De wereld door mijn ogen: circus, natuur en sociaal-politieke toestanden
11-06-2011
Reisverslag Perm, het diepe Rusland
Verslag Perm: het diepe Rusland
Ik heb er tot nu, op de
terugvlucht, de hele reis over gewijfeld of ik nu wel of niet een verslag van
onze optredens in Rusland zou schrijven. Enerzijds is er de oppervlakkigheid
van ons blitzbezoek dat weinig leeswaardigs opleverert maar anderzijds is een
ShakeThat-reis altijd weer een avontuur, hoe kort het ook moge zijn. Daarnaast
is er ook het gebrek aan trots over ons milieuverslindende trip die me de
goesting wegneemt om er in geuren en kleuren over te schrijven. Tenslotte is
typen niet echt bevorderlijk voor de pijn aan mijn polsen en vice versa.
Maar goed, ik ben er aan
begonnen. Als lezer heb je met één muisklik een zicht op hoe lang en breed dit
verslag zal zijn, iets waar ik zelf op dit moment totaal geen zicht op heb.
Rusland sterft uit
Perm, de rijke olie- en
gasverwerkende industriestad aan het zuiden van het Oeralgebergte lees: Oeralgeheuvelte-
is een uitzondering in het zwaar zieke Rusland. Alles ademt er naar Ruslan:, de
kubushoofdige mannen, de zielloze sovjet architectuur en grootse momunmenten,
de wijdse legerparade-straten en de oude trams, maar het in dit uitgestrekte
land alomtegenwoordige verval en de allesoverheersende neerslachtigheid, is
hier bijzonder mild. Voor het miljoen mensen dat hier woont gaat het stillaan
weer een beetje vooruit en daar is de eerste editie van dit circusfestival een
goed voorbeeld van.
Misschien is Perm wel te
vergelijken met Gent. De petrochemische-industrie zorgt voor geld en werk, er
is een universiteit, uitgaans- en cultuurleven. Terwijl de grootstedelijke
criminaliteit, skinheads, lijmsnuivende straatkinderen, door ordediensten
opgejaagde thuislozen en bedelaars hier eerder zeldzaam zijn. De voordelen van
een stad zonder de nadelen van een grootstad dus.
Sinds het de aanvang van de Perestroika
de ontmanteling van het communisme is het leven er voor de gewone Rus alleen
maar harder op geworden, met de enige troost dat het nu meestal minder lang
duurt. De Russische man heeft op dit moment een levensverwachting van 58 jaar,
6 jaar minder dan 40 jaar geleden. Gezien terzelfdertijd de geboortecijfers
schrikbarend gedaald zijn tot nog slechts 1,2 kinderen per vrouw, slinkt de
bevolking in hoog tempo. Als deze geboortecijfers aanhouden zal de bevolking van
Rusland tegen 2050 gehalveerd zijn.
In het binnenland komt daar nog
de plattelandsvlucht bij waardoor vele dorpen en kleine stadjes helemaal
leeglopen. Op dit moment zijn er al 1500 spookdorpen en in een veelvoud daarvan
vind je alleen nog wat oudjes, berken en wolven. Wellicht moet je niet ver
buiten Perm gaan om in die grote leegte terecht te komen, maar die tijd hadden
we jammergenoeg niet.
Klantvriendelijkheid
Ambassades hebben per definitie
een monopolie op hun dienstverlening, waardoor klantvriendelijkheid ten opzichte
van buitenlandse visum-aanvragers wellicht overal zeldzaam is. Neem daar de
algemene efficiëntie en corruptie van de Russische overheidsdiensten bij en je
komt al snel in Kafkaainse toestanden terecht.
Om een visum te bemachtigen moet
je buiten op straat staan wachten tot het jouw beurt is. Firmas die leven op
de corruptie van het systeem raden je aan via hen te werken voor slechts 100
euro per visum. Wie niet onmiddellijk betaalt, verandert van mening als na 4
uur wachten de loketten sluiten, terwijl ze in die tijd welgeteld 5 wachtenden
(die er al stonden van voor zonsopgang) binnengelaten hebben. Er is voorrang
voor de Russen, de rest moet maar buiten wachten. Het is duidelijk dat je
zonder die visum-bedrijfjes nooit aan je documenten geraakt.
We hadden graag een visum
gekregen van twee weken, gezien we efkes geen optredens hebben en dus konden
blijven en geld spenderen. Maar zo zag de ambassade dat niet. 4 dagen kregen we
de tijd. De Russische economie richt zicht duidelijk meer op de export van gas
en olie dan op import van toeristen.
Land van het circus
Tijdens de Sovjet-periode was
circus het progandamiddel bij uitstek en nog steeds wordt door het volk op
handen gedragen. Arjan Miluka, één van de acrobatie-leraars in Esac
(topcircusschool te Brussel) werd na jaren op te treden in China en de Russische
grootsteden in zijn thuisstad ontvangen in een vol voetbalstadium, op een
trapeze die met een helikopter naar binnen gevlogen werd
Ondertussen zijn circusartiesten
hier geen rocksterren meer, maar de Russen houden nog altijd van circus. Zo
goed als alle voorstellingenzijn
uitverkocht. Het zijn niet uitsluitend de rijke russen die hier op afkomen,
maar eerder de middenklasse en daarnaast ook de voltallige circusschool van de
stad.
Het circusschooltje is er nog
maar een paar jaar. We bezochten het op onze enige vrije dag en het bleek nog Russischer
dan vodka te zijn. Discipline en keiharde gymnastiek vanaf drie jaar oud. De
resultaten liegen er niet om. Tegen dat die gasten 7 jaar oud zijn springen ze
allemaal reeksen flickflacks en gestrekte saltos op de tumbling. Konden we
hier maar een paar dagen langer blijven en eens een hele dag met een groepje
werken. Creatief jongleer- en acrowerk, met zon gasten, dat moet machtige
resultaten opleveren.
Laat ons hopen dat alle shows die
ze deze week te zien krijgen hun ogen zal openen. Het zijn bijna allemaal
buitenlandse voorstellingen en allemaal zijn ze vernieuwend. Dit moet iets
teweegbrengen in die jonge hoofdjes, dat kan niet anders .
Hollyday on ice
In Israel hadden we een matige
show gespeeld doordat allerlei zaken van op onze technische fiche niet in orde
waren. Deze keer wilde Joris onze materiaalchef- dan ook alles meenemen. En als
Joris alles zegt, dan betekent dat letterlijk alles: we zijn wellicht de
allereersten in de geschiedenis van dit immense land die Vodka het land binnen
gesmokkeld hebben.
We hadden ook een nieuwe
mattenvloer gekocht. Dunne en lichte puzzelmatjes, zodat we niet op tapijten
van de organisatie moesten hopen. Na onze opwarming waren die matjes hier en
daar nat en wat later zat dat vocht al tussen onze matjes en de dansvloer
waarop ze lagen. Het gevolg was dat ze daarna alle kanten uitgleden, en we een holiday on ice versie van onze show
speelden. We sloegen ons er door en werden gesteund door het luide en talrijke
applaus van het publiek. Ja ook in rusland wordt onze dwaze humor gesmaakt !!
De tweede show legden we een
tapijt van de organisatie bovenop onze matjes en hadden zo een prima
ondergrond. Alles verliep net een tikkeltje vloeiender en na afloop was de
organisatie razend enthousiast.
Ze zullen ons zeker binnen het
jaar nog eens uitnodigen en ze hebben contacten in Oman en op het festival van Monte
Carlo We weten uit goede bron
dat het in de aard van de Rus ligt om allerlei plannen voor te stellen alsof ze
zeker zullen doorgaan om ze daarna even snel weer te vergeten. We zien wel
Russisch voor beginners
Na ons laatste optreden willen we
gaan feesten, maar ik zit met een dubbel probleem. Mijn scheermachine ligt nog
op mijn kamer terwijl ik per sé mijn snor er af wil scheren. Jammer genoeg
liggen ook mijn taalgidsjes Russisch daar nog, en nog spijtiger is dat de deur op slot is en ik net mijn
sleutels liet vallen tussen lift en vloer. Ik moet de gangverantwoordelijke
duidelijk zien te maken dat ik een stok en een haak nodig heb om de sleutels uit
die spleet te vissen.
Zodra ik aan haar deur klop geeft
ze de kuisvrouw de opdracht om haar deur te openen. Wellicht heeft ze zelf
eerst twintig jaar gekuisd en slaafje van de gangverantoordelijke gespeeld en
nu is het haar beurt om vanuit haar zetel te commanderen. Hiërarchie, oftewel baas
en bovenbaas is hoe alles hier verloopt. Elke opdracht wordt doorgegeven aan
iemand die lager op de ladder staat, zodat wie meest verdient minst doet.
Ik had vooraf geen Russisch
geleerd maar probeerde mijn schade in te halen op de heenvlucht en hier tussen
de soep en de patatten door. Het lijkt mij een moeilijke taal, zowel qua
grammatica (6 naamvallen (gelukkig voor mij, exact dezelfde als in het Romanes)),
woordenschat, spelling als klanken. Heel wat medeklinkers worden maar half uitgesproken
(wat voor een West-vlaming niet al te veel problemen oplevert) maar vooral één
klinker kennen we niet. Het geluid kan je je best voorstellen als de laatste
klank van een stervend schaap. Zo ergens tussen blaten en piepen.
De jongeren die vooruit willen
leren massaal engels, veel meer dan ik verwacht had, maar de oudjes en de
kuisvrouwen zijn meestal geen talenknobbels.
Met het weinig Russisch dat ik
ken en vooral veel hand- en voetenwerk lukt het toch vrij snel om de kuisvouw
het probleem uit te leggen, die de boodschap daarna doorgeeft aan haar overste.
Ik krijg een reeks keelklanken en een reservesleutel naar mij toegeslingerd.
Blijkbaar had ze het begrepen.
Moskow
De terugreis vliegt net als de
heenreis over Moskow. Tijdens de acht uur tussen landen en vertrek, sporen we
naar het centrum van de grootste stad van Europa (wellicht is London ietsje
groter, maar zo zien de Russen dat zelf niet). Het is de stad van het contrast
tussen superrijk en bitterarm, de stad waar de grote meerderheid van de nieuwe
rijke Russen wonen die na het communisme alle overheidseigendom opkochten voor
een letterlijk een appel en een ei, om daarna in geen tijd onmetellijk rijk te
worden. (ze kochten alles met geleende roebels, om daarna de roebel te laten
devaluêren met 2500%, waardoor ze die schulden konden terugbetalen met
letterlijk een appel en een ei, terwijl al de andere Russen hun spaarcentjes in
rook zagen op gaan).
Rusland is s wereld nummer één
op vlak van bodemschatten, maar zoals in zo veel van die bodem-rijke landen raakt
dat geld niet verdeeld over de gehele bevolking. De rest moet het stellen met
onderbetaalde jobkes en zonder enige vorm van bescherming tegen maffia of
politiegeweld.
Al bij al is het er de laatste
jaren wel op vooruit gegaan voor de gewone man, wat niet zonder reden toedicht wordt
aan President Poetin, die een enorme populariteit heeft. Het moet gezegd, ofwel
speel je mee met Poetin en zijn vriendjes, ofwel speel je niet, maar verder is
zijn beleid niet zo slecht als het in het Westen wordt voorgesteld. Hij heeft
de ineenstortende staat terug doen functioneren, met harde hand welliswaar, maar
niet alleen tegenover het volk in Tsjetsjenië, ook tegen de hyperrijken die nu
wel belastingen moeten betalen (een beetje het tegengestelde dan onze regering
die de superrijken via de notionaire intrestaftrek volledig vrijstelt van
belastingen).
Die stabiliteit zorgt voor
investeringen uit het buitenland die samen met de inkomsten uit belastingen van
de superrijken en de winsten uit de terug genationaliseerde olie- en
gasbedrijven voor een betere staatskas zorgt die op zijn beurt de economie doet
draaien. Dat het merendeel van die extra budgetten naar de veiligheidsdiensten,
politie en leger gaan en slechts een tiende daarvan naar onderwijs en
gezondheidszorg is jammer, maar blijkbaar toch genoeg om de modale Rus achter
hun leider te doen staan.
In het toeristische centrum van
Moskow merk je overdag niets van de troosteloze armoede die de inwoners van
deze stad treft. Op een paar uur tijd heb je nu eenmaal niet meer tijd dan een
bezoekje aan het rode plein, zelfs voor een bezoek aan het majestueuze
Circusgebouw van Moskow hadden we geen tijd. Laat ons hopen dat we zoals het
festival beloofde snel terug kunnen komen naar Rusland en dan aan een visum
raken dat ons meer tijd geeft om dit land, zijn taal en inwoners beter te leren
kennen.
land van
melk en honing, een altijd dode zee en een eeuwig levendige oorlog
Deel 1: Op weg naar het Israel Juggling
Festival
twas weer een gigantische
stressboel om op de vlieger te geraken. In Gent misten we onze trein omdat die
precies op tijd vertrok in plaats van de verwachte 5 minuten vertraging. We
moesten de stoptrein naar de luchthaven nemen en die deed zijn naam alle eer
aan waardoor we pas anderhalf uur later in Zaventem geraakten, 10 minuten voor
de gate sloot. Daar moesten we op die tijd nog 200 kilogram aan decor door de
customs krijgen en ook nog eens twee bommen die we per sé wilden meevliegen.
Die bommen hebben we uiteindelijk in een paketje gedraaid en achtergelaten in
een vuilbak in Zaventem want we mochten die vreemd genoeg niet importeren in
Israël. De Vlaamse wapenexport naar Israël, Noord-Afrika en het Midden-Oosten
kende vorig jaar een recordomzet en nu wij ons steentje willen bijdragen mogen
we niet. De wereld is niet eerlijk !!
Israel
Het festival gaat door in Sachna,
een oase int noorden van het land, vanaf Tel Aviv een 100tal km
noord-oostwaarts richting Jordanië. De rustig heuvelende landschappen zijn er
(in de lente) gras- tot mosgroen in tegenstelling tot het halfwoestijnlandschap
dat overheerst in het Oosten en Zuiden van het land. De eerste stad die we
voorbijkomen is Jaffa, die bij ons al gekend was in de negentiende eeuw voor
zijn export van Palestijnse appelsienen, kortweg Jaffa-appelsienen.
Je kan die trouwens nog steeds
kopen in den Delhaize al zal de winst nu niet meer naar de Palestijnse
grootgrondbezitters of keuterboerkes gaan. Het zijn nochtans nog steeds vooral
de Palestijnen die ze kweken, maar omdat ze niets mogen exporteren kunnen ze
die alleen kwijt aan de Israëli die ze dan met een heel faire winstmarge
doorverkopen aan Europa. Met het geld dat Europa jaarlijks aan de Palestijnen
geeft kunnen die dan weer irrigatiewater kopen van, u raadt het al, de Israëli
en dat vanzelfsprekend ook voor een heel faire prijs.Ja, ja t zijn hier allemaal dikke vrienden.
Dat Israel bestaat is het
resultaat van het Zionisme een stroming binnen het jodendom die ontstond eind
19e E en die uitgaat van een appartheidsgedachte: er zal altijd
antsemitisme zijn en wijzelf verachten niet-joden, dus we maken best ergens
land uitsluitend voor Joden. De keuze viel op Palestina, waar op dat moment
slechts een paar procent Joden woonden.
Vanaf de jaren 20 en vooral 30
kwamen er steeds meer Joden naar Palestina die grond opkochten van de Britse
bezetter. Na de 2e WO kreeg het Zionisme de Britten zo ver (onder
meer door terroristische aanslagen zoals in 47 op het Britse consulaat waarbij
91 doden vielen) dat die vertrokken. Onder druk van de VS kregen de Joden van
de VN de toestemming om een eigen land op te richten in Palestina. Hoewel ze
toen nog maar 7 procent van het grondgebied bezaten en slechts een derde van de
bevolking, kregen ze 52 procent van het grondgebied toegewezen.De Palestijnen weigerden akkoord te
gaan met het plan waardoor er oorlog uitbrak toen de Britten vertrokken. Het
technologisch superieure leger van Israel verdreef 2 derde van de
oorspronkelijke bevolking naar Gaza en de Westelijke Jordaanoever en enkele
grote Palestijnse steden darbuiten. De staat Israel werd gesticht en bestond
uit 72 procent van Palestina.
Daarna waren er verschillende
oorlogen met de buurlanden waarbij stelselmatig geknabbeld werd aan de
oppervlakte die de Palestijnen kregen om hun staat op te richten. Op dit moment
schiet er nog 12 procent over
Palestina ?
Wie van klein en gezellig houdt
zit het best op de westelijke Jordaanoever waar zon 190 van de buitenwereld
afgegrendelde openlucht-gevangenissen liggen. Ze worden allemaal omgeven door
Israëlische wegen die de 252 Israëlische kolonies (en Mizpes) met elkaar
verbinden waar de Palestijnen niet op of over mogen. Op de palestijnse wegen
liggen 93 checkpoints die de palestijnen kunnen pesten, en de doorgang verbieden.
Rond alle eilandjes samen is er een gigantische muur gebouwd. Op de
waterpijplijn die er dwars door loopt en Jeruzalem met het meer van Galileia
verbindt, hebben ze jammergenoeg kraantjes vergeten te steken en de jordaan
zelf ligt ondertussen ook al op een redelijke afstand van deze zogeheten
Jordaanoever. Dus het is er wel een beetje droog.
Wie van een gezellige drukte en
waterpret houdt kiest daarom beter voor de Gazastrook waar op een niemendallig stukje
zandkust (ongeveer zo groot als Middelkerke tot Knokke) 1,4 miljoen Palestijnen
opeengepakt zitten.
Voor reislustige Palestijnen zijn
er vakantieoorden in Zuid-Libanon zoals de kampen van Sabra en Chatila waar
sinds het laatste bezoek van het Israëlisch leger weer volop plaats is voor nieuwkomers.
Wie daarentegen te sterk gehecht
is aan zijn eigen klei (lees: zand) kan het als vluchteling in eigen land
proberen (20 procent van de Palestijnen die nog overblijven in Israel zijn
vluchtelingen) te redden en heeft dan uitgebreide vestingsmogelijkheden van
levendige sloppenwijken tot rustgevende en zonovergoten golfplaathutten in de
Negevwoestijn. Er is dus duidelijk voor elke Palestijn wat wils.
Deel 2: Israel Juggling convention
Het jongleerfestival loopt op zijn
einde. Omdat er maar 600 man in de theaterzaal kan wordt het slot-cabaret twee
keer opgevoerd. Tweemaal een nokvolle zaal vol dol enthousiaste jongleurs. Het
is de eerste keer dat Balltazar (ikzelve dus) zon groot gala presenteert. De
eerste opvoering verliep supervlot, maar ik blesseerde mij tijdens één van mijn
interventies, dus straks geen slap touw meer
Het festival werd 18 jaar geleden
opgericht door Yuval Roth die de allereerste straat-circusarties van Israël
was. Een gast die zich al heel heel zijn leven inzet in allerlei sociale
projecten. Via hem kwamen we in contact met enkele projecten in palestina waar
we later deze veel te korte trip heentrekken.
Ondertussen is het festival
uitgegroeid tot het tweede grootste jongleerfestival ter wereld. Er waren 1300
betalende bezoekers en veel niet-betalende kinderen. Dat maakt dat we met
ShakeThat op de drie grootste jongleerfestivals ter wereld gespeeld hebben !!
Ik had maar 2 dagen om Hebreeuws
te leren gorgelen. Veel verder dan wat uit het hoofd geleerde zinnetjes ben ik
niet geraakt. De grootste gelijkenis met het Nederlands lijkt mij dat ze ook
allemaal elkaar zo een beetje verstaan, maar niemand anders daar in slaagt. Er
zijn een paar woordjes die overeenkomen: Tov en Mazzeltov, maar meer ook niet. Sjaloom is hallo en todaRabba is straf
wel bedankt. Zon R spreek je uit alsof je een wolk zand terug uit je keelgat
probeert te schrapen.
Ik had gehoopt dat het wat meer
op het Arabisch zou gelijken maar hoewel die talen dezelfde basis hebben zijn
er nu nog maar weinig woorden tzelfde. Symbolisch genoeg blijkt één van die
het woord dam te zijn, wat zo veel wil zeggen als rode vloeistof die door de
aderen van Joden, Palestijnen en andere dieren loopt.
De ShakeThat voorstelling ligt
ondertussen twee dagen achter ons. Nee, nee, het zal niet regenen, dat kan
niet, verzekerde de organisatie ons. Regen in april is hier even zelfdzaam als
sneeuw op Rock Werchter. De wolken voorspelden weinig goeds, maar de locals
kennen hun eigen klimaat nu eenmaal beter dan wijzelf, dus voor één keer
vertrouwden we die Joden.
Net voor we naar de kleedkamer
wilden trekken om ons in rust voor te bereiden had een rukwind onze kast omvergekegeld
waardoor we nog vlug andere glazen moesten zoeken, de flessen waren toen nog
maar net aangekomen en die moesten nog uitgewassen, gevuld en geplaatst worden.
De bom waarvoor de organisatie gezorgd had leek zeer twijfelachtig en limoenen
hadden ze al helemaal niet kunnen vinden.
We deden ons best om het in deze
omstandigheden te redden, maar rukwinden en zowaar een licht onweer strooiden
nog meer roet in onze cocktails. We spartelden ons er doorheen en kregen een
zeer warm applaus, maar waren toch enorm teleurgesteld. Niets voelt slechter
aan dan de halve wereld afreizen om een ondermaatse show te spelen. Al zijn er
grotere problemen, op deze wereld, dat wel.
In ieder geval reden genoeg om
hier op het gala, waar het allerbeste van het hedendaags jongleren
geprogrammeerd staat, revanche te nemen. Joris zijn eerste nummer was sterk,
het publiek applaudiseerde tot hij opnieuw het podium bsteeg voor een bis-buiging.
En Balltazar, al zeg ik het zelf, deed het wonderwel. Zowel de presentatie als
mijn nummer op slap touw werkten deden het zeer goed. Nog twee minuten en we
vliegen er weer in. Hopelijk gaat het even goed.
Voorlopig heb ik geen tijd om
stil te staan bij wat we de komende dagen gaan doen. Een sterk vredesbeluste vrouw
heeft ons de contacten doorgegeven van twee sociale circusprojecten in
Palestijns gebied.Er zijn daar nu
rellen dus het is niet zeker dat we er zullen geraken, maar wellicht wel. Voorlopig
kunnen we geen contact opnemen omdat de telefoonlijnen werden afgesneden.
Ik had op voorhand niet gedacht
dat we zomaar naar de Palestijnse gebieden zouden kunnen gaan en had me daarom
voorgenomen om in Israel zelf op bezoek te gaan in een illegale nederzetting,
vluchtelingen kamp of sloppenwijk. Binnen Israel zijn er zon 123 erkende
Palestijnse nederzettingen en daarnaast meer 1400 vergeten dorpen die bij wet
zonevreemd zijn en geen recht hebben op elektriciteit, water, telefoon,
school of klinieken. Daarnaast zijn er rond de grote steden sloppenwijken waar
bijna uitsluitend Bedoeïnen wonen die vergelijkbaar zijn met de Roma in Europa.
In die illegale dorpen en sloppenwijken wonen illegalen en Palestijnen die het
staatsburgerschap wel hebben kunnen verkrijgen. Slechts 1 op 8 Palestijnen die
oorspronkelijk in Israel woonden hebben het staatsburgerschap kunnen
verkrijgen, maar ook dan blijven ze de facto een trapje lager staan in de
maatschappij. Zo is de Israëlische nationalteit alleen weggelegd voor Joden.
Sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg,bouwsubsidies en dergelijke zijn voor een groot deel
gebaseerd op die nationaliteit, dus het staatsburgerschap stelt uiteindelijk
niet al te veel voor.
Ik stap een tweede keer het
podium op en steek van wal in het Hebreeuws sjaloom Israel, Bruxim abaim le
mufa ha gala, shel khenes ha latoetim a Israeli hasjmoena asar .
En krijg direct het publiek op
mijn hand. Who speaks english ? Iedereen juichtIvriet ? opnieuw heel de zaal (Ivriet betekent
Hebreeuws). Na Min bichki bil Arabi ? Roept slechts een enkeling terwijl de
rest zwijgt. Er zijn geen arabische jongleurs en op school krijgt iedereen
klassiek Arabisch. Dat zou ongeveer het zelfde zijn als dat wij op school
Latijn leren en geen Frans. Heel dit festival zit vol vredesactivisten, die allemaal
jaren Arabisch geleerd hebben maar niet tegen hun buren kunnen spreken.
Ik overloop wat andere talen en
telkens juichen er wel een paar jongleurs uit dat taalgebied. Last but not
least: Wie verstaoter mie aokWesflams kotn ? waarop de hele belgische delegatie uit zijn dak gaat.
Dit jaar zijn er maar liefst 8 West-Vlaamse gastartiesten op dit festival !!! Naast
ShakeThat en nu Balltazar stond ook Cie Ea Eo hier.
Het is de beurt aan Joris. Ik
kijk vol spanning vanuit de coulissen. Het begin loopt vlekkeloos. Alles lukt.
Het publiek gaat uit zijn dak. Joris zijn solo nummer is gigantisch moeilijk en
deze keer moet hij het doen met lokale flessen die net iets anders draaien. Ik
hou mijn adem in. Nog steeds geen fout. De applaussalvos volgen elkaar op. De
laatste routine van zijn show is veruit de moeilijkste, Go Joris, go!!. Opnieuw
foutloos. In zijn hele nummer geen enkele drop. Het publiek gaat wilt, staande
ovatie !!
Ik voel me in de zevende hemel.
Nog één nummer presenteren en dan zit het er op. Na de heel matige show eerder
deze week is de revanche vanhet
ShakeThat-team meer dan geslaagd !!
Ondanks al mijn bedenkingen over de
extreem religieuze minderheden en de Zionistische Joden die het beleid van de
staat Israël bepalen, moet ik toegeven dat ik me in al de tijd dat ik
circusoptredens geef nog nooit zo welkom gevoeld heb op een festival. Zowel de
organisatie als de bezoekers zijn zeer warme en vredesgedreven mensen. Alleen
jammer dat de Palestijnse jongleurs niet uit hun openlucht gevangenis mogen om
tot hier af te zakken. Misschien organiseren ze het Israëli Juggling festival
in de toekomst beter ergens in palestina, dan kan iedereen er heen gaan.
Deel 3: Israels toeristenhotspots
Onder de vleugels van Guy, een
locale jongleur die ons zijn land wil tonen, volgen we de Jordaanvallei
zuidwaarts. Het landschap verandert snel van lieflijk grasland met verspreide
boompjes naar een dorre halfwoestijn, omdat de wolken al hun regen verliezen
boven de heuvelrug waarop Jeruzalem ligt. Toch moeten er hier en daar bronnen
en oases te vinden zijn, gezien je nog nu en dan het geluid van een Smirna-ijsvogel
kan opvangen (een beetje zoals onze ijsvogel, maar nog luider en meer trillers).
Verder zit het hier vol met Arabische Buulbuuls, Bonte kraaien, Palmtortels en
hier en daar een Ooievaar. Ik zag de voorbije dagen ook een voor deze regio
endemische soort: De Palestijnse Honingzuiger, een klein zwartglanzend
kolibrie-achtig vogeltje.(voor de
kenners; mijn waarnemingslijstje aan niet in West-Europa voorkomende vogels: Sporenkievit,
Tristrams-spreeuw, een Saker- of Lannervalk en Kleine Bonte Ijsvogel).
Dit is een gebied dat nog maar
heel recent gekoloniseert werd. De Joodse kolonisten leven er veelal in Kibuts
waarin het leven en werk gemeenschappelijk is. Door grondwater op te pompen
kunnen ze er aan landbouw doen. Een paar kilometer verder van de Jordaan, waar zit het grondwater te diep zit, begint
het grootste Palestijns gebied met de cynische naam: De Westelijke Jordaanoever.
Het grondwater zit er niet alleen te diep, ze mogen het niet oppompen. De Palestijnen
hebben alleen recht op de bodem terwijl de ondergrond, het luchtruim en aanpalende
zee (Gaza) het exclusief eigendom zijn van de Joodse staat.
Wie op heel korte termijn een
paar kilo wil vermageren kan best gaan joggen met een paar dikke truien aan. Toen
ik judo deed heb gasten op een dik half uur 2 kilo zien wegzweten om zo nog
snel in een lagere gewichtscategorie te geraken. Als je even snel wil
vermageren, maar zonder je lege kont op te heffen is er maar één plaats op de
wereld waar dat mogelijk is: laat die lege kont in/op de Dode zee drijven en
die pekel zuigt al je lichaamsvocht door je huid. Eén uur in dat zoutbad dat zo
geconcentreerd is dat elk spatje op je tong, neus of ogen een minuut blijft
branden, kost je een liter lichaamsvocht.
Het drijven zelf is echt een onwereldse
ervaring die nog sterker wordt door het Marslandschap op de achtergrond. Hier
leven nog Oryxen en een handvol Luipaarden, Hyenas, Woestijnmarmotten,
Steenarenden en Oorgieren. De bodem van de Dode Zee bestaat uit een mengsel van
scherpe zoutkristallen en pure klei (echt puur, niet zoals de klei die wij
kennen van bij ons, die wetenschappelijk gezien maar uit maximum 30 procent
kleimineraal bestaat. Hier is dat tot 100 procent). Die klei vermengd met zeer zoutig
water levert een zeer vreemde consistentie op: iets tussen platte kaas en
gesmolten emmental. Op sommige plaatsen is de bodem hard, maar toch kan je jezelf
in de grond trillen tot alleen nog je kop boven blijft, echt zalig.
Aan de rand van de Dode Zee zijn
er bronnen waarrond rietjungles groeien en waarin hier en daar adembenemende poelen
verscholen liggen waar je het zout van je kan afspoelen, helemaal omgeven door
letterlijk een muur van riet dat tot 6 meter hoog groeit en vol zit van de
zangertjes (nachtegalen, rietzangers, karekieten, spotvogels, grasmussen en
dergelijk gesnavelte).
Buiten deze oases varieert het
landschap tussen steen- en halfwoestijn. Sommige dwergstruikjes zijn opvallend
bolvormig. Als ze kraken van droogte kunnen ze vele kilometers ver rollen om
pas te stoppen aan de voet van een schaduwgevende rots of op de bodem van een
uitgedroogde rivier, de beste plaatsen om hun zaad te laten vallen.
Er groeien vreemd genoeg maar
heel weinig planten die uit zoutwater kunnen drinken, wellicht omdat de
zoutconcentraties direct te groot zijn. Wel groeien er planten met wortels die
tegen een beetje zout kunnen en die drinken uit het laagje regenwater in de
bodem die op het zoute grondwater drijft. Zoals bij ons de typische
autostradebermflora als gevolg van het opspattend strooizout.
Vanaf de Dode Zee die 400 m onder
zeeniveau ligt rijden we onszelf op een tiental kilometer 1400 m dichter bij de
Hemel om uiteindelijk te stoppen aan de rand van het historische Jeruzalem.
Onderweg passeerden we vele Bedoeïnen-sloppenwijken waar de woningen er uitzien
als stallen gemaakt van zwart plastic. In zon hut de zomer overleven, te
midden van deze steenwoestijn en zonder enige toegang tot water lijkt me
onmogelijk, maar op de één of andere manier slagen die mensen daar blijkbaar
in.
Eenmaal in Jeruzalem aangekomen
loodst Guy ons met rugzak en al door de controleposten en toont ons een paar
vergeten pareltjes in het oneindig drie dimensionele doolhof waar al meer dan
drieduizend jaar de grondvesten van onze beschaving liggen. Onlangs is er nog een
nieuwe ondergrondse gang ontdekt die van de ene kant van de stad tot aan de
andere loopt, een tocht die je 45 minuten kost. We bezoeken een ondergrondse Orthodoxe kerk waar de
inrichting zo overdadig en spuuglelijk is dat Jezus er uit zijn graf zou opgestaan
zijn, om daarna tot rust te komen in één van de 30 andere grot-kryptes die de
laatste rustplaats van Christus claimen. Daarna marcheren we via de olijfberg
helemaal tot op het hoogste punt van Jeruzalem om daar via een paar
achterdeurtjes tot op het dak van een hotel te klimmen van waaruit we alle allerheiligste
plaatsen van de Joden, Moslims, Christenen en nog een rist andere sektes kunnen
zien, steenhopen die soms tot drieduizend jaar oud zijn.
Aan de klaagmuur ziet het
letterlijk zwart van de chasidische joden, die gasten die liever een stuk van
hun lul snijden dan van hun bakkebaarden. Sommigen hebben een zwarte zijden
peignoir met bolhoed aan, anderen witte kousen die aan hun zwarte kniebroek
genaaid zijn en een zwarte punthoed, weer anderen hebben een lange zwarte
mantel en een koekentrommel uit vossenpels op hun kop. Allemaal zo knotsgek dat
het niet meer grappig is, maar eerder beangstigend. Allemaal mensen die blindelings
een ideologie volgen die werkelijk op niets slaat. Dat je gelooft alleen de
hemel binnen te komen als je een stuk van je lul afsnijdt vind ik al behoorlijk
van de pot gerukt, maar dat je heel je leven met een koekendoos op je kop moet
rondlopen om god te plezieren, daar moet je toch serieus gehersenspoelt voor
zijn.
Die Chasidische Joden (waar ook
de Antwerpse diamantjoden deel van uit maken) zijn trouwens geen uitstervend
ras. Het aantal volgelingen stijgt gestaag sinds hun ontstaan zon 300 jaar
terug ergens in Oekraine. In Israël zijn ze er in geslaagd om een volledige
vrijstelling van legerdienst te krijgen, iets wat mooi meegenomen is in een
land waar iedereen drie jaar van zijn leven moet verknoeien, veelal
gedeeltelijk in echte strijd. Je zou voor minder een clownskostumm aantrekken
en je bakkebaarden laten groeien. Wanneer één van hen ons aanmaant om hun
heilige grond te verlaten moet Guy hem in het Engels antwoorden dat hij jood is
omdat die weigeren Hebreeuws te spreken. Ze kunnen allemaal Hebreeuws, maar
gebruiken die heilige taal alleen om te bidden.
Alsof God Almachtig en Alwetend
is, maar alleen Hebreeuws verstaat en voor zijn gemak vraagt om alles wat niet
voor hem bestemt is dan ook maar in een andere taal te zeggen.
Reisverslag 3: Welcome to Palestine !!!
The Palestine Circus school, Ramalah
Ik zit op de bus van Ramalah, de
huidige hoofdstad van het land Palestina richting Nablus. Tot onze
verassing is er nergens extreme armoede te zien, de grote meerderheid van
huizen lijkt in goede staat, de autos zien er modern uit en de mensen zijn
goed gekleed. Ook de overheid lijkt normaal te functioneren; politieagenten
regelen het vervoer, er zijn banken, winkels, scholen en er is een goed
functionerend openbaar vervoer.
Het project waar we gister
circusles gaven, The palestine circus school draait, zoals de hele
palestijnse maatschappij, op sponsoring vanuit Europa. Omdat Jessica, de enige
niet-palestijn onder de oprichters, uit Leuven afkomstig is, komt een heel
aanzienlijk deel van die sponsoring uit België. Jessica is duidelijk: armoede
is hier niet het grootste probleem. Wat het probleem dan wel is sijpelt beetje
bij beetje bij ons binnen.
Jessica vertelt ons met veel
enthousiasme over het project waar ze al tien jaar al haar energie in steekt.
De ambities liggen zeer hoog en voorlopig liggen ze op schema om hun droom te
realiseren: tegen 2014 een voltijdse circusopleiding doen draaien. Daarvoor
zijn ze nu bezig met de renovatie van een groot complex waar ze in een volgende
fase een extra gebouw willen neerpoten. Op dit moment volgt hun eerste
generatie leerlingen via allerlei beurzen les aan de meest prestigieuse
circusscholen ter wereld. Het is de bedoeling dat die over enkele jaren
terugkeren en lesgevers worden voor de opleiding. Daarnaast starten ze zo veel
mogelijk circusschooltjes op verspreid over de Palestijnse gebieden van waaruit
uiteindelijk leerlingen zullen kunnen doorstromen naar die professionele
opleiding.
Als zon plannen hier
realiseerbaar zijn en ook armoede niet direct het probleem is, wat is het
probleem dan wel ?
Op hun site lezen we naast dit
meerjarenplan ook volgend berichtje: The Palestinian
Circus School is shocked and deeply saddened by the loss of Juliano Mer Khamis,
Palestinian Israeli director and co founder of the Freedom Theatre in Jenin.
Juliano is maar één van de vele terroristen die de Israëlische overheid
jaarlijks uit de weg ruimt. Zijn terreur bestond uit het maken van
toneelstukken over vrede.
Nablus
In 2002 nam het Israëlisch leger de stad Nablus in met 450 tanks. Als ik
de geruchten mag geloven werd Bagdad tijdens de laatste Golfoorlog ingenomen
met 120 tanks, ik weet niet of dat klopt, maar er waren in ieder geval meer
tanks in Nablus dan er straten zijn. Er volgden 22 dagen waarin alle burgers de
keuze hadden: binnen blijven of neergeschoten worden. Om de 3000 jaar oude
binnenstad te controleren werden doorgangen gemaakt voor de tanks door vrij
willekeurig huizen te bombarderen zonder de bewoners te verwittigen. Andere huizen werden samen met hun
bewoners door bulldozers platgewalst. Zo goed als alle zeepfabriekjes, die
sinds mensenheugenis het economische fundament van de stad zijn, werden
vernietigd. Officieel zouden zich daar terroristen schuilgehouden hebben,
terwijl in vele fabriekjes alleen de kookketels vernietigd werden, wat een
vreemde taktiek is, gezien de plaats om zich te verschuilen daardoor groter
wordt. In totaal vielen er op die 22 dagen bijna 300 burgerslachtoffers.
De Westelijke Jordaanoever was na de oorlogen
van 1948 en 1967 samen met de Gaza-strook het enige stukje land dat de Palestijnen
nog restte. Samen waren die twee gebieden goed voor een kleine 20 procent van
voor de oorlog in 1948. Vele gebieden in Israel zijn zo goed als onbewoond,
maar toch bleef de Israêlische staat ook na 67 nieuwe kolonisaties pal in de
Palestijnse gebieden stimuleren. Al die nederzettingen werden verbonden met
wegen waar de Palestijnen niet op of over mogen. In de vredesonderhandelingen
van Oslo (1993) werden duidelijke grenzen afgesproken tussen de Palestijnse
zones (gebied A), de samenwerkings-zones, beter gezegd het niemandsland
(gebied B) en Joodse kolonies (gebied C). Er werd afgesproken dat de A-zones
zouden toenemen en de C-zones afnemen. In realiteit gebeurde net het omgekeerde
en bleven er nieuwe C-zones bijkomen. (in 2008 verdubbelde het aantal kolonies
en vervijfvoudigde het aantal geplande, recentere info heb ik niet gevonden).
Ondertussen is meer dan de helft van de Westelijke Jordaanoever C-zone en rest
er in heel het land dat voor 48 palestina was nog slechts 12 procent van de
grond voor de Palestijnen en zo goed als niets van de watervoorraden.
Mahmoud die ons dit alles vertelt, werkte
vroeger als ambulancier en combineert nu de job van coördinator van een sociaal
circusschooltje met toeristengids. De binnenstad van Nablous is 3000 jaar oud
en de oude stad is er meer dan 6000 jaar. Het zijn parels voor het oog, maar
toeristen hier heel zeldzaam.
Op elke overgang van zone staan checkpoints
waar de Israëli willekeurig mensen tegenhouden. Zelfs ambulances die van
Palestijnse dorpen naar Palestijnse ziekenhuizen rijden, maar over C-zones
moeten gaan kunnen de doorgaan geweigerd worden. Ooit heeft Mahmoud zelf een
bevalling moeten begeleiden. Ze stonden op 10 minuten van het ziekenhuis en de
bevalling begon, maar de grenswacht liet hen niet door.
Op alle daken staan watertanks. De Palestijnen
mogen zelf geen water oppompen en moeten het bijgevolg kopen van de Israëli die
dat heel onregelmatig leveren. Vooral in de zomer wordt de kraan veelal één of
zelfs twee weken dichtgedraaid. De Palestijnen hopen dat ze het dan uithouden
met hun watertanks. Ook elektriciteit mogen ze niet zelf produceren en wordt
afgesneden zoals het de Israeli belieft, idem voor het telefoonverkeer. Hun ondergrond,
zee en luchtruim mogen ze niet gebruiken, laat staan een leger oprichten.
Het constante en steeds verdergaande onrecht en
vernederingen en de totale onmacht om er iets tegen te doen is alles
overheersend. Al wie opstaat om het voor zijn volk op te nemen, al is het door
toneelstukken te maken, wordt afgeknalt.
Mahmoud verloor in 2002 18 vrienden, van wie
geen enkele ooit een wapen gedragen dat dodelijker was dan een steen. Nu is
het veel rustiger voegt hij er aantoe, terwijl een week geleden opnieuw Israëlische troepen de stad waren
binnen gevallen. Hij vertelt alles op een berustende toon. Hier is het leven nu
eenmaal zo.
Hij revolteert op zijn manier, door de
verslagen jongeren hun trots te laten terugwinnen door het maken van
circusvoorstellingen en die in Palestina en Europa te spelen. en door touristen
alternatieve rondleidingen te geven. Voor al wie ooit deze richting uittrekt,
check Westbank tours of Nablous circus school.
Old
Askar refuge camp
We lopen door een wirwar van straatjes die
amper een halve meter breed zijn tussen grijze muren van snelbouwstenen met uitgerafelde
affiches met de kop van Yasser Arafat en somsSaddam Hoesein, de enige arabihe leider die het ooit voor de
palestijnen heft opgenmen en zelfs raketten op Israel afgevuurd heeft. Als je
weinig vrienden hebt, ben je al blij met de vijanden van je vijanden.
Gelukkig hebben wij hier al veel vrienden.
Mahmoud klopt aan bij het huis van één van zijn strafste leerlingen die volgend
jaar hoofdacrobatieleraar wordt. Zoals overal worden we rijkelijk ontvangen,
thee en koekjes in overvloed. Het zijn eindexamens nu, dus de leerlingen hebben
weinig tijd om naar het circusschooltje te gaan. De acrobaat belt een vriend en
al snel gaat het over de openschooldag die vorige week afgelast werd door de
inval. Ze organiseren volgende week een nieuwe en zijn vastberaden dit keer wel
op te treden.
In dit kleine huis leven 8 mensen, maar Mahmoud
verzekert ons dat de meeste huisjes nog kleiner zijn en meer bewoners tellen.
In Nablus zijn er vier vluchtelingen-kampen die allemaal uit hun voegen
barsten. Alle vier zijn ze sterk overbevolkt.
De families die er in 48 hun onderkomen vonden
zijn ondertussen 3 generaties verder en het ziet er niet naar uit dat ze snel
naar huis kunnen. Ze willen zich ook niet vestigen in wat overblijft van
Palestina. Hier betaalt de VN de huur, maar vooral, zich ergens anders vestigen
betekent de hoop op een terugkeer opgeven. In alle huizen hangt de sleutel van
hun huis in wat nu Israël is op een ereplaats.
De hoop dat die mensen ooit kunnen terugkeren lijkt
me spijtig genoeg weinig realistisch. Hun huizen zijn platgewalst en wie op hun
grond woont zal niet zonder slag of stoot vertrekken. Maar hoop op terugkeer
van mezelf, om dan langer te blijven en meer circuslessen en voorstellingen te
geven aan deze ongelooflijk ambitieuze en gemotiveerde gasten, die hoop lijkt
me wel realistisch. En ook de hoop dat deze sociale circusprojecten mede een
hefboom kunnen vormen die uit de frustratie-energie een positieve kracht kunnen
vormen, lijkt me niet ijdel.
Straks vliegen we terug om tot begin juni op te
treden in West-Europa en daarna vliegen we naar weer een andere Pseudo-democratie,
en wel de grootste van de wereld: Rusland. Wat ons daar te wachten zal staan
weet ik niet, maar ik kijk er toch al naar uit,
Hans
alias Balltazar,
alias Luigi van ShakeThat
PS: Een heel beknopt maar zeer sterk aan te
raden werk over de Palestijnse kwestie is: Gaza, geschiedenis van de
Palestijnse tragedie van Lucas Catherine.
Ook sterk aan te raden is De islam voor
ongelovigen van dezelfde auteur die over de hele Islamitische wereld gaat.
Als iemand me een boek kan aanraden waarin dezelfde
problematiek vanuit het Zionistische standpunt beschreven staat, mag je me dat
zeker laten weten.
Het is precies 12u25. Geen
bijzonder moment in de geschiedenis der mensheid, maar wel exact het moment
waarop ons vliegtuig moet vertrekken.
Gab belt Joris en Simo terwijl ik
een spurtje zet. Twee rolbanen verder vind ik het olijke duo de gate sluit,
snel.
Waarom waarom waarom moet het
toch altijd helemaal op het randje ? De voorbije weken speelde de gedachte door
mijn hoofd: zal ik opnieuw een Brazilië-reisverslag schrijven ? En waarmee
zal ik beginnen ? Hopelijk zouden we deze keer zonder al te veel problemen de
lucht in geraken en kon ik mijn verhaal anders beginnen.
Maar om de één of andere reden,
wellicht van goddelijke oorsprong, zijn we gedoemd om iedere vlucht opnieuw
hemel en aarde te moeten verzetten om heelhuids op de vlieger te raken.
Het was ergens midden juli dat
het Brazilië-II-project vaste vorm aannam. Het zag ernaar uit dat we echt
zouden terugkeren naar het land van eeuwige zonneschijn en palmbomen. We zouden
er van het ene naar het andere festival moeten vliegen en dus ontstond het idee
om een vliegbare bar te maken, jawel bar nummer 5, die als gewone bagage
ingechekt kon worden.
Drie maanden later resten ons nog
drie dagen. Iedereen zit op het tandvlees. Simo last en herberekend zijn
ingenieus plan, Nino schuurt, Joris plakt, ik regel nog de contacten met de
Braziliaantjes, Gab helpt waar hij kan. Iedereen werkt de klok rond.
Ik probeer het project te
coördineren, maar ondanks mijn verwoede pogingen blijven mijn collegas chaos aantrekken
zoals Copa Cabana dat doet met toeristen. Ergens heel laat in de laatste nacht
raakt de bar af. Alles opplooien, verpakken en hopen dat het niet te veel
weegt.
Hoop voor niets, 20 kilo
overgewicht. Overal bespaard, en toch nog te veel. Om negen uur en geen minuut
later moesten we richting Zaventem rijden. In realiteit moet Nino nog naar de
brico om rondellen, Gab is er nog steeds niet en ook van onze taxi-chauffeur
Sander is er geen spoor te bekennen.
Het is al na 11 uur als we de
luchthaven binnenvlammen. Onze weegschaal blijkt heel slecht gewerkt te hebben.
Er is 30 kilo overwicht, daarenboven slecht verdeeld. Alles opnieuw wegen en
versjassen.
Het is ondertussen een bekend
tafereel. Toen we deze zomer uit Zuidspanje terug moesten vliegen hadden we ons
bagagegewicht ook fel onderschat. 20 kilo te veel in de in te checken bagage.
Aan Ryanairtarieven kost je dat 400 euro. Na tien keer alles te herschikken
bleef er nog tien kilo overwicht in de in te checken valiezen. Als men het
aantal handbagagezakken niet al te nauw telt, dan kunnen we een handbagage
extra meenemen. We moeten dus gewoon op 5 minuten tijd een nieuwe valies of
rugzak vinden en in een luchthaven kan dat geen probleem zijn.
Het blijkt toch niet zo simpel.
Alle shops zijn in de taxfree zone, dus na de incheck hier is niets te koop.
Flexible solutions dan maar: Een vriendelijke WC-madam geeft ons een
vuilniszak.
We steken de zak in de ijzeren
mand die de maximum handbagage-afmetingen aangeeft en proppen die vol met
gordijnen en kostuums. We halen hem eruit en powertapen hem helemaal tot die
eruit ziet als een giga-cocaïne pak. We tapen er nog twee handvaten aan en
zijn, zoals altijd, de allerlaatsten om door de gate te stappen.
Deze keer zit al onze handbagage
al aan het absolute maximum, maar t is gelukkig geen Ryanair-bitch die ons
laat stoven in eigen zweet. De ouwe heer aan de incheck blijkt ons heel genegen
te zijn en ziet het overwicht door de vingers. Hij waarschuwt ons wel voor de
terugvlucht, maar dat zijn zorgen voor later.
We passeren als allerlaatsten de
gate en vliegen iets later, samen met onze bar de lucht in. Dat de bar samen
met ons vliegt is een hele geruststelling. Toen we dat cocaïnepak intapeten
(lang leve de nederlandse spellingsregels !!), vlogen wij en werd de bar met
een vrachtwagen vervoerd en aan de heenvlucht van die tournee hebben we weinig
vertrouwen overgehouden in zon een appart transport.
De vlucht naar Alicante
Die heenvlucht duurde
uiteindelijk drie dagen. Transportstaking in Spanje, OK we zetten de vlucht een
dag eerder. Luchtvaart staking in Brussel, allé dan toch maar weer een dag
later boeken want in Eindhoven denken ze dat die spaanse transportstaking niet
al te veel zal voorstellen. 2 uur voor vertrek krijgen we bericht dat ook deze
vlucht geannuleerd wordt. De dag erop s morgens in alle vroegte kunnen we in
Amsterdam inchecken. Allé, dat dan maar. s Morgens vliegen om s avonds te
spelen is om problemen vragen maar er zit niets anders op. tis ook een heel
stuk duurder, maar we kunnen wel meer bagage meenemen en dat is handig. Allé
dat dachten we toch, totdat we op de terugvlucht, die wonder boven wonder niet
afgelast werd opnieuw met Ryanair moesten vliegen en die extra bagage plots
veel minder handig bleek te zijn maar dat vertelde ik dus al.
Met de kostuums, cups, gordijnen,
messen en al de andere attributen sporen we naar t noorden, overnachten er om
voor dag en dauw zuidwaarts te vliegen.
Eenmaal in Alicante luchthaven
blijkt dat de limiet van onze visakaart overschreden is. Na vier maal 5
vluchten te boeken, lijkt mij dat nogal vanzelfsprekend. We gaan die
geannueerde vluchten wel teruggestort krijgen, maar voorlopig weigert Visa
verdere betalingen. De autoverhuurders in Spanje hebben een slechte ervaring
met vakantiegangers die na hun verblijf gratis terugrijden naar hun thuisland
om hun huurauto er achter te laten. Zonder garantie van Visa, geen auto !
Contant ? Nee, alleen Visa.
Ondertussen blijkt ons decor in
de verkeerde stad gedropt te zijn. De transportfirma belooft het op te lossen.
Het is al middag. We zijn al drie
dagen aan het proberen in Gandia te geraken, en nu op 200 kilometer van de
bestemming lijkt alles voor geweest te zijn. Geen enkel verhuurbedrijf wil ons
een camionette verhuren, niemand weet waar het decor nu is. De klok tikt
terwijl de kilometerteller stil staat.
We vinden een ouderwetse
verhuurder int stad. Een taxi in en hop. Of toch niet, de gps laat ons in de
steek, de tijd tikt verder. Uiteindelijk vinden we het verhuurbedrijf maar de
eigenaar blijkt, hoe kan het ook anders, een echte spanjaard. Eerst siesta en
dan de rest. Visa moet niet, maar wel een overschrijving met bankwaarborg. We
krijgen het geregeld, onze spaanse agent doet de gewaarborgde overschrijving.
De bankwaarborg duurt en blijft duren. Een uur lang vretenwe onze nagels op, maar die
bankwaarborg komt niet. We smeken nog maar eens of we het niet op een andere
manier kunnen regelen, contant bijvoorbeeld. Natuurlijk, geen probleem.
Na betaling blijken we opnieuw te
moeten wachten. Er komt weinig uitleg over de reden van dit laatste probleem
behalve dat men ons vermeld dat ze het aan het oplossen zijn. Uiteindelijk komt
een onderbetaalde medewerker binnen met een pak printpapier. Allé hop ook dat
probleem is van de baan.
Eindelijk terug naar de luchthaven
om de anderen op te pikken. Het decor is aangekomen, ergens tussen de
luchthaven en Gandia waar we spelen. Nog 200 kilometer en vier uur restte er
ons, en uiteindelijk lukte het ons om zo goed als op tijd te starten.
Back to Brasil
Op dit moment rest ons nog
ongeveer één dag. Morgenavond moet het hele circus opgebouwd en klaar zijn in
Recife, noord Brazilië.
De vorige Brazilië tournee waren
het 14 dagen hard werken om speelklaar te geraken, deze keer zullen we niet
eens 14 uur hebben. We zijn beter voorbereid dat wel, maar ik heb een
voorgevoel dat het weer eens heel op het randje zou kunnen zijn.
We zien wel. Slaapwel. Ik doe een
welverdiend dutje. Over een paar uur stappen we op de vlieger van Lisabon naar
Recife. Of dat hoop ik toch.
Verslag 2: Rock n Roll: Festival do circo o
Brasil, Recife.
Meer handdoeken nodig
Dit is pas Rock n Roll.
Opgehaald worden op de luchthaven. Chauffeur, helper en tolk staan klaar. Eerst
restaurant of eerst inchecken in het businesshotel waar de organisatie voor ons
kamers geserveerd heeft ?
De hitte valt mee, t is zelfs
heel aangenaam. Behalve binnen in het hotel, waar het akelig koud is door de
overijverige en onstuitbare aircos.
Iedereen is moe, doodmoe, maar
het werk moet nog beginnen. De volgende ochtend vroeg uit de veren. De bar in
de taxi duwen en op naar ons eerste optreden: de openingsshow van het Festival
do circo do Brasil.
Het is de eerste keer dat we de
vliegbar opbouwen en het verloopt wonderwel vlot. We verbruiken maar één rol
powertape om de onvolmaaktheden op te lossen en verder blijkt het plan te
werken.
Alles waar het festival voor
moest zorgen is er. Iedereen oefent zijn tekst. De spanning stijgt.
De show start, het zweet loop
over onze rug, parelt op ons armen en maakt de flessen in ons handen als
stukken zeep onder de douche.
We vegen onze handen droog zo
vaak we kunnen, maar de handdoeken onder onze bar zijn al snel doornat en ons
kostuum is nog erger. Zo goed als elke fles die we tijdens de show in handen
krijgen floept op een gegeven moment een onverwachte richting uit. We zwoegen
en zweten ons door de voorstelling, amuseren onsenuiteindelijk
krijgen we een aarzelende staande ovatie.
Meer handdoeken nodig, waarom
klinkt dit me zo bekend in de oren ?
Lang leve de Braziliaanse economie !!!
Ik lig op een matras op een
balkon van een wolkenkrabber ergens in Recife, een provinciestadje met amper 4
miljoen inwoners.
We sloten het festival al vier
dagen geleden af maar gezien de meeste artiesten morgenochtend samen in één bus
naar het circusfestival in de Ceara reizen heeft de organisatrice ons allen
samen uitgenodigd voor een etentje en feestje in haar appartement. Het
huispersoneel slooft zich uit, de artiesten laten het zich smaken.
Het is nacht en het uitzicht is
duizelingwekkend; al bijna even duizelingwekkend als de realiteit waarin ik me
bevind.
Condominios als deze reizen hier
als paddenstoelen uit de grond. Twintig verdiepingen hoog, ommuurd, een zwembad
een kinderopvang en dag en nacht bewaakt. Zon oase van veiligheid is de droom
van elk middenklasse gezin, een droom waarvoor ze zich diep in de schulden
steken. Dit appartement kost 500.000 euro en daar komen de maandelijkse kosten
voor de bewaking en onderhoud van het complex nog bij. Twee-verdien-gezinnen
waarvan beiden diploma-job hebben kunnen dit net betalen, zo lang alles goed
blijft gaan.
Voorlopig gaat het goed in
Brazilië, zeer goed. De socialisten wonnen onlangs opnieuw de verkiezingen met
een nooit gezien gemak. Hier in deze staat; Pernambuca kregen ze iets meer dan
75 procent van de stemmen. In sommige gemeentes meer dan 97 procent, uitslagen
die je eerder uit Noord-Korea verwacht. Alleen in de rijke staten in het zuiden
gingen veel stemmen naar de conservatieven.
Het socialistische beleid dat de
koopkracht van de arme brazilianen de lucht ingestuwd heeft werpt zijn vruchten
af. Vijf jaar geleden koste een dollar nog 4 Reais, tegenwoordig is dat amper
anderhalve Reais. Het minimumloon is verviervoudigd, er is een kinderbijslag
ingevoerd en overal worden openbare werken uitgevoerd. De economie is na die
van china de snelst groeiende ter wereld. Het is nu al de 8e
gtrootste economie en als ze zo verder blijven groeien worden ze over tien jaar
de vijfde in die ranglijst. Het vertrouwen is groter dan ooit te voren en al
wie een deftige job heeft hoopt mee te surfen op de golf van groeiende welvaart
door zich in de schulden te steken.
Overal wordt gebouwd maar nog
sneller dan de skykine stijgt de grondprijs. hoogbouw van 20 verdiepingen, acht
appartementen per verdiep, aan een half miljoen euro t stuk. Reken maar uit
hoeveel de grond hier kost. En wat de socialistische regering ook mag proberen,
het grondbezit is nog steeds in handen van een hele kleine minderheid. Brazilië
mag dan wel al 57e staan op de VN-ontwikkelings ranglijst, op de
hitlijst van landen met meest ongelijke verdeling van inkomen (Gini-coëficiënt)
staan ze 5e laatste waarbij ze alleen Zuid-afrika, Namibië, Soweto
en Swaziland achterlaten, de Apartheidsstaten dus. Mocht die lijst niet alleen
naar het inkomen maar ook naar het bezit kijken dan zou het er misschien nog
slechter uitzien maar goed, genoeg cijfers en ranglijsten. Voorlopig gaat het
vooruit, laat ons daar blij mee zijn.
Na het festival trokken we we uit
de stad naar een toeristenoord op zoek naar een paar daagjes heel welverdiende
rust. We speelden hier elke dag op het Festival do Circo Do Brasil, en dat
betekent keihard werken. Gelukig is Anne er om ons overal bij te springen maar
toch betekent het nog steeds om 10 u s morgens het ontbijt halen, inladen,
vertrekken, uitladen, uitpakken, afspreken, onderhoudsbeurt bar, opbouwen,
flessen en fruit voorbereiden, licht en geluid regelen, alles klaarzetten,
opwarmen, kostuums aandoen en technische bespreking, spelen, opruimen, afwassen
en afdrogen, afbreken, verpakken, inladen, terugrijden, uitladen en om precies
1u s nachts aankomen in het hotel waar we kunnen beginnen aan de handwas van
de kostuums. Wie nog wat energie over heeft feest, maar ik kruip in mijn bed of
doe eerst nog wat rugoefeningetjes om de volgende dag opnieuw het ontbijt te
halen. De rust is echt heel welverdiend.
Porto de Galhinas
Porto de Galinhas (haven der
kiekens) ligt op een uurtje rijden van Recife en dankt zijn ontstaan aan een
koraalrif dat er net voor de kust ligt waardoor de Atlantsiche golven gebroken
worden en kleine bootjes er makkelijk konden aanmeren. (Een beetje zoals Brugge
in de middeleeuwen, maar dan een bloeiend koraalrif ipv een doffe zandbank).
Het vissersdorpje dankt zijn naam aan de slavensmokkelaars die er na de
afschaffing van de slavenhandel in 1850, illegaal slaven aan land brachten
verstopt onder een laag kippen.
Tegenwoordig ligt het koraalrif
er nog steeds en het zorgt voor een rustige zee waar gezinnentjes in alle rust
kunnen ploeteren en pootjebaden. Bij eb kan je er ook gaan kijken naar de
natuurlijke vijvers in het koraalrif, die toeristen aantrekken als een
vuilnisbelt gieren aantrekt. Je kan er een duikbril huren maar je ziet niets
omdat het propvol zit van de toeristen die zich bij de wilde vissen populair
proberen te maken door overvloedig visvoer in het rond te strooien. Het
koraalrif zelf is zwart en zo dood als een baksteen.
Ik wandel richting weg van dit
circus, volg het strand zon vijfkilometer en passeer vooral kokosplantages
die er redelijk verlaten bij liggen. Overal liggen kokosnoten op de grond en
maar de meesten zijn al door mieren overmeesterd.
Uiteindelijk kom ik aan de
monding van een mangrove; een traagstromend brakwater rivier waar eb en vloed
het peil en zoutgehalte doen variëren wat resulteert in een explosie van
natuurgeweld (een beetje zoals het Zwin in lang vervlogen tijden). Het is in de
mangroves dat honderden vogelsoorten nesten en evenveel vissen paaien.
Zeepaardjes zwemmen er tussen aligators en boomkikkers verschalken al even
veelkleurige vliegen.
Deze pareltjes der tropische
natuur staan echter in de hele wereld onder grote druk en deze mangrove vormt
daar jammergenoeg geen uitzondering op. De wirwar van kreken is al even dood
als het koraalrif hier wat verder.
Sinds de ontwikkelde wereld
geen menukaart meer kan opstellen zonder gambasoep, geroosterde scampis of
langoustines worden deze beesten in gigantische hoeveelheden gekweekt in de
ecosystemen waar ze vroeger in het wild voorkwamen: de tropische mangroves. Het
resultaat is dat die wereldwijd omgevormd werden tot niets omziende
garnaalkwekerijen. Daarenboven is het zoutgehalte van het water veelal sterk
gestegen omdat de toevoer van zoetwater voor irrigatie van suikerrietvelden
gebruikt wordt, waardoor de weinige fauna en flora die er nog het hoofd boven
water kon houden ook verschwunden is.
Ik heb er geen idee van hoeveel
mangroves er nog onverstoord zijn, maar gezien de teelt van gambas sinds
enkele jaren de suikerriet-teelt van de troon gestoten heeft als grootste
inkomstenbron van deze staat zou het mij niet verwonderen dat er zo goed als
geen enkele mangrove in deze staat nog niet ingepalmd is door deze industrie.
Ja, het gaat goed met de
Braziliaanse economie, heel goed.
Verslag 3 Cariri festival en Sesc mostra in
Fortaleza
Cariri
festival, here we come !!!
Ik lig op mijn bed in een groot hotel ergens in
het binnenland van Noord-Brazilië. Na een busreis die er zoals gewente twee
maal langer over deed dan de chauffeur voorspelt had zijn we eindelijk
aangekomen in de Cariri vallei, in het hart van de staat Ceara, die ooit de
eerste staat was die de slavernij verbood. We zullen hier vier keer optreden in
dorpjes en kleine stadjes rond Crato, het grootste gehucht van deze vallei.
Het constante gezoem van de aircos in de
kamers rondom mij overstemt dat van de muggen in mijn eigen kamer. Overdag is
het hier bakken, maar s avonds is het aangenaam. Maar ja, t is natuurlijk
makkelijker om die airco gewoon dag en nacht te laten draaien Ik wordt hier
zot van de allomtegenwoordige energieverspilling.
t ol van Pluto
Met 8 mensen en heel onze bar
zitten we opeen gepakt in een busje en rijden aan onverantwoorde snelheid door
het struiksavannelandschap. Alles ademt droogte uit, wat absurd is als je weet
dat er hier jaarlijks evenveel water uit de lucht valt als in België. Alleen
valt die hier in een viertal maanden en is zonnestralling het hele jaar door
loodzwaar waardoor zo goed als alle regen die in die korte periode valt en nog
niet is weggespoelt weer verdampt.
Op de droogste stukken
concurreren de struiken met struikvormige cactussen. Op de iets vochtigere
stukken reiken Carna-ubas boven de struiken uit. Het zijn de typische palmbomen
uit deze streek die tijdens het droge seizoen hun bladeren verliezen en er dan
uitzien als een lantaarnpaal zonder lantaarn, maar tijdens het regenseizoen in
no-time weer een groene kroon bladeren tevoorschijn toveren. Ook alle andere
planten die er een week geleden nog dor en dood uitzagen schieten nu frisgroene
blaadjes en er liggen grote plassen in de laagtes. Het is een vreemd contrast,
die verse meren tussen het nog steeds droogte uitstralende landschap.
Het duurt minstens anderhalf uur
om Potemgi te bereiken. Een dorp waar dankzij het Cariri festival elk jaar één
keer een circus- of theatergroep komt optreden. We weten niet wat ons te
wachten zal staan, misschien komt er geen kat, maar er ook gebeurt, dit
optreden op uren van de bewoonde wereld gaan we nooit vergeten.
10 uur later is ons hele decor
weer opgeplooid en genieten we bij de lokale organisatie van een traditionele
maaltijd met Caiperinhas en beseffen nog altijd niet goed wat ons overkomen is.
Een GSM-netwerk reikt niet tot in
dit gat van de wereld, maar in het schooltje is er wel een internetklas (lang
leve het sociaal beleid van Lula !!!) en daar hadden de jongeren enkele weken
geleden ShakeThat gegoogled om te zien welke voorstelling er dit jaar tot bij
hen zou komen.
Wat ze zagen vonden ze blijkbaar
zo cool dat ze een gigantische promocampagne opzetten met affiches en boom-cars
die ons in het hele dorp dagenlang aankondigden.
Er werd maximum 300 man verwacht,
evenveel als de andere jaren, maar dit jaar zat de sportzaal nokvol. Het
volledige dorp, meer dan 1000 man, was er. De show verliep vreemd. De helft van
het publiek had wellicht nog nooit een voorstelling gezien en applaudiseerde
dolenthousiast wanneer het niet de bedoeling was, en zweeg dan weer wanneer we
een applaus verwachtten. Achteraf bestormde het publiek onze bar als waren we
rocksterren. Fotos, handtekeningen en nog fotos.
Mierenneuken
De heilige vader Cicero verwekt nog elke dag
wonderen in het bedevaartsoord Jazueira. Hij zorgt voor geluk en welvaart, en
dat niet in het minst voor zowat een derde van de zelfstandigen hier die leven
puur op de verkoop van heiligen beeldjes. Tel daar nog de priesters en de rest
van de touristische sector bij en je kunt begrijpen dat niemand er een probleem
mee heeft dat de mis hier de hele dag lang over het centrale plein schertst, in
te zwakke veel te luid afgestelde boxen.
Niemand, behalve ShakeThat die onder het
weerhalmen van deze heiligverering een show moet spelen waarin toch hier en
daar een zou-moeten-stil-zijn-moment zit. t is hier net zo erg als in
Casablanca, alleen is de kerk wat kleiner.
(dat heilig huis in Casablanca is trouwens het
bezoeken waard. Een schitterende en gloednieuwe Moskee, tweede grootste ter
wereld (ze mochten niet groter dan de Al-Masjid in Mekka, want dan zou Allah er
met zijn schenen tegen lopen, en tegen heilige huisjes mag je nu eenmaal niet
schoppen, zeker niet in Maroko). Het kapelletje werd in slechts dertien jaar
gebouwd werd met hopen geld dat rechtstreeks van het loon van elke Marokaan
werd afgetrokken. Maar we gaan niet mierenneuken, die moskee heeft alle Marokanen
minstens evenveel bijval bij Allah opgeleverd dan het hen gekost heeft. En we
gaan ook niet mierenneuken over het feit dat zo goed als elk islamitisch land
zijn eigen tweede-grootste-moskee-ter-wereld heeft. Zowel Turkije, Pakistan, De
Verenigde Arabische Emiraten, Israel als Saoudi Arabië claimen het en ik
veronderstel dat hun bewoners dat wel zullen geloven, gezien ze ook in die
oppersinterklaas zelf geloven.)
De Guarani-indianen die in tijden voor griep en
suikerplantages een machtig volk waren in Brazilië en nu nog steeds de grootste
inheemse stam zijn (al zijn er nog slechts 30 000 overlevenden in Brazilië)
noemden dit land "Pindorama", het land van de palmbomen. Gelijk
hadden ze, maar ik ben er toch van overtuigd dat er ook ergens een stam moet
geweest zijn die deze aardkluit "het land der mieren" genoemd moet
hebben.
We zullen het nooit weten, want van de zeer
talrijke stammen die hier in de 15e leefden blijven er nu maar weinig meer
over. Diep in de wouden leven naar schatting nog 54 stammen zonder contact met
de buitenwereld, tel daar nog een handvol grotere stammen die zelfs met contact
hun cultuur in ere proberen te houden en het totaal is heel bedroevend in
vergelijking met de vele honderden die er ooit leefden. Volgens officiële
cijfers beweert 0,28 procent indiaanse te zijn, terwijl zowat de helft van de
brazilianen "creools" aangeeft, en dus een mix is van zowel zwarte, blanke
als indiaanse voorouders.
De enige inheemse cultuur die de invasie der
portugezen, franse, engelsen, spanjaarden en nederlanders -ergens in de 17eeuw
was Brazilië kortstondig in handen van de Hollanders, die daarna naar Suriname
verdreven werden door de Portugezen- zonder enig probleem overleefd heeft is
wellicht de cultuur der mieren. Het krioelt hier werkelijk van die beesten in
alle formaten, vormen, kleuren en wellicht ook geuren.
De meesten zijn miniaturen van hetgeen we in
België gewoon zijn. Ze crossen in een waanzinnige snelheid 10 cm vooruit,
stoppen heel bruusk, draaien een beetje en schieten dan weer vooruit. Alsof ze
rapper kunnen lopen dan hun richting bijsturen, of het in elk geval niet
allebei tegelijk kunnen. Soms lopen ze onder een andere mier door als een
fietser onder een snelwegbrug. Giga-beesten met monddelen die eruitzien als
trektangen, en die blijven bijten zelfs al trek je de rest van hun lijf van de
kop af.
Sommige mieren zijn kleurrijk of bontgestreept,
andere lijken achterste voren te lopen omdat hun kop groter is dan borst en
achterlijf samen.
Weer andere mieren leggen niet alleen gigantische
nesten aan maar ook snelwegen van en naar die complexen. Midden het grasgroene
gazon - lang leve de alliteratie en zijn geestelijke vader in de Vlaamsche poëzie,
onzer allen Guido Gezelle, de gezellige pedofiel die ooit nog lesgaf waar ik op
de schoolbanken zat -, maar goed, midden het grasgroene gazon dus, loopt een
tien centimeter bruine lijn waar alles is weggevreten. Ondanks het feit dat het
er amtijd ochtendspits lijkt, loopt het verkeer er niet vast omdat de mieren
gewoon over elkaar kruipen. Er crossen werkmieren, soldaten en illegalen in
alle richtingen. Die illegalen zijn insekten of spinnen die van deze wegen
kunnen gebruikmaken omdat ze zich vermommen als mieren. De mier-spinnen houden
constant hun twee voorste poten op hun kop alsof het antennes zijn. Nu en dan
wordt er zo'n arm illegaal beestje ontdekt doordat zijn geurpatroon niet
overeenkomt en zonder enig aarzeling door de soldaten overmeesterd en afgemaakt.
Een beetje zoals we de illegalen aanpakten in de lage landen in de 18e eeuw,
heidenenjachten tot er geen enkele zigeuner meer overbleef, althans geen enkele
die zich niet goedgenoeg kon
vermommen.
Viva Brasilia
De tijd vliegt. Elke dag een show
brengen vergt heel veel energie. Zonder de enorme inzet van Anne zou dit
programma niet vol te houden zijn, maar ook met haar hulp zijn we doodmoe na
onze laatste show die tevens de afsluitende show van heel het Cariri festival
is. Het was veruit de beste voorstelling tot nu toe en dat geeft ons de nodige
energie voor de demontage.
Terwijl we afbreken start voor
ons een demonstratie van een Candoble-gemeenschap. Het is een religieuze
gemeenschap die een vorm van spiritisme aanhangt waarin er een verschil is
tussen het lichaam en de geest die er in woont. Tijdens zon ceremonie proberen
ze al zingend en dansend grote geesten en goden uit te nodigen in hun lichaam.
Een beetje zoals de god Chistus in het lichaam van Jezus.
Ze spreken onderling nog steeds
een mengtaal Euruba die ontstaan is uit een mengelmoes van Bantoe (angola en
dergelijke), Soudan (west-afrika), Indiaans en Portugees.
De vrouwen dragen
barokhoepelrokken in wit kant met een kleurige Afrikaanse tulband op hun hoofd
en de mannen zijn in witte kleren gehuld die aan koloniale tijden doen denken.
Alleen de heilige vader, die vanzelfsprekend het meest bedreven is in het
lokken van geesten en goden in zijn lichaam, is een kleurige verschijning. Een
typisch afrikaans bontkleurige pyjama is blijkbaar het beste lokaas voor
geesten.
Iedereen danst en zingt of
trommelt in de zekerheid dat de geesten en goden hen goed gezind zullen zijn,
te meer omdat de meesten op zondag ook naar de katolieke misvieringen gaan. Je
kan nooit zeker genoeg zijn !!!
Overal staan kraampjes die eten
of drank verkopen. Een kar en een isomodoos vol blikjes, meer is er niet nodig
om iets bij te verdienen tijdens de feesten. Ik koop een pintjeaan één van die
gasten die me ondertussen feliciteert met ons optreden. Neen, nee, ik moet niet
betalen, dat is een wederdienst omdat ik zon leuk optreden gegeven heb. allée
man, jij moet die toch ook kopen, nee nee zegt hij terwijl naar een vrouw een
beetje verder wijst, die dezelfde bijverdienste heeft, mijn vrouw koopt die
blikjes.
De armoede is hier misschien wel
wat minder dan in Afrika, maar het blijft me toch verbijsteren dat de
Brazilianen er geheel niet op uit zijn om de westerlingen te pluimen. Nergens
vraagt men een hogere prijs aan een tourist dan aan een local. In Senegal moest
ik een uur onderhandelen om een zitje in een taxi aan dezelfde prijs te krijgen
als de anderen die net voor mij een prijs onderhandeld hadden. Eenmaal we
instapten bleek mijn plaats nog aan twee anderen verkocht te zijn ook jamaar,
je hebt niet gezegd dat je die stoel voor jouw alleen wilde, terwijl die
gasten die dezelfde prijs als ik betaald hadden geen extra passagiers kregen
opgezadeld. Een uur onderhandelen en ze leggen je er nog op.
Ik mik een stuk van één Reail in
het potje van de blikjesverkoper en glimlach terwijl ik verder wandel naar een
kraampje waar ze crepes maken: een soort wafel gevuld met kaas (of choco of
lasagne) op een stokje, precies een lekstok.
Een sambagroep drumt zich het al
overvolle plein op en het feest barst helemaal los. Viva Brasilia !!!
Fort Schonenborch oftewel Fortaleza
Net zoals Recife, de eerste stad
waar we speelden is ook Fortaleza oorspronkelijk gesticht door de Hollanders,
als verdedigingsfort tegen de Portugezen. Gezien het wat noordelijker ligt werd
het wat later gesticht (1649 voor wie dat iets kan schelen) en gezien het in
Brasilië en niet Suriname ligt heeft ook dit fort de Hollanders niet veel
geholpen. Ik veronderstel dat de Portugezen net iets beter bestand waren tegen
dit klimaat. Wij Belgen doen het op vlak van aclimatisatie niet veel beter dan
de hollanders, jawel, de flessen floepten weer alle kanten uit, maar we
amuseren ons wellicht wel een stuk meer.
Het is al na acht uur, de zon klimt snel, de
zeewind is nog steeds even warm en klef, duiven zoeken naar kruimels in het
strand terwijl ik geniet van een luxe-ontbijt op het luxe-terras van het
luxe-hotel dat het festival van fortaleza geboekt heeft voor de artiesten.
Als er iets is waar ik van wegkijk nog voor de
geur mijn neus bereikt, dan is het wel luxe (te meer nog in een
ontwikkelingsland), maar dit ontbijt smaakt me echt. Eindelijk rust. De
voorbije tien dagen was het kei en keihard werken maar de komende dagen hebben
we weer wat rust en daar hebben we vannacht al volop van genoten. Nog even tot
op het einde van de pier wandelen en daarna mijn bed in.
De wind suist en daagt
mijn evenwicht uit. De zilte lucht opent mijn neus tot in mijn keel. Ik mik tot
achter de horizon, gooi de fles en zie ze op een teleurstellende afstand
het waten in plonzen.
Ik blijf nog even
kijken maar wandel dan terug, beseffende dat de kans dat mijn brief werkelijk
aanspoelt voor de voeten van mijn vriendin in het verre Dublin erg klein is. Je
moet weten, Dublin ligt aan de verkeerde kant van Ierland, en bovendien zag ik
de fles traagjes aan westwaarts drijven.
Misschien moet ik
gewoon de juiste piyama aandoen en als een zot beginnen zingen en dansen om de
god der zeewinden te pakken te krijgen, belastingsgeld betalen in Marakesh een
beeldje van padre Cicero kopen. Je kan nooit zeker genoeg zijn.
Of nee, gewoon een
mailtje sturen lijkt mij handiger
Hans
Verslag 4: Terug naar Minas Gerais
Belo Horizonte
Spelen of niet ? Iedereen kijkt
naar de muren. Heeft het nog zin om de show te spelen ? We moesten een uur
geleden aan de show beginnen, maar er is nog altijd geen licht. En erger, er is
geen publiek, 20 misschien 30 man.
Godverdomme, we reden vandaag 200
kilometer om hier gratis te komen optreden voor deze circusschool. Een hele dag
werken om alles gereed te krijgen en nu dit. Spelen of niet ? Is het de moeite
om daarna de hele afwas te moeten doen, om alle sappen en fruit te verbruiken
voor de drie man en een paardekop die er is. En alstublieft, er moet licht
zijn, anders zien zelfs die drie man er niets van.
Minas Gerais is de regio waar ik
de vorige keer alleen doortrok. Het ligt tussen Noord- en Zuid-Brazilië en
aangezien er een gaatje was tussen de festivals in het Noorden en die die nog
komen in't Zuiden, was het mijn idee om naar hier te komen met heel ShakeThat.
Hier gratis te spelen om de projecten te steunen die ik had leren kennen. We
zouden er als koningen ontvangen worden ... en nu dit.
Vitoria en de andere circusleerlingen in Ouro
Preto
Gelukkig verliep ons verblijf de
voorbije week in Ouro preto perfect, en voel ik mij maar half schuldig heel
ShakeThat naar hier mee te nemen.
We gaven de leerlingen van het
sociaal-circusproject in Ouro Preto één dag vrij oefenen en twee dagen
intensieve lessen. Nu is er een toonmoment, het is de beurt aan de negenjarige
Vitoria die samen met Brena een nummertje met de evenwichtsladder gemaakt
heeft. Ze straalt, ze straalt onbeschrijflijk hard.
De eerste dag, toen we
kennismaakten en de leerlingen vrij lieten oefenen viel Vitoria me direct op.
Ze deed me onmiddellijk denken aan de Roma straatkinderen in Roemenië waar ik
ooit les aan gaf. In tegenstelling tot alle andere leerlingen was ze vuil, had
oude kleren aan en stond ze schuw van alles, alleen aan de kant.
Ik gaf haar van bij aanvang wat
meer aandacht en tijdens de eerste lesdag koos ze dan ook voor de workshop die
ik gaf: slap touw en ladder. Hoeel ze heel schuchter begon, bloeide ze tijdens
de workshop helemaal open. Toen we op het einde van de dag zeiden dat we de
volgnde dag naar een toonmoment zouden toewerken kroop ze echter terug in haar
schelp.
s avonds sprak ik met Luana, één
van de begeleidsters van het project, over Vitoria en ze bevestigde mijn
voorgevoel. Vitoria kwam inderdaad uit een uiterst arm gezin en had het zeer
moeilijk. Ook Luana vreesde dat ze uit schrik voor het toonmoment niet
meerzou komen opdagen
Ze vertelde ook over Dodo, een
moeilijke gast in de lessen, die zoals de meeste moeilijke gevallen in mijn
workshop terechtkwam. Voor jongleren is veel concentratie nodig. Aan een touw
slingeren of alle energie botvieren op een ladder ligt die gasten beter. Dodos
vader had een paar jaar geleden het hele gezin afgeknald en daarna een kogel
door zijn eigen kop gejaagd. Dodo had alles gezien. Nu leefde hij bij een tante
die hem helemaal niet wil
En Mateuzinho, tja bij ons zou
die gewoon elke dag een handvol relatine-pillen moeten slikken. Een aapje dat
geen minuut kan stilzitten, maar wel zoals alle kinderen hier kan doorzetten.
Opnieuw en opnieuw en opnieuw. Hier is geen playstation, hier is er alleen maar
doorzetten. In België eindig ik een slaptouw workshop veelal met het aanleren
van een salto rond het touw. Het lijkt wat gevaarlijk en dus durft zowat de
helft de truck niet te doen. Hier in Brazilië doet iedereen die truck om daarna
ook nog de voorwaartse te leren die een heel stuk moeilijker en
angstaanjagender is. En matheuzinho, met de hulp van twee grotere gasten die
het touw een extra zwier gaven, is die erin geslaagd om een dubbele
achterwaartse salto rond het touw te draaien. Doorgaan en doorgaan, blijven
proberen, pijn of geen pijn, nog eens. Het is fantastisch om aan zon
leerlingen les te mogen geven.
Tussen beide lesdagen speelden we
op het centraal plein van Ouro Preto onze voorstelling. Een goeie en vooral
onvergetelijke show te midden van adembenemende omgeving. Dit is de eerste site
in heel brazilië die door de Unesco erkend werd, en hier pal midden dat
koloniaal plein schittert onze bar.
Vanzelfsprekend kwamen bijna alle
leerlingen kijken, maar Vitoria vond ik niet terug in het publiek. Het
versterkte mijn gevoel dat ik haar ook op de tweede lesdag niet meer zou
terugzien
Tot mijn verassing kwam ze
vandaag wel opdagen, en hoe !! Ze was gewassen, had haar beste kleren aan en
speelde met de anderen in plaats van tegen de muur te staan. De hele dag al
straalde ze, en nu, terwijl ze haar nummer brengt en alle andere kinderen
kijken en applaudiseren straalt ze zoals alleen de zon in Brazilië dat kan.
Misschien ben ik naief, maar
ergens hoop ik dat momenten als deze haar en de andere kinderen de kracht
zullen geven om nooit op te geven, dat momenten als deze hun zelfbeeld altijd
zullen ondersteunen. Misschien ben ik naief, maar ook ik ben trots en straal
wanneer Vitoria als een pauw de scène verlaat onder een enthousiast applaus.
De grootste Braziliaan
Net na de laatste eeuwwisseling
(in 2002) verkoos ook Brazilië zijn grootste landgenoot van de 20e
eeuw. Pelé scoorde zoals hij dat in zijn gouden jaren deed maar verloor op
penaltys van ex-president Joselino Kubitschek, die zijn politieke carriere
begon als burgemeester van Belo Horizonte en later gouverneur van Minas Gerais
werd.
Van 56 tot en met 61, dus net
voordat de militairen de boel opnieuw overnamen was hij president. Toen hij
begon was Brazilië zo goed als bankroet, maar in de vijf jaren van zijn bewind
ging brazilie er 50 jaar op vooruit (wat trouwens ook zijn verkiezingsbelofte
was geweest). Hij legde overal autosnelwegen aan, trok auto- en
vliegtuigbouwers aan (vliegtuigen zijn tegenwoordig het grootste exportproduct
van Brazilië die de derde grootste producent ter wereld is), zorgde voor de
hoogste minimumlonen die het land ooit gekend heeft en stichtte de hoofdstad
Brazilia, iets wat al meer dan een halve eeuw in de grondwet stond, maar waar
geen enkele andere president aan had durven beginnen. Het was ook de gouden
tijd van de Braziliaanse architectuur, met Costa, Niemeyer en Burle Marx die
zowat de heel Brasilia mochten ontwerpen. Op het einde van zijn bewind gingen
zowel de binnenlandse als de buitenlandse schuld de lucht in en rees de
inflatie de pan uit maar toch bleef hij zowel de rijken als de armen aan zijn
kant houden.
Zijn opvolger was uiterst rechts
en moest al na een jaar opstappen waarna links het volgens de militairen al te
bont maakte en hen deed beslissen nog maar eens de macht te grijpen, om deze
keer een zeer harde militaire dictatuur te installeren die het land de afgrond
in deed tuimelen. Met hulp van de CIA schakelden ze alle sociale organisaties
uit. Vele tienduizenden Brazilianen verdwenen spoorloos. De Amerikaanse hulp
werd betaald door de nationale rijkdommen weg te schenken. Van de enorme
zoetwaters reserves die Brazilië rijk is, was er na het militair bewind 60
procent in handen van Amerikaanse multinationals (voornamelijk Coca Cola), en
dat is nog steeds zo. Bij de ertsen was de uitverkoop zowaar nog erger. De
roofbouw-dictatuur richtte heel Brazilië zodanig ten gronde dat ze de ruïne
uiteindelijk vrijwillig terug gaven aan de democraten; er was niets meer over
om te plunderen.
Kubitschek die oppositie gevoerd
had tegen de dictatuur was intussen uit de weg geruimd (een auto-ongeval) en
uitgegroeid tot het symbool van de gouden tijden, van realisaties, vooruitgang
en samenwerking.
Wanneer ik de Brazilianen vertel
dat ze het enige land zijn ter wereld die ooit een zigeuner als president gehad
hebben kijken ze raar op, wanneer ik vervolgens zeg dat die zigeuner Kubitschek
is, zijn er maar weinig die mij geloven. Ondanks het feit dat Brazilië een van
de meest rasvermengde bevolkingen ter wereld heeft is het ook hier, net als in
het grootste deel van de wereld, onmogelijk voor bekende Roma om voor hun
etnische achtergrond uit te komen.
Misschien zou de wereld anders
naar de Roma kijken mochten alle bekende Roma plots wel voor hun achtergrond
uitkomen. Charly Chaplin en Elvis Presley zijn uitzonderingen want zelfs voor
muzikanten en acteurs is het niet vanzelfsprekend om dit publiekelijk te maken
laat staan voor politici
Luz para todos (Licht voor iedereen)
Het was één van de leuzes van het
Lula-beleid. Heel het land, ook de meest afgelegen dorpjes van stroom voorzien.
Het is een goed idee en werd ook in hoog tempo gerealiseerd, maar misschien
hadden ze er beter ook gratis lessen voor electriciens bijgegeven, in plaats
van iedereen te laten bricoleren a volonté.
Zelfs in een propere pousada in
Ouro Preto sta je met een bang hart onder de douche. De bedrading van de doucheverwarming
(kweet ook niet waarom je hier een warme douche zou willen nemen ) loopt op
tien centimeter van de douchekop, waaruit in alle richtingen waterstraaltjes
spuiten. Rond het connectie-suikertje en de draden die er verbonden worden zit
zelfs geen tape.
Het net werkt hier op 110 volt en
blijkbaar is dat veel gevaarlijker dan de 220 bij ons. De schok is niet groot
genoeg om je er van af te slaan en dus blijf je plakken tot een zekering het
begeeft. Gezien de plongs hier constant springen (hoe zou dat toch komen ?),
worden ze vervangen door koperdraadjes, dus de kans dat er een zekering springt
voor je helemaal gebroodroosterd bent is vrij klein.
Uiteindelijk, meer dan een uur
nadat we moesten beginnen, raakte het licht geregeld en konden we onze show
spelen voor het kleinste publiek uit de geschiedenis van ShakeThat. Spelen of
niet ? Natuurlijk, tzal wel zijn !!! De weinigen die er waren hadden al meer
dan een uur gewacht
Na afloop doe ik de afwas, samen
met Rogerio die deze circusschool doet draaien. Zijn teleurstelling is groot.
Het schooljaar is vandaag officieel gedaan, overal zijn er studentenfeesten en
gratis optredens. Bovendien is volgende week het eindejaarsspectakel van de
circusschool. Hij had niet nee durven zeggen op ons aanbod om gratis te spelen
voor zijn project. Hij had niet durven zeggen dat een weekje later beter zou
passen en beseft dat het dus ergens zijn fout was.
Maar ik kan het hem niet kwalijk
nemen. Die gast steekt al zijn energie in dit mooie project. Vorig jaar zijn er
opnieuw vier leerlingen vanuit dit project binnen geraakt in de beste
circusscholen van Europa. Phillipe, mijn partner van Circo Fusca is binnen in
Chalon, de meest vermaarde circusschool ter wereld. Twee anderen raakten binnen
in Fratelini (Parijs) en één in Esac (Brussel - jawel ook België heeft een
top-circusschool, al zijn Belgische leerlingen er zeldzaam).
Ik kan het hem niet kwalijk
nemen. Ik kan mij alleen kwaad maken op de electricien van dit gebouw.
Ik verschiet mij bijna een
ongeluk wanneer ik een afgewassen beker te drogen zet op het druipblad voor mij
en de druppel volg die van de beker via het blad terug in de wasbak rolt.
Precies daar, midden de afwasbak, net achter de kraan, en onder het druipblad
zitten twee stopcontacten, die van zelfsprekend halverwege de ShakeThat afwas
al helemaal nat zijn.
Elektrocutie para todos !!!
Belo Horizonte dag 2: de herkansing
Joao neemt ons mee naar dezelfde
waterval als degene die ik vorige reis bezocht. Aan watervallen nochtans geen
gebrek, maar t is zon pareltje en ik ben blij om er nog eens terug te gaan.
Tot mijn verassing ken ik de hele
rit nog van buiten. We passeren dezelfde wolkkenkrabbers en dezelfde favelas,
waar wellicht dezelfde kinderen met hun zelfgemaakte speelgoed spelen; het
nationaal symbool van elke favela: de pipa.
Het is een vlieger aan één
touwtje dat met lijm en glasscherfjes ingesmeerd is. Door het touw langs dat
van de tegenpartij te laten schrapen kan je het andere touw doorsnijden,
watde bedoeling is van het spel.
Eénmaal het touw is doorgeschuurd crossen beide ploegjes (meestal teams van
twee) zo snel mogelijk richting de neerwaarts dwarrelende pipa. Wie eerst is
wint en krijgt de pipa.
Het is een spel dat zoals alles
hier in Brazilië zijn mooie en minder mooie kant heeft. Ook het doorgesneden
glastouw dwarrelt naar beneden en wordt in alle emotie vergeten. Soms komt het
dwars over de weg te hangen en vormt zo een genadeloze guillotine. Tot voor
enkele jaren koste dit spel in Minas Gerais alleen zon 50 levens per jaar
(onder Lula werden preventiecampagnes opgezet, waardoor het aantal dodelijke
ongevallen sterk is teruggelopen tot nog sechts een paar per jaar).
Joao vertelt het ons nadat we hem
vroegen waar de littekens aan zijn schouders vandaan komen. Hij had geluk. 10
centimeter hoger en hij was er niet meer geweest. Op zijn fiets stonden geen
ruitenwissers (tot ik dit verhaal hoorde vond ik die metalen antennes vooraan
de motos altijd vreemd), hij reed voorop scheurde naar beneden toen hij plots
gegrepen werd door zon guillotine. Het touw sneed in beide bovenarmen tot op
het bot. Het bloed gulpte er uit. Had er niet net op dat moment een bus gestopt
en hem onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht was hij zo goed als zeker
leeggebloed. Leven en dood liggen hier overal onwaarschijnlijk dicht bij
elkaar.
De waterval en de wandeling
erheen zijn nog steeds even wonderbaarlijk als een jaar terug. Wanneer we aan
de cachoeira zelf komen flirt er een kolibrie met de bloemen aan de overkant om
dan weg te flitsen naar een bloeiende struik 20 meter verder. Beixa-flor heet
zon beestje int portugees: bloemen-kusser.
Uiteindelijk is heel ShakeThat
blij dat we tot in Belo Horizonte gekomen zijn: herkansing geslaagd.
Maar ook zonder deze dag aan de
waterval was iedereen al in de wolken over deze week. De kinderen in Ouro
Preto, de show daar en zelfs die in Belo Horizonte waren machtige ervaringen.
Op naar Sao Paolo !!!
Verslag 5: Sao Paolo
Sao Paolo
Brazilië is het vijfde grootste
land ter wereld zowel qua oppervlakte als qua bevolkingsgrootte. Het zou
logisch zijn dat je hier dan ook overal de gemiddelde wereldbevolkingsdichtheid
zou aantreffen, maar de realiteit is anders. Brazilië heeft namelijk een
bevolkingsverdeling die goed overeenkomt met de verdeling van de materie in ons
heelal. Heel veel ruimte voor bijna geen mensen en hier en daar een
samengeklonterde mensenmassa die alle verbeelding te buiten gaat. Bemvindo no,
Sao paolo !!!
Als je wil weten hoeveel mensen
er in Sao Paolo wonen doen de locals er nogal ingewikkeld over en vragen dan
wat je precies bedoelt met Sao Paolo, O centro ? In het centrum van Sao Paolo
wonen zon 10 miljoen mensen, nauwkeurig tot op anderhalf miljoen. Ze zijn de
tel een beetje kwijt.
Als je het over de volledige
korst hebt, over de aaneengesloten lichtgevende vlek die je van op de maan kan
waarnemen, dan zijn ze de tel zodanig kwijt dat ze zelfs niet meer proberen.
Tellingen die rekening houden met alle sloppenwijken (het lijkt absurd maar
vele tellingen doen dat dus niet) komen uit ergens rond de 22 miljoen. Dit is
de grootste mensenklonter in heel Zuid Amerika, ongeveer evenveel als Parijs en
London samen. Veel te groot en veel te druk voor een mens als mezelf, maar ja,
we moeten hier optreden en workshops geven
Brickhouse, Namakaca
Als je je weg ze weet te vinden
in Sao Paolo is het natuurlijk een interessante stad, een ontmoetingsplaats bij
uitstek, een broeinest van cultuur. Voor ons is dat simpel: iedere maandagavond
komen alle jongleurs samen in Circo no Beco, om er samen te jongleren en
feesten, en gezien we hier op een maandag landden, kwam ons dat zeer goed uit.
De locals waren zeer enthousiast met onze aankomst, niet alleen omdat ze
gastvrij zijn voor iedere jongleur die hier strandt, maar ook omwille van een
extra reden:
Op de Europese jongleerconventie
(het mekka voor elke jongleur ter wereld) van 2007 in Griekenland was er één
Braziliaan, en toen die thuiskwam stak er een DVD van ShakeThat (we speelden
daar met Bram omdat Sander in het gips zat) en van Addicted in zijn zak.
Shakethat kennen jullie en Addicted dat zijn de Vlaamse jongleurs die op dat
moment een DVD gemaakt hadden met onze beste jongleerroutines op. Die beide
videos kwamen Brazilië binnen toen U-tube nog niet bestond (of in ieder geval
wisten ze het hier nog niet of stonden er nog geen jongleerfilmpjes op). De
videos werden over heel Brazilië en niet het minst hier in Sao Paulo verspreid
en zowel Addicted als ShakeThat werden hier wereldbekend-onder-jongleurs.
Het gevolg is dat we hier als
koningen ontvangen worden. We slapen in het lokale jongleurshuis Brickhouse
(iets tussen Telesnack en Circokot) en gaven net twee dagen workshop in
Namakaca.
Hoewel de leerlingen een hoog
niveau hadden en vooral ook een sterk door de addicted-video beïnvloede stijl
vonden ze onze workshops toch heel verrijkend. Telkens wanneer er Europese
jongleurs in Sao Paulo passeren proberen ze een workshop geregeld te krijgen,
maar blijkbaar klikte het nooit zo goed als met ons. Blijkbaar willen andere
lesgevers een strikt uurschema, een duidelijk afgesproken betaling, een tolk en
gaan ze na hun uren terug naar hun hotel.
Wij daarentegen overleggen met de
leerlingen hoe lang ze kunnen blijven en passen ons uurschema aan, doen ons
best om alles int portugees uit te leggen en blijven na afloop zelf nog wat
trainen en technieken uitwisselen met de locals. En op vlak van betaling, tja,
een vrije bijdrage leek ons het meest gepast. Kwestie dat iedereen die de
workshop echt wilde volgen dat ook kon doen.
Als het stadsbestuur haar woord
houdt, dan zullen we wel genoeg verdienen met onze optredens hier. Laat ons
hopen.
Arme mensen ? niets gezien !
Nadat we met de jongleurs van de
workshop pizza aten nam ik de restjes mee om die onderweg aan een straatkind of
afvalverzamelaar te geven. We wandelen zeker een uur, van het centrum naar een
aangrenzende middenklassebuurt, maar uiteindelijk heb ik de restjes nog steeds
in mijn hand wanneer we in Brickhouse aankomen.
In tegenstelling tot Rio, heeft
Sao Paulo een duidelijke demografische ordening. In die andere metropool ligt
het stadscentrum vol Morros; onwaarschijnlijk steile rotsen waarop geen echte
gebouwen kunnen neergepoot worden en zodoende ingenomen kunnen blijven door
sloppenwijken. Straatarm en helicopterrijk wonen er naast elkaar en overal vind
je armen in het straatbeeld. In Sao Paulo wordt het rijke centrum omgeven door
een brede gordel middenklasse buurten om pas veel verder over te gaan in
sloppenwijken. De weinige armen die hier wonen verstoppen zich na zonsondergang
uit angst voor de politie en andere kuisploegen.
Met of zonder ShakeThat ?
In heel Brazilië wonen er
ongeveer 210 miljoen mensen, precies tot op zon 10 miljoen. Dat is evenveel
als er ooit in de USSR woonden en op de China, India, de VS en Indonesië na, de
grootste bevolking ter wereld.
Ze vragen altijd van waar je
bent, en knikken wanneer je België zegt, maar hebben er meestal totaal geen
benul van waar dat ligt. Ik vul mijn antwoord daarom aan met: In Europa, bij
Portugal, maar veelal worden ze ook daar niet veel wijzer door. Portugal is
hier eerder een term uit de geschiedenisles dan uit de Aardrijkskundeles, waar
maar twee landen aan bod komen: Brazilië en Fora; het buitenland.
Als ze vragen hoeveel inwoners
België heeft antwoord ik meestal met bedoel je met of zonde
De heenvlucht: Half
begonnen, is goed gewonnen !!!
Zoals je wellicht wel weet, is ShakeThat op dit
moment weg naar naar Rio de Janeiro, waar hun eerste Tournee buiten Europa hen
opwacht. De anderen moeten ergens anders op deze vlieger zitten. Omdat ik pas
de allerlaatste minuut aan de Gate was, heb ik hen niet zien opstappen. Ze
moesten hier in lissabon overstappen op de vlucht naar Rio, terwijl ik van hieruit
vertrok, en mijn lief alleen liet terugsporen van ons reisje Lissabon, met mijn
dikke slaapzak en winterjas in haar tas.
Zodra we op hoogte zijn mag ik mijn gordel
afdoen. Dan zal ik in de gang wat stretchoefeningetjes doen om de rug in goede
stemming te houden. Daarna ga ik even naar achter in het vliegtuig om de
anderen te begroeten. Als zij mij ook nog niet gezien hebben zullen ze
ondertussen wel serieus ongerust zijn.
Ik had ze keurig moeten beloven dat ik twee uur
op voorhand in de juiste luchthaven van Lissabon zou zijn en zij zouden
hetzelfde doen in Brussel. Het lijkt wellicht vreemd dat ShakeThat zichzelf
zulke draconische maatregelen oplegt, maar onze ongerustheid heeft zijn
redenen. Het is nog maar de tweede keer dat ShakeThat er met de vlieger op
uittrekt, en de eerste keer was niet echt een succes te noemen:
Ik en Joris reden het gerief naar Spanje en de
andere drie zouden vliegen. Met zijn drieën stapten ze op de trein die hen meer
dan een uur te vroeg in de luchthaven zou afzetten. Net bij het vertreken van
de trein komt Sander tot de conclusie dat zijn paspoort nog op de salontafel
van Gab moet liggen. Daar had hij het nog, en nu blijkbaar niet meer. Gelukkig
kon hij rekenen op zijn vaste hulplijn. Elga zou nog maar eens hemel en aarde
verzetten om haar eeuwige liefde op de sporen te houden. Ze had een dik uur de
tijd om aan de sleutels van Gab zijn huis te geraken, er binnen te dringen, het
paspoort te vinden en ermee tot in Charleroi te crossen.
Nog voor Elga in de luchthaven aankwam bleek
dat Ninos identiteitbewijs niet erkend werd door Ryanair. Hij had er nochtans
alle hoop op dat het blaadje waarop stond dat hij zijn voorlopige
identiteitskaart kwijt was geldig zou zijn.
Er zat niets anders op dan met Elga terug naar
Gent te rijden en van daaruit zo snel mogelijk in Spanje zien te geraken. Van
alle vervoersmethodes bleek zijn bankrekening er maar één te kunnen betalen: de
opwaartsgerichte duim, langs de kant van de autostrade.
De terugvlucht verliep zowaar nog minder vlot.
Terwijl ik, Joris en Nino in mijn camionette de spaanse grens kruisten wandelden
Sander en Gab op hun gemak van het busstation van Burgos naar de luchthaven. De
bus tot aan de luchthaven leek hen een overbodige luxe. In plaats daarvan
wandelden ze in de nogal naieve veronderstelling, dat die luchthaven wel niet
zo heel ver van het busstation zou liggen
Op die manier slaagden we erin om vier van de
zes tickets die we betaald hadden te missen. U begrijpt dat we met een
dergelijke voorgeschiedenis de draconische maatregel namen om twee uur op
voorhand in de luchthaven aan te komen.
Ik was daar in feite in geslaagd. Maar ja, ik
had mijn lief bij mij en ik zou haar de komende twee maanden moeten missen, dus
we namen goed onze tijd om afscheid te nemen. Het was uiteindelijk tien minuten
voor dat de Gate sloot dat ik haar alleen achterliet.
Bij de eerste controle ging het al fout. Mijn
internationaal paspoort werd geweigerd. Ik had ooit eens een ander aangevraagd
omdat ik dit kwijt was geweest, dus dit paspoort stond welicht nog steeds als
gestolen vermeld wat die douaniers meestal niet echt appreciëren. Een kleine
vijf minuten later kon ik naar de gate wandelen. Een kleine drie minuten later
was ik nog niet veel verder in de enorme luchthaven van Lissabon en zette het
op een lopen. Ik had nog welgeteld twee minuten om Gate 43 te bereiken. Eén
minuut later was ik nog maar aan Gate 23 en zette het noodgedwongen op een
sprint. Nog een minuut later was mijn tijd op en zag ik in de verte een rij
wachtende mensen aan wat wellicht Gate 43 moest zijn.
Uiteindelijk bleek ik nog 20 minuten te moeten
aanschuiven om als laatste passagier de vlieger op te stappen. U begrijpt dat
mijn veronderstelling, dat de anderen wellicht ongerust zouden zijn een
aannemelijke veronderstelling was.
Zodra ik mocht wandelde ik dus naar achter in
dit immens transatlantisch vliegtuig. Ik ken daar niet veel van maar het lijkt
me zon ding waarmee je door een WTC toren kan vliegen. Op zijn minst tien
zetels naast elkaar en in de lengte onderverdeeld in verschillende
compartimenten omdat je anders de tv-schermen vooraan niet meer kan zien.
Na twee keer de hele afstand af te leggen was
ik er zeker van dat de anderen ofwel allemaal op dezelfde WC zaten, ofwel niet
op deze vlucht geraakt waren. De airhostessen wisten niet van een vertraging
van de vlucht uit Brussel, dus dat kon de oorzaak niet zijn.
Er blijven maar weinig opties over: ofwel
hadden ze hun vlucht in Zaventem gemist door hun eigen stomme slordigheid,
ofwel hadden ze hem gemist door de schuld van God, die hen strafte voor hun
goddeloosheid.
Zon god zou er bijvoorbeeld voor gezorgd kunnen
hebben dat de anti-springstoffenbrigade de ShakeThat-bagage zou controleren.
Joris had de bommen en de ontstekers die we nodig hebben vakkundig ontmanteld
en over de bagage verspreid, maar het was altijd mogelijk dat de Zaventemse
mineurs ze zouden opsnorren. Ik ga ervan uit dat bommen meenemen op de vlieger
problemen kan opleveren
Het heeft weinig zin om me zorgen te maken. Ik
ben op weg naar de hoofdstad van de samba, en met of zonder collegas, ik zal
er geen kou lijden !!
Twee saaie films, veel rugoefeningen in de gang
en twee vliegtuigmaaltijden later landen we correctie: land ik in Rio. Gezien
Gab alle informatie over ons verblijf vakkundig geheimgehouden heeft weet ik
bij God niet waar ik heen moet. Ik kan hem of de andere Shakers ook niet
bereiken.
Voor mij strekt zich een tapijt van baksteen en
beton uit tot ver achter de horizon. De toeristische sector is de grootste
werkgever voor de 17 miljoen Cariocas die hier proberen te overleven. Ik ga
ervan uit dat eventjes alle hotels opbellen om te weten waar ik heen moet geen
goeie strategie is.
Het is al laat en het is weekend. Ook de
organisatie die onze tour boekt kan ik niet bereiken.
Waar is god als je hem nodig hebt ?
Ondertussen waren de andere shakers een tweede
keer aangekomen in de luchthaven van Lissabon. Een kleine twaalf uur eerder
hadden ze hier hun overstap gemist omdat de vlucht uit Brussel een paar uur
vertraging had opgelopen. Ze hadden net twee dagen non-stop het nieuwe jaar
gefeest zodat ze een half dagje op de vlieger konden slapen. In plaats daarvan moesten
ze twaalf uur wachten in Lisabon, om daarna mijn riching uit te vliegen.
Ik zou ze de volgende ochtend aantreffen in ons
Hostal in Zuid Rio.
ShakeThat in Rio
Ons hostal ligt in Zuid-Rio, in een middenklassebuurt
waar westerse toeristen zich goed voelen. Het is geen toeristenhotspot zoals de
stranden van Copa Cabana of Ipanema die ietsje verder liggen.
De armoede en oorlogen in de favelas voel je
hier niet. Hier en daar slapen daklozen, op straat verkopen mensen uit de
favelas van alles, maar de sfeer is rustig. Niemand klampt je aan,
zakkenrollers zijn zeldzaam.
In Zuid Rio zijn alle vlakke gronden bezaaid
met appartementen zoals in een Westerse stad. Verspeid over die vlakte liggen
scherpe heuvels waarop de modale Cariocas hun huisje bouwen.
De zee is vlakbij. Op weg naar het strand ligt
een park, waar palmbomen staan van zeker 40 meter hoog. In alle straten groeien
bomen waarop varens, lianen orchideeën en andere bloemen groeien. Het meeste
onkruid dat rond hun stam groeit zijn typische kamerplanten van bij ons.
Hoog in de lucht zie je Fregatvogels, Zwarte
Gieren en Pelikanen, dicht bij de grond allerlei kwetterende vogels, hier en
daar een papagaai en zeldzaam eens een kolibrie. De mangobomen staan in bloei
en ook veel andere planten fleuren de straten op.
Als je s middags buiten komt, voelt het een
beetje zoals je je kop in de uitlaat van een droogkas steekt. Snikheet en zeer
vochtig.
Gisteren werd het plots wat frisser, dan ging
het waaien en daarna begon het te regenen. Ale clichés over moessonregens
blijken dikke zever te zijn. Het was een felle stortregen maar ook niet meer
dan wat er bij ons in een zomeronweer uit de hemel valt. Verder viel de regen
niet loodrecht uit de lucht en was die ook niet warm. De plassen daarentegen
waren wel warm, omdat de straten bloedheet zijn.
Viver e crescer en de
favelas in Noord-Rio
De metro brengt ons naar Noord-Rio waar het
sociaal circusproject gevestigd is die ons ontvangt. Aan de rand van een onrustige favela staat hun circustent en
het gebouwtje waar ze hun papierwerk doen.
De samenwerking verloopt heel vlot. De
organisatie heeft echt goed haar best gedaan om opredens te versieren voor ons
en om ons in te schakelen in hun schooltje als gastlesgevers. Het is nu wel
zomervakantie waardoor hun wekelijkse lessen stilliggen. Vandaag zullen we er
een workshop geven aan hun jongeren. Ze zijn allemaal sterk in acro, maar van
jongleren hebben ze weinig kaas gegeten.
Het is een sociaal circusproject. De bedoeling
is om de buurtjongeren iets anders te bieden dan drugs en geweld. De favela die
hier ligt is niet al te groot maar grenst aan weer andere favelas. Het is
zoals het grootste deel van Noord en Noordoost-Rio een uitgestrekt gebied met
zelfgebouwde huisjes van snelbouwstenen waar in tegenstelling tot in het
circusproject alleen de wet van de sterkste geldt.
In de favelas zijn de gangs heer en meester. Als één fractie de hele
buurt onder controle heeft is het er al bij al rustig leven. Nu en dan een
schot maar echte vuurgevechten zijn dan eerder een uitzondering. Hier en daar
zijn er echter oologen aan de gang. Er zijn blijkbaar drie verschillende
fracties die vechten om een drugsterritorium, waarvan er één samenwerkt met de
politie, zonder dat die beter of slechter zou zijn dan de andere twee fracties.
Daarnaast zijn er nog de paceficadores die gemiddeld veel ouder zijn en veelal
ex-politie of ex-brandweer. Die houden alle drugs uit hun gebied maar eisen van
iedereen geld in ruil voor de "veiligheid", een soort van italiaanse
maffia dus.
De meeste doden vallen wanneer de politie ergens binnenvalt. Daarvoor
gebruiken ze hun tank, en hun helicopters, die soms lukraak het vuur openen.
Niemand weet wat er zal gebeuren als in 2016 de olympische spelen hier
gaan doorgaan. Ze zijn nu al "veiligheidcentra aan't bouwen en dat is ook
de reden dat het sociaal circus die ons ontvangt van plaats moet veranderen. Ze
bouwen nu ook gigantische muren rond bepaalde favela's. Als je weet dat
platbranden een veel gebruikte taktiek is, worden die muren plots heel
griezelig ...
Er wordt enorm veel crack verhandeld aan belachelijke prijzen (één euro
voor een shot). De levensverwachting van een straatkind dat aan de crack raakt
ligt op drie maand. Daarom doet de poltitie er niets tegen. Vroeger probeerden
ze de straatkinderen zelf uit te roeien, maar kregen daar toen veel kritiek op.
Nu laten ze de straatkinderen zichzelf uitroeien ...
Verslag 2: de eerste
optredens, Rio, de watervallen
Morgen eindelijk rustdag
Vandaag was weer een zware werkdag. De voorbije week hebben we keihard
aan de show gewerkt. We staan iedere dag vroeg op en schuiven als eersten aan
zodra het hostal-ontbijt open gaat.
Daarna vertrekken we met de metro naar Crescer e Viver om er te oefenen
totdat de namiddagwarmte ons kraakt. Meestal trekken we dan weer naar ons hotel
om op het strand verder te oefenen of regelen we andere zaken.
Vandaag oefenden we niet maar gaven we een workshop. Om 8u30 waren we er
al, om een uurtje later te beginnen. We werkten vooral met de jongeren uit hun
oudste productiegroep die allemaal afkomstig zijn uit favelas. Joris en Nino
gaven Flairtechniek (Cocktailjongleren) terwijl Gab en Sander werkten rond
creativiteit met kegels. Ikzelf gaf in de voormiddag jongleertechniek om s
namiddags over te schakelen op slap touw. De jongeren waren tijdens en na
afloop heel enthousiast maar ook wij vonden het fantastisch om die gasten te
leren kennen en om les te geven aan hen. Ondanks de alles verzengende hitte
bleven de jongeren de hele dag door onze intensieve workshop volgen.
Toen de workshop in de late namiddag naar zijn einde liep was Alvoro er
al. Hij is een wat oudere decorbouwer-acteur die met onze hulp een
ShakeThat-bar ineen timmert. Zoals de voorbije dagen stonden we hem tot in de
late uurtjes bij, om daarna helemaal leeg naar huis te sporen.
Alvaro zelf werkt nog tot een gat in de nacht verder, om een paar uutjes
later aan zijn dagwerk te beginnen. Net zoals zowat iedereen hier moet hij
enorm veel werken om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Supermarkten zijn
hier 12 uur per dag open en dus werkt het personeel er minstens 13 uur aan een
stuk. Hetzelfde geldt voor iedereen die een beroep doet waarvoor geen scholing
vereist is. Het officieel minimumloon is een goeie 200 euro, maar dat krijgen
alleen werknemers van een staatsbedrijf, de meeste anderen moeten het met
minder stellen.
Het leven is hier, net zoals in alle andere arme landen niet goedkoper
dan bij ons. Een liter melk, een kilo rijst, een T-shirt, een liter benzine of
een frigo kosten hier net evenveel als bij ons. Voor wie rijk genoeg is om
personeel te werk te stellen of op restaurant te eten is het inderdaad goedkoper
omdat arbeid spotgoedkoop is, maar voor alle basisproducten betaal je gewoon de
wereldprijs. Het leven is hier niet goedkoper maar de mensen slagen erin om met
minder rond te komen en gelukkig te zijn.
Congé, jammergenoeg al
even weinig Payé als de werkdagen `
Op het toeristisch plannetje dat we in ons hostal gekregen hebben staat
een gigantische waterval getekend in het Tijuca nationaalpark dat Noord-Rio van
Zuid-Rio scheidt. Waterplezier zonder strandvlooien, volop schaduw en weg van
alle drukte, wat moet een mens nog meer dachten we, en sprongen op de bus richting
watervallen.
De buschauffeurs worden hier betaald per rondje dat ze rijden. Net zoals
alle andere chauffeurs doet onze buschaufeur hard zijn best om het ronderecord
scherper te stellen. Telkens vol gas optrekken, door de bochten scheuren,
bumperkleven en pas vlak voor de haltes keihard remmen. Tis een beetje zoals
op de kermis.
Het openbaar vervoer, en zeker de metro is hier vrij duur. Voor korte
afstanden, zeker als je met een paar mensen bent, zijn de taxis veelal
goedkoper. Een metroritje kost bijvoorbeeld een goeie euro en deze busrit bijna
een euro. Er is in feite maar één metrolijn en die volgt vanzelfsprekend de
smalle, rijke zuidkust om daarna via het centrum naar het noorden te sporen.
Het meest merkwaardige aan de metro is dat er in elk stel een coupé is
uitsluitend voor vrouwen. Wellicht is het invoeren van vrouwencoupés goedkoper
dan het invoeren van gelijk loon en je kan toch moelijk eisen dat ze beide
zouden doen.
Na de laatste bushalte moeten we nog een stukje te voet doen en merken
we dat we niet de enigen te zijn die het idee hadden vandaag wat verfrissing te
zoeken. Mijn teleurstelling wordt nog groter wanneer we de watervallen zelf
zien. Ik had het nochtans kunnen weten. Voor een indrukwekkende waterval heb je
een indrukwekkende rivier nodig. Ik weet niet hoe Rio de Janeiro aan zijn naam
gekomen is, maar er is in ieder geval nergens een Rio, zelfs niet in januari.
Wellicht slaat de naam op de liters zweet die hier in januari van ieders
lichaam lopen
Ondanks het feit dat het maar een pisbeek is en dat ze ook niet van een
spectaculaire hoogte naar beneden valt, maar eerder van de ene rots op de
andere klotst, is het toch heel leuk om even in een stukje tropisch woud te
lopen. De meeste bezoekers blijven bij het eerste of tweede bassin hangen
terwijl wij natuurlijk helemaal naar boven klauteren
Olympische spelen: the
winner takes it all !!!
Op de terugweg drinken we nog ergens een pintje en zien we dat het op TV
opnieuw over de overstromingen en de weggespoelde huizen gaat. In realiteit
zijn er dit jaar niet meer grondverschuivingen of modderstromen geweest dan
andere jaren, maar er is een andere reden om er zoveel aandacht aan te hangen.
De Olympische Spelen zullen doorgaan in het rijke Zuid-Westen van Rio.
Het plan is om de 150 favelas die in die zone liggen tegen 2016 van de kaart
te vegen en daarvoor heeft men een externe reden gevonden.
Al die favellas zouden met wegspoelen bedreigd worden en dus moeten de
bewoners daartegen beschermd worden. Wie niet wil wijken, is te dom om te
begrijpen dat het voor zijn eigen bestwil is. Deze redenering wordt via de
media op alle mogelijke manieren in ieders kop geramd.
In realiteit gebeurt er niets voor de bewoners van favellas buiten de olympische
zone, waar er jaarlijks hele stukken van wegspoelen en zijn de meeste favelas
in de olympishce zone helemaal niet bedreigd door modderstromen.
Alle ontheemden zullen ergens aan de Noord-Oostelijke rand van de stad
een snelbouwpakket mogen bewonen. Die gettos liggen soms tot 50 kilometer
verder. Hun werk en inkomen zullen ze zo goed als zeker verliezen en indien
niet kunnen ze de transportkosten maar moeilijk betalen.In de sociale woonwijken waar ze
terecht zullen komen is geen werk.
De leeggemaakte favelas zullen daarna aan zeer lucratieve prijzen
verkocht worden aan diegene die meest smeergeld op tafel legt. Luxehotels en
shoppingscentra zullen er uit de grond rijzen als paddenstoelen.
Ik heb het gevoel dat dit nog niet het laatste stukje reisverslag zal
zijn over de sociale ravage die de spelen hier zullen aanrichten
Het eerste optreden
Ik scheer me zo vlug ik kan want over vijf
minuten moet ik al op scène. Ik moest mijn ventje nog op het allerlaatste
moment knutselen omdat er een misverstand was omtrent de ananas. Onze mop met
het ananasblikje zou niet werken omdat ze dat hier niet kennen. Daarom gingen
we op zoek naar een mini-ananas of iets dergelijks en werd uiteindelijk de
echte ananas over het hoofd gezien
We moeten spelen in een complex van de
plaatselijke Unizo die drie voorstellingen heeft gekocht. Er was vijf minuten
geleden nog geen volk en ik verwacht dat we straks voor vijf man en een
paardekop zullen moeten spelen.
Het waren tien dagen van keihard werken. Hoewel
Crescer e viver hun best gedaan hebben, moesten we toch nog heel veel zelf
regelen en liep alles de typisch zuiderse vertraging op.
Gezien er vannacht nog veel werk was aan de bar
en er nog moest begonnen worden aan de achtergrond, hadden we gisteren gekozen
voor een achtergrond die ze in de circusschool hadden staan. Het leek ons
moeilijk te transporteren, maar er was niet echt een andere keuze mogelijk. Er
werd ons daarenboven verzekerd dat de camion die gehuurd was 7 meter lang was,
dus alles kon mee.
Pas toen de chauffeur van de camion ons vroeg
waar het in te laden decor stond durfden we geloven dat de camion die
aangekomen was, voor ons was. de camion leek mij ongeveer 7 meter . omtrek.
Met een paar bamboe palen en een grijze bache
heeft Joris daarnet een achtergrond geïmproviseerd. Het doet een beetje denken
aan het vrij podium op chirokamp.
Allée, hop mijn baard is er af, ik schiet in
mijn kostuum en volg de anderen naar de scène. Wanneer we in de zaal komen
blijkt die volgestroomd te zijn met kijklustigen. Ook de mensen van Crescer e Viver
en de verantwoordelijken van het centrum hier zijn er. Het moment van de
waarheid is aangebroken !
We staan scherp en de tien dagen van oefenen
hebben ons goed gedaan. Zo goed als geen drops, de timings kloppen, de focus is
clean, de nieuwe stukken werken zoals verhoopt en iedereen kent zijn Portugese
tekst. Het publiek lacht en applaudiseert uitbundig. Achteraf krijgen we een
staande ovatie. Iedereen is tevreden. Niets is leuker dan een goeie
voorstelling spelen !!!
Morgen is er een welgekomen rustdag en daarna
volgen de voorstellingen elkaar snel op tot dan,
Hans
Verslag 3: Strand, het
einde van de armoede, workshops en favella optreden
Godverdomme. Ik knik van onder de bar naar de
anderen dat het wel zal lukken, terwijl ik een stuk WC-papier rond mijn vinger
tape. Welgeteld één seconde voor de show moest starten ben ik erin geslaagd om
serieus diep in mijn poten te snijden. Ik veeg het bloed af met één van de vele
zweethanddoeken onder de bar. We worden hier altijd vlak op de middaghitte
geprogrameerd en aangezien het straattheater is, is airco geen optie. Ik
concentreer me op mijn taak, want de show is al bezig.
Sander trekt me boven en steekt een fles in
mijn hand, gelukkig de ongedeerde hand. Ik kijk naar het publiek en werp.
Floep, de fles schiet uit mijn hand als een stuk zeep we zijn een halve
minuut bezig, en de flessen zijn kletsnat gezweet
Zon, zee en strand
Je moet een enorme ezel zijn om niet te
beseffen dat je hier in de tropen ook kan verbranden als het bewolkt is. Ik was
gister blijkbaar een redelijke ezel, en Joris is een mega-ezel. Zeker gezien we
vandaag een dagje vakantie hebben en op weg zijn naar een verlaten strand
Na een
dertigtal kilometer blijkt het verlaten strand een surfstrand met veel te
kleine golven om echt te kunnen surfen, maar wel vol surfers en zonnebaders.
Achter ons ligt een scherpe heuvellijn die een natuurpark vormt
waardoor de stad hier niet tot aan de oceaan reikt, maar we zijn blijkbaar
niet de enigen die dat wisten. Ook de uitbaters van de enige strandhut die er
staat is zich bewust van de wet van vraag en aanbod
Om de
zon te vermijden trek ik weg van de kust het mini-natuurparkje in. Er is
speciaal voor de toeristen een wandelpad aangelegd dat door het groen naar
boven slingert om uiteindelijk helemaal boven op een uitkijkpunt te eindigen.
Omdat het hier zomer is, is de natuurpracht een stuk minder dan in de andere,
minder hete seizoenen. Op bloeiende bomen na zijn er maar weinig bloemen te
bespeuren. Hier en daar zie je een verdwaalde bontkleurige vlinder, maar zo
heel indrukwekkend lijkt het verder niet.
Opeens
dan toch. Een leguaan van ik schat 70 centimeter vlucht weg. waauw. Hij blijft
nog even zitten op een afstand die hem veilig lijkt maar duikt dan toch maar
nog wat verder het groen in. Ik ga ervan uit dat eenmaal ik wegtrek uit Rio
constant fantastische dieren zal zien, maar voorlopig blijf ik nog verwonderd
als een kind op zes december telkens de natuur mij verast !!
Wat
verder op het pad zit een gigantische lichtweerschijnend-azuurblauwe
vlinder die ik van heel dicht kan bekijken omdat ie dood is. Eindelijk
denk ik, eindelijk na meer dan twee weken uitkijken heb ik iets om naar mijn
lief te sturen
het
wandelpad kronkelt verder naar boven langs de helling. Het is
ongeveer 14u, het warmste moment van de dag. De hitte en de vochtigheid zijn
ondraaglijk. Hier in het bos is er geen zuchtje wind. Mijn hemd en broek zijn
ondertussen helemaal doorweekt, alsof ik net met kleren en al onder de douche
gestaan heb.
De
wandeltocht duurt niet zo heel erg lang, maar ik ben toch heel blij als ik
eindelijk aan het uitkijkpunt blijk te zijn waar een indrukwekkende roofvogel opvliegt
om daarna wat rondjes boven de zee te cirkelen. Ik denk dat het een soort
visarend is ... Het uitzicht is nog adembenemender dan de hitte. De oceaan, met
wat ruwe eilanden die de kustlijn volgen, de scherpe limoengroene oerheuvels,
de donkere aluminiumoxide rotsen, met de witte bebouwing in laagtes.
In de
verte zie ik een rots tegen de zee afsteken waarvan men hier zegt dat het de
grootste rots naast de zee is. Achter die rots ligt Rocinha, ooit grootste
favela van Latijns-Amerika en daarachter de rest van de kernstad van Rio. Voor
die rots ligt een rijke voorstad van Rio waar het olympisch dorp zal komen. Het
bestaat voornamelijk uit gesloten en beveiligde woonzones en opgeblazen
winkelcentra die uit de VS weggeplukt lijken te zijn. Een winkelcentrum dat we
daarnet met de bus passeerden heeft er zelfs een mega-vrijheidsbeeld aan de
ingang ... Maar van hieruit zie je dat niet. Van hieruit is de witte bebouwing
als een laagje glinsterende suiker die over een caiperinha werd uitgestrooid...
Eindelijk
is er wat wind, veertig graden heet en doornat, maar toch een verademing
vergeleken bij het windstille bos. Het door de wind frisse, doornatte hemd
dat tegen mijn borst plakt herinnert me aan de vlinder die ik in mijn
borstzakje gestoken heb, zijn hemelsblauwe kleur blijkt ondertussen met mijn
zweet mee weggestroomd. Verdoeme, ik zal nog wat verder moeten zoeken om een
gepaste verassing te vinden.
Goed nieuws: extreme
armoede kan tegen 2016 uit Brazilie verdwenen zijn
Volgens een krantenartikel zou de armoede in
het algemeen hier de laatste vijf jaar scherp gedaald zijn. Als die vooruitgang
blijft aanhouden zal er over zes jaar geen extreme armoede meer zijn in Brazilië.
De realiteit is anders. Het is inderdaad zo dat
het minimumloon de laatste jaren wat gestegen is, maar of dat ook echt iets
uitmaakt is twijfelachtig.
Alleen staatbedrijven betalen het minimumloon
van een goeie 200 euro (500 Reais). Andere ongeschoolde jobs betalen meestal
minder. Wie een
echte job heeft is zo ie zo al tevreden want die zijn schaars. De anderen
proberen iets te verdienen met zelf uitgevonden jobs zoals straatverkoper,
blikjesophaler, moto-taxi of drugskoerier.
Je moet twee officiële jobs
hebben om de huur van een miserabel appartementje te kunnen betalen. Al wie de huur niet meer kan betalen
moet wel naar een sloppenwijk. De sloppenwijkers zorgen voor hun pensioen door voor
een grote kroost te zorgen en uit het binnenland komen steeds meer mensen die
daar alles zijn kwijtgespeeld in de moordende concurrentie met de
agro-industrie.Dit jaar heeft Rio
de grens van duizend favelas overschreden en leven er meer dan dertig procent
in die krottenbuurten. Het woord favella slaat alleen op het feit dat de
huisjes er illegaal staan. De meeste woonzones die geen favellas zijn, zijn er
even slecht aan toe.
De overheid voert een beleid van
criminalisering van armoede. Al wie werkt zonder belastingen te betalen is een
crimineel. Straatverkoop wordt verboden en favellas worden van de kaart
geveegd, terwijl er totaal geen alternatief geboden wordt. Meer en meer mensen
worden in de armen van de drugsbendes geduwd.
Aan de andere kant staan de rijken en de
middenklasse. Die laatste houdt veelal maar net het hoofd boven water, werkt
keihard om hun appartement te kunnen blijven betalen en slikken het verhaal dat
het allemaal de schuld is van al diegenen die geen belastingen betalen.
De hoogopgeleiden die goed verdienen,
beschermen hun klasse door het ingangsexamen voor hoger onderwijs te hoog te
leggen voor al wie uit het erbarmelijke staatsonderwijs komt. Om een kind één
maand naar een privé school te sturen kost het 800 Reais, bijna het dubbel van
het minimumloon dat de meesten niet eens verdienen. Aleen wie uit een dure
privéschool komt kan slagen en het recht verwerven op gratis universiteit !!!
Ook de grootgrondbezitters boeren goed maar dat is voor een volgende keer
Workshops
Het
plan om twee dagen workshops te geven aan de circusartiesten van Rio viel
letterlijk in het water. Er kwam een storm aan die eerder heel Sao Paolo onder
water had gezet. Op alle media werd iedereen verzocht binnen te blijven,
waardoor vanzelfsprekend niemand naar onze circustent kwam voor een workshop.
De storm zelf bleek uiteindelijk zo goed als uitgeraasd voor hij in Rio
aankwam, wat het dubbel jammer maakte. Ik haat het om hier met mijn vingers te
draaien.
Vandaag
stond een werkdag op het menu, met kinderen uit de favela vlakbij Crescer e
viver. Gezien het hun eerste les was na de vakantie stonden ze nog heviger dan
anders. We wisten dus dat we onze handen vol zouden hebben. Het zijn allemaal
echte aapjes die niets liever doen dan saltos springen, maar wij zouden hen
jongleren en evenwicht geven, zodat ze eens iets anders zouden leren. Hoe goed
iedereen ook zijn best deed om Portugees te spreken, stil zitten en luisteren
zat er echt niet in, en al zeker niet naar een paar gringos.
Je kan
het die baasjes ook moeilijk kwalijk nemen. Hun thuissituatie is meestal
erbarmelijk. Vijf etters kwamen uit het zelfde gezin. Ze slapen in één bed, in de
enige kamer van hun huisje. Van enkele anderen zaten de vaders achter de
tralies en van nog een andere lastpak waren zijn vader en oudere broer
doodgeschoten en komt het hele gezinsinkomen van een andere broer die voor de
drugsmaffia werkt. Als die ook sneuvelt wordt hij gezinshoofd. Terwijl we
probeerden les te geven hoorden we in de achtergrond mittrailleursalvos, iets
waar alleen wij raar van opkeken.
Na afloop
van de werkdag was ik pompaf maar wel tevreden met de ervaring. Tot mijn
verassing bleken de kinderen er vreemd genoeg wel veel van genoten te hebben.
Ze vonden dat ze veel hadden bijgeleerd en vroegen of we nog zouden lesgeven.
Er was er zelfs eentje die zei dat ze het jammer vond dat ze niet wat beter
geluisterd hadden
Optreden in de favella
We zijn
klaar met opbouwen, nog een half uurtje en ons legendarisch optreden in de
favela kan beginnen. Nu zijn er alleen nog maar kinderen, maar straks stromen
hier allerlei gure jongeren binnen met mitraileurs om hun nek, zoals de gasten
die we voorbij zagen rijden toen we hier op prospectie kwamen.
Voorlopig
is het hier heel rustig. Er is gister een grootscheepse politie-inval geweest,
vandaar dat we tijdens de workshop die niet zo ver hier vandaan was, die
mitrailleurs hoorden ratelen.
Nog tien
minuten en de show moet beginnen, maar er zijn nog steeds alleen maar kinderen.
De
circusschool had gevraagd om alle rode kostuums uit de show te laten en om de
rode banner van de bar door iets anders te vervangen. Dit allemaal omdat het
vijandige drugskartel dat hier de boel probeert over te nemen "de rode
gang" heet. Onze producent was bang dat ze ons zouden afknallen, omdat we
de kleur van de andere gang droegen. Maar, dat blijkt allemaal dikke zever. Er
hangen hier rode vlaggen van voetbalclubs uit de vensters, de mensen hebben
evenveel rode kleren aan als gelijk waar anders, en in de groentenwinkel lagen de
groene en rode tomaten vredevol door elkaar. Dus we hebben onze normale outfit
aangetrokken en ook onze bar kleurt rood zoals die dat altijd al gedaan heeft.
Het
optreden zou al tien minuten moeten bezig zijn maar de organisatie hier wil
wachten tot het echte volk aankomt. De gebruikelijke dertig minuten
Braziliaanse vertraging dus, wellicht met nog een half uurtje traditionele
favela vertragingen, dan nog tien minuten erbij omdat het zondag is en we
zullen mogen beginnen
Een uur
later zitten we nog steeds met ons vingers te draaien. De organisator roept zo
ongeveer om het kwartier door zijn micro dat het nu zeker snel gaat beginnen,
komt daarna naar ons om te vragen hoe lang we nog kunnen wachten. Tja, als die
warlords de show willen zien, gaan we niet beginnen voor ze er zijn zeker?
Na twee
uur is er nog steeds niet genoeg volk, maar we mogen beginnen. Het zit nog
steeds zwart van de kinders en volwasen zijn nog steeds moeilijk te bespeuren.
Misschien dat de volwassenen niet naar een optreden wilden dat gefinancierd
werd door de gemeente, als protest tegen de razzia gisteren, maar wellicht dat
circus hier iets voor kinderen is en dat volwassenen zich daar te stoer voor
vinden ... en dus spelen wij hier voor een bende uitgelaten kinders.
Het is
vreemd. De kinders reageren op heel andere dingen dan een normaal publiek. Een
veiling hebben ze duidelijk nog nooit van gehoord, en ook een kruk die uit een
champagne fles schiet vinden ze iets heel vreemds. Wanner Sander later in de
voorstelling vraagt wie de krurk gevangen heeft, blijkt niemand te weten wat
een kurk is. Onze bom daarentegen dat snappen ze wel en ook tijdens ons
sambanummer hadden we nog nooit zon enthousiast en perfect op het ritme klappend
publiek gehad !! Het meest universele in onze voorstelling blijkt nog altijd de
ijsblokjes glijbaan. Jong en oud, arm of rijk, belgen of brazilianen, iedereen
zit stil en volgt met blinkende ogen de ijsblok in het liftje die Gab tergend
traag omhoog trekt, en iedereen is dol gelukkig als er eindelijk een ijsblok in
de cocktel terechtkomt.
Ondanks
al die omstandigheden die ons verplichten anders te spelen, loopt het jongleer-technisch
quasi foutloos: niet altijd helemaal synchroon, niet alles perfect, maar wel
geen enkele drop !!!
Achteraf
verwachtte ik dan ook een staande ovatie (want toen ze moesten neerzitten
stonden ze constant recht), maar er kwam daarentegen bijna geen applaus. Ze
kunnen wel aplaudiseren en dat deden ze tijdens de voorstelling ook
overvloedig, maar nu komt er bijna niets. Nee, ze zijn allemaal gewoon te
sterkteleurgesteld dat het al
voorbij is
Na hittegolf komt
moessonregen, en na werk komt feest
De
andere shakers zijn op dit moment naar een poepsjieke party in de meest luxueuse
buurt van het centrum: Lagoa. Het is een feest voor de medewerkers van
"cirque du soleil" die nu een eindje "quidam" speelt in
Rio. Sander heeft ons via via op de gastenlijst gekregen.
Ik heb
ergens ook wel zin om te gaan zien hoe decadent het daar is, maar anderzijds
ook niet. De goedkoopste tickets voor hun voorstelling Quidam (die al zo oud is
als de straat) zijn meer dan 100 reais. Blijkbaar is het zelfs zo dat die
goedkoopste tickets duurder zijn dan de goedkoopste tickets die ze in Europa
verkopen. 't is niet dat ze hun personeel hier meer moeten betalen ... Voor een
try out van een nieuwe voorstelling hadden ze onlangs een hoop gratis tickets
aangeboden aan Cescer e viver in ruil om hun naam te mogen gebruiken. Zo
konden ze in hun promomateriaal zetten dat ze het sociaal circus steunen...
Zo'n
tickets zijn wel aanlokkelijk, maar Crescer e viver heeft ze geweigerd, en
gelijk hebben ze. Dit jaar heeft Cirque du soleil hun zo ie zo al magere
subsidie aan het sociaal circus in Brazilië gedeeld door vier. En dat terwijl
de organisatie ook vorig jaar weer haar omzet en winst zag stijgen, ook in
Brazilië. De taktiek om de tickets zo duur te maken dat het een statussymbol
wordt om naar hun show te komen kijken werkt voortreffelijk
Geef mij
maar straatoptredens in favela's en workshops aan die kinderen ...
Hans
Verslag 4: de laatste
dagen in Rio
Ik zit
op de bus richting Belo Horizonte, en verwacht inderdaad mooie horizonten
tegemoet te gaan, al zal ik ze pas morgen zien waneer ik er aankom. Het is
bijna 23uur en nog steeds snikheet. Vandaag was wellicht de warmste dag tot nog
toe en gezien ik het binnenland in trek zal het allicht alleen maar heter
worden
Crisis, Samba en politie
Eergisteren
gaven we ons laatste optreden. We speelden drie avonden na elkaar in de tent
van crescer e viver. De ticketverkoop viel zwaar tegen. Op dit moment van het
jaar staat alles in het teken van het carnaval. Iedereen moet oefenen om straks
mee te spelen met één of andere blocco. Overal zijn er straatfeesten waarmee
sambateams geld proberen te verzamelen Op zon straatsamba waar we het einde
van onze tournee hier gingen feesten, viel het opnieuw op hoe anders diefstal
hier benaderd wordt. Terwijl er overal mensen overvallen of ontvoerd worden,
staan alle drankflessen hier gewoon vooraan op de toog. Iedereen kan gewoon
naar hartelust flessen Cachaça of zelfs ingevoerde wiskey ontvreemden, maar
blijkbaar gebeurt dat niet.
De
reden is niet dat er hier niemand is die dorst heeft en zonder geld zit. Constant
zie je kinderen of volwassenen met zakken lege blikjes rondzeulen. Voor de
bankencrisis kregen ze er ongeveer 0,75euro per kilo voor, wat toen al zo goed
als niets was, maar toen in de nasleep van de bankencrisis grondstofprijzen
ineenstortten kregen ze er bijna niets meer voor. Nu zou het iets beter zijn.
De prijs is weer bijna als voorheen, en de verzamelconcurrentie is uitgedund.
Eén van
de redenen dat Brazilië de crisis zo goed doorstond zou gewoon het gevolg zijn
van het feit dat het hier de ene na de andere crisis is en dat het consumentenvertrouwen
er niet meer van wordt afgeschrikt. Ze worden in ieder geval niet meer
afgeschrikt van het zien creperen van wie zijn inkomen ziet te niet gaan.
De
reden dat er niets gestolen wordt is duidelijk niet dat iedereen hier voldoende
heeft. Als je betrapt wordt op het stelen van een fles dan kost dat hier
makkelijk je kop. Zo simpel is dat. De politie van Rio geeft elke dag 4 moorden
toe. Het lijkt mij nogal evident dat ze de meeste moorden niet toegeeft. Als er
daarnaast nog commandos zijn die ook het recht in eigen handen nemen is de
po