De wereld door mijn ogen: circus, natuur en sociaal-politieke toestanden
14-02-2011
Reisverslag Brazilië 2
Hans
in Brazilië, Reis 2
Verslag 1: de heenreis
De Heenvlucht: Waarom, waarom, waarom ?
Het is precies 12u25. Geen
bijzonder moment in de geschiedenis der mensheid, maar wel exact het moment
waarop ons vliegtuig moet vertrekken.
Gab belt Joris en Simo terwijl ik
een spurtje zet. Twee rolbanen verder vind ik het olijke duo de gate sluit,
snel.
Waarom waarom waarom moet het
toch altijd helemaal op het randje ? De voorbije weken speelde de gedachte door
mijn hoofd: zal ik opnieuw een Brazilië-reisverslag schrijven ? En waarmee
zal ik beginnen ? Hopelijk zouden we deze keer zonder al te veel problemen de
lucht in geraken en kon ik mijn verhaal anders beginnen.
Maar om de één of andere reden,
wellicht van goddelijke oorsprong, zijn we gedoemd om iedere vlucht opnieuw
hemel en aarde te moeten verzetten om heelhuids op de vlieger te raken.
Het was ergens midden juli dat
het Brazilië-II-project vaste vorm aannam. Het zag ernaar uit dat we echt
zouden terugkeren naar het land van eeuwige zonneschijn en palmbomen. We zouden
er van het ene naar het andere festival moeten vliegen en dus ontstond het idee
om een vliegbare bar te maken, jawel bar nummer 5, die als gewone bagage
ingechekt kon worden.
Drie maanden later resten ons nog
drie dagen. Iedereen zit op het tandvlees. Simo last en herberekend zijn
ingenieus plan, Nino schuurt, Joris plakt, ik regel nog de contacten met de
Braziliaantjes, Gab helpt waar hij kan. Iedereen werkt de klok rond.
Ik probeer het project te
coördineren, maar ondanks mijn verwoede pogingen blijven mijn collegas chaos aantrekken
zoals Copa Cabana dat doet met toeristen. Ergens heel laat in de laatste nacht
raakt de bar af. Alles opplooien, verpakken en hopen dat het niet te veel
weegt.
Hoop voor niets, 20 kilo
overgewicht. Overal bespaard, en toch nog te veel. Om negen uur en geen minuut
later moesten we richting Zaventem rijden. In realiteit moet Nino nog naar de
brico om rondellen, Gab is er nog steeds niet en ook van onze taxi-chauffeur
Sander is er geen spoor te bekennen.
Het is al na 11 uur als we de
luchthaven binnenvlammen. Onze weegschaal blijkt heel slecht gewerkt te hebben.
Er is 30 kilo overwicht, daarenboven slecht verdeeld. Alles opnieuw wegen en
versjassen.
Het is ondertussen een bekend
tafereel. Toen we deze zomer uit Zuidspanje terug moesten vliegen hadden we ons
bagagegewicht ook fel onderschat. 20 kilo te veel in de in te checken bagage.
Aan Ryanairtarieven kost je dat 400 euro. Na tien keer alles te herschikken
bleef er nog tien kilo overwicht in de in te checken valiezen. Als men het
aantal handbagagezakken niet al te nauw telt, dan kunnen we een handbagage
extra meenemen. We moeten dus gewoon op 5 minuten tijd een nieuwe valies of
rugzak vinden en in een luchthaven kan dat geen probleem zijn.
Het blijkt toch niet zo simpel.
Alle shops zijn in de taxfree zone, dus na de incheck hier is niets te koop.
Flexible solutions dan maar: Een vriendelijke WC-madam geeft ons een
vuilniszak.
We steken de zak in de ijzeren
mand die de maximum handbagage-afmetingen aangeeft en proppen die vol met
gordijnen en kostuums. We halen hem eruit en powertapen hem helemaal tot die
eruit ziet als een giga-cocaïne pak. We tapen er nog twee handvaten aan en
zijn, zoals altijd, de allerlaatsten om door de gate te stappen.
Deze keer zit al onze handbagage
al aan het absolute maximum, maar t is gelukkig geen Ryanair-bitch die ons
laat stoven in eigen zweet. De ouwe heer aan de incheck blijkt ons heel genegen
te zijn en ziet het overwicht door de vingers. Hij waarschuwt ons wel voor de
terugvlucht, maar dat zijn zorgen voor later.
We passeren als allerlaatsten de
gate en vliegen iets later, samen met onze bar de lucht in. Dat de bar samen
met ons vliegt is een hele geruststelling. Toen we dat cocaïnepak intapeten
(lang leve de nederlandse spellingsregels !!), vlogen wij en werd de bar met
een vrachtwagen vervoerd en aan de heenvlucht van die tournee hebben we weinig
vertrouwen overgehouden in zon een appart transport.
De vlucht naar Alicante
Die heenvlucht duurde
uiteindelijk drie dagen. Transportstaking in Spanje, OK we zetten de vlucht een
dag eerder. Luchtvaart staking in Brussel, allé dan toch maar weer een dag
later boeken want in Eindhoven denken ze dat die spaanse transportstaking niet
al te veel zal voorstellen. 2 uur voor vertrek krijgen we bericht dat ook deze
vlucht geannuleerd wordt. De dag erop s morgens in alle vroegte kunnen we in
Amsterdam inchecken. Allé, dat dan maar. s Morgens vliegen om s avonds te
spelen is om problemen vragen maar er zit niets anders op. tis ook een heel
stuk duurder, maar we kunnen wel meer bagage meenemen en dat is handig. Allé
dat dachten we toch, totdat we op de terugvlucht, die wonder boven wonder niet
afgelast werd opnieuw met Ryanair moesten vliegen en die extra bagage plots
veel minder handig bleek te zijn maar dat vertelde ik dus al.
Met de kostuums, cups, gordijnen,
messen en al de andere attributen sporen we naar t noorden, overnachten er om
voor dag en dauw zuidwaarts te vliegen.
Eenmaal in Alicante luchthaven
blijkt dat de limiet van onze visakaart overschreden is. Na vier maal 5
vluchten te boeken, lijkt mij dat nogal vanzelfsprekend. We gaan die
geannueerde vluchten wel teruggestort krijgen, maar voorlopig weigert Visa
verdere betalingen. De autoverhuurders in Spanje hebben een slechte ervaring
met vakantiegangers die na hun verblijf gratis terugrijden naar hun thuisland
om hun huurauto er achter te laten. Zonder garantie van Visa, geen auto !
Contant ? Nee, alleen Visa.
Ondertussen blijkt ons decor in
de verkeerde stad gedropt te zijn. De transportfirma belooft het op te lossen.
Het is al middag. We zijn al drie
dagen aan het proberen in Gandia te geraken, en nu op 200 kilometer van de
bestemming lijkt alles voor geweest te zijn. Geen enkel verhuurbedrijf wil ons
een camionette verhuren, niemand weet waar het decor nu is. De klok tikt
terwijl de kilometerteller stil staat.
We vinden een ouderwetse
verhuurder int stad. Een taxi in en hop. Of toch niet, de gps laat ons in de
steek, de tijd tikt verder. Uiteindelijk vinden we het verhuurbedrijf maar de
eigenaar blijkt, hoe kan het ook anders, een echte spanjaard. Eerst siesta en
dan de rest. Visa moet niet, maar wel een overschrijving met bankwaarborg. We
krijgen het geregeld, onze spaanse agent doet de gewaarborgde overschrijving.
De bankwaarborg duurt en blijft duren. Een uur lang vretenwe onze nagels op, maar die
bankwaarborg komt niet. We smeken nog maar eens of we het niet op een andere
manier kunnen regelen, contant bijvoorbeeld. Natuurlijk, geen probleem.
Na betaling blijken we opnieuw te
moeten wachten. Er komt weinig uitleg over de reden van dit laatste probleem
behalve dat men ons vermeld dat ze het aan het oplossen zijn. Uiteindelijk komt
een onderbetaalde medewerker binnen met een pak printpapier. Allé hop ook dat
probleem is van de baan.
Eindelijk terug naar de luchthaven
om de anderen op te pikken. Het decor is aangekomen, ergens tussen de
luchthaven en Gandia waar we spelen. Nog 200 kilometer en vier uur restte er
ons, en uiteindelijk lukte het ons om zo goed als op tijd te starten.
Back to Brasil
Op dit moment rest ons nog
ongeveer één dag. Morgenavond moet het hele circus opgebouwd en klaar zijn in
Recife, noord Brazilië.
De vorige Brazilië tournee waren
het 14 dagen hard werken om speelklaar te geraken, deze keer zullen we niet
eens 14 uur hebben. We zijn beter voorbereid dat wel, maar ik heb een
voorgevoel dat het weer eens heel op het randje zou kunnen zijn.
We zien wel. Slaapwel. Ik doe een
welverdiend dutje. Over een paar uur stappen we op de vlieger van Lisabon naar
Recife. Of dat hoop ik toch.
Verslag 2: Rock n Roll: Festival do circo o
Brasil, Recife.
Meer handdoeken nodig
Dit is pas Rock n Roll.
Opgehaald worden op de luchthaven. Chauffeur, helper en tolk staan klaar. Eerst
restaurant of eerst inchecken in het businesshotel waar de organisatie voor ons
kamers geserveerd heeft ?
De hitte valt mee, t is zelfs
heel aangenaam. Behalve binnen in het hotel, waar het akelig koud is door de
overijverige en onstuitbare aircos.
Iedereen is moe, doodmoe, maar
het werk moet nog beginnen. De volgende ochtend vroeg uit de veren. De bar in
de taxi duwen en op naar ons eerste optreden: de openingsshow van het Festival
do circo do Brasil.
Het is de eerste keer dat we de
vliegbar opbouwen en het verloopt wonderwel vlot. We verbruiken maar één rol
powertape om de onvolmaaktheden op te lossen en verder blijkt het plan te
werken.
Alles waar het festival voor
moest zorgen is er. Iedereen oefent zijn tekst. De spanning stijgt.
De show start, het zweet loop
over onze rug, parelt op ons armen en maakt de flessen in ons handen als
stukken zeep onder de douche.
We vegen onze handen droog zo
vaak we kunnen, maar de handdoeken onder onze bar zijn al snel doornat en ons
kostuum is nog erger. Zo goed als elke fles die we tijdens de show in handen
krijgen floept op een gegeven moment een onverwachte richting uit. We zwoegen
en zweten ons door de voorstelling, amuseren onsenuiteindelijk
krijgen we een aarzelende staande ovatie.
Meer handdoeken nodig, waarom
klinkt dit me zo bekend in de oren ?
Lang leve de Braziliaanse economie !!!
Ik lig op een matras op een
balkon van een wolkenkrabber ergens in Recife, een provinciestadje met amper 4
miljoen inwoners.
We sloten het festival al vier
dagen geleden af maar gezien de meeste artiesten morgenochtend samen in één bus
naar het circusfestival in de Ceara reizen heeft de organisatrice ons allen
samen uitgenodigd voor een etentje en feestje in haar appartement. Het
huispersoneel slooft zich uit, de artiesten laten het zich smaken.
Het is nacht en het uitzicht is
duizelingwekkend; al bijna even duizelingwekkend als de realiteit waarin ik me
bevind.
Condominios als deze reizen hier
als paddenstoelen uit de grond. Twintig verdiepingen hoog, ommuurd, een zwembad
een kinderopvang en dag en nacht bewaakt. Zon oase van veiligheid is de droom
van elk middenklasse gezin, een droom waarvoor ze zich diep in de schulden
steken. Dit appartement kost 500.000 euro en daar komen de maandelijkse kosten
voor de bewaking en onderhoud van het complex nog bij. Twee-verdien-gezinnen
waarvan beiden diploma-job hebben kunnen dit net betalen, zo lang alles goed
blijft gaan.
Voorlopig gaat het goed in
Brazilië, zeer goed. De socialisten wonnen onlangs opnieuw de verkiezingen met
een nooit gezien gemak. Hier in deze staat; Pernambuca kregen ze iets meer dan
75 procent van de stemmen. In sommige gemeentes meer dan 97 procent, uitslagen
die je eerder uit Noord-Korea verwacht. Alleen in de rijke staten in het zuiden
gingen veel stemmen naar de conservatieven.
Het socialistische beleid dat de
koopkracht van de arme brazilianen de lucht ingestuwd heeft werpt zijn vruchten
af. Vijf jaar geleden koste een dollar nog 4 Reais, tegenwoordig is dat amper
anderhalve Reais. Het minimumloon is verviervoudigd, er is een kinderbijslag
ingevoerd en overal worden openbare werken uitgevoerd. De economie is na die
van china de snelst groeiende ter wereld. Het is nu al de 8e
gtrootste economie en als ze zo verder blijven groeien worden ze over tien jaar
de vijfde in die ranglijst. Het vertrouwen is groter dan ooit te voren en al
wie een deftige job heeft hoopt mee te surfen op de golf van groeiende welvaart
door zich in de schulden te steken.
Overal wordt gebouwd maar nog
sneller dan de skykine stijgt de grondprijs. hoogbouw van 20 verdiepingen, acht
appartementen per verdiep, aan een half miljoen euro t stuk. Reken maar uit
hoeveel de grond hier kost. En wat de socialistische regering ook mag proberen,
het grondbezit is nog steeds in handen van een hele kleine minderheid. Brazilië
mag dan wel al 57e staan op de VN-ontwikkelings ranglijst, op de
hitlijst van landen met meest ongelijke verdeling van inkomen (Gini-coëficiënt)
staan ze 5e laatste waarbij ze alleen Zuid-afrika, Namibië, Soweto
en Swaziland achterlaten, de Apartheidsstaten dus. Mocht die lijst niet alleen
naar het inkomen maar ook naar het bezit kijken dan zou het er misschien nog
slechter uitzien maar goed, genoeg cijfers en ranglijsten. Voorlopig gaat het
vooruit, laat ons daar blij mee zijn.
Na het festival trokken we we uit
de stad naar een toeristenoord op zoek naar een paar daagjes heel welverdiende
rust. We speelden hier elke dag op het Festival do Circo Do Brasil, en dat
betekent keihard werken. Gelukig is Anne er om ons overal bij te springen maar
toch betekent het nog steeds om 10 u s morgens het ontbijt halen, inladen,
vertrekken, uitladen, uitpakken, afspreken, onderhoudsbeurt bar, opbouwen,
flessen en fruit voorbereiden, licht en geluid regelen, alles klaarzetten,
opwarmen, kostuums aandoen en technische bespreking, spelen, opruimen, afwassen
en afdrogen, afbreken, verpakken, inladen, terugrijden, uitladen en om precies
1u s nachts aankomen in het hotel waar we kunnen beginnen aan de handwas van
de kostuums. Wie nog wat energie over heeft feest, maar ik kruip in mijn bed of
doe eerst nog wat rugoefeningetjes om de volgende dag opnieuw het ontbijt te
halen. De rust is echt heel welverdiend.
Porto de Galhinas
Porto de Galinhas (haven der
kiekens) ligt op een uurtje rijden van Recife en dankt zijn ontstaan aan een
koraalrif dat er net voor de kust ligt waardoor de Atlantsiche golven gebroken
worden en kleine bootjes er makkelijk konden aanmeren. (Een beetje zoals Brugge
in de middeleeuwen, maar dan een bloeiend koraalrif ipv een doffe zandbank).
Het vissersdorpje dankt zijn naam aan de slavensmokkelaars die er na de
afschaffing van de slavenhandel in 1850, illegaal slaven aan land brachten
verstopt onder een laag kippen.
Tegenwoordig ligt het koraalrif
er nog steeds en het zorgt voor een rustige zee waar gezinnentjes in alle rust
kunnen ploeteren en pootjebaden. Bij eb kan je er ook gaan kijken naar de
natuurlijke vijvers in het koraalrif, die toeristen aantrekken als een
vuilnisbelt gieren aantrekt. Je kan er een duikbril huren maar je ziet niets
omdat het propvol zit van de toeristen die zich bij de wilde vissen populair
proberen te maken door overvloedig visvoer in het rond te strooien. Het
koraalrif zelf is zwart en zo dood als een baksteen.
Ik wandel richting weg van dit
circus, volg het strand zon vijfkilometer en passeer vooral kokosplantages
die er redelijk verlaten bij liggen. Overal liggen kokosnoten op de grond en
maar de meesten zijn al door mieren overmeesterd.
Uiteindelijk kom ik aan de
monding van een mangrove; een traagstromend brakwater rivier waar eb en vloed
het peil en zoutgehalte doen variëren wat resulteert in een explosie van
natuurgeweld (een beetje zoals het Zwin in lang vervlogen tijden). Het is in de
mangroves dat honderden vogelsoorten nesten en evenveel vissen paaien.
Zeepaardjes zwemmen er tussen aligators en boomkikkers verschalken al even
veelkleurige vliegen.
Deze pareltjes der tropische
natuur staan echter in de hele wereld onder grote druk en deze mangrove vormt
daar jammergenoeg geen uitzondering op. De wirwar van kreken is al even dood
als het koraalrif hier wat verder.
Sinds de ontwikkelde wereld
geen menukaart meer kan opstellen zonder gambasoep, geroosterde scampis of
langoustines worden deze beesten in gigantische hoeveelheden gekweekt in de
ecosystemen waar ze vroeger in het wild voorkwamen: de tropische mangroves. Het
resultaat is dat die wereldwijd omgevormd werden tot niets omziende
garnaalkwekerijen. Daarenboven is het zoutgehalte van het water veelal sterk
gestegen omdat de toevoer van zoetwater voor irrigatie van suikerrietvelden
gebruikt wordt, waardoor de weinige fauna en flora die er nog het hoofd boven
water kon houden ook verschwunden is.
Ik heb er geen idee van hoeveel
mangroves er nog onverstoord zijn, maar gezien de teelt van gambas sinds
enkele jaren de suikerriet-teelt van de troon gestoten heeft als grootste
inkomstenbron van deze staat zou het mij niet verwonderen dat er zo goed als
geen enkele mangrove in deze staat nog niet ingepalmd is door deze industrie.
Ja, het gaat goed met de
Braziliaanse economie, heel goed.
Verslag 3 Cariri festival en Sesc mostra in
Fortaleza
Cariri
festival, here we come !!!
Ik lig op mijn bed in een groot hotel ergens in
het binnenland van Noord-Brazilië. Na een busreis die er zoals gewente twee
maal langer over deed dan de chauffeur voorspelt had zijn we eindelijk
aangekomen in de Cariri vallei, in het hart van de staat Ceara, die ooit de
eerste staat was die de slavernij verbood. We zullen hier vier keer optreden in
dorpjes en kleine stadjes rond Crato, het grootste gehucht van deze vallei.
Het constante gezoem van de aircos in de
kamers rondom mij overstemt dat van de muggen in mijn eigen kamer. Overdag is
het hier bakken, maar s avonds is het aangenaam. Maar ja, t is natuurlijk
makkelijker om die airco gewoon dag en nacht te laten draaien Ik wordt hier
zot van de allomtegenwoordige energieverspilling.
t ol van Pluto
Met 8 mensen en heel onze bar
zitten we opeen gepakt in een busje en rijden aan onverantwoorde snelheid door
het struiksavannelandschap. Alles ademt droogte uit, wat absurd is als je weet
dat er hier jaarlijks evenveel water uit de lucht valt als in België. Alleen
valt die hier in een viertal maanden en is zonnestralling het hele jaar door
loodzwaar waardoor zo goed als alle regen die in die korte periode valt en nog
niet is weggespoelt weer verdampt.
Op de droogste stukken
concurreren de struiken met struikvormige cactussen. Op de iets vochtigere
stukken reiken Carna-ubas boven de struiken uit. Het zijn de typische palmbomen
uit deze streek die tijdens het droge seizoen hun bladeren verliezen en er dan
uitzien als een lantaarnpaal zonder lantaarn, maar tijdens het regenseizoen in
no-time weer een groene kroon bladeren tevoorschijn toveren. Ook alle andere
planten die er een week geleden nog dor en dood uitzagen schieten nu frisgroene
blaadjes en er liggen grote plassen in de laagtes. Het is een vreemd contrast,
die verse meren tussen het nog steeds droogte uitstralende landschap.
Het duurt minstens anderhalf uur
om Potemgi te bereiken. Een dorp waar dankzij het Cariri festival elk jaar één
keer een circus- of theatergroep komt optreden. We weten niet wat ons te
wachten zal staan, misschien komt er geen kat, maar er ook gebeurt, dit
optreden op uren van de bewoonde wereld gaan we nooit vergeten.
10 uur later is ons hele decor
weer opgeplooid en genieten we bij de lokale organisatie van een traditionele
maaltijd met Caiperinhas en beseffen nog altijd niet goed wat ons overkomen is.
Een GSM-netwerk reikt niet tot in
dit gat van de wereld, maar in het schooltje is er wel een internetklas (lang
leve het sociaal beleid van Lula !!!) en daar hadden de jongeren enkele weken
geleden ShakeThat gegoogled om te zien welke voorstelling er dit jaar tot bij
hen zou komen.
Wat ze zagen vonden ze blijkbaar
zo cool dat ze een gigantische promocampagne opzetten met affiches en boom-cars
die ons in het hele dorp dagenlang aankondigden.
Er werd maximum 300 man verwacht,
evenveel als de andere jaren, maar dit jaar zat de sportzaal nokvol. Het
volledige dorp, meer dan 1000 man, was er. De show verliep vreemd. De helft van
het publiek had wellicht nog nooit een voorstelling gezien en applaudiseerde
dolenthousiast wanneer het niet de bedoeling was, en zweeg dan weer wanneer we
een applaus verwachtten. Achteraf bestormde het publiek onze bar als waren we
rocksterren. Fotos, handtekeningen en nog fotos.
Mierenneuken
De heilige vader Cicero verwekt nog elke dag
wonderen in het bedevaartsoord Jazueira. Hij zorgt voor geluk en welvaart, en
dat niet in het minst voor zowat een derde van de zelfstandigen hier die leven
puur op de verkoop van heiligen beeldjes. Tel daar nog de priesters en de rest
van de touristische sector bij en je kunt begrijpen dat niemand er een probleem
mee heeft dat de mis hier de hele dag lang over het centrale plein schertst, in
te zwakke veel te luid afgestelde boxen.
Niemand, behalve ShakeThat die onder het
weerhalmen van deze heiligverering een show moet spelen waarin toch hier en
daar een zou-moeten-stil-zijn-moment zit. t is hier net zo erg als in
Casablanca, alleen is de kerk wat kleiner.
(dat heilig huis in Casablanca is trouwens het
bezoeken waard. Een schitterende en gloednieuwe Moskee, tweede grootste ter
wereld (ze mochten niet groter dan de Al-Masjid in Mekka, want dan zou Allah er
met zijn schenen tegen lopen, en tegen heilige huisjes mag je nu eenmaal niet
schoppen, zeker niet in Maroko). Het kapelletje werd in slechts dertien jaar
gebouwd werd met hopen geld dat rechtstreeks van het loon van elke Marokaan
werd afgetrokken. Maar we gaan niet mierenneuken, die moskee heeft alle Marokanen
minstens evenveel bijval bij Allah opgeleverd dan het hen gekost heeft. En we
gaan ook niet mierenneuken over het feit dat zo goed als elk islamitisch land
zijn eigen tweede-grootste-moskee-ter-wereld heeft. Zowel Turkije, Pakistan, De
Verenigde Arabische Emiraten, Israel als Saoudi Arabië claimen het en ik
veronderstel dat hun bewoners dat wel zullen geloven, gezien ze ook in die
oppersinterklaas zelf geloven.)
De Guarani-indianen die in tijden voor griep en
suikerplantages een machtig volk waren in Brazilië en nu nog steeds de grootste
inheemse stam zijn (al zijn er nog slechts 30 000 overlevenden in Brazilië)
noemden dit land "Pindorama", het land van de palmbomen. Gelijk
hadden ze, maar ik ben er toch van overtuigd dat er ook ergens een stam moet
geweest zijn die deze aardkluit "het land der mieren" genoemd moet
hebben.
We zullen het nooit weten, want van de zeer
talrijke stammen die hier in de 15e leefden blijven er nu maar weinig meer
over. Diep in de wouden leven naar schatting nog 54 stammen zonder contact met
de buitenwereld, tel daar nog een handvol grotere stammen die zelfs met contact
hun cultuur in ere proberen te houden en het totaal is heel bedroevend in
vergelijking met de vele honderden die er ooit leefden. Volgens officiële
cijfers beweert 0,28 procent indiaanse te zijn, terwijl zowat de helft van de
brazilianen "creools" aangeeft, en dus een mix is van zowel zwarte, blanke
als indiaanse voorouders.
De enige inheemse cultuur die de invasie der
portugezen, franse, engelsen, spanjaarden en nederlanders -ergens in de 17eeuw
was Brazilië kortstondig in handen van de Hollanders, die daarna naar Suriname
verdreven werden door de Portugezen- zonder enig probleem overleefd heeft is
wellicht de cultuur der mieren. Het krioelt hier werkelijk van die beesten in
alle formaten, vormen, kleuren en wellicht ook geuren.
De meesten zijn miniaturen van hetgeen we in
België gewoon zijn. Ze crossen in een waanzinnige snelheid 10 cm vooruit,
stoppen heel bruusk, draaien een beetje en schieten dan weer vooruit. Alsof ze
rapper kunnen lopen dan hun richting bijsturen, of het in elk geval niet
allebei tegelijk kunnen. Soms lopen ze onder een andere mier door als een
fietser onder een snelwegbrug. Giga-beesten met monddelen die eruitzien als
trektangen, en die blijven bijten zelfs al trek je de rest van hun lijf van de
kop af.
Sommige mieren zijn kleurrijk of bontgestreept,
andere lijken achterste voren te lopen omdat hun kop groter is dan borst en
achterlijf samen.
Weer andere mieren leggen niet alleen gigantische
nesten aan maar ook snelwegen van en naar die complexen. Midden het grasgroene
gazon - lang leve de alliteratie en zijn geestelijke vader in de Vlaamsche poëzie,
onzer allen Guido Gezelle, de gezellige pedofiel die ooit nog lesgaf waar ik op
de schoolbanken zat -, maar goed, midden het grasgroene gazon dus, loopt een
tien centimeter bruine lijn waar alles is weggevreten. Ondanks het feit dat het
er amtijd ochtendspits lijkt, loopt het verkeer er niet vast omdat de mieren
gewoon over elkaar kruipen. Er crossen werkmieren, soldaten en illegalen in
alle richtingen. Die illegalen zijn insekten of spinnen die van deze wegen
kunnen gebruikmaken omdat ze zich vermommen als mieren. De mier-spinnen houden
constant hun twee voorste poten op hun kop alsof het antennes zijn. Nu en dan
wordt er zo'n arm illegaal beestje ontdekt doordat zijn geurpatroon niet
overeenkomt en zonder enig aarzeling door de soldaten overmeesterd en afgemaakt.
Een beetje zoals we de illegalen aanpakten in de lage landen in de 18e eeuw,
heidenenjachten tot er geen enkele zigeuner meer overbleef, althans geen enkele
die zich niet goedgenoeg kon
vermommen.
Viva Brasilia
De tijd vliegt. Elke dag een show
brengen vergt heel veel energie. Zonder de enorme inzet van Anne zou dit
programma niet vol te houden zijn, maar ook met haar hulp zijn we doodmoe na
onze laatste show die tevens de afsluitende show van heel het Cariri festival
is. Het was veruit de beste voorstelling tot nu toe en dat geeft ons de nodige
energie voor de demontage.
Terwijl we afbreken start voor
ons een demonstratie van een Candoble-gemeenschap. Het is een religieuze
gemeenschap die een vorm van spiritisme aanhangt waarin er een verschil is
tussen het lichaam en de geest die er in woont. Tijdens zon ceremonie proberen
ze al zingend en dansend grote geesten en goden uit te nodigen in hun lichaam.
Een beetje zoals de god Chistus in het lichaam van Jezus.
Ze spreken onderling nog steeds
een mengtaal Euruba die ontstaan is uit een mengelmoes van Bantoe (angola en
dergelijke), Soudan (west-afrika), Indiaans en Portugees.
De vrouwen dragen
barokhoepelrokken in wit kant met een kleurige Afrikaanse tulband op hun hoofd
en de mannen zijn in witte kleren gehuld die aan koloniale tijden doen denken.
Alleen de heilige vader, die vanzelfsprekend het meest bedreven is in het
lokken van geesten en goden in zijn lichaam, is een kleurige verschijning. Een
typisch afrikaans bontkleurige pyjama is blijkbaar het beste lokaas voor
geesten.
Iedereen danst en zingt of
trommelt in de zekerheid dat de geesten en goden hen goed gezind zullen zijn,
te meer omdat de meesten op zondag ook naar de katolieke misvieringen gaan. Je
kan nooit zeker genoeg zijn !!!
Overal staan kraampjes die eten
of drank verkopen. Een kar en een isomodoos vol blikjes, meer is er niet nodig
om iets bij te verdienen tijdens de feesten. Ik koop een pintjeaan één van die
gasten die me ondertussen feliciteert met ons optreden. Neen, nee, ik moet niet
betalen, dat is een wederdienst omdat ik zon leuk optreden gegeven heb. allée
man, jij moet die toch ook kopen, nee nee zegt hij terwijl naar een vrouw een
beetje verder wijst, die dezelfde bijverdienste heeft, mijn vrouw koopt die
blikjes.
De armoede is hier misschien wel
wat minder dan in Afrika, maar het blijft me toch verbijsteren dat de
Brazilianen er geheel niet op uit zijn om de westerlingen te pluimen. Nergens
vraagt men een hogere prijs aan een tourist dan aan een local. In Senegal moest
ik een uur onderhandelen om een zitje in een taxi aan dezelfde prijs te krijgen
als de anderen die net voor mij een prijs onderhandeld hadden. Eenmaal we
instapten bleek mijn plaats nog aan twee anderen verkocht te zijn ook jamaar,
je hebt niet gezegd dat je die stoel voor jouw alleen wilde, terwijl die
gasten die dezelfde prijs als ik betaald hadden geen extra passagiers kregen
opgezadeld. Een uur onderhandelen en ze leggen je er nog op.
Ik mik een stuk van één Reail in
het potje van de blikjesverkoper en glimlach terwijl ik verder wandel naar een
kraampje waar ze crepes maken: een soort wafel gevuld met kaas (of choco of
lasagne) op een stokje, precies een lekstok.
Een sambagroep drumt zich het al
overvolle plein op en het feest barst helemaal los. Viva Brasilia !!!
Fort Schonenborch oftewel Fortaleza
Net zoals Recife, de eerste stad
waar we speelden is ook Fortaleza oorspronkelijk gesticht door de Hollanders,
als verdedigingsfort tegen de Portugezen. Gezien het wat noordelijker ligt werd
het wat later gesticht (1649 voor wie dat iets kan schelen) en gezien het in
Brasilië en niet Suriname ligt heeft ook dit fort de Hollanders niet veel
geholpen. Ik veronderstel dat de Portugezen net iets beter bestand waren tegen
dit klimaat. Wij Belgen doen het op vlak van aclimatisatie niet veel beter dan
de hollanders, jawel, de flessen floepten weer alle kanten uit, maar we
amuseren ons wellicht wel een stuk meer.
Het is al na acht uur, de zon klimt snel, de
zeewind is nog steeds even warm en klef, duiven zoeken naar kruimels in het
strand terwijl ik geniet van een luxe-ontbijt op het luxe-terras van het
luxe-hotel dat het festival van fortaleza geboekt heeft voor de artiesten.
Als er iets is waar ik van wegkijk nog voor de
geur mijn neus bereikt, dan is het wel luxe (te meer nog in een
ontwikkelingsland), maar dit ontbijt smaakt me echt. Eindelijk rust. De
voorbije tien dagen was het kei en keihard werken maar de komende dagen hebben
we weer wat rust en daar hebben we vannacht al volop van genoten. Nog even tot
op het einde van de pier wandelen en daarna mijn bed in.
De wind suist en daagt
mijn evenwicht uit. De zilte lucht opent mijn neus tot in mijn keel. Ik mik tot
achter de horizon, gooi de fles en zie ze op een teleurstellende afstand
het waten in plonzen.
Ik blijf nog even
kijken maar wandel dan terug, beseffende dat de kans dat mijn brief werkelijk
aanspoelt voor de voeten van mijn vriendin in het verre Dublin erg klein is. Je
moet weten, Dublin ligt aan de verkeerde kant van Ierland, en bovendien zag ik
de fles traagjes aan westwaarts drijven.
Misschien moet ik
gewoon de juiste piyama aandoen en als een zot beginnen zingen en dansen om de
god der zeewinden te pakken te krijgen, belastingsgeld betalen in Marakesh een
beeldje van padre Cicero kopen. Je kan nooit zeker genoeg zijn.
Of nee, gewoon een
mailtje sturen lijkt mij handiger
Hans
Verslag 4: Terug naar Minas Gerais
Belo Horizonte
Spelen of niet ? Iedereen kijkt
naar de muren. Heeft het nog zin om de show te spelen ? We moesten een uur
geleden aan de show beginnen, maar er is nog altijd geen licht. En erger, er is
geen publiek, 20 misschien 30 man.
Godverdomme, we reden vandaag 200
kilometer om hier gratis te komen optreden voor deze circusschool. Een hele dag
werken om alles gereed te krijgen en nu dit. Spelen of niet ? Is het de moeite
om daarna de hele afwas te moeten doen, om alle sappen en fruit te verbruiken
voor de drie man en een paardekop die er is. En alstublieft, er moet licht
zijn, anders zien zelfs die drie man er niets van.
Minas Gerais is de regio waar ik
de vorige keer alleen doortrok. Het ligt tussen Noord- en Zuid-Brazilië en
aangezien er een gaatje was tussen de festivals in het Noorden en die die nog
komen in't Zuiden, was het mijn idee om naar hier te komen met heel ShakeThat.
Hier gratis te spelen om de projecten te steunen die ik had leren kennen. We
zouden er als koningen ontvangen worden ... en nu dit.
Vitoria en de andere circusleerlingen in Ouro
Preto
Gelukkig verliep ons verblijf de
voorbije week in Ouro preto perfect, en voel ik mij maar half schuldig heel
ShakeThat naar hier mee te nemen.
We gaven de leerlingen van het
sociaal-circusproject in Ouro Preto één dag vrij oefenen en twee dagen
intensieve lessen. Nu is er een toonmoment, het is de beurt aan de negenjarige
Vitoria die samen met Brena een nummertje met de evenwichtsladder gemaakt
heeft. Ze straalt, ze straalt onbeschrijflijk hard.
De eerste dag, toen we
kennismaakten en de leerlingen vrij lieten oefenen viel Vitoria me direct op.
Ze deed me onmiddellijk denken aan de Roma straatkinderen in Roemenië waar ik
ooit les aan gaf. In tegenstelling tot alle andere leerlingen was ze vuil, had
oude kleren aan en stond ze schuw van alles, alleen aan de kant.
Ik gaf haar van bij aanvang wat
meer aandacht en tijdens de eerste lesdag koos ze dan ook voor de workshop die
ik gaf: slap touw en ladder. Hoeel ze heel schuchter begon, bloeide ze tijdens
de workshop helemaal open. Toen we op het einde van de dag zeiden dat we de
volgnde dag naar een toonmoment zouden toewerken kroop ze echter terug in haar
schelp.
s avonds sprak ik met Luana, één
van de begeleidsters van het project, over Vitoria en ze bevestigde mijn
voorgevoel. Vitoria kwam inderdaad uit een uiterst arm gezin en had het zeer
moeilijk. Ook Luana vreesde dat ze uit schrik voor het toonmoment niet
meerzou komen opdagen
Ze vertelde ook over Dodo, een
moeilijke gast in de lessen, die zoals de meeste moeilijke gevallen in mijn
workshop terechtkwam. Voor jongleren is veel concentratie nodig. Aan een touw
slingeren of alle energie botvieren op een ladder ligt die gasten beter. Dodos
vader had een paar jaar geleden het hele gezin afgeknald en daarna een kogel
door zijn eigen kop gejaagd. Dodo had alles gezien. Nu leefde hij bij een tante
die hem helemaal niet wil
En Mateuzinho, tja bij ons zou
die gewoon elke dag een handvol relatine-pillen moeten slikken. Een aapje dat
geen minuut kan stilzitten, maar wel zoals alle kinderen hier kan doorzetten.
Opnieuw en opnieuw en opnieuw. Hier is geen playstation, hier is er alleen maar
doorzetten. In België eindig ik een slaptouw workshop veelal met het aanleren
van een salto rond het touw. Het lijkt wat gevaarlijk en dus durft zowat de
helft de truck niet te doen. Hier in Brazilië doet iedereen die truck om daarna
ook nog de voorwaartse te leren die een heel stuk moeilijker en
angstaanjagender is. En matheuzinho, met de hulp van twee grotere gasten die
het touw een extra zwier gaven, is die erin geslaagd om een dubbele
achterwaartse salto rond het touw te draaien. Doorgaan en doorgaan, blijven
proberen, pijn of geen pijn, nog eens. Het is fantastisch om aan zon
leerlingen les te mogen geven.
Tussen beide lesdagen speelden we
op het centraal plein van Ouro Preto onze voorstelling. Een goeie en vooral
onvergetelijke show te midden van adembenemende omgeving. Dit is de eerste site
in heel brazilië die door de Unesco erkend werd, en hier pal midden dat
koloniaal plein schittert onze bar.
Vanzelfsprekend kwamen bijna alle
leerlingen kijken, maar Vitoria vond ik niet terug in het publiek. Het
versterkte mijn gevoel dat ik haar ook op de tweede lesdag niet meer zou
terugzien
Tot mijn verassing kwam ze
vandaag wel opdagen, en hoe !! Ze was gewassen, had haar beste kleren aan en
speelde met de anderen in plaats van tegen de muur te staan. De hele dag al
straalde ze, en nu, terwijl ze haar nummer brengt en alle andere kinderen
kijken en applaudiseren straalt ze zoals alleen de zon in Brazilië dat kan.
Misschien ben ik naief, maar
ergens hoop ik dat momenten als deze haar en de andere kinderen de kracht
zullen geven om nooit op te geven, dat momenten als deze hun zelfbeeld altijd
zullen ondersteunen. Misschien ben ik naief, maar ook ik ben trots en straal
wanneer Vitoria als een pauw de scène verlaat onder een enthousiast applaus.
De grootste Braziliaan
Net na de laatste eeuwwisseling
(in 2002) verkoos ook Brazilië zijn grootste landgenoot van de 20e
eeuw. Pelé scoorde zoals hij dat in zijn gouden jaren deed maar verloor op
penaltys van ex-president Joselino Kubitschek, die zijn politieke carriere
begon als burgemeester van Belo Horizonte en later gouverneur van Minas Gerais
werd.
Van 56 tot en met 61, dus net
voordat de militairen de boel opnieuw overnamen was hij president. Toen hij
begon was Brazilië zo goed als bankroet, maar in de vijf jaren van zijn bewind
ging brazilie er 50 jaar op vooruit (wat trouwens ook zijn verkiezingsbelofte
was geweest). Hij legde overal autosnelwegen aan, trok auto- en
vliegtuigbouwers aan (vliegtuigen zijn tegenwoordig het grootste exportproduct
van Brazilië die de derde grootste producent ter wereld is), zorgde voor de
hoogste minimumlonen die het land ooit gekend heeft en stichtte de hoofdstad
Brazilia, iets wat al meer dan een halve eeuw in de grondwet stond, maar waar
geen enkele andere president aan had durven beginnen. Het was ook de gouden
tijd van de Braziliaanse architectuur, met Costa, Niemeyer en Burle Marx die
zowat de heel Brasilia mochten ontwerpen. Op het einde van zijn bewind gingen
zowel de binnenlandse als de buitenlandse schuld de lucht in en rees de
inflatie de pan uit maar toch bleef hij zowel de rijken als de armen aan zijn
kant houden.
Zijn opvolger was uiterst rechts
en moest al na een jaar opstappen waarna links het volgens de militairen al te
bont maakte en hen deed beslissen nog maar eens de macht te grijpen, om deze
keer een zeer harde militaire dictatuur te installeren die het land de afgrond
in deed tuimelen. Met hulp van de CIA schakelden ze alle sociale organisaties
uit. Vele tienduizenden Brazilianen verdwenen spoorloos. De Amerikaanse hulp
werd betaald door de nationale rijkdommen weg te schenken. Van de enorme
zoetwaters reserves die Brazilië rijk is, was er na het militair bewind 60
procent in handen van Amerikaanse multinationals (voornamelijk Coca Cola), en
dat is nog steeds zo. Bij de ertsen was de uitverkoop zowaar nog erger. De
roofbouw-dictatuur richtte heel Brazilië zodanig ten gronde dat ze de ruïne
uiteindelijk vrijwillig terug gaven aan de democraten; er was niets meer over
om te plunderen.
Kubitschek die oppositie gevoerd
had tegen de dictatuur was intussen uit de weg geruimd (een auto-ongeval) en
uitgegroeid tot het symbool van de gouden tijden, van realisaties, vooruitgang
en samenwerking.
Wanneer ik de Brazilianen vertel
dat ze het enige land zijn ter wereld die ooit een zigeuner als president gehad
hebben kijken ze raar op, wanneer ik vervolgens zeg dat die zigeuner Kubitschek
is, zijn er maar weinig die mij geloven. Ondanks het feit dat Brazilië een van
de meest rasvermengde bevolkingen ter wereld heeft is het ook hier, net als in
het grootste deel van de wereld, onmogelijk voor bekende Roma om voor hun
etnische achtergrond uit te komen.
Misschien zou de wereld anders
naar de Roma kijken mochten alle bekende Roma plots wel voor hun achtergrond
uitkomen. Charly Chaplin en Elvis Presley zijn uitzonderingen want zelfs voor
muzikanten en acteurs is het niet vanzelfsprekend om dit publiekelijk te maken
laat staan voor politici
Luz para todos (Licht voor iedereen)
Het was één van de leuzes van het
Lula-beleid. Heel het land, ook de meest afgelegen dorpjes van stroom voorzien.
Het is een goed idee en werd ook in hoog tempo gerealiseerd, maar misschien
hadden ze er beter ook gratis lessen voor electriciens bijgegeven, in plaats
van iedereen te laten bricoleren a volonté.
Zelfs in een propere pousada in
Ouro Preto sta je met een bang hart onder de douche. De bedrading van de doucheverwarming
(kweet ook niet waarom je hier een warme douche zou willen nemen ) loopt op
tien centimeter van de douchekop, waaruit in alle richtingen waterstraaltjes
spuiten. Rond het connectie-suikertje en de draden die er verbonden worden zit
zelfs geen tape.
Het net werkt hier op 110 volt en
blijkbaar is dat veel gevaarlijker dan de 220 bij ons. De schok is niet groot
genoeg om je er van af te slaan en dus blijf je plakken tot een zekering het
begeeft. Gezien de plongs hier constant springen (hoe zou dat toch komen ?),
worden ze vervangen door koperdraadjes, dus de kans dat er een zekering springt
voor je helemaal gebroodroosterd bent is vrij klein.
Uiteindelijk, meer dan een uur
nadat we moesten beginnen, raakte het licht geregeld en konden we onze show
spelen voor het kleinste publiek uit de geschiedenis van ShakeThat. Spelen of
niet ? Natuurlijk, tzal wel zijn !!! De weinigen die er waren hadden al meer
dan een uur gewacht
Na afloop doe ik de afwas, samen
met Rogerio die deze circusschool doet draaien. Zijn teleurstelling is groot.
Het schooljaar is vandaag officieel gedaan, overal zijn er studentenfeesten en
gratis optredens. Bovendien is volgende week het eindejaarsspectakel van de
circusschool. Hij had niet nee durven zeggen op ons aanbod om gratis te spelen
voor zijn project. Hij had niet durven zeggen dat een weekje later beter zou
passen en beseft dat het dus ergens zijn fout was.
Maar ik kan het hem niet kwalijk
nemen. Die gast steekt al zijn energie in dit mooie project. Vorig jaar zijn er
opnieuw vier leerlingen vanuit dit project binnen geraakt in de beste
circusscholen van Europa. Phillipe, mijn partner van Circo Fusca is binnen in
Chalon, de meest vermaarde circusschool ter wereld. Twee anderen raakten binnen
in Fratelini (Parijs) en één in Esac (Brussel - jawel ook België heeft een
top-circusschool, al zijn Belgische leerlingen er zeldzaam).
Ik kan het hem niet kwalijk
nemen. Ik kan mij alleen kwaad maken op de electricien van dit gebouw.
Ik verschiet mij bijna een
ongeluk wanneer ik een afgewassen beker te drogen zet op het druipblad voor mij
en de druppel volg die van de beker via het blad terug in de wasbak rolt.
Precies daar, midden de afwasbak, net achter de kraan, en onder het druipblad
zitten twee stopcontacten, die van zelfsprekend halverwege de ShakeThat afwas
al helemaal nat zijn.
Elektrocutie para todos !!!
Belo Horizonte dag 2: de herkansing
Joao neemt ons mee naar dezelfde
waterval als degene die ik vorige reis bezocht. Aan watervallen nochtans geen
gebrek, maar t is zon pareltje en ik ben blij om er nog eens terug te gaan.
Tot mijn verassing ken ik de hele
rit nog van buiten. We passeren dezelfde wolkkenkrabbers en dezelfde favelas,
waar wellicht dezelfde kinderen met hun zelfgemaakte speelgoed spelen; het
nationaal symbool van elke favela: de pipa.
Het is een vlieger aan één
touwtje dat met lijm en glasscherfjes ingesmeerd is. Door het touw langs dat
van de tegenpartij te laten schrapen kan je het andere touw doorsnijden,
watde bedoeling is van het spel.
Eénmaal het touw is doorgeschuurd crossen beide ploegjes (meestal teams van
twee) zo snel mogelijk richting de neerwaarts dwarrelende pipa. Wie eerst is
wint en krijgt de pipa.
Het is een spel dat zoals alles
hier in Brazilië zijn mooie en minder mooie kant heeft. Ook het doorgesneden
glastouw dwarrelt naar beneden en wordt in alle emotie vergeten. Soms komt het
dwars over de weg te hangen en vormt zo een genadeloze guillotine. Tot voor
enkele jaren koste dit spel in Minas Gerais alleen zon 50 levens per jaar
(onder Lula werden preventiecampagnes opgezet, waardoor het aantal dodelijke
ongevallen sterk is teruggelopen tot nog sechts een paar per jaar).
Joao vertelt het ons nadat we hem
vroegen waar de littekens aan zijn schouders vandaan komen. Hij had geluk. 10
centimeter hoger en hij was er niet meer geweest. Op zijn fiets stonden geen
ruitenwissers (tot ik dit verhaal hoorde vond ik die metalen antennes vooraan
de motos altijd vreemd), hij reed voorop scheurde naar beneden toen hij plots
gegrepen werd door zon guillotine. Het touw sneed in beide bovenarmen tot op
het bot. Het bloed gulpte er uit. Had er niet net op dat moment een bus gestopt
en hem onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht was hij zo goed als zeker
leeggebloed. Leven en dood liggen hier overal onwaarschijnlijk dicht bij
elkaar.
De waterval en de wandeling
erheen zijn nog steeds even wonderbaarlijk als een jaar terug. Wanneer we aan
de cachoeira zelf komen flirt er een kolibrie met de bloemen aan de overkant om
dan weg te flitsen naar een bloeiende struik 20 meter verder. Beixa-flor heet
zon beestje int portugees: bloemen-kusser.
Uiteindelijk is heel ShakeThat
blij dat we tot in Belo Horizonte gekomen zijn: herkansing geslaagd.
Maar ook zonder deze dag aan de
waterval was iedereen al in de wolken over deze week. De kinderen in Ouro
Preto, de show daar en zelfs die in Belo Horizonte waren machtige ervaringen.
Op naar Sao Paolo !!!
Verslag 5: Sao Paolo
Sao Paolo
Brazilië is het vijfde grootste
land ter wereld zowel qua oppervlakte als qua bevolkingsgrootte. Het zou
logisch zijn dat je hier dan ook overal de gemiddelde wereldbevolkingsdichtheid
zou aantreffen, maar de realiteit is anders. Brazilië heeft namelijk een
bevolkingsverdeling die goed overeenkomt met de verdeling van de materie in ons
heelal. Heel veel ruimte voor bijna geen mensen en hier en daar een
samengeklonterde mensenmassa die alle verbeelding te buiten gaat. Bemvindo no,
Sao paolo !!!
Als je wil weten hoeveel mensen
er in Sao Paolo wonen doen de locals er nogal ingewikkeld over en vragen dan
wat je precies bedoelt met Sao Paolo, O centro ? In het centrum van Sao Paolo
wonen zon 10 miljoen mensen, nauwkeurig tot op anderhalf miljoen. Ze zijn de
tel een beetje kwijt.
Als je het over de volledige
korst hebt, over de aaneengesloten lichtgevende vlek die je van op de maan kan
waarnemen, dan zijn ze de tel zodanig kwijt dat ze zelfs niet meer proberen.
Tellingen die rekening houden met alle sloppenwijken (het lijkt absurd maar
vele tellingen doen dat dus niet) komen uit ergens rond de 22 miljoen. Dit is
de grootste mensenklonter in heel Zuid Amerika, ongeveer evenveel als Parijs en
London samen. Veel te groot en veel te druk voor een mens als mezelf, maar ja,
we moeten hier optreden en workshops geven
Brickhouse, Namakaca
Als je je weg ze weet te vinden
in Sao Paolo is het natuurlijk een interessante stad, een ontmoetingsplaats bij
uitstek, een broeinest van cultuur. Voor ons is dat simpel: iedere maandagavond
komen alle jongleurs samen in Circo no Beco, om er samen te jongleren en
feesten, en gezien we hier op een maandag landden, kwam ons dat zeer goed uit.
De locals waren zeer enthousiast met onze aankomst, niet alleen omdat ze
gastvrij zijn voor iedere jongleur die hier strandt, maar ook omwille van een
extra reden:
Op de Europese jongleerconventie
(het mekka voor elke jongleur ter wereld) van 2007 in Griekenland was er één
Braziliaan, en toen die thuiskwam stak er een DVD van ShakeThat (we speelden
daar met Bram omdat Sander in het gips zat) en van Addicted in zijn zak.
Shakethat kennen jullie en Addicted dat zijn de Vlaamse jongleurs die op dat
moment een DVD gemaakt hadden met onze beste jongleerroutines op. Die beide
videos kwamen Brazilië binnen toen U-tube nog niet bestond (of in ieder geval
wisten ze het hier nog niet of stonden er nog geen jongleerfilmpjes op). De
videos werden over heel Brazilië en niet het minst hier in Sao Paulo verspreid
en zowel Addicted als ShakeThat werden hier wereldbekend-onder-jongleurs.
Het gevolg is dat we hier als
koningen ontvangen worden. We slapen in het lokale jongleurshuis Brickhouse
(iets tussen Telesnack en Circokot) en gaven net twee dagen workshop in
Namakaca.
Hoewel de leerlingen een hoog
niveau hadden en vooral ook een sterk door de addicted-video beïnvloede stijl
vonden ze onze workshops toch heel verrijkend. Telkens wanneer er Europese
jongleurs in Sao Paulo passeren proberen ze een workshop geregeld te krijgen,
maar blijkbaar klikte het nooit zo goed als met ons. Blijkbaar willen andere
lesgevers een strikt uurschema, een duidelijk afgesproken betaling, een tolk en
gaan ze na hun uren terug naar hun hotel.
Wij daarentegen overleggen met de
leerlingen hoe lang ze kunnen blijven en passen ons uurschema aan, doen ons
best om alles int portugees uit te leggen en blijven na afloop zelf nog wat
trainen en technieken uitwisselen met de locals. En op vlak van betaling, tja,
een vrije bijdrage leek ons het meest gepast. Kwestie dat iedereen die de
workshop echt wilde volgen dat ook kon doen.
Als het stadsbestuur haar woord
houdt, dan zullen we wel genoeg verdienen met onze optredens hier. Laat ons
hopen.
Arme mensen ? niets gezien !
Nadat we met de jongleurs van de
workshop pizza aten nam ik de restjes mee om die onderweg aan een straatkind of
afvalverzamelaar te geven. We wandelen zeker een uur, van het centrum naar een
aangrenzende middenklassebuurt, maar uiteindelijk heb ik de restjes nog steeds
in mijn hand wanneer we in Brickhouse aankomen.
In tegenstelling tot Rio, heeft
Sao Paulo een duidelijke demografische ordening. In die andere metropool ligt
het stadscentrum vol Morros; onwaarschijnlijk steile rotsen waarop geen echte
gebouwen kunnen neergepoot worden en zodoende ingenomen kunnen blijven door
sloppenwijken. Straatarm en helicopterrijk wonen er naast elkaar en overal vind
je armen in het straatbeeld. In Sao Paulo wordt het rijke centrum omgeven door
een brede gordel middenklasse buurten om pas veel verder over te gaan in
sloppenwijken. De weinige armen die hier wonen verstoppen zich na zonsondergang
uit angst voor de politie en andere kuisploegen.
Met of zonder ShakeThat ?
In heel Brazilië wonen er
ongeveer 210 miljoen mensen, precies tot op zon 10 miljoen. Dat is evenveel
als er ooit in de USSR woonden en op de China, India, de VS en Indonesië na, de
grootste bevolking ter wereld.
Ze vragen altijd van waar je
bent, en knikken wanneer je België zegt, maar hebben er meestal totaal geen
benul van waar dat ligt. Ik vul mijn antwoord daarom aan met: In Europa, bij
Portugal, maar veelal worden ze ook daar niet veel wijzer door. Portugal is
hier eerder een term uit de geschiedenisles dan uit de Aardrijkskundeles, waar
maar twee landen aan bod komen: Brazilië en Fora; het buitenland.
Als ze vragen hoeveel inwoners
België heeft antwoord ik meestal met bedoel je met of zonde