inchecken wat amper 50 euro zou kosten. Een vuilinszak en een rol powertape deden de job. Ook deze keer is de oplossing gelijkaardig al is de vuilniszak nu het achtergronddoek van het Balltazar-decor en de powertape mijn evenwichtslint.

     

    De grootste willekeur moet op onze terugvlucht uit Mexico geweest zijn. Alle andere ST’ers trokken met koffers van 30 kilo en drie stukken handbagage naar de check-in en ondervonden weinig problemen.

    Ik probeer hetzelfde, maar de trut aan de andere kant van de balie geeft geen krimp. “Maximaal 23 kilo of anders 3000 peso bijbetalen of een extra koffer aan 1500 pesos”. Ik haal alles wat eventueel nog in mijn handbagage kan uit de koffer, maar het is duidelijk geen 10 kilo. Dan maar de Israël-methode denk ik. Ook toen was elke gram overgewicht onbespreekbaar, maar hadden we het geluk dat een combinatie van kabaal maken, tijdsdruk en een bijzonder laag IQ bij de trut voor ons ervoor zorgde dat ze niet doorhad dat koffers die met hun wieltjes op het boordje steunen slechts de helft van hun gewicht op de teller tonen.

    Ik probeer dezelfde taktiek. Bij gebrek aan wieltjes rol ik een T-shirt op en steek die tussen koffer en weegschaalboord waardoor alles plots 6 kilo minder weegt. Het IQ aan de andere kant doet de rest: de koffer passeert. De rest moest kinderspel zijn, ware het niet dat deze trut ook eist mijn handbagage te wegen. (een beetje logisch gezien die maximaal 11 kg mag wegen en ik net 10 kilo versjast heb). Terwijl ik al mijn boeken, jongleerballen en dergelijke in mijn jaszakken en mouwen steek, ratelt ze ook nog dat ik maar één stuk handbagage mag meenemen waardoor er weinig anders op zit dan alle hemden en truien aan te trekken en mijn slaapzak als sjaal te gebruiken. Mijn rugzak blijkt nog steeds te veel te wegen en ik moet ook mijn jas laten wegen, en mijn sjaal mag ook niet mee. Ik maak mij nog even druk dat er naast mij een man van 130 kg incheckt dus dat ik geen reden zie om mijn jas te laten wegen, maar ik besef dat het deze keer niet zal lukken. Ik heb gelukkig nog precies genoeg pesos bij me om een extra stuk in te checken waardoor ik in Amsterdam land zonder ook maar één eurocent, bel- of bankkaart op zak…

     

    Een week eerder was ook Lelo teruggevlogen met dezelde maatschappij en een ST-koffer. We hadden die als 2e bagagestuk ingecheckt en er een verassend lage 600 pesos voor betaald. Bij haar tussenstop in New York, kwam de aap echter uit de mouw: “Hoezo ik moet 70 dollar betalen om die koffer van hier naar Europa te vliegen ? Ik heb al betaald in Mexico !” “Dat is alleen tot New York. Hier moet je betalen voor de reis tot Europa” “Ik heb geen dollars, en ook geen visakaart.” “Dan blijft de koffer hier.”

    Na veel toeten en blazen slaagt Lelo er in de man te overtuigen de koffer als handbagage mee te geven en daarna passeert ze alle controles zonder probleem. Een koffer met bijna 20 kilo aan metalen staven geraakt in de VS mee als handbagage en ik zou mijn 60 gr zonnecreme niet mee krijgen zeker ? Zoals ik al zei, totale willekeur.

     

    (ik keer uiteindelijk terug en vind in een winkeltje snoepjes die in een plastic handgranaatje verpakt zijn, waarna ik het snoep verorber en mijn zonnecreme daarin leegspuit om daarna met die granaat wel het vliegtuig op te mogen.)

     

     

     

    Deel 2: Van de circusconventie van Bahia tot mijn welverdiende rustdagen in Minas Gerais

    Brazilië, wat een land

    30 uren om Portugees te leren, tzal wel zijn ja. Op de nachtbus was er geen licht en eenmaal geland op de conventie bleek ik nog net drie uurtjes te kunnen slapen voor ik mijn eerste workshop moest geven. Daarna moest ik de artiesten bevragen, mijn slap touw opzetten en het licht regelen, een gastmuzikant zoeken, al mijn dwaze trucjes voorbereiden en tenslotte ook tekst en grappen zoeken om alles aaneen te praten. Het licht gaat uit, het licht gaat aan en hop daar gaan we.

     

    In de kleine tot op de draad versleten tent van het Circo do Capao zitten en staan zo’n 600 mensen oppeengepakt, wat me een dubbelgoed gevoel geeft. Ten eerste is het als artiest altijd zalig om voor een volle tent te kunnen spelen, maar daarenboven hou ik er van dat ook de lokale dorpelingen er zijn. In heel dit dorp wonen 1500 mensen, en daarvan moeten er zo’n vierhonderd aanwezig zijn op dit gala. Het lijkt makkellijk om het hele dorp hier te krijgen als er de rest van het jaar niets te beleven valt, maar de werkelijkheid is anders. Hoe minder er te beleven valt hoe minder makkelijk je mensen uit hun huis krijgt. Dat er hier zo veel zijn, is net omdat dit dorp het hele jaar door leeft en dit festival het hoogtepunt daarvan is.

    Terwijl de mensen binnenkomen lees ik de lijst met sponsors af. Zo goed als elke zelfstandige heeft zijn duit in het zakje gedaan, waardoor aan alle artiesten en lesgevers een kleine vergoeding betaald kan worden. Als ik mag kiezen tussen optreden in één of andere in de hemel geprezen cultuurtempel of hier in dit godvergeten dorp, dan zal ik echt niet twijfelen.

     

    En wat moet je dan zeggen om de leegte te vullen? Je praat over hoe groot Brazilië is en hoe klein België. 284 keer groter om precies te zijn. Om het iets tastbaarder te maken geef ik hen twee tips voor wanneer ze een Belg tegen komen. Zeg de volgende keer alstublieft niet: “ah in België, en woon je ver van Brussel ?” In Brazilië kan je op drieduizend kilometer van de hoofdstad wonen, zowel noord- als zuidwaarts. Terwijl er in heel Brazilië geen twee steden op minder dan 150 km van elkaar liggen, kan je in België onmogelijk verder dan 150 km van Brussel wonen. En verder vraag alstublieft niet: “Ah in België, en ken je Jan ?” ik vraag toch ook niet “Ah in Sao Paolo, en ken je Joao ?

     

    Wanneer ik hen uitleg dat het Braziliaans een ambetante taal is lacht er plots niemand meer, maar wanneer ik duidelijk maak waarom krijg ik het hele publiek op mijn hand. Voor “cool” heeft zowat elke regio zijn eigen typisch woord en dan zijn er nog een handvol die in heel Brazilië begrepen worden maar evenmin in een woordenboek zullen staan. Ik begin met de algemeenste, overloop daarna alle regio’s wat telkens een applaus oplevert van wie van daar afkomstig is, en eindig met het lokale “bála” waarna ik bijna een staande ovatie krijg.

     

    Laatste dag van de conventie

    Zoals het op elke circusconventie een traditie is worden ook hier op de laatste dag de circus-spelen gehouden. Een activiteit die het midden houdt tussen de paralympics en een Vlaamse kermis, met een enorme saus ambiance er over. De meest absurde uidagingen komen aan bod en iedereen probeert aan zo veel mogelijk disciplines mee te doen in de hoop te winnen, of nog beter, applaus te ontvangen van het dolle publiek.

    Op dit moment is het de beurt aan een discipline waarin de mannen traditioneel het onderspit delven. Al wie onderlegt is in het hoelahoepen probeert alle andere kemphanen uit te schakelen door hun hoelahoep tegen de grond te slaan, duwen of schoppen, tot dat er maar één heupwieger overblijft. Er zijn drie voorrondes maar ik geraak niet verder dan eervol afdruipen.

    Iedereen heeft gefeest tot in de vroege uurtjes waardoor sommige opdrachten al moeilijker zijn dan de andere. Op dit moment is het handstand-uithoudings wedstrijd en Phillipe kijkt me moedeloos aan. Toen we twee jaar geleden samen door zijn geboortestreek trokken om er in de kleine dorpjes op te treden deed die gast zonder probleem een handstand boven op een ladder die ik min of meer stabiel rechthield, maar nu heeft hij het al moeilijk om gewoon op zijn benen te blijven staan. Ik roep zo hard ik kan “Circo Fusca” en het geeft hem de moed te proberen, al houdt hij het niet al te lang vol.

    Wat later komt één van de koningsdisciplines aan bod: kegel-volley. Dat is ongeveer zoals beach-volley, maar dan met jongleerkegels. Elke speler heeft twee handkegels en er is één spelkegel die heen en weer over het net geworpen wordt. Je mag hem alleen vangen nadat je een hand kegel naar je andere hand geworpen hebt, die daarna opnieuw naar de andere hand gooit waarna je de spelkegel teruggooit en je eigen kegel vangt. Inderdaad en spelletje voor goeie jongleurs.

    Phillipe is geen jongleur, maar Circo Fusca kan deze afspraak met de geschiedenis niet missen. Onze eerste match is onmiddellijk tegen de gedoodverfde favorieten. Die twee gasten jongleren in hun duo elk vijf kegels terwijl ze een glazen bal in evenwicht houden bovenop hun kop. We zijn met andere woorden kansloos.

    Na een opwarming met Phillipe is het duidelijk dat hij zelfs geen verwijfde opzet zal kunnen vangen dus ik neem het hele veld voor mij en hij wacht aan het net. Ik spring als een kikker in een emmer over heel het terrein en wanneer ik iets kan vangen geef ik een rustig pasje richting net waar Phillipe de lucht in veert zoals alleen hij dat kan om de spelkegel onhoudbaar naar de overkant te meppen. Ons duo lijkt nog zo slecht niet.

    Deze taktiek werkt verassemd goed en uiteindelijk winnen we de match met het kleinst mogelijke verschil. We herhalen die prestatie nog twee rondes om zo in de finale te belanden. Zo snel mogelijk 7 punten scoren is de opdracht, en dan gaat Circo Fusca met de hoofdprijs (een Jaca, lokaal fruit ter grootte van een watermeloen) naar huis !!! Ook Phillipe beseft de ernst.

    Het gaat vanaf het begin gelijk op tot het 6-6 is. Je moet winnen met twee punten verschil dus het zal tot aan 8 punten zijn. Het publiek gaat uit zijn dak, beide ploegen gaan er voor. Na drie matchpunten weg te werken staat het plots 12-11 in ons voordeel. Dit is het moment van de waarheid. Phillipe zet op. Vangen is zijn sterke punt niet, maar kegels naar de overkant knallen doet hij als de beste. De tegenstrever vangt al duikend en moet de spelkegel al liggende wegkrijgen om zijn eigen kegel te vangen. Passen is moeilijk van daaruit waardoor hij kiest om een vrij zwakke helicopterworp onze richting uit te slingeren. Dit zou normaal een makkelijk af te werken punt moeten zijn, ware het niet dat Philippe nog steeds achterin staat terwijl ik tegen het net plak. Ik zet een stap achteruit  en spring maar kom te kort. Terwijl ik op mijn gat val, besef ik dat Phillipe die helicopterworp in geen honderd jaar kan vangen.

    Gelukkig beseft hij dat zelf ook, en dus slaat hij onderhands, zo hard hij kan op de spelkegel die wonderwel mooi de lucht in gaat. Ik krabbel recht kan de kegel nog net vangen, gooi achterwaarts naar het net waar de meest hyperactieve springrat van heel Brazilië de lucht in veert en half naast de spelkegel mept, die daarna lullig op en over het net hobbelt en ergens tussen de benen van de andere ploeg in het stof landt. Circo Fusca is terug !!!

     

    Vale do Capao

    Tussen het festival in Capao en het volgende had ik welgeteld 3 dagen om te genieten van één van de mooiste natuurparels ter wereld en een nieuwe voorstelling te maken. (meer over deze vallei en heel de chapada de diamantina kan je lezen in het vorige Brazilië reisverslag)

    De eerste dag werd voornamelijk gevuld met wachten op Joao, die er 8 uur over deed om zijn tent op te plooien en zijn rugzak te vullen. Uiteindelijk eindigde de dag aan een schattig kleine waterval, met kolibries en overhangende boomvarens. Overal in de wereld zou je doodgelukkig zijn om zo’n waterval te vinden, maar hier ben je alleen tevreden met wereldwonderen. Morgen beter.

    De tweede dag bezocht ik een religieuze gemeenschap waar het nuttigen van Daimé; een halucinerende drank centraal staat. Als nieuwkomer kreeg ik een belachelijk kopje Daimé-thee wat me ongeveer evenveel deed halucineren als wanneer je je ogen dicht doet en op je duim blaast. Er restte me nog één dag om een wereldwonder te aanschouwen, en een show te maken.

    Op de terugweg barstte de hemel open en gezien de engeltjes aan’t halucineren waren werd die wolkbreuk niet hersteld voor ze helemaal leeggeregend was. Wat ik de laatste dag zou doen was snel beslist: ‘s morgens voor de zon opstaan en naar de Fumasa-waterval gaan, om tegen de middag terug te zijn en samen met De Familia Flamini een nieuwe show te maken.

    Wegens mist en verkeerde wegwijzers verloren we boven op het hoogplateau tien keer onze weg, maar toen we uiteindelijk aan de Fumasa kwamen was alles snel vergeten.

    Het beekje stond vol water, dat het met volle kracht de diepte in jaagde, maar ook die dikke straal kon de 380 m vrije val niet overleven en zou nog voor halverwege tot een mist vergaan.

    De meeste mensen sluipen op hun buik tot aan de rand om dan met hun hoofd over de kam duizelig te worden van de 400 m diepe kloof voor hen. Philipe daarentegen vond die kam een gepaste plaats om zijn revanche te nemen voor de verloren handstand-wedstrijd. “nee, nee, ik doe een veilige handstand, er kan niets fout gaan”.

    Af en toe draait de wind knal tegen de rotswand en wordt de lucht recht omhoog gestuwd waardoor de waterval al na een dikke 50 meter helemaal uiteengeblazen is en de druppels opnieuw de hoogte worden ingejaagd om ietsje voorbij de kam weer op het plateau vallen. Een echte Perpetuüm Mobile. Zoals ik al zei, met minder dan een wereldwonder mag je hier niet tevreden zijn.

     

    Festit - Ilha Itaparica en de nieuwe Braziliaanse boswetgeving

    De stank is niet te harden. Samen met Josefina sta ik tot mijn knieën in de zee en wassen we een walgelijk stinkende afvalton uit. Morgen moeten we hier samen een show brengen en gezien de truc met de pingpongbal ook in deze show zit is er een ton nodig …

    Josefina en Valentin zijn een clownskoppel uit Chili en Argentinië die al een paar jaar in Brazilië wonen. Festit had me uitgenodigd, en ik had hen laten weten dat ik met een extra acrobaat en een muzikant zou afkomen. Die moest ik wel nog vinden op het festival in Capao, en mijn voorgevoel dat dat niet zo moeilijk zou ::fotos braz 3:familie flamini.jpgzijn bleek te klopen toen ik La Familia Flamini aan het werk zag. Zoals zo veel Argentijnse circusartiesten, twee wreed goeie clowns die met grappige acrobatie en muziek hun publiek dubbeltoe plooien.

     

    Festit is een zalig klein festival die met weinig budget en heel veel overgave een heel weekend sfeer en kleur brengt op een toeristisch eiland vlakbij Salvador, de grootste slavenstad die er ooit geweest is. Hier passeerden meer dan anderhalf miljoen slaven, waar degenen die de overtocht niet overleefd hadden nog niet eens werden bij geteld. Bahia en zeker de hoofdstad Salvador zijn nog steeds heel zwart. Slaven die konden ontsnappen vestigden zich in illegale dorpen, kilombo’s genaamd die soms uitgroeiden tot ware steden. De grootste kilombo bij Salvador bleef bestaan tot op de dag van de afschaffing van de slavernij, maar werd nooit erkend. Het wonen bleef er illegaal en ondanks het feit dat de stad de kilombo helemaal opslokte werden er nooit wegen, elektriciteit, waterleiding of riolering gelegd. Tegenwoordig is het met 600 000 inwoners de grootste illegale nederzetting en de grootste zwarte gemeenschap op het Amerikaanse continent. Ilha Itaparica ligt er vlakbij, maar er is spijtig genoeg geen tijd om de wijk te bezoeken.

    Het festival steunt volop de lokale milieu-organisaties en dit jaar staat alles in het teken van de nieuwe boswetgeving, die volgende maand, hopelijk niet door het parlement geraakt. De rechtse minderheid heeft met veel geld een hele reeks linkse burgemeesters aan hun kant gekregen en zal zijn wetsvoorstel er naar alle waarschijnlijkheid door krijgen. De strikte Braziliaanse boswetgeving wordt volledig uitgehold door ontbossingen tot een lokale bevoegdheid te herscheppen. Iedere burgemeester in Brazilie zal in de toekomst kunnen bepalen hoeveel en welke stukken natuur er in zijn gemeente gerooid mogen worden. En welke burgemeester wil er geen industrie en luxe-woonwijken in zijn gemeente ? Net zoals in België tot in de jaren ’90 toen met een BPA alles geregeld kon worden, zal dit voor een chaotische ruimtelijke ordening leiden.

    Gezien het deze keer over Brazilië gaat, betekent dit ook dat enorme stukken waardevol natuurgebied zullen verdwijnen. De houtprijs zal wereldwijd zo diep zakken dat iedere Europese boseigenaar doodblij zal zijn als zijn bos omwaait, want de stormschade-premie zal meer zijn dan wat hout nog oplevert. In Brazilzelf zal het ook zijn economische gevolgen hebben. In Bahia alleen al leven 500 000 mensen van visvangst in de mangroves, maar die hebben duidelijk minder macht dan enkele grote betonbedrijven die er Beachresorts, shoppingcentra, luxe wooneenheden en flatgebouwen willen neerplanten.

    En daarnaast, een klein detail in deze tijden dat alleen de economie belangrijk lijkt, wil ik eventjes vermelden dat een tiende van de hele wereldbiodiversiteit en heel het wereldklimaat op het spel staan.

    Eenmaal de wet door het parlement gestemd wordt, kan alleen de president nog haar veto stellen. Hoewel Dilma dat graag zou doen zal ze heel waarschijnlijk onder een te grote druk staan. Onze enige hoop is dat ze uitstel vraagt tot op de G20 die in juni gepland is in Brazilië. Ook Brazilië wil een deel van de megageldstroom die we elk jaar betalen voor de russische bossen. Je weet wel, dat knotsgekke akkoord van Kyoto die overproducerende landen verplicht te betalen aan het enige industrieland dat officieel gezien onderproduceert: Rusland. Ik zet alvast mijn handtekening. Nu nog hopen op die van de first lady.

     

    Balltazar e La Familia Flamini

    BALLTAZAR slaptouw en publiek2 Kathy Willems (1).jpgWe spelen onder twee gigantische mangobomen, die op een ideale afstand staan voor mijn touw. Om de één of andere reden blijkt er vandaag een lantaarn te hangen net op de plaats waar er genoeg hoogte is om mijn 5 ontstoppers te gooien, en dat merk ik natuurlijk wanneer de show al bezig is. Er zit niets anders op dan wat door de knieën te buigen en de stoppers heel laag te gooien. Ik doe mijn best maar de ze raken toch de tak, botsen tegen elkaar en kletsen allemaal op de grond.

    Valentin springt de scene op. Terwijl hij een volgende stopper opraapt gooit hij de vorige achter zich een lullig klein beetje omhoog, zo waar ik er net niet bij kan. Nadat hij ze allemaal aan mij “gegeven” heeft kondigt hij vol trots de tweede poging aan, terwijl het publiek mij achter zijn rug wanhopig naar mijn soupappen ziet vissen. Simpel en goed gespeelde clownerie, werkt atijd.

     

    Valentin staat er op om na het optreden met de hoed rond te gaan. Ikzelf vind het altijd onwennig om in een arm land geld te vragen na een voorstelling. Brazilië is niet arm, helemaal niet, maar de meeste inwoners zijn dat wel. De prijzen zijn bijna Europees en de lonen zijn dat verre van. Iedereen werkt lange dagen en weinigen eten meer dan rijst, bonen, vis en mangos.

    Wanneer ik rond ga met de hoed vallen mijn ogen bijna uit mijn kop. Zowat iedereen betaalt 2 Reais (0,8 euro), er zitten zelfs briefjes van 5 en 10 Reais tussen. Dit publiek dat nog niet een derde zo groot is als de meute die op de Gentse Feesten naar een straatshow komt gapen, betaalt meer dan wat je op het Sint-Jacobs in je hoed krijgt. Begrijpelijk natuurlijk. In Belgie is ‘t crisis, zowat iedereen lijdt er honger.

     

    Sao Paulo - Circo Bixigao

    Uit geldgebrek, plaatstekort en een uitgedoofde energie besloot Teatro Oficina hun sociaal circus voor bekeken te houden. Een beslissing waar Anne Loeckx persoonlijk een stokje voor zou steken. “Als er geen geld is, dan werken we gratis, is er geen plaats dan poten we hier een circustent neer en als er geen energie meer is dan zorgen we voor een nieuwe ploeg.”

     

    Lucas, een jongentje van een jaar of negen vraagt bij het afsluiten van de les of hij een showtje mag tonen aan de andere kinderen, en toont daarna met veel trots dat hij drie kegels kan jongleren en zelfs een paar trucjes.

    Hij is een doorzetter zoals je er niet veel vindt. Uit niets in zijn gedrag zou je kunnen afleiden uit welke thuissituatie hij komt.

     

    Na een eerste week waarin we een show maakten en die vervolgens in zowat alle buurtscholen speelden, en ik ook nog eens een jongleerstage moest geven en we een stoet en circusfilmavond organiseerden, is het vandaag de eerste lesdag.

    We zijn eigenlijk al serieus uitgeput na die eerste promoweek en hebben er geen idee van hoeveel kinderen zullen komen opdagen. Op de filmavond kwam niemand af en tijdens de stoet waren het de bekende medewerkers van Teatro Oficina. Het is bang afwachten.

     

    Net als Lucas, leven de meeste kinderen van Circo Bixigao in heel moeilijke omstandigheden. Veelal delen twee families één kamertje, in vuile en overdrukke huur- of kraakpanden, anderen leven op straat. Behalve dit circusproject dat gratis les geeft, bestaat hun leefwereld vooral uit geweld, alcohol, prostitutie, armoede en ondervoeding.

     

    De eerste les moest al een half uur geleden begonnen zijn, maar er is slechts één leerling, en dan nog niets eens een nieuwe. Een hele week hebben we overal waar we konden shows gegeven en flyers uitgedeeld, en dan nu dit.

    Het is even slikken, maar aan opgeven wordt niet gedacht. We trekken naar een pleintje in de buurt en spelen er nog maar eens een showtje en delen flyers uit, daarna met toeters en bellen de markt afschuimen en ‘s namiddags doen we de laatste school in de buurt. Daarna moet ik nog een stage slap touw geven en vervolgens nog eens naar Circo do Beco om het cabaret te promoten. Veel tijd om reisverslagen te schrijven had ik niet …

    teatro oficina.jpg

    Om hier een circustent neer te poten is alles geregeld, alleen wachten we nog op een handtekening van de eigenaar van het braakliggend terrein naast Teatro Oficina. Hier moest eigenlijk een shoppingcenter komen maar het theater weigerde met hand en tand te verkopen… Voorlopig gaan de lessen dus nog steeds door op de scene van dit theater dat al tijdens de dictatuur een broeihaard van verzet was en nu nog steeds experimenteel, straatarm en compromieloos is. Net zoals circus leeft ook theater hier volop, maar zonder subsidies moet zowat iedereen hier vrijwillig werken.

     

    Enkele jaren geleden besloot Lucas, tegen de wil van zijn grootmoeder in, niet meer naar school te gaan, wat zijn familie hun sociale steun kon kosten. Wellicht was hij beschaamd omdat hij de schoolmaaltijden niet kon betalen of omdat hij vuil en versleten kleren moest dragen. Hij leefde toen bij zijn oma omdat zijn vader in de misdaad zat en zijn moeder verslaafd was. Zijn oma strafte hem voor zijn schoolverzuim door hem 8 maanden eenzaam op te sluiten in een kamertje. Zo ongeveer ieder kind dat hier les volgt draagt zo’n verhaal met zich mee.

     

    Het slot van het startshot van het nieuwe Circo Bixigao is een circuscabaret waarop alle artiesten gratis optreden en alle inkom en drankverkoop volledig naar het circusproject gaat. We zijn bang dat er weinig publiek zal zijn, maar die angst blijkt onterecht. Er is veel publiek en niemand die het zich beklaagt. Alle nummers zijn goed en het laatste breekt het kot af. Os Irmaes Sabatini hebben een hele dag nodig gehad om hun installatie vliegende trapeze inclusief valnet hier op te stellen en het resultaat mag er wezen. Het hele publiek leeft mee met de waaghalzen die verschillende keren naast de armen van de vanger grijpen maar telkens zacht in het net terechtkomen. Hoewel de humor centraal staat in dit nummer passeren ook pareltjes als een dubbel gestrekte salto tussen trapeze en vanger. Circus, zoals circus moet zijn !!!

     

    De tweede lesdag komen uiteindelijk een vijftiental kinderen opdagen, waarvan de helft nieuwelingen zijn. Zoals altijd vinden de kinderen de uitdaging van het evenwicht op slap touw fantastisch. Zelfs wanneer we de les stoppen en gratis fruit geven aan de kinderen zijn ze niet van de touwen af te slaan.

     

    Eindelijk, de droom van Anne, kan beginnen.

     

    De slechtste week van het jaar

    Als ik één en slechts één tip mag geven voor wie ooit naar Brazilië reist: zorg ervoor dat je ook voor of na Carnaval nog tijd hebt om te reizen. Hoewel ik hier opnieuw voor twee maanden ben, is er maar één week zonder werk en moet dat nu net de Carnavalsweek zijn.

    De carnaval-blocco’s in Sao Paulo zijn gigantesque en tegelijkertijd authentiek, hun ritmes grijpen je vast en verplichten je om door te gaan tot je ergens wakker wordt in de namiddag en de zon op je houtenkop dreunt terwijl je de weg zoekt naar een metromond. Sambagroepen van minstens 100 drummers en 50 dansers en steltenlopers omringd door vele duizenden feestvarkens die zich als een modderstroom door de straten wringen. Voor al wie van massaal feestgedruis houdt moet dit de hemel op aarde zijn, maar na twee weken metropool heb ik eventjes geen zin meer omringd te worden door 17 miljoen soortgenoten.

    Ook de grote natuurparken puilen uit met mensen die genieten van de weinige vakantie die hun leven hen biedt. Alle hostels, pousadas en campings zitten vol en de locals zelf zijn druk in de weer om hun familie te ontvangen. Voor een grote reis naar een indrukwekkend natuurpark was er geen tijd en is het ook het moment niet.

    Daarenboven lag mijn oma op sterven en dus wilde ik elk moment mijn mails kunnen checken. Ze is heengegaan na een totaal overbodige doodstrijd omdat het katoliek rusthuis uit gewetensbezwaar haar pacemaker niet wilde uitzetten. God en zijn volgelingen zal ik altijd moeilijk begrijpen, maar wie mij kan uitleggen waarom een pacemaker uitschakelen tegen Gods wil zou zijn zal toch echt wel zijn best moeten doen. Wat kan er nu meer de wil van God zijn dan een machien dat zijn wil tegenhoudt uit te zetten ?

     

    I did it !!

    Na drie dagen waren de batterijen van die pacemaker leeg en kon mijn oma in alle rust heengaan. Ook ikzelf kon daarna eindelijk vertrekken en trok -hoe kan het ook anders- onmiddellijk naar de hemel op aarde. Wie mijn vorige Brazilië verslagen las weet waarover ik het heb: het meest biodiverse natuurreservaat ter wereld waar het droge binnenland overgaat in een vochtig bergklimaat, waar 10 000 plantensoorten groeien en 1600 soorten flieflotters rondfladderen, waar de ene waterval letterlijk op de andere valt en waar de beste duiktoren van de wereld op amper 500 meter van Philipe’s huisje ligt. Inderdaad de heilige Serra do Cipó.

    Drie dagen lang was de Pedrao het centrum van mijn bestaan, met slechts 1 doel: ik zou een dubbele salto springen van het hoogste platform. “Moet dat nu echt”, hoor ik menig verstandig mens dan zeggen.

    Het is meer dan het feit dat de laatste dubbele salto die ik sprong, precies 9 jaar geleden, me twee wervels en heel veel miserie kostte. Het is het feit dat er na die val een diepe angst in mijn lichaam geslopen is die ik daar weg wil. Een angst die ervoor zorgt dat rugspieren zonder veel reden blokkeren en ik voortdurend rugpijn heb. Die angst wil ik doorbreken.

    En daarnaast is’t natuurlijk ook een heel klein beetje omdat ik het gewoon zalig vind om te doen en water zeer zeer veilig is in vergelijking met een trampoline. Die trampoline is zacht als je van één meter hoog valt, maar daarna stopt die vriendschap plots. Denken dat een bak elastieken die de kracht hebben om je vier meter de lucht in te slingeren even zacht is als water, is een beetje als denken dat cachaca even dorstlessend is als water. Ook die vriendschap stopt heel plots.

    Drie dagen lang bouwde ik op. Steeds hoger steeds meer omwentelingen. De eerste dag scheet ik al mijn broek om zelfs maar te duiken van die 6 en een kluts meter hoge rots. De tweede dag sprong ik al vlotjes gestrekte achterwaartse saltos van die hoogte en anderhalve van op het laagste platform. De derde dag, nu dus, moest het gebeuren. Om de één of andere reden scheet ik opnieuw in mijn broek zoals de eerste dag. Ik wilde vooral achterwaartse saltos springen, omdat je die makkelijker twee maal rond krijgt, maar ik kromp al  in elkaar als ik nog maar achterwaarts op de rand ging staan.

    Dan maar niet vandaag die dubbele salto. Ik trainde wat op anderhalve vooruit en dat ging vlot. Eerst 2,5 m dan 3 meter, dan na veel aandringen ook op de 4,5 m. En na heel veel anderhalve op die hoogte, mijn laatste sprong. Ik zou net nog ietsje harder draaien en in een bolletje blijven om zo met mijn gat het water tikken. Vier en een halve meter lijken plots weer heel hoog. Toch nog maar eens een anderhalve. Opnieuw naar de rots zwemmen en er op klimmen. En opnieuw moed in pompen.

    Ik sta klaar. Daar gaan we. Alles geven. Springen, groeperen, benen vastnemen, keihard vasthouden, en blijven vasthouden, langer dan je denkt en dan knal met mijn gat in’t water. OK, dat smaakt naar meer. De volgende draait nog een ietsje pietse verder; gat en voeten tegelijk.

    Ik klim een laatste keer de rots op. Ik weet dat dit echt de laatste keer is vandaag en ik stop pas helemaal boven. De opdracht is doodsimpel. Je springt zoals je een salto springt van 1 m hoog, maar blijft in een bolletje en opent pas helemaal op ‘t laatste, zo net iets later dan je denkt dat al genoeg is. Net zoals daarnet van de 4 en een halve. In plaats van je gat in ‘t water duwen strek je op dat moment je benen. Dit kan niet fout gaan. Let’s do it.

    Precies op deze manier spreek ik mezelf moed in, terwijl ik in realiteit in mijn broek schijt dat het geen naam heeft. Moet dat nu echt, denk ik dan. Natuurlijk moet dit, de pedrao is te mooi om het niet te doen, de zon gaat onder en over een paar uur vertrekt de bus die je opweg zal zetten naar het droge binnenland van Noordoost-Brazilië, wie weet kom je hier pas terug als je oud bent.

    Zoals bij elke sprong waarbij ik te bang ben om hem te springen, kantel ik mijzelf over de rand tot op het punt dat ik niet meer terug kan, dan zet ik af en eenmaal daar doe ik wat ik mezelf beloofd heb. Ik weet dat van idee veranderen na dat moment slechte resultaten geeft, dus omdat ik dan toch al overkantel spring ik en ga er voor.

    Ik land bijna mooi. Mijn benen nog niet helemaal gestrekt, mijn armen aan ‘t wapperen en een beetje op mijn kloten. Maar dat doet er allemaal niets toe. I did it !!!!!! Jihaaa, I did it  !!!

     

    Tot volgend reisverslag,

     

    Hans

     

     

     

     

    Deel 3: 30 dagen in de helse hitte en 3 dagen om God te zien

    De Caatinga

    De eindeloze struiksavanne schuift langs ons voorbij, en zal dat nog vele dagen doen. De droogste vegetatie van Brazilië heet Caatinga wat in het Tupi wit bos betekent omdat in het bladloze seizoen alleen de witgedroogde takken overeind blijven. Nu net na het regenseizoen is de Caatinga echter verassend groen en staan er hier een daar zelfs meertjes die verraden dat er maar weinig water de bodem in gaat.

    Het is het meest bedreigde bioom van Brazilië waarvan jaarlijks evenveel gekapt wordt als van het hele Amazonewoud, terwijl het vijf keer kleiner is. Het is ook het minst onderzochte bioom en dat zal wellicht wel voor een deel te wijten zijn aan het feit dat het om doornstruiken met hier en daar cactus gaat.

    Het doet me denken aan mijn thesis waar ik een hele maand de duindoornstruwelen werd ingestuurd. De professor was slim genoeg om vast te stellen dat er zo goed als geen onderzoek gebeurt in die struwelen en een naïeve student vroeg zich pas af waarom toen hij zich erdoor moest wurmen. Hier in de Caatinga zal één student niet volstaan, deze vegetatie beslaat 800 000 km2 (=25 keer België).

     

    Festival do circo do Brasil

    De voorstelling is al een half uurtje bezig. Nadat mijn gele ballen het tweede nummer van het cabaret vullen kan ik achter de podiumvrachtwagen een dik half uur opwarmen voor mijn kegelnummer. Zoals elke avond stak er een uurtje geleden een wind op die iedereen na de middaghitte met open armen ontvangt. Iedereen, behalve wie in open lucht met kegels moet jongleren.

    Vandaag is de wind drie keer harder als normaal. Het is een beetje zoals een passingnummer: ik gooi de kegels twee meter naar voor en hoop dat ze terug in mijn handen waaien …

    Hoewel het om kleine stadjes gaat is er altijd minstens 1000 man en in Cipó zouden het er 3 à 4000 worden. De andere 8 artiesten zijn, op een Zwitserse fietsacrobate na, allemaal Italiaanse straat-clowns. Rasartiesten die het publiek werkelijk doen wenen van het lachen, maar wel allemaal nummers zonder veel dynamiek of circustechniek. Daarom werden Jessica en ik er bij gehaald. Dank u wel Anne, om mij hier te verkopen met een snel, dynamisch en technisch jongleernummer, maar ik heb helemaal geen zo’n nummer.

    Ik herwerkte mijn oud driekegelnummer en plakte er een stukje met vier en vijf kegels bij. Al bij al werkte dat goed, ware het niet die verdoemde wind. Met drie kegels kan je na een windstoot soms nog de meubelen redden, maar met vier of vijf moet je niet denken aan snel vangen, maar eerder aan snel oprapen…

    Ik stap het podium op. De wind staat pal in het gezicht, botst tegen het vrachtwagen-podium en slaat constant een andere richting uit. Hoewel het onmogelijk is om met deze wind een deftig te jongleren heb ik nog liever dit dan nu een dan een zuchtje. Als mijn kegels nu naast mijn handen waaien dan weet het publiek ten minste dat het de wind is.

    De wind doet de kegels ook hun draaiing verliezen waardoor je constant half gedraaide kegels terug krijgt. Telkens iets alt hou ik het tempo er in door wat te improviseren met 1 of 2 kegels en onderweg de andere er weer bij te schoppen.

    Rodrigo gooit mij de vijfde kegel. Als er geen wind is zet ik die dan in evenwicht op mijn neus en knal de vier andere de lucht in om zo de vijf kegels te starten. Stefano en in zijn zog ook de andere artiesten zijn wild van die truc en roepen om te lachen “neus, neus, neus…” Met deze wind kan je niet eens een kegel in balans houden op je hand … Wonder boven wonder stopt de wind net op dat moment en krijg ik het fantastische idee om in te gaan op de fans in de backstage.

    Ik zet de kegel op mijn neus. Nog steeds geen wind. Concentratie. Ik gooi de vier andere in één keer de lucht in en zie dat ze perfect draaien. Ik vang de kegel die op mijn kop stond en laat hem domweg uit mijn hand glippen, scharrel nog eventjes waardoor ik te laat kom voor de andere die ook één na één tegen de vlakte gaan.

    De wind steekt opnieuw op. Ik rek wat tijd door het publiek op de maat van de muziek te laten applaudisseren, maar de wind houdt aan. Deze truc met wind is gekkenwerk, maar wat kan ik anders doen. Ik kan toch nu niet stoppen ?

    Ietsje minder wind. Kegel op de neus. Weer meer wind. Ik gooi de vier kegels twee meter naar voren en veel te veel gedraaid. Mijn gok blijkt redelijk juist. Ik kan mijn cascade ongeveer 3 worpen houden en grabbel daarna alle kegels uit de lucht. Oef.

     

    Pisbeek

    Tussen de 28 showdagen zit er één rustdag en die valt gelukkig net op het moment dat we de Rio Sao Francisco kruisen (ook kortweg Rio Cisco of O Chico (de kleine)). Gezien wij in Belgie een pisbeek als de Schelde al een stroom noemen, heb ik geen idee welk woord ik voor deze waterloop kan gebruiken. Hier in de streek is hij veelal 5 km breed. Hij vervoert 3000 m3 per seconde oftewel elk uur 1,5 liter water voor iedere mens op deze planeet.

    Zijn water komt van 2000 kilometer verder door deze krukdroge streek gestroomd en heeft ook hier nog steeds wonder helder water. Hier vlakbij heeft hij zich een 50 meter diepe canyon uitgeschuurd. Net zoals mij denk je dan wellicht “wauw dat moet mooie foto’s opleveren”, maar de lokale ingenieurs dachten daar anders over.

    Ze pootten een stuwdam neer die de hele kloof deed vollopen en 6 turbines van 600 megawatt elk doet draaien. Die dam produceert twee keer zo veel als de grootste nucleaire centrale op aarde ooit deed. (Fukoshima, die ironishc genoeg ten onder ging aan een overstroming).

     

    Onder het vorig bewind was er een plan om twee kanalen te graven die helemaal van de Sao Cisco door het dorre noorden zouden lopen. Het kleine deel van dat water dat niet zou verdampen, zou dienen als drinkwater voor het vee van de grootgrondbezitters. Het zou het arme plattelandsvolk weinig vooruitgang brengen, terwijl de aanleg een zeer duur project voor de staat zou zijn eb de ecologie in de rivier serieus de war zou in sturen.

    Zo’n tien jaar geleden kwamen de socialisten aan de macht en veranderden die plannen. In plaats van megakanalen investeerden ze in waterleiding voor irrigatie in de omgevin van de stroom en wegenaanleg voor de export van het fruit dat hier nu massaal gekweekt kan worden. In tegenstelling tot veel andere irrigatielandbouw is dit heel verantwoord. Het gigantische debiet van de Chico (10 miljard liter per uur) wordt er niet noemenswaardig door beïnvloed. De regio hier is de economisch snelst groeiende van heel Brazilië, en daar varen de inwoners wel bij.

     

    Rustdag

    De Sao Cisco is niet alleen de motor van economische bloei en van de elektriciteitscentrale maar ook van de avondwind. De vochtige lucht boven de stroom blijft na zonsondergang warm en stijgt wat de lucht van boven de vlakte aantrekt. Al tien dagen speelt die wind met mijn kloten maar vandaag zal deze pisbeek alles goed maken; vandaag ga ik hoogduiken !!

    Toeristische foto’s tonen een kloof met verticale rotsen van 10 a 15 m (vroeger waren er rotsen van 60 m hoog, maar nu is er dus die dam). Hoewel de boot die ons er heen brengt net iets te massa-toeristisch lijkt, wagen we het er op. Na een half uurtje varen herkennen we de foto’s en legt de boot aan op een ponton naast een rechthoekig net in het water. Een beetje zoals de zalm kweekvijvers in de Noorse Fjorden. Dit aquarium is echter niet bedoeld voor vissen, maar voor mensen. We mogen alleen in de rechthoek zwemmen en kunnen de rotsen zelfs niet aanraken. Wat een gigantische rip-off.

    Terwijl ik jongleer, gaat Roberto recht op zijn doel af. Hij trekt met ons mee om een film te schieten over het project en die dubbele salto wil hij er in. Vanzelfsprekend loopt hij overal bot. Wat had hij gedacht ? Dat men hier op alle regels een uitzondering zou maken gewoon omdat hij wat zou aandringen ? En bovendien ik zie niet eens een mogelijkheid om de rotsen op te klimmen.

    De kapitein roept alle toeristen terug de boot op want we gaan vertrekken, maar eerst, geachte toeristen, maak u klaar voor de speciale atractie van vandaag: een professionele circusacrobaat uit België zal vanop de nok van het schip met een dubbele salto het water in duiken …

    Het was maar een dikke vijf meter, maar deze keer staat het wel op beeld !!!

     

    Zweten en plakken

    Op dit moment heuvelt een groen landschap voorbij. Overal grazige weides begrensd door bomen of bosjes bamboe, hier en daar huisjes met tuinen vol kokos, mango en bananen. Om de 50 km passeren we een gigantische suikerfabriek te midden een kilometersbreed tapijt van suikerriet. We zijn aangekomen in Sergipe een ministaatje dat amper zo groot is als Wallonië en half zoveel inwoners telt, wat in braziliaanse normen een zeer dicht bevolkte staat is. Net zoals in de rest van Brazilië woont de grote meerderheid aan de kust waar de lucht altijd vochtig is en 2 à 3 keer zoveel regen valt als in België.

    In de achtiende eeuw was Sergipe het suikercentrum van de wereld. Een derde van alle suiker in Brazilië –die toen veruit wereldleider was- groeide hier. In vroege tijden groeide hier een refenwoud dat gelukkig helemaal geveldf werd om de negertjes van suiker te voorzien.

    Dat suikerstokken hier goed zouden groeien wisten de Portugezen en Hollanders al heel snel maar ze beten tot eind 17e eeuw hun tanden stuk op de locals die bevoorraad werden door de Fransen. In tegenstelling tot de Hollanders kozen de verslagen Fransen voor de oceaan en lieten hier maar een heel kleine genetische afdruk achter. Hier dus geen melkchocolade gezichtjes met blauwe ogen zoals eerder op de tournee; in het binnenland van  Pernambuco.

     

    Niet alleen de suiker plakt

    Op de 27 shows die we speelden bereikten we meer dan veertigduizend mensen. Hoewel het schoon was, ben ik blij dat we straks voor de allerlaatste keer deze show gaan spelen.

    Elke dag veranderde ik mijn nummers een heel klein beetje en ondertussen ben ik trots op mijn nieuw vier-kegel-nummer. De voorbije week was er eindelijk geen wind meer waardoor de kegels uit mijn handen gleden van het zweet. Toen ik mij voor en tijdens het nummer helemaal afdroogde was er weer een ander probleem: dan gingen mijn handen plakken van het zweet.

    Vandaag ben ik helemaal voorbereid. 3 keer twee liter water om mij helemaal af te spoelen net voor ik op scene kom en twee handdoeken om af te drogen. Het mag niet baten, zelfs met het afspoelen van armen en kegels kan ik alleen het stuk met de drie kegels zonder plakhanden spelen.

    Plakken of niet, ik geef er een lap op en geniet van alweer het laatste tropische optreden deze winter. Het publiek applaudiseert, de kokospalmen wuiven en straks vieren we met alle artiesten het einde van de tournee…

    &nb

    14-03-2012 om 00:00 geschreven door Hans Vanwynsberghe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 10/12-16/12 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 01/08-07/08 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 14/02-20/02 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs