De wereld door mijn ogen: circus, natuur en sociaal-politieke toestanden
20-04-2011
Reisverslag Israel
Hans met ShakeThat en Cie
Balltazar in ISRAEL
land van
melk en honing, een altijd dode zee en een eeuwig levendige oorlog
Deel 1: Op weg naar het Israel Juggling
Festival
twas weer een gigantische
stressboel om op de vlieger te geraken. In Gent misten we onze trein omdat die
precies op tijd vertrok in plaats van de verwachte 5 minuten vertraging. We
moesten de stoptrein naar de luchthaven nemen en die deed zijn naam alle eer
aan waardoor we pas anderhalf uur later in Zaventem geraakten, 10 minuten voor
de gate sloot. Daar moesten we op die tijd nog 200 kilogram aan decor door de
customs krijgen en ook nog eens twee bommen die we per sé wilden meevliegen.
Die bommen hebben we uiteindelijk in een paketje gedraaid en achtergelaten in
een vuilbak in Zaventem want we mochten die vreemd genoeg niet importeren in
Israël. De Vlaamse wapenexport naar Israël, Noord-Afrika en het Midden-Oosten
kende vorig jaar een recordomzet en nu wij ons steentje willen bijdragen mogen
we niet. De wereld is niet eerlijk !!
Israel
Het festival gaat door in Sachna,
een oase int noorden van het land, vanaf Tel Aviv een 100tal km
noord-oostwaarts richting Jordanië. De rustig heuvelende landschappen zijn er
(in de lente) gras- tot mosgroen in tegenstelling tot het halfwoestijnlandschap
dat overheerst in het Oosten en Zuiden van het land. De eerste stad die we
voorbijkomen is Jaffa, die bij ons al gekend was in de negentiende eeuw voor
zijn export van Palestijnse appelsienen, kortweg Jaffa-appelsienen.
Je kan die trouwens nog steeds
kopen in den Delhaize al zal de winst nu niet meer naar de Palestijnse
grootgrondbezitters of keuterboerkes gaan. Het zijn nochtans nog steeds vooral
de Palestijnen die ze kweken, maar omdat ze niets mogen exporteren kunnen ze
die alleen kwijt aan de Israëli die ze dan met een heel faire winstmarge
doorverkopen aan Europa. Met het geld dat Europa jaarlijks aan de Palestijnen
geeft kunnen die dan weer irrigatiewater kopen van, u raadt het al, de Israëli
en dat vanzelfsprekend ook voor een heel faire prijs.Ja, ja t zijn hier allemaal dikke vrienden.
Dat Israel bestaat is het
resultaat van het Zionisme een stroming binnen het jodendom die ontstond eind
19e E en die uitgaat van een appartheidsgedachte: er zal altijd
antsemitisme zijn en wijzelf verachten niet-joden, dus we maken best ergens
land uitsluitend voor Joden. De keuze viel op Palestina, waar op dat moment
slechts een paar procent Joden woonden.
Vanaf de jaren 20 en vooral 30
kwamen er steeds meer Joden naar Palestina die grond opkochten van de Britse
bezetter. Na de 2e WO kreeg het Zionisme de Britten zo ver (onder
meer door terroristische aanslagen zoals in 47 op het Britse consulaat waarbij
91 doden vielen) dat die vertrokken. Onder druk van de VS kregen de Joden van
de VN de toestemming om een eigen land op te richten in Palestina. Hoewel ze
toen nog maar 7 procent van het grondgebied bezaten en slechts een derde van de
bevolking, kregen ze 52 procent van het grondgebied toegewezen.De Palestijnen weigerden akkoord te
gaan met het plan waardoor er oorlog uitbrak toen de Britten vertrokken. Het
technologisch superieure leger van Israel verdreef 2 derde van de
oorspronkelijke bevolking naar Gaza en de Westelijke Jordaanoever en enkele
grote Palestijnse steden darbuiten. De staat Israel werd gesticht en bestond
uit 72 procent van Palestina.
Daarna waren er verschillende
oorlogen met de buurlanden waarbij stelselmatig geknabbeld werd aan de
oppervlakte die de Palestijnen kregen om hun staat op te richten. Op dit moment
schiet er nog 12 procent over
Palestina ?
Wie van klein en gezellig houdt
zit het best op de westelijke Jordaanoever waar zon 190 van de buitenwereld
afgegrendelde openlucht-gevangenissen liggen. Ze worden allemaal omgeven door
Israëlische wegen die de 252 Israëlische kolonies (en Mizpes) met elkaar
verbinden waar de Palestijnen niet op of over mogen. Op de palestijnse wegen
liggen 93 checkpoints die de palestijnen kunnen pesten, en de doorgang verbieden.
Rond alle eilandjes samen is er een gigantische muur gebouwd. Op de
waterpijplijn die er dwars door loopt en Jeruzalem met het meer van Galileia
verbindt, hebben ze jammergenoeg kraantjes vergeten te steken en de jordaan
zelf ligt ondertussen ook al op een redelijke afstand van deze zogeheten
Jordaanoever. Dus het is er wel een beetje droog.
Wie van een gezellige drukte en
waterpret houdt kiest daarom beter voor de Gazastrook waar op een niemendallig stukje
zandkust (ongeveer zo groot als Middelkerke tot Knokke) 1,4 miljoen Palestijnen
opeengepakt zitten.
Voor reislustige Palestijnen zijn
er vakantieoorden in Zuid-Libanon zoals de kampen van Sabra en Chatila waar
sinds het laatste bezoek van het Israëlisch leger weer volop plaats is voor nieuwkomers.
Wie daarentegen te sterk gehecht
is aan zijn eigen klei (lees: zand) kan het als vluchteling in eigen land
proberen (20 procent van de Palestijnen die nog overblijven in Israel zijn
vluchtelingen) te redden en heeft dan uitgebreide vestingsmogelijkheden van
levendige sloppenwijken tot rustgevende en zonovergoten golfplaathutten in de
Negevwoestijn. Er is dus duidelijk voor elke Palestijn wat wils.
Deel 2: Israel Juggling convention
Het jongleerfestival loopt op zijn
einde. Omdat er maar 600 man in de theaterzaal kan wordt het slot-cabaret twee
keer opgevoerd. Tweemaal een nokvolle zaal vol dol enthousiaste jongleurs. Het
is de eerste keer dat Balltazar (ikzelve dus) zon groot gala presenteert. De
eerste opvoering verliep supervlot, maar ik blesseerde mij tijdens één van mijn
interventies, dus straks geen slap touw meer
Het festival werd 18 jaar geleden
opgericht door Yuval Roth die de allereerste straat-circusarties van Israël
was. Een gast die zich al heel heel zijn leven inzet in allerlei sociale
projecten. Via hem kwamen we in contact met enkele projecten in palestina waar
we later deze veel te korte trip heentrekken.
Ondertussen is het festival
uitgegroeid tot het tweede grootste jongleerfestival ter wereld. Er waren 1300
betalende bezoekers en veel niet-betalende kinderen. Dat maakt dat we met
ShakeThat op de drie grootste jongleerfestivals ter wereld gespeeld hebben !!
Ik had maar 2 dagen om Hebreeuws
te leren gorgelen. Veel verder dan wat uit het hoofd geleerde zinnetjes ben ik
niet geraakt. De grootste gelijkenis met het Nederlands lijkt mij dat ze ook
allemaal elkaar zo een beetje verstaan, maar niemand anders daar in slaagt. Er
zijn een paar woordjes die overeenkomen: Tov en Mazzeltov, maar meer ook niet. Sjaloom is hallo en todaRabba is straf
wel bedankt. Zon R spreek je uit alsof je een wolk zand terug uit je keelgat
probeert te schrapen.
Ik had gehoopt dat het wat meer
op het Arabisch zou gelijken maar hoewel die talen dezelfde basis hebben zijn
er nu nog maar weinig woorden tzelfde. Symbolisch genoeg blijkt één van die
het woord dam te zijn, wat zo veel wil zeggen als rode vloeistof die door de
aderen van Joden, Palestijnen en andere dieren loopt.
De ShakeThat voorstelling ligt
ondertussen twee dagen achter ons. Nee, nee, het zal niet regenen, dat kan
niet, verzekerde de organisatie ons. Regen in april is hier even zelfdzaam als
sneeuw op Rock Werchter. De wolken voorspelden weinig goeds, maar de locals
kennen hun eigen klimaat nu eenmaal beter dan wijzelf, dus voor één keer
vertrouwden we die Joden.
Net voor we naar de kleedkamer
wilden trekken om ons in rust voor te bereiden had een rukwind onze kast omvergekegeld
waardoor we nog vlug andere glazen moesten zoeken, de flessen waren toen nog
maar net aangekomen en die moesten nog uitgewassen, gevuld en geplaatst worden.
De bom waarvoor de organisatie gezorgd had leek zeer twijfelachtig en limoenen
hadden ze al helemaal niet kunnen vinden.
We deden ons best om het in deze
omstandigheden te redden, maar rukwinden en zowaar een licht onweer strooiden
nog meer roet in onze cocktails. We spartelden ons er doorheen en kregen een
zeer warm applaus, maar waren toch enorm teleurgesteld. Niets voelt slechter
aan dan de halve wereld afreizen om een ondermaatse show te spelen. Al zijn er
grotere problemen, op deze wereld, dat wel.
In ieder geval reden genoeg om
hier op het gala, waar het allerbeste van het hedendaags jongleren
geprogrammeerd staat, revanche te nemen. Joris zijn eerste nummer was sterk,
het publiek applaudiseerde tot hij opnieuw het podium bsteeg voor een bis-buiging.
En Balltazar, al zeg ik het zelf, deed het wonderwel. Zowel de presentatie als
mijn nummer op slap touw werkten deden het zeer goed. Nog twee minuten en we
vliegen er weer in. Hopelijk gaat het even goed.
Voorlopig heb ik geen tijd om
stil te staan bij wat we de komende dagen gaan doen. Een sterk vredesbeluste vrouw
heeft ons de contacten doorgegeven van twee sociale circusprojecten in
Palestijns gebied.Er zijn daar nu
rellen dus het is niet zeker dat we er zullen geraken, maar wellicht wel. Voorlopig
kunnen we geen contact opnemen omdat de telefoonlijnen werden afgesneden.
Ik had op voorhand niet gedacht
dat we zomaar naar de Palestijnse gebieden zouden kunnen gaan en had me daarom
voorgenomen om in Israel zelf op bezoek te gaan in een illegale nederzetting,
vluchtelingen kamp of sloppenwijk. Binnen Israel zijn er zon 123 erkende
Palestijnse nederzettingen en daarnaast meer 1400 vergeten dorpen die bij wet
zonevreemd zijn en geen recht hebben op elektriciteit, water, telefoon,
school of klinieken. Daarnaast zijn er rond de grote steden sloppenwijken waar
bijna uitsluitend Bedoeïnen wonen die vergelijkbaar zijn met de Roma in Europa.
In die illegale dorpen en sloppenwijken wonen illegalen en Palestijnen die het
staatsburgerschap wel hebben kunnen verkrijgen. Slechts 1 op 8 Palestijnen die
oorspronkelijk in Israel woonden hebben het staatsburgerschap kunnen
verkrijgen, maar ook dan blijven ze de facto een trapje lager staan in de
maatschappij. Zo is de Israëlische nationalteit alleen weggelegd voor Joden.
Sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg,bouwsubsidies en dergelijke zijn voor een groot deel
gebaseerd op die nationaliteit, dus het staatsburgerschap stelt uiteindelijk
niet al te veel voor.
Ik stap een tweede keer het
podium op en steek van wal in het Hebreeuws sjaloom Israel, Bruxim abaim le
mufa ha gala, shel khenes ha latoetim a Israeli hasjmoena asar .
En krijg direct het publiek op
mijn hand. Who speaks english ? Iedereen juichtIvriet ? opnieuw heel de zaal (Ivriet betekent
Hebreeuws). Na Min bichki bil Arabi ? Roept slechts een enkeling terwijl de
rest zwijgt. Er zijn geen arabische jongleurs en op school krijgt iedereen
klassiek Arabisch. Dat zou ongeveer het zelfde zijn als dat wij op school
Latijn leren en geen Frans. Heel dit festival zit vol vredesactivisten, die allemaal
jaren Arabisch geleerd hebben maar niet tegen hun buren kunnen spreken.
Ik overloop wat andere talen en
telkens juichen er wel een paar jongleurs uit dat taalgebied. Last but not
least: Wie verstaoter mie aokWesflams kotn ? waarop de hele belgische delegatie uit zijn dak gaat.
Dit jaar zijn er maar liefst 8 West-Vlaamse gastartiesten op dit festival !!! Naast
ShakeThat en nu Balltazar stond ook Cie Ea Eo hier.
Het is de beurt aan Joris. Ik
kijk vol spanning vanuit de coulissen. Het begin loopt vlekkeloos. Alles lukt.
Het publiek gaat uit zijn dak. Joris zijn solo nummer is gigantisch moeilijk en
deze keer moet hij het doen met lokale flessen die net iets anders draaien. Ik
hou mijn adem in. Nog steeds geen fout. De applaussalvos volgen elkaar op. De
laatste routine van zijn show is veruit de moeilijkste, Go Joris, go!!. Opnieuw
foutloos. In zijn hele nummer geen enkele drop. Het publiek gaat wilt, staande
ovatie !!
Ik voel me in de zevende hemel.
Nog één nummer presenteren en dan zit het er op. Na de heel matige show eerder
deze week is de revanche vanhet
ShakeThat-team meer dan geslaagd !!
Ondanks al mijn bedenkingen over de
extreem religieuze minderheden en de Zionistische Joden die het beleid van de
staat Israël bepalen, moet ik toegeven dat ik me in al de tijd dat ik
circusoptredens geef nog nooit zo welkom gevoeld heb op een festival. Zowel de
organisatie als de bezoekers zijn zeer warme en vredesgedreven mensen. Alleen
jammer dat de Palestijnse jongleurs niet uit hun openlucht gevangenis mogen om
tot hier af te zakken. Misschien organiseren ze het Israëli Juggling festival
in de toekomst beter ergens in palestina, dan kan iedereen er heen gaan.
Deel 3: Israels toeristenhotspots
Onder de vleugels van Guy, een
locale jongleur die ons zijn land wil tonen, volgen we de Jordaanvallei
zuidwaarts. Het landschap verandert snel van lieflijk grasland met verspreide
boompjes naar een dorre halfwoestijn, omdat de wolken al hun regen verliezen
boven de heuvelrug waarop Jeruzalem ligt. Toch moeten er hier en daar bronnen
en oases te vinden zijn, gezien je nog nu en dan het geluid van een Smirna-ijsvogel
kan opvangen (een beetje zoals onze ijsvogel, maar nog luider en meer trillers).
Verder zit het hier vol met Arabische Buulbuuls, Bonte kraaien, Palmtortels en
hier en daar een Ooievaar. Ik zag de voorbije dagen ook een voor deze regio
endemische soort: De Palestijnse Honingzuiger, een klein zwartglanzend
kolibrie-achtig vogeltje.(voor de
kenners; mijn waarnemingslijstje aan niet in West-Europa voorkomende vogels: Sporenkievit,
Tristrams-spreeuw, een Saker- of Lannervalk en Kleine Bonte Ijsvogel).
Dit is een gebied dat nog maar
heel recent gekoloniseert werd. De Joodse kolonisten leven er veelal in Kibuts
waarin het leven en werk gemeenschappelijk is. Door grondwater op te pompen
kunnen ze er aan landbouw doen. Een paar kilometer verder van de Jordaan, waar zit het grondwater te diep zit, begint
het grootste Palestijns gebied met de cynische naam: De Westelijke Jordaanoever.
Het grondwater zit er niet alleen te diep, ze mogen het niet oppompen. De Palestijnen
hebben alleen recht op de bodem terwijl de ondergrond, het luchtruim en aanpalende
zee (Gaza) het exclusief eigendom zijn van de Joodse staat.
Wie op heel korte termijn een
paar kilo wil vermageren kan best gaan joggen met een paar dikke truien aan. Toen
ik judo deed heb gasten op een dik half uur 2 kilo zien wegzweten om zo nog
snel in een lagere gewichtscategorie te geraken. Als je even snel wil
vermageren, maar zonder je lege kont op te heffen is er maar één plaats op de
wereld waar dat mogelijk is: laat die lege kont in/op de Dode zee drijven en
die pekel zuigt al je lichaamsvocht door je huid. Eén uur in dat zoutbad dat zo
geconcentreerd is dat elk spatje op je tong, neus of ogen een minuut blijft
branden, kost je een liter lichaamsvocht.
Het drijven zelf is echt een onwereldse
ervaring die nog sterker wordt door het Marslandschap op de achtergrond. Hier
leven nog Oryxen en een handvol Luipaarden, Hyenas, Woestijnmarmotten,
Steenarenden en Oorgieren. De bodem van de Dode Zee bestaat uit een mengsel van
scherpe zoutkristallen en pure klei (echt puur, niet zoals de klei die wij
kennen van bij ons, die wetenschappelijk gezien maar uit maximum 30 procent
kleimineraal bestaat. Hier is dat tot 100 procent). Die klei vermengd met zeer zoutig
water levert een zeer vreemde consistentie op: iets tussen platte kaas en
gesmolten emmental. Op sommige plaatsen is de bodem hard, maar toch kan je jezelf
in de grond trillen tot alleen nog je kop boven blijft, echt zalig.
Aan de rand van de Dode Zee zijn
er bronnen waarrond rietjungles groeien en waarin hier en daar adembenemende poelen
verscholen liggen waar je het zout van je kan afspoelen, helemaal omgeven door
letterlijk een muur van riet dat tot 6 meter hoog groeit en vol zit van de
zangertjes (nachtegalen, rietzangers, karekieten, spotvogels, grasmussen en
dergelijk gesnavelte).
Buiten deze oases varieert het
landschap tussen steen- en halfwoestijn. Sommige dwergstruikjes zijn opvallend
bolvormig. Als ze kraken van droogte kunnen ze vele kilometers ver rollen om
pas te stoppen aan de voet van een schaduwgevende rots of op de bodem van een
uitgedroogde rivier, de beste plaatsen om hun zaad te laten vallen.
Er groeien vreemd genoeg maar
heel weinig planten die uit zoutwater kunnen drinken, wellicht omdat de
zoutconcentraties direct te groot zijn. Wel groeien er planten met wortels die
tegen een beetje zout kunnen en die drinken uit het laagje regenwater in de
bodem die op het zoute grondwater drijft. Zoals bij ons de typische
autostradebermflora als gevolg van het opspattend strooizout.
Vanaf de Dode Zee die 400 m onder
zeeniveau ligt rijden we onszelf op een tiental kilometer 1400 m dichter bij de
Hemel om uiteindelijk te stoppen aan de rand van het historische Jeruzalem.
Onderweg passeerden we vele Bedoeïnen-sloppenwijken waar de woningen er uitzien
als stallen gemaakt van zwart plastic. In zon hut de zomer overleven, te
midden van deze steenwoestijn en zonder enige toegang tot water lijkt me
onmogelijk, maar op de één of andere manier slagen die mensen daar blijkbaar
in.
Eenmaal in Jeruzalem aangekomen
loodst Guy ons met rugzak en al door de controleposten en toont ons een paar
vergeten pareltjes in het oneindig drie dimensionele doolhof waar al meer dan
drieduizend jaar de grondvesten van onze beschaving liggen. Onlangs is er nog een
nieuwe ondergrondse gang ontdekt die van de ene kant van de stad tot aan de
andere loopt, een tocht die je 45 minuten kost. We bezoeken een ondergrondse Orthodoxe kerk waar de
inrichting zo overdadig en spuuglelijk is dat Jezus er uit zijn graf zou opgestaan
zijn, om daarna tot rust te komen in één van de 30 andere grot-kryptes die de
laatste rustplaats van Christus claimen. Daarna marcheren we via de olijfberg
helemaal tot op het hoogste punt van Jeruzalem om daar via een paar
achterdeurtjes tot op het dak van een hotel te klimmen van waaruit we alle allerheiligste
plaatsen van de Joden, Moslims, Christenen en nog een rist andere sektes kunnen
zien, steenhopen die soms tot drieduizend jaar oud zijn.
Aan de klaagmuur ziet het
letterlijk zwart van de chasidische joden, die gasten die liever een stuk van
hun lul snijden dan van hun bakkebaarden. Sommigen hebben een zwarte zijden
peignoir met bolhoed aan, anderen witte kousen die aan hun zwarte kniebroek
genaaid zijn en een zwarte punthoed, weer anderen hebben een lange zwarte
mantel en een koekentrommel uit vossenpels op hun kop. Allemaal zo knotsgek dat
het niet meer grappig is, maar eerder beangstigend. Allemaal mensen die blindelings
een ideologie volgen die werkelijk op niets slaat. Dat je gelooft alleen de
hemel binnen te komen als je een stuk van je lul afsnijdt vind ik al behoorlijk
van de pot gerukt, maar dat je heel je leven met een koekendoos op je kop moet
rondlopen om god te plezieren, daar moet je toch serieus gehersenspoelt voor
zijn.
Die Chasidische Joden (waar ook
de Antwerpse diamantjoden deel van uit maken) zijn trouwens geen uitstervend
ras. Het aantal volgelingen stijgt gestaag sinds hun ontstaan zon 300 jaar
terug ergens in Oekraine. In Israël zijn ze er in geslaagd om een volledige
vrijstelling van legerdienst te krijgen, iets wat mooi meegenomen is in een
land waar iedereen drie jaar van zijn leven moet verknoeien, veelal
gedeeltelijk in echte strijd. Je zou voor minder een clownskostumm aantrekken
en je bakkebaarden laten groeien. Wanneer één van hen ons aanmaant om hun
heilige grond te verlaten moet Guy hem in het Engels antwoorden dat hij jood is
omdat die weigeren Hebreeuws te spreken. Ze kunnen allemaal Hebreeuws, maar
gebruiken die heilige taal alleen om te bidden.
Alsof God Almachtig en Alwetend
is, maar alleen Hebreeuws verstaat en voor zijn gemak vraagt om alles wat niet
voor hem bestemt is dan ook maar in een andere taal te zeggen.
Reisverslag 3: Welcome to Palestine !!!
The Palestine Circus school, Ramalah
Ik zit op de bus van Ramalah, de
huidige hoofdstad van het land Palestina richting Nablus. Tot onze
verassing is er nergens extreme armoede te zien, de grote meerderheid van
huizen lijkt in goede staat, de autos zien er modern uit en de mensen zijn
goed gekleed. Ook de overheid lijkt normaal te functioneren; politieagenten
regelen het vervoer, er zijn banken, winkels, scholen en er is een goed
functionerend openbaar vervoer.
Het project waar we gister
circusles gaven, The palestine circus school draait, zoals de hele
palestijnse maatschappij, op sponsoring vanuit Europa. Omdat Jessica, de enige
niet-palestijn onder de oprichters, uit Leuven afkomstig is, komt een heel
aanzienlijk deel van die sponsoring uit België. Jessica is duidelijk: armoede
is hier niet het grootste probleem. Wat het probleem dan wel is sijpelt beetje
bij beetje bij ons binnen.
Jessica vertelt ons met veel
enthousiasme over het project waar ze al tien jaar al haar energie in steekt.
De ambities liggen zeer hoog en voorlopig liggen ze op schema om hun droom te
realiseren: tegen 2014 een voltijdse circusopleiding doen draaien. Daarvoor
zijn ze nu bezig met de renovatie van een groot complex waar ze in een volgende
fase een extra gebouw willen neerpoten. Op dit moment volgt hun eerste
generatie leerlingen via allerlei beurzen les aan de meest prestigieuse
circusscholen ter wereld. Het is de bedoeling dat die over enkele jaren
terugkeren en lesgevers worden voor de opleiding. Daarnaast starten ze zo veel
mogelijk circusschooltjes op verspreid over de Palestijnse gebieden van waaruit
uiteindelijk leerlingen zullen kunnen doorstromen naar die professionele
opleiding.
Als zon plannen hier
realiseerbaar zijn en ook armoede niet direct het probleem is, wat is het
probleem dan wel ?
Op hun site lezen we naast dit
meerjarenplan ook volgend berichtje: The Palestinian
Circus School is shocked and deeply saddened by the loss of Juliano Mer Khamis,
Palestinian Israeli director and co founder of the Freedom Theatre in Jenin.
Juliano is maar één van de vele terroristen die de Israëlische overheid
jaarlijks uit de weg ruimt. Zijn terreur bestond uit het maken van
toneelstukken over vrede.
Nablus
In 2002 nam het Israëlisch leger de stad Nablus in met 450 tanks. Als ik
de geruchten mag geloven werd Bagdad tijdens de laatste Golfoorlog ingenomen
met 120 tanks, ik weet niet of dat klopt, maar er waren in ieder geval meer
tanks in Nablus dan er straten zijn. Er volgden 22 dagen waarin alle burgers de
keuze hadden: binnen blijven of neergeschoten worden. Om de 3000 jaar oude
binnenstad te controleren werden doorgangen gemaakt voor de tanks door vrij
willekeurig huizen te bombarderen zonder de bewoners te verwittigen. Andere huizen werden samen met hun
bewoners door bulldozers platgewalst. Zo goed als alle zeepfabriekjes, die
sinds mensenheugenis het economische fundament van de stad zijn, werden
vernietigd. Officieel zouden zich daar terroristen schuilgehouden hebben,
terwijl in vele fabriekjes alleen de kookketels vernietigd werden, wat een
vreemde taktiek is, gezien de plaats om zich te verschuilen daardoor groter
wordt. In totaal vielen er op die 22 dagen bijna 300 burgerslachtoffers.
De Westelijke Jordaanoever was na de oorlogen
van 1948 en 1967 samen met de Gaza-strook het enige stukje land dat de Palestijnen
nog restte. Samen waren die twee gebieden goed voor een kleine 20 procent van
voor de oorlog in 1948. Vele gebieden in Israel zijn zo goed als onbewoond,
maar toch bleef de Israêlische staat ook na 67 nieuwe kolonisaties pal in de
Palestijnse gebieden stimuleren. Al die nederzettingen werden verbonden met
wegen waar de Palestijnen niet op of over mogen. In de vredesonderhandelingen
van Oslo (1993) werden duidelijke grenzen afgesproken tussen de Palestijnse
zones (gebied A), de samenwerkings-zones, beter gezegd het niemandsland
(gebied B) en Joodse kolonies (gebied C). Er werd afgesproken dat de A-zones
zouden toenemen en de C-zones afnemen. In realiteit gebeurde net het omgekeerde
en bleven er nieuwe C-zones bijkomen. (in 2008 verdubbelde het aantal kolonies
en vervijfvoudigde het aantal geplande, recentere info heb ik niet gevonden).
Ondertussen is meer dan de helft van de Westelijke Jordaanoever C-zone en rest
er in heel het land dat voor 48 palestina was nog slechts 12 procent van de
grond voor de Palestijnen en zo goed als niets van de watervoorraden.
Mahmoud die ons dit alles vertelt, werkte
vroeger als ambulancier en combineert nu de job van coördinator van een sociaal
circusschooltje met toeristengids. De binnenstad van Nablous is 3000 jaar oud
en de oude stad is er meer dan 6000 jaar. Het zijn parels voor het oog, maar
toeristen hier heel zeldzaam.
Op elke overgang van zone staan checkpoints
waar de Israëli willekeurig mensen tegenhouden. Zelfs ambulances die van
Palestijnse dorpen naar Palestijnse ziekenhuizen rijden, maar over C-zones
moeten gaan kunnen de doorgaan geweigerd worden. Ooit heeft Mahmoud zelf een
bevalling moeten begeleiden. Ze stonden op 10 minuten van het ziekenhuis en de
bevalling begon, maar de grenswacht liet hen niet door.
Op alle daken staan watertanks. De Palestijnen
mogen zelf geen water oppompen en moeten het bijgevolg kopen van de Israëli die
dat heel onregelmatig leveren. Vooral in de zomer wordt de kraan veelal één of
zelfs twee weken dichtgedraaid. De Palestijnen hopen dat ze het dan uithouden
met hun watertanks. Ook elektriciteit mogen ze niet zelf produceren en wordt
afgesneden zoals het de Israeli belieft, idem voor het telefoonverkeer. Hun ondergrond,
zee en luchtruim mogen ze niet gebruiken, laat staan een leger oprichten.
Het constante en steeds verdergaande onrecht en
vernederingen en de totale onmacht om er iets tegen te doen is alles
overheersend. Al wie opstaat om het voor zijn volk op te nemen, al is het door
toneelstukken te maken, wordt afgeknalt.
Mahmoud verloor in 2002 18 vrienden, van wie
geen enkele ooit een wapen gedragen dat dodelijker was dan een steen. Nu is
het veel rustiger voegt hij er aantoe, terwijl een week geleden opnieuw Israëlische troepen de stad waren
binnen gevallen. Hij vertelt alles op een berustende toon. Hier is het leven nu
eenmaal zo.
Hij revolteert op zijn manier, door de
verslagen jongeren hun trots te laten terugwinnen door het maken van
circusvoorstellingen en die in Palestina en Europa te spelen. en door touristen
alternatieve rondleidingen te geven. Voor al wie ooit deze richting uittrekt,
check Westbank tours of Nablous circus school.
Old
Askar refuge camp
We lopen door een wirwar van straatjes die
amper een halve meter breed zijn tussen grijze muren van snelbouwstenen met uitgerafelde
affiches met de kop van Yasser Arafat en somsSaddam Hoesein, de enige arabihe leider die het ooit voor de
palestijnen heft opgenmen en zelfs raketten op Israel afgevuurd heeft. Als je
weinig vrienden hebt, ben je al blij met de vijanden van je vijanden.
Gelukkig hebben wij hier al veel vrienden.
Mahmoud klopt aan bij het huis van één van zijn strafste leerlingen die volgend
jaar hoofdacrobatieleraar wordt. Zoals overal worden we rijkelijk ontvangen,
thee en koekjes in overvloed. Het zijn eindexamens nu, dus de leerlingen hebben
weinig tijd om naar het circusschooltje te gaan. De acrobaat belt een vriend en
al snel gaat het over de openschooldag die vorige week afgelast werd door de
inval. Ze organiseren volgende week een nieuwe en zijn vastberaden dit keer wel
op te treden.
In dit kleine huis leven 8 mensen, maar Mahmoud
verzekert ons dat de meeste huisjes nog kleiner zijn en meer bewoners tellen.
In Nablus zijn er vier vluchtelingen-kampen die allemaal uit hun voegen
barsten. Alle vier zijn ze sterk overbevolkt.
De families die er in 48 hun onderkomen vonden
zijn ondertussen 3 generaties verder en het ziet er niet naar uit dat ze snel
naar huis kunnen. Ze willen zich ook niet vestigen in wat overblijft van
Palestina. Hier betaalt de VN de huur, maar vooral, zich ergens anders vestigen
betekent de hoop op een terugkeer opgeven. In alle huizen hangt de sleutel van
hun huis in wat nu Israël is op een ereplaats.
De hoop dat die mensen ooit kunnen terugkeren lijkt
me spijtig genoeg weinig realistisch. Hun huizen zijn platgewalst en wie op hun
grond woont zal niet zonder slag of stoot vertrekken. Maar hoop op terugkeer
van mezelf, om dan langer te blijven en meer circuslessen en voorstellingen te
geven aan deze ongelooflijk ambitieuze en gemotiveerde gasten, die hoop lijkt
me wel realistisch. En ook de hoop dat deze sociale circusprojecten mede een
hefboom kunnen vormen die uit de frustratie-energie een positieve kracht kunnen
vormen, lijkt me niet ijdel.
Straks vliegen we terug om tot begin juni op te
treden in West-Europa en daarna vliegen we naar weer een andere Pseudo-democratie,
en wel de grootste van de wereld: Rusland. Wat ons daar te wachten zal staan
weet ik niet, maar ik kijk er toch al naar uit,
Hans
alias Balltazar,
alias Luigi van ShakeThat
PS: Een heel beknopt maar zeer sterk aan te
raden werk over de Palestijnse kwestie is: Gaza, geschiedenis van de
Palestijnse tragedie van Lucas Catherine.
Ook sterk aan te raden is De islam voor
ongelovigen van dezelfde auteur die over de hele Islamitische wereld gaat.
Als iemand me een boek kan aanraden waarin dezelfde
problematiek vanuit het Zionistische standpunt beschreven staat, mag je me dat
zeker laten weten.