De wereld door mijn ogen: circus, natuur en sociaal-politieke toestanden
02-08-2011
welkom op mijn blog reisverslagen
Dag lezers,
blijkbaar moeten reisverslagen tegenwoordig op een blog staan. Ik vond het al een technologisch hoogstandje van mezelf dat ik een e-mail met foto's er in doorstuurde. Ik ben er nog niet aan uitgeraakt hoe ik foto's aan mijn blog kan toevoegen, dus dat zal voor een andere keer zijn.
Deel 1: de twee weken voor het eerste ShakeThat optreden
De heenreis
Ik zit samen met Gab op de
vlieger richting Rio de Janeiro. Het is de vijfde tournee in Brazilië op drie
jaar tijd, dus ik weet niet of ik jullie nog veel nieuws zal kunnen vertellen
over dat land. Zelf heb ik er deze keer weinig zin in. De reis loopt opnieuw
over Belo Horizonte, Rio en Sao Paulo. Een mooie streek, maar ik heb het
allemaal al gezien. Ik heb zin om in België te blijven en te trainen of te
werken in ons kasteel en als ik dan toch op tournee kan naar de andere kant van
de wereld, dan liever eens ergens anders heen.
Het was eind mei dat ik het
leegstaande Kasteel in Zulte opmerkte. We namen contact op met de eigenaar en
tegen begin juli was alles geregeld. Hij was blij dat wij het zouden opknappen
en wij waren blij dat we een nieuwe stek hadden waar we gratis konden wonen en
trainen. Eind augustus begonnen de werken en zo goed als alles kostte ons
minstens drie keer zo veel werk als we verhoopt. Alle schimmel wegkuisen, rotte
plafondsuitbreken en met gyproc herstellen, boompjes van tussen de tegels en uit
de goten halen, kapotte ruiten herstellen, snoeien, alle zolders en
rolluikkasten isoleren, alle parket schuren en boenen, de kapotgevroren dieselbrander
en een 30tal chauffage uitbreken, een twintigtal nieuwe aansleuren en
installeren, een nieuwe brander geheel ecologische houtvergasser- kopen en
installeren, den elektriek repareren, klinken, sloten, sleutels, waterleidingen
uitspoelen, boilers herstellen, en ondertussen ook nog eens de verhuis en de
afbraak van Telesnack.
Ik wil niet vertrekken net voor
de grote werken klaar zijn. Ik wil er bij zijn als de verwarming opgestart wordt
en ook de kachel in het trainigszaaltje brandt. Ik wil verder werken aan de
moestuin, de kippenren, de serre en de varkensstallen, de sauna en de grote
trainingszaal. Er is nog zo veel te doen. Ik heb geen zin om anderhalve maand
te verliezen in Brazilië.
Halte 1: de nationale circusconventie
Wat kan het leven toch schoon
zijn !! Eindelijk weet ik weer waarom we opnieuw naar hier wilden komen.
Neem nu de circusparade. Zon
optochten zijn nooit mijn ding geweest. Ongeveer elke circusconventie belooft
het stadsbestuur een verkleede parade die wat kleur en leven in de stad brengt
als een tegenprestatie voor de ondersteuning. Dus het is verplichte kost die je
er bij neemt omdat je weet dat het nodig is.
Behalve natuurlijk in Brazilië,
het mekka van parades en stoeten. Hier brengt de stoet niet een beetje kleur,
maar zet het hele parcour op stelten en is het genieten van elk moment, zelfs
voor van die saaie Belgen.
Alle artiesten zijn potsierlijk
verkleed en geschminkt zonder enige schaamte. Iedereen trommelt en jongleert
terwijl de omstaanders lachen en meeroepen alsof het hen totaal niet irriteert
dat ze een half uur tijd verliezen. Jongleurs lopen openstaande deuren binnen
en gooien kegels vanuit het ene raam naar het andere. Geen Braziliaan die er
iets op tegen heeft.
Alles verloopt zo natuurlijk
alsof iedereen zijn hele leven niets anders deed. Een kruispunt waar je in
Europa al na 10 seconden met boze chaufeurs zou af te te rekenen krijgen van
pepperspray tot bosmaaiers- is hier de ideale plaats voor meer spectakel. Twee
porteurs nemen elkaars schouders vast en in no-time staat er een cirkel van
tien porteurs met een achttal man op hun schouders waar de voltigeurs nog aan
het opklimmen zijn. De kinderen, klimmen als apen naar de vierde verdieping
terwijl de hele toren ineenzakt. De autos toeteren mee met de trommels en het
applaus van al wie een half uur te laat zal zijn op zijn werk. Werk ? Dat kan
altijd wel wachten.
Als er iets is dat we van de
Brazilianen kunnen leren dan is het wel wachten. Twee uur in de rij staan omdat
de voorstelling te laat begint, en niemand die zich daaraan ergert. Ideaal om
met je buurman te praten, desnoods wat samba te spelen en te dansen.
Als slot van de parade speelt
Adriaan Schwarstein zijn Green-man personnage. Normaal wordt die in een winkelstraat
gezet en speelt hij met iedereen zijn voeten waarbij hij ver gaat en er toch in
slaagt om de mensen niet boos te maken.
Hier in Sao Joao Del Rey zetten ze
hem midden op de drukke ringweg. Adriaan is één van de weinige mensen die
betaald wordt om megafiles te doen ontstaan. Hij gaat ver, heel ver, en niemand
maakt zich. Hij neemt zelfs plaats achter het stuur, deelt de pizzas van de
koerier uit aan de anderen en verwisselt de helmen van motorijders. Meer dan
een half uur staat het verkeer zo goed als stil voordat de politie ingrijpt.
Iedereen lacht en rijdt verder.
Gisterenavond toen we hier
aankwamen was het vuuravond, het enige onderdeel van een conventie die ik nog
minder smaak dan de stoet. Iedereen wacht zeker een uur tot de bussen er eindelijk
zijn, maar niemand die daar een probleem van maakt. En wanneer die er eindelijk
zijn propt iedereen zich naar binnen -zelfs via de ramen- onder het scanderen
van: Er kan er nog eentje bij, er kan er nog eentje bij In plaats dat de
chauffeur komt zagen dat dat niet mag van de verzekeringen, checkt hij vol
hoopvolle verwachting of zijn bus-vul-record gebroken wordt.
We rijden naar een waterval waar
eenmaal de zon ondergaat de barslechte show begint. Moet nu net op dat moment
de eerste regen van het seizoen uit de hemel donderen ? De show gaat gewoon
verder en het publiek houdt zich warm door samen als zotten te dansen. En als
blijkt dat de bussen opnieuw een uur te laat zijn en iedereen doornat is en
rilt van de kou ? Cachasa, samba en niemand die zich ergert !!
Serra do cipo
Wauw, hoe schoon. De Farofa
klatert vanaf het hoogplateau een dertigtal meter de diepte in. We klauteren de
rotsen af en terwijl een arend overvliegt duiken we onder de regenboog door de
stortpoel in.
Ik zal jullie jammergenoeg moeten
schuldig blijven welke soort arend het juist was. Het was het type Steenarend,
maar zonder vogelgids weet ik amper meer dan de gemiddelde Braziliaan, die
volgens recent onderzoek gemiddeld 0,7 plantensoorten en 1,2 insecten op naam
kan brengen. Diezelfde Brazilianen kennen anderzijds wel 226 merklogos. Ik ga
ervan uit dat dat onderzoek in Sao Paolo, Rio of een andere grootstad gebeurd
is, want hier rond de serra do cipo, kennen de mensen de natuur nog beter dan
je zou verwachten. Ik ga niet zeggen dat iedereen hier alle 3000 plantengenera
kent, maar het verschil tussen een Jabuticaba en een Acerola, dat weet iedereen
hier.
Op de wandeling tot helemaal op
het hoogplateau was alles zwartgeblakerd, door een grote brand die hier een
dikke maand geleden heel het park en de omliggende gebieden in de as legde. Uit
de grond en de zwarte stammetjes schieten weeral groene scheuten. Deze
hoogvlaktes staan ondermeer bekend voor hun enorme diversiteit aan Velosas. Het
zijn oeroude planten die zo een beetje de vorm van een minipalmboom hebben. In
goeie jaren groeien ze 7 millimeter en 3 millimeter in de slechte. Die zwarte
stammetjes die soms 2 meter groot zijn, zijn dus ongeveer 400 jaar oud. (Voor
wie het niet beseft, 400 jaar dat is echt wel heel oud. Dat is tot in de tijden
dat Columbus nog dacht in Indonesië beland te zijn. Die mega dikke beuk in het
vlaamse park is heel zelden ouder dan 200 jaar en geen enkele majestueze
parkboom in Belgie is 400 jaar oud). Op die vierhonderd jaar slagen die Velosas
er gemiddeld 1 keer in om zich voort te planten, en de meesten hopen dat dit nu,
net na de brand zal gebeuren, nu veel grond nog onbedekt is waardoor hele lappen
van de bergwand paars en wit kleuren.
Langs de eerste rivier die we
kruisten vond ik sporen van een kleine Tapir, wat mij verwonderde, want hier
leven bij mijn weten geen Tapirs, maar anderzijds is er bij mijn weten ook geen
enkel beest waarvan de sporen ook maar een beetje op die van een Tapir lijken
en klopte het biotoop wel heel goed. Misschien was die tot daar gevlucht
vanwege de branden. Wie zal het zeggen ?
Misschien bestaan er hier kleine
tapirsoorten. Net als bij de arend weet ik het niet. Ik heb nochtans ooit een
vogel- en een zoogdierenboek gekocht en ik had het nagelaten aan de biblioteek
van het reservaat, maar die zijn hier nooit geraakt. Hun laatste spoor ligt in
Ouro preto, maar daar zijn ze volgens Du opgehaald door Phillipe die ze hier
zou afgeven, iets wat geheel volgens de braziliaanse afspraak-houden-cultuur
niet gebeurd is. Ik hoop dat ze bij Lucas liggen waar we later nog zullen
langsgaan
Na onze middagplons volgen we de
Farofa tot in zijn Canyon. De rotsen bestaan uit precambrische afzettingslagen die
bijna 90 graden gekanteld zijn waardoor er een stijle kant is die met de platen
meegaat en een bijna verticale wand waar de ene steenplaat op de andere steunt
en waartussen de farofa zich een weg naar beneden slijpt.
Hier is geen pad en het ziet er
onmogelik uit om zonder klimmateriaal in de canyon af te dalen maar we
besluiten toch op zijn minst langs eerste waterval te klauteren om te zien hoe
het verder zal lopen.
Er blijkt onmiddellijk een tweede
waterval te zijn die zon tien meter recht naar beneden duikt en waarlangs klimmen
niet mogelijk is. We kunnen ons laten zakken en laten vallen tot op een richel
en vandaar weer hetzelfde, maar dan geraken we nooit meer boven, of we gaan wat
terug en proberen langs de andere kant waar de ene losliggende steen op de
andere ligt.
Het lukt, we komen in een
indrukwekkend uitgesleten bocht terecht waar dit niemendallige beekje een
gigantische muur heeft afgeschuurd. Wellicht loopt heel deze bocht vol als het
eens goed regent. Gelukkig zien we geen wolkje aan de hemel.
Tien meter verder is alweer een
volgende waterval. Dit keer klettert het water langs een schuine wand 20 meter
de diepte in. Hier stopt de afdaling, dat is duidelijk. Of toch niet ? Gab vind
een soort drie-kwart grot waar we onszelf kunnen in vastduwen en zo opnieuw een
bassin lager bereiken. Langs mij passeren de ene orchidee na de andere, die nu
jammergenoeg niet in hun bloeiseizoen zijn.
Er is onmiddellijk een nieuwe
waterval. Ik klim langs dezelfde wand omhoog om de andere wand te bekijken en
roep: ideaal, gelijk een trap.
Op die manier doen we bassin na
bassin. Iedere keer opnieuw kunnen we slechts zien tot aan de volgende val en
hebben we er geen idee van wat ons verder te wachten staat. Hoe dieper we dalen
hoe moeilijker het wordt. De risicos die we nemen zijn berekend, maar mocht het
eerste bassin al zon moeilijke hindernis geweest zijn dan waren we er nooit
aan begonnen.
Ik hang aan één hand en moet wat
zwaaien om met de andere hand een overhangende rots te raken waarmee ik me in
dezelfde beweging tussen twee rotswanden kan trekken en me daar vastklemmen. Om
zo in die spleet weer een level lager te raken. Piece of cake roep ik naar Gab,
terwijl ik voel dat mijn krachten stillaan uitgeput raken.
Plots stopt de canyon. De
zijwanden -die nu zeker 50 meter hoog zijn- worden gestopt door een verticale
muur van hel blauwe lucht.Voor
ons gaapt een diepte van zeker 200 meter waarlangs de Farofa naar het dal valt.
En nu, wat kunnen we nu nog doen ? het zou een leuke rappel zijn, maar zonder
touwen en bergbekliminstructeur is het een wisse zelfmoord. Hier kunnen we de
canyon uitklimmen maar nu moeten we afdalen langs de veel te stijle flanken waar
alleen wat dorre, verbrande stronkjes de losliggende stenen vasthouden. We
wagen het er op en eerst lijkt het te slagen tot we met schuivende voetjes tot
aan een punt komen boven een 20 meter verticale wand. Shit, wat nu ?
Links horen we het water de
afgrond in denderen, en rechts lijkt de verticale wand alleen maar hoger te
worden. Voor ons strekt het onderste deel van het reservaat zich uit. We zien
de benedenloop van de Rio Cipo, waarlangs een eeuwig groen bosland groeit waar
ooit lekkere Brulapen leefden.
In de galerijbossen zit het wel
nog vol van Capivaras en als de luipaarden niks lekkerder vinden dan eten ze
zelfs die walgelijk smakende varkens-grote-knaagdieren op.
Nu nog terugkeren is echt geen
optie. Eerst vijftijg meter deze bergwand weeer opklauteren en daarna heel de
canyon ook nog eens opklimmen, daar hebben totaal de enrgie niet meer voor. Als
we hier zonder problemen beneden geraken zal het al een immense voettocht zijn
om weer tot bij ons huisje te raken.
We zullen in dat geval via de
uitgestrekte prairie voor het bos wandelen. De graslanden waar paarden zich al
thuisvoelen sinds de eerste goudzoekers hier in de 18e eeuw hun
geluk waagden. Net zoals bij ons zijn dergelike graaslanden maar
half-natuurlijk maar terzelfdertijd zeer waardevol voor heel veel soorten in
het reservaat. Het is niet natuurlijk, maar het maakt het reservaat er diverser
op en daardoor kan het reservaat hopelijk iets meer soorten in stand houden dan
mocht het gewoon verbossen. Hetzelfde verhaal als onze heides en duinvalleien
dus.
Jammergenoeg is dit simpele verhaal
te complex voor de stugge Braziliaanse bureaucratie die geen enkele commerciziële
of agrarische activiteit duldt binnen een nationaal park. Ondanks het protest
van de conservator moeten de paarden onherroepelijk weg. Het is ver gekomen als
het de bureaucraten in de hoofdstad zijn die zonder enige kennis van zaken
beslissen over het beheer van dit reservaat, dat uit een recente studie
nogmaals het meest biodiverse reservaat van de wereld bleek te zijn.
Er zit niets anders op, we moeten
naar links om daar een richtel te vinden die ons veilig 20 meter lager kan
brengen. Gab gaat als eerste. Terwijl ik wacht met de rugzak.
De paarden zijn er voorlopig nog,
maar de rode Aras zijn al verdwenen, al was dit wel een beslissing van de
beheerders. Ik was niet de enige toerist die aangevallen werd. Na een tijdje
lieten die gangsters de natuurlijke vruchten voor wat ze waren en aten alleen
nog fastfood: fruit en snoep uit de rugzakken van de dagjesmensen. Ze hebben
die criminelen gevangen en gedeporteerd naar een ander reservaat.
Achter de groene bossen zien we
het landschap mosgroen worden, met grote zwarte happen. Ook aan de andere kant
heeft het gebrand, al lijkt het minder dan op deze flank, waar werkelijk alles
zwartgeblakerd is.
Gab doet teken dat het er goed
uit ziet. Er is een smal strookje waar je op de losliggende stenen tot onder de
muur kan geraken.
Beneden in de graslanden vinden
we sporen van een grote marterachtige (voor- en achterpoten hebben vijf gelijke
tenen. t lijkt mij iets in de aard van een Coati) Aangezien we dan wel al
beseffen dat onze gsm fotos kan trekken leggen we die vast. Wanneer we bij de
uitgang van het park komen weet de gids geen raad met onze fotos. Hij heeft er
werkelijk geen idee van welk beest dat kan zijn. met die brand zien we hier
beesten die we vroeger nooit zagen
Als ik hem daarna vertel over de
Tapirsporen, gelooft hij er helemaal niets van, maar ik leg precies uit waar
die te vinden zijn en hij belooft het de volgende dag uit te zoeken en laat me
weten dat als het inderdaad om sporen van een Tapir gaat, dat het dan de eerste
ooit zijn in de Serra do Cipo. Laat ons hopen
La pinha do Morro
Balltazar? zegt Lucas met een
verwonderde blik. Het is al bijna drie jaar geleden dat ik hier was, maar hij
herinnert nog steeds het optreden van toen.
Hij is nog steeds bezig met zijn
herbebossingsprojecten. Ondertussen beheert hij 69 bronnen waarlangs hij al 30
000 bomen gepland heeft. Zijn hut met palmbladerdak staat er nog steeds, maar
op de fundering daarnaast staat ondertussen een groot en prachtig huis dat
bijna af is. Al de dragende structuren bestaan uit boomstammen die hier gekapt
zijn. De muren ertussen bestaan uit zelfgebakken bakstenen. Alleen de dakpannen
werden gekocht.
Anglo-ferro heeft zijn plannen
kunnen doordrijven. Er is een minero-duct aangelegd van 6 m diameter waardoor
ertsgruis tot in Rio gespoten wordt en vandaar de boot op gaat naar China. Daar
worden de ruwe ertsen gesmolten en worden er ondertussen de zeldzame
waardevolle metalen als goud en coltan uitgefilterd. Coltan is nodig voor
GSM-chips en wordt zo goed als alleen in Oost-Congo in rendabele concentraties
aangetroffen, met de bekende gevolgen van dien.
Door het protest van Lucas is
Anglo-Ferro verplicht om hun water uit verschillende valleien te halen, maar de
gevolgen voor de lagerliggende ecosystemen zijn toch enorm. Anglo-ferro houdt
vol dat ze maar 20 procent van het jaardebiet verbruiken, maar die 80 procent
die verderloopt, dat is voornnamelijk in het regenseizoen. Tijdens het
droogseizoen is de aderlating te groot voor de levensaders van de droge
vlaktes.
Hier aan de bovenloop van de
riviertjes is er geen probleem. Hierheeft Lucas nog altijd een waterval van 20
meter in zijn achtertuin
Ook zijn groententuin is er op
vooruitgegaan. Een ananasplant geeft per jaar één ananas en 6 scheuten. Dus op
drie jaar tijd zijn er dus zon 200 keer (=6x6x6) meer ananassen. Op de velden
boven staan er zon 3000. Ook aan variatie geen gebrek. Er is banaan, goyaba, papaya,
jaca, jabuticaba, limoen, appelsien, pompelmoes, peer, pitanga, acerola,
kokosnoot, acaipalm, avocado, passievrucht en nog een hele reeks ander fruit
dat ik vergeet. Van veel soorten staan er meerere rassen, alleen al van de
banenen zijn er vier smaken. De groentenlijst is minstens even lang.
Alleen de rijst kopen ze aan en
verder geven ze hier bijjna geen geld uit aan voedsel. Het doet me denken aan
wij in Zulte, waar de vuilnisbakken van de supermarkten uitpuilen en bij gebrek
aan zigeuners of bedelaars is er totaal geen concurrentie waardoor onze frigo
uitpuilt met luxeproducten. Ook wij kopen weinig meer dan rijst, al is het niet
de overvloed van de natuur, maar de overvloed van de wegwerpmaatschappij die
ons voedt.
Het regenseizoen is nog maar net
begonnen dus het meeste fruit is nog niet rijp. Tot onze verassing zijn ze dus
heel tevreden met de mangos die we uit de Serra meenamen.
De eerste bananen zijn al rijp.
Lucas snijdt de tros los en hakt daarna de hele boom om. Nu zullen zijn
wortelscheuten opschieten en over 6 maand zijn dat opnieuw bomen van 5 m hoog,
die opnieuw elk één tros gaan geven die 6 maand zal rijpen en daarna kan de
cyclus opnieuw herbeginnen.
De hemelsluizen gaan open en de
hotsende beekjes veranderen in kolkende rivieren die ons afsnijden van de rest
van de wereld. We nemen een verdiende rustdag
Favella da Penha en het eerste optreden
We vullen de zwoele nacht met
cachasa verhalen. Voor en onder ons strekt de enorme Favela da Penha zich uit.
Ooit was dit een enorme favella, daarna een Franse cementmijn en eenmaal die
buit binnen was kwamen de armen zich op de vrije gronden vestigen. Tot een paar
jaar geleden was dit zoals alle favelas een no-go zone voor politie of
gringos, maar gezien deze wijk tussen het vliegveld en de binnenstad ligt en
vlak langs de snelweg wil men hier geen verdwaalde kogels tijdens deCopa do Mundo. De militairen hebben de
drugskartels er buitengegooid met veel machtsvertoon en een goeie strategie. In
plaats van de kartels echt te lijf te gaan is hen vriendelijk gevraagd hun
activiteiten te verleggen naar de banlieu, met de belofte dat al hun klanten
die hier wonen spoedig zouden volgen.
En inderdaad, de huurprijzen
stijgen sneller dan wat de bewoners kunnen verdienen en dus zal ook hier een
leegloop beginnen. Als toerist merk je daar niets van en lijkt de hele
pacificatie-strategie één groot succes. Hier is het zelfs s nachts rustig. De
bars en winkeltjes draaien volop. Iedereen is blij dat het straatgeweld
verdwenen is.
Luis, één van de drijvende
krachten achter het Espaco-CEM waar we al een week slapen, komt thuis. Zoals
altijd zonder shirt, wat hier zeer onconventioneel is. Een blootbovenlijf is
iets voor marginalen. Hij lacht dat weg. Met één hoekje van mijn short heb je
genoeg stof om een hele strandbikini te naaien
Na een kleine week in Rio op
keiharde puzzelmatjes te slapen is mijn rug kapot, maar toch ben ik blij. Ik
slaap liever hier in dit project op de grond dan in een hotel.
Espaco CEM ligt tussen de favella
en de morro do grotao (morros zijn de typische bulten die als jeugdpuisten over
het gezicht van Rio verspreid liggen). Het is een soort van cultureel centrum
dat gerund wordt door een groep vrijwilligers met een overvloed aan energie.
Het was vroeger gewoon een groot huis met een kerk-zaaltje er bovenop. Ze huren
het gebouwtje en organiseren er zo veel als ze kunnen voor iedereen uit de
favella. Er is les dans, ju jitsu, kick box, samba, zang en daarnaast geven ze
ook informatie-avonden over ecologie en gezond koken en zo. Ze ontfermen zich
over de morro zelf waar ze groentjes kweken en die ze op korte termijn weer
helemaal willen bebossen. Daarvoor kweken ze nu honderden boompjes in twee
grote serres (in tegenstelling tot belgische serres hebben die niet de functie
om zo veel mogelijk licht en warmte te vangen, maar zijn het net schaduwnetten.)
Het zijn geen amateurs, ze weten
waar ze mee bezig zijn. Op samenkomsten met ander ecologisten wisselen ze zaden
en informatie uit. Ze willen zo veel mogelijk inheemse soorten aanplanten en
focussen op bomen die vruchten geven want hun grote droom is dat er weer
brulapen op de Morro zouden kunnen leven
Overdag geef ik circusworkshop in
het gloednieuwe cultureel centrum aan de andere kant van de favella waar we
zullen optreden. Na de eerste dag is het mij duidelijk. Ik wil nooit geen les
meer geven aan rotverwende vlaamse kakbroeken. Alle gastjes die lesvolgen
hangen aan mijn lippen en als een oefening te moeilijk is, dan doen ze het
gewoon nog eens en nog eens en nog eens. De oefeneningen aan het slap touw zijn
even pijnlijk als in België, maar geen enkel kind dat daarover zeurt.
Terwijl we met plasticflessen en
stokken kegels maken schiet er een splinter in het oog van Juglia, een meisje
van negen jaar. Ze trekt haar ooglid open en vraagt of ik de splinter zie en
gaat daarna naar de kraan om het onding er uit te spoelen. Zo simpel is dat
hier.
De oudste drie leerlingen kunnen
al na een uur drie ballen jongleren en tegen het einde van de drie keer drie
uur les kunnen ze op een slap touw staan en een paar worpen doen met 3 kegels.
Ze hebben thuis ook zelf ballen gemaakt. Ik hoop dat die gasten snel de straat
op durven en met kleine showtjes hier en daar wat geld bijeen rapen, want ze
verdienen het.
Eerste ShakeThat show
Toen Barnum and Bailey (het
cirque du soleil van voor WOII) begin 20e eeuw een tournee door
Duitsland maakten kwam de legerleiding kijken hoe die gasten zo snel en
efficiënt hun gerief op en uit een trein kregen, om vervolgens een deel van hun
technieken te kopiëren. ShakeThat gaat er iedere tournee op vooruit maar het
zal nog wel efkes duren voor De Krem naar ons zal komen kijken. Deze keer hebben
we helemaal niets vergeten, behalve een paar kostuums.
Het cultureel centrum is
gloednieuw en gebouwd in een parkje dat net buiten de favella ligt. Het is een
typische investering die bij de pacificatie hoort. Voor al wie de stap naar dit
betere leven kan zetten is het fantastisch. Maar de meerderheid kan dit niet
betalen. Het socialisma van Lula en Dilma doet zijn best, en de resultaten zijn
er, maar aan het kernprobleem wordt niet geraakt. Onlangs sprong het
socialistische Brazilië over Zuid-afrika naar de eerste plaats op de
wereldranglijst over inkomensongelijkheid. Het verwonderd me. De regering trekt
de officiele minimumlomen op en veel openbare werken zorgen voor water en
elektriciteit, maar het fundamentele probleem blijft de ongelijke verdeling van
de grond. Al wat niet in handen is van een handvol families is tijdens de
dictatuur weggegeven aan de westerse multinationals. Waterleiding en
electriciteit doen het levensgemak wel stijgen, maar tegelijkertijd stijgt ook
de huurprijs en de grondwaarde waardoor de voordelen uiteindelijk opnieuw in
dezelfde zak terechtkomen. Zolang het grondbezit niet belast wordt is het
dweilen met de kraan open
De publieksopkomst is mager, heel
mager, maar de leerlingen uit de workshop en Luis van espaco CEM is er ook.
De nieuwe broek van Sander
scheurt al na twee minuten, pal in het kruis, maar verder loopt alles gesmeerd.
We smossen hier en daar ietsje meer dan gewente, maar de energie zit goed. Van
alle eerste-shows-vaneen-tournee moet dit de beste geweest zijn. Alle hop, op
naar de volgende show
Deel 2
Serra dos
orgaos
We zitten er door. Het is al
15u30 en volgens onze eigen berekeningen is de tocht helemaal terug naar het
dal zeker meer dan drie uur stappen dus als we voor het donker het reservaat
uit willen zijn, en nog op tijd voor de keuken van het Hostel, dan moeten we nu
rechtsomkeer maken.
Het is zonde, we zien de top
liggen, bijna alsof we hem kunnen aanraken. Dat dachten we al van toen we de
kam bereikt hadden, maar hoe meer we richting de top liepen hoe verder die
bleek te zijn.
Voor ons rolt de vallei
zich uit langswaar we tot hier stapten. Beneden is er een tropisch regenwoud
zoals er 500 jaar geleden langs heel de Braziliaanse kust was. het woud stond
onder meer vol met de boom Pau Brasil, het eerste exportproduct die ook zijn
naam gaf aan dit land. Hij werd voornamelijk gebruikt om er een koperkleurig
pigment uit te halen (vandaar Brasa = koper) waarvoor het hout helemaal geraspt
diende te worden. In de 18e E stak men in Nederland alle landlopers
in werkplaatsen die rasphuizen heetten. (Want zoals ik in vorige verslagen al
uitgebreid behandelde, De Hollanders hebben nu alleen nog Suriname over, maar
hadden ooit een enorme braziliaanse kust).
Van alle biomen die Brazilië
rijk is werd de Mata Atlantica zoals die officieel heet het meest verwoest, er
schiet nog ongeveer 6 procent van over. (de groene stipjes op het kaartje,
terwijl het gele gebied het oorspronkelijk woud voorstelt) Het is een beetje
zoals onze duinen. Hier en daar nog een lapje, maar voor de rest omgepolderd
tot landbouw of woonzone. Hier was het eerst hout kappen á volonte en daarna
suiker en andere landbouw die zowat heel de braziliaanse bevolking in leven
hield, en meer zelfs, liet vermenigvuldigen tot het vol stond met miljoenensteden.
De Serra dos Orgaos is door zijn onherbergzaam relief één van de weinige
restanten van de Mata Atlantica die er nog zijn. Het reservaat is piepklein,
slechts 11 000 ha, of dus slechts 50 keer ons Zwin.
Dat tropisch bos groeit langs een
riviertje dat al kabbelend afdaalt en hier en daar een watervalletje vormt die onbraziliaans
koud zijn. De bodem bestaat uit het hardste afzettingsgesteente die er is. De
toplaag bestaat uit puur aluminiumoxide. Aliminium lijkt niet te roesten, maar
in feite is dat begrog. In feite roest er een laagje van 1 atoom dik en dat
krankzinnig dun laagje vormt zon keiharde en ondoordringbare laag dat de rest
van het aluminium ongedeerd blijft. Hier is hetzelfde gebeurd. Eerst is al de
rest tot het kwarts toe weggeërodeerd. Er bleef alleen ijzer- en alumiumoxide
over waarvan de zones met veel aluminium de erosie het best trotseerden en
aanleiding gaven tot de vreemdvormige landschappen die hier alle horizons
beheersen.
Op de stijle stukken
groeit helemaal niets omdat er nergens barsten zijn om in te wortelen. Om de
minder steile stukken ligt een dun laagje grond dat genoeg is voor een rijk
regenwoud.
Regenen doet het hier trouwens
met bakken. Dit is de laatste en hoogste bergkam, die op een dikke 50 kilometer
van de kust alle vocht uit de zwangere atlantische wolken krabt. Al het
drinkwater voor heel Rio komt uit dit gebied, en hier ter plekke smaakt het net
iets minder naar plastic dan in de supermarkt. Toen het portugese koningshuis
uit Europa verdreven waren en hun troon dan maar in Rio zetten (begin 19e
E), hadden ze hier in de koele bergen hun buitenverblijf, en ik kan ze geen
ongelijk geven.
Ik ben de enige die nog verder
wil. Het is duidelijk dat we weer ietsje moeten dalen voor we naar de top
kunnen, maar we zien niet hoeveel. We kunnen toch op zijn minst eens gaan
kijken ?
De top die vlak naast ons ligt is
2165 m hoog, wat dicht bij het maximum van het brziliaanse hoogplateau van 2500
m komt. Niets is hier hoger dan die grens omdat al die toppen resultanten zijn
van een afgesleten vlakte die een 2500 meter hoog moet geweest zijn (een beetje
zoals onze ardennen).
De vegetatie veranderde
tijdens de wandeling van tropisch regenwoud naar een steeds lagere en drogere begroeiing
tot we hier helemaal boven op een bergweide lopen waar het enige houten gewas
een soort dwergbambu is dat heel sterk doet denken en de Europese Bergden:
Kleine gedrongen struikjes die een soort verschrompelde microversie zijn van
hun familieleden in het dal.
De beesten, zijn zoals altijd
moelijk te spotten. Overal hoor je geluiden maar ik kan hier niet eens de
kikkers van de vogels onderscheiden. Beneden zit het vol van de Jacuaçus
(Penelope obscura): donkerbruine boskiekens met een rode keel die naar verluid
naar eend smaken en daardoor overal zeldzaam
zijn behalve hier in dit reservaat. We zagen een kleine kikker (de kleinste
kikkersoort ter wereld leeft hier, maar het was een iets grotere die we zagen)
en daarna vonden we een pad die ongeveer 1 kilo woog. Er was ook een weinig
schuwe groene specht met een rode koptekening die hier vreemd genoeg Gouden
Specht heet (Piculus aurulentus). Er zitten hier nog redelijk wat met
uitsterven bedreigde beesten zoals langhaar-luiaards en muriquis (de grootste
aap van amerika) maar die zagen we natuurlijk niet.
De anderen protesteren, maar ik
ga toch een kijkje nemen. Na amper 20 meter zie ik dat de afdaling voor de top
bijna niets voorstelt en nog 10 meter verder zie ik net achter de kam iets
wonderbaarlijks en roep de anderen.
Op zon 500 van ons ligt
er een goddelijke drol die zon 15 m hoog is en een 50tal meter breed. Helemaal
rondgepolijst, en met een paar verticale barsten waardoor je in deze verdwaalde
kei kan wandelen. Dit is werkelijk één van de meest onwerkelijke plaatsen waar
ik in mijn leven geweest ben. Op de wanden in de spleten vormen kortsmossen en
een roodaangelopen Zonnedauwen (een vleesetende plant van hetzelfde geslacht
als de Ronde of Grote Zonnedauw die in België zeldzaam zijn) prachtige
kleurschakeringen die de vreemde lichtinval nog meer verdraaien. Alle wanden
zijn helemaal gaaf en rond geslepen alsof het om één van gods intelligente
ontwerpen gaat.
Volgens mij ligt hier de geboorte
van het hele architectureel oeuvre van Oskar Niemeyer. Het symbool van de
Braziliaanse vooruitgangsarchitectuur met zijn gigantische ronde vormen die
lijken te zweven. Betonnen constructies van 1000 ton die de zwaartekracht niet
lijken te voelen.
In Rio, waar hij tot zijn 104e
verder bleef werken kennen we hem vooral van het museum voor moderne kunst
terwijl men hem in het buitenland vanzelfsprekend associeert met Brazilia, de
stad die hij eigenhandig ontworp zoals God de bergen schiep. Ook als net als
God leek hij onstuitbaar. Zelfs met 105 regenseizoenen op de teller bleef hij
verder werken, tot hij vorige week dan toch niet onsterfelijk bleek te zijn.
We klimmen bovenop deze
goddelijke drol en zien aan de andere kant van de kam de Atlantische Oceaan.
Rio is van hieruit niet meer dan een toefje poedersuiker.
Poedersuiker, verdoeme,
als we vandaag nog iets willen eten moeten we terug en wel nu onmiddellijk. Het
is al na 16 uur en om tegen 19 u in het hostel te geraken gaan we heel die
afdaling moeten lopen. De pijltes aan de ingang van het reservaat toonden 5uur
om tot hiet te wandelen. Als dat Braziliaanse uren zijn, dan moet het lukken op
drie uur. We stormen de helling af om drie uur later helemaal kapot aan thuis
te komen, nog net op tijd voor een welverdiend avondmaal.
Overdose
Het clownfestival van Rio sluit
af met een propvolgeprogrammeerde dag die ze zelf overdose dopen. ShakeThat
speelt de afsluitende voorstelling op het plein waarna Maria Peligro (een Argentijnse
Brusselaar) het slotwoord krijgt in het theater.
We hebben ons decor op een
recordtempo neergehaald en ingepakt. Er was heel wat hulp van vrijwilligers en
zelf zetten we het gas nog een laatste keer plein, om de voorstelling van
onze Maria Peligro nog te kunnen meepikken.
Ik was nog helemaal onder de
indruk weggeblazen- van de voorstelling maar in de gang naar buiten ontploft
een Braziliaanse fanfare die alle emoties doet omslaan. Een combinatie van een
batucada-artillerie en daarachter zwaar geschut van koperblazers stelt het oude
bouwwerk danig op de proef. Het feest knalt op gang en ik geniet er van zoals
een kind van zijn verjaardagstaart.
Het is nog maar mijn eerste feest
op deze tournee, hoewel er iedere avond gefeest kon worden. Tijdens heel de circusconventie
deed de rug pijn en snoof ik weinig op van de feesten,
dazrna trok ik de natuur in. Zodra ik weer in de bewoonde wereld kwam speelde
de rug weer op waardoor ik opnieuw iedere avond moest horizontaliseren, en na
de tocht en de helse afdaling in de Serra dos Orgaos was mijn rug er weer
onderdoor gegaan waardoor ik heel het festival moest vullen met liggen en
rugoefeningskes doen. Nochtans zijn de feesten hier op dit clownfestival
onvergetelijk (check daarvoor het verslag van 2 jaar terug toen we hier al eens
speelden) en lag het dus niet aan een gebrek aan goesting.
Vandaag -om de show te overleven-
nam ik een hele apotheek pijnstillers en nu ik daar een paar caiperinhas op
kap, samen met het typisch gelukzalige gevoel na een goeie show voel ik mij in
de zevende hemel.
Omdat de vorige show leuk maar
slordig was, hadden we afgesproken om vooral op één werkpunt te letten:
properheid. Het resultaat was de leukste show sinds lang, maar ook veruit de
slordigste. Als we een rommelige show spelen en ik moet ergens op het einde
over de vloer kruipen dan is die helemaal nat. Nu was die niet alleen nat, maar
plakte die helemaal. Wat doet dat er toe, als het gevoel goed zit ? Het
publiek, dat voor de helft uit clowns bestond, ging door zijn dak en iedereen
die ik nu op het feest tegen het lijf loop komt me nogmaals feliciteren
Ik jongleer samen met wat locals
die volgend jaar willen binnenraken in de beste Europese circusscholen tot het
zweet, de caiperinhas en ritmes mij uiteindelijk voor samba doen kiezen.
Eindelijk feesten.
Ik weet dat ik morgen op de bus
naar Sao paolo ga afzien en dat het optreden dat we daar s avonds gaan geven
opnieuw een hel zal zijn voor mijn rug, maar op dit moment kan mij dat geen
barst schelen. Feesten wil ik, samba !!
Ofwe jullie tot in Vidigal kunnen
brengen? Geen probleem !!
Het busje vertrekt terwijl de klantenlokker verder
zijn werk doet. Hij hangt door het raam en roept de bestemmingen naar al wie
langs de straten slentert. Het systeem van omgebouwde camionetten met chauffeur
en roeper werkt bijzonder efficiënt. Het rijdt er overal vol van, zelfs nu om
2u s nachts, je geraakt er werkelijk overal mee en het is spotgoedkoop. Dat
het in feite helemaal illegaal is om openbaar vervoer te organiseren zonder
zich aan de taxi-regels te houden, daar merkt niemand iets van. Het wordt
gedoogd, omdat de maffia die het in handen heeft de beste partner van het
stadsbestuur is. Onze roeper lijkt mij 14 a 15 jaar. Zijn dag zit er bijna op.
Hij begon om 16u en stopt tegen half. Elke dag 11 uur werken voor honderd euro
per maand. Hij kan er net de huur van een krot in een favella mee betalen en
als ook nog iemand anders in het gezin een job heeft kan er ook eten gekocht
worden.
Het festival waar we speelden kreeg de leuze: Circus
en blijheid in de gepacificeerde favellas. Aangezien hier de komende vier
jaar zowel de Copa del Mundo als de Olympische Spelen passeren is het voor het
stadsbestuur van levensbelang om een aantal strategisch gelegen favelas onder
controle te krijgen. In die favellas werd het leger en politie ingezet om de
maffia er buiten te kegelen en het daarna vredevol te houden. Het wordt
allemaal verkocht als een groots plan tegen drugs en onveiligheid dat op
termijn alle favella-bewoners een rustig en vredevol leven moet geven.
De realiteit is vanzelfsprekend een ander verhaal.
Ten eerste wordt de drugsmaffia helemaal niet buitengezet, alleen mogen ze niet
meer schieten. De drugshandel zelf is er nog even bloeiend. Het gaat natuurlijk
alleen om een select aantal favellas en vooral het gaat hem niet om de bewoners
maar wel om de grondprijs.
Het systeem gelijk zeer goed op wat gebeurde na de
val van het communisme in Rusland. Iedereen krijgt eigendomsrecht over zijn
woning, maar in ruil moeten er taxen betaald worden en schieten water en
energieprijzen de lucht in waardoor velen niet anders kunnen dan verkopen en
verhuizen.
Ook in Brazilië heerst de TV. Eén van de populairste
programmas op de nationale zender is een dagelijkse ochtendshow van meerdere
uren gepresenteerd door plastieken papegaai en een oud wijf dat Anna-Maria
Braga heet. Iets zoals Zondag Josdag, maar dan elke dag.
Naast de cameraploegen liepen er op de set nog
minstens 50 mensen zonder taak, behalve eender welke vraag van één of andere
oppergaai onmiddellijk uit te voeren. Telkens we tijdens het opwarmen een fles
over de bar schoven kwam er iemand onmiddellijk alle watersporen afvegen. Alles
kan hier op twee minuten geregeld worden, en zo ook de opnames zelf. Eén take
en dat is het. De show must go on !! Na de opnames doen we ons kostuums uit en
tegen dat de bar opgeplooid is zijn die al gewassen en gestreken. Verdoeme, we
hadden beter al onze vuile was meegenomen.
Zelf slapen we in een herberg in Vidigal, een
Favella die gelegen is tussen het olympisch dorp en de luxestranden van Leblon
en Ipanema. Vastgoedmagnaten staan in de rij om hier vijf-sterren-hotels neer
te planten. Reden genoeg om ook deze favella te pacificeren.
Ondanks alles lijkt het mij toch nog de minst
slechte van alle mogelijke oplossingen. Niet zo heel lang geleden deden
voorstellen zoals ommuren en platbranden nog de ronde. De mensen die er in
slagen om een handeltje op te zetten en mee te profiteren van de veiligheid
kunnen hun kinderen zonder zorgen naar school sturen.
Om de gemoederen te bedaren heeft de stad ook haar
culturele budgetten in de strijd gegooid en een festival opgestart met een monsterbudget
om circus van over de hele wereld naar hier te halen.
Ik schaam mij dood om voor amper tien dagen naar de
andere kant van de wereld te vliegen. Twee dagen voor we vertrokken verkochten
we een hele avond biologische cocktails om daarna een streep van 100 ton CO2
over de oceaan te trekken. Ik schaam mij al evenveel over het gigantische budget
dat gespendeerd is om ons hier te krijgen. Door één of ander bureaucratisch
gelanterfanter zijn onze vliegtickets pas een maand voor ons vertrek gekocht en
natuurlijk is begin juli hoogseizoen waardoor er zonder de kosten voor de extra
bagage 2000 dollar betaald is per ticket. Met dat geld kunnen ze de favela-kinderen
een jaar gratis circusles geven
Het was hier putje winter toen we landden. De
voorbije drie tournees in Brazilië hadden de locals ons altijd duidelijk
gemaakt dat het zomer was, en dat het hier in de winter ook echt koud kan zijn.
Om twee uur s nachts loopt ShakeThat nog steeds in korte broek en T-shirt en
moeten we de taxichauffeur vragen of hij aub zijn airco kan uit zetten.
De grootste VN top ooit, Rio+20 was net voorbij. Van
enige teleurstelling over het feit dat het overleg werkelijk helemaal niets had
opgeleverd is hier weinig te merken. 50.000 officiële afgevaardigden en een
veelvoud aan activisten liet alle kassas doldraaien. Meer moet dat toch niet
zijn ? Trouwens, dat er niets bereikt is klopt niet. Heel wat straatverlichting
in Rio schijnt nu groen licht.
De sociaal-ecologische activisten zijn natuurlijk
wel teleurgesteld, maar tezelfdertijd ook blij dat er zo weinig doden gevallen
zijn. Gewoonte-getrouw vielen de meeste liquidaties onder de Colombiaanse
afgevaardigden, maar ja die zouden zonder Rio+20 heel waarschijnlijk ook
afgeknald zijn. Onder de Brazilianen zijn er uiterst weinig vermoord. Twee
vissers die kwamen getuigen dat alle vis dood of doodziek is sinds er
olieboringen doorgaan in hun visgronden zijn vermoord maar verder zijn er nog
geen verdwijningen gesignaleerd.
Het festival plantte in vier favellas een circustent
en liet de artiesten in de andere gepacificeerde favellas overnachten. Wij
slapen in Vidigal en spelen in Complexo do Alemão, een gigantisch net van
favelas dat langs de autostrade tussen het vliegveld en het centrum ligt. Hier
liefst geen oorlogen tijdens het WK of de spelen, en dus ook hier pacificeren
en clowntjes inzetten.
De tent waar wij moeten spelen is veruit de
slechtste. Het podium is een meter hoog en te klein, terwijl er voor het podium
geen plaats genoeg is. We beslissen om dwars te spelen, met een zeer smal en
diep publiek. Er is geen tribune en 50 rijen stoelen is geen optie want dan
zien alleen de eerste rijen iets. De eerste tien meter liggen er doeken en dan
nog 20 rijen stoelen. We weten op voorhand dat dit geen goed idee is. Alleen
kinderen gaan op de grond zitten en zelfs in Spanje krijgen we die etters
moeilijk stil als ze met een paar honderd oppeengepakt zitten zonder
volwassenen er tussen. We hoorden van andere companieën dat de lokale
crapuultjes met stenen gooiden tijdens de black outs. Wij hebben geen black
outs, maar zijn er toch niet echt gerust op.
Het pessimisme en de onverschilligheid staan in
groot contrast met de eerste biodiversiteitstop; Rio-92. Toen, vlak na de
ineenstorting van het communisme was de westerse diplomatie in een euforische
bui. Nu het grote kwaad de wereld uit was kon er eindelijk werk gemaakt worden
van al die andere problemen. Plots was iedereen vriendjes en moest de wereld er
op vooruitgaan. Zo goed als alle internationale akkoorden ivm biodiversiteit
die we nu kennen werden toen afgesloten. De bescherming van reservaten, plant-
en diersoorten, export beperkingen en zo veel meer, allemaal zijn het
resultaten van dat ene naïeve moment. Daarna trok het kapitalisme de teugels
wat strakker en werd er niets niemendal meer akkoord gekomen. Olieboringen en
ertswinning wegen net iets zwaarder dan de biodiversiteit. De vernietiging van
onze wereld is een risico die we moeten nemen om onze economie draaiende te
houden.
De show zit halverwege. Hoewel de glazen flessen die
in onze kast staan te blinken, een aanlokkelijk doelwit zijn, werden voorlopig
nog geen stenen afgevuurd. Maar nu komt het moeilijkste deel; het
publieksmoment waarin we mini cocktailtjes uitdelen aan het publiek. Al van bij
de eerste cocktails springt die hele meute recht en stormt op ons af. Die
gasten hebben echt geen honger of dorst, maar na 20 minuten stilzitten is een
massaworstelpartij met een sapje als inzet graag meegenomen.
We speelden uiteindelijk maar twee shows op het
festival die al bij al vlot verliepen. Jammergenoeg kwamen maar heel weinig
programmatoren naar ons kijken. De organisatie had ons gevraagd wat dat
eigenlijk betekende ShakeThat, juggling and comedy on the rocks, waarop wij geantwoord hadden dat die rocks wil zeggen op ijsblokjes. Daarop had de organisatie ons
overal aangekondigd als Juggling on ice. Nogal logisch dat er maar weinig
programatoren kwamen kijken naar een melodrama op ijsschaatsen.
Hoe zou je zelf zijn, t is hier putje winter !!!
Allé dat ist zowat,
Tot volgend reisverslag, wellicht over ShakeThat in
London tijdens de Olympische Spelen. Of misschien iets over Balltazar op
Chalôn, het meest gerenomeerde straattheater festival van Europa dat ons om
geheel ongekende redenen selecteerde,
Brazilie Reisverslag 3: Balltazar in het land
van de palmbomen
Deel 1: van Querétaro-Mexico tot Bahia-Brazilië
Mission impossible
Tussen mijn vlucht Mexico-België
en deze richting Brazilië zaten welgeteld vijf dagen. Ik had een nachtbus
genomen naar Mexico-stad en daarna een nachtvlucht naar Europa, wat me twee
slapeloze nachten opleverde en ik zat er alserieus door voor ik op die bus stapte.
De voorbije vijf dagen moest ik
duizend en één dingen zien te regelen. De ouders en mijn zieke oma bezoeken,
betalingen, mailtjes, de tournee in Brazilië regelen, portugees studeren, al het
balltazar-showgerief inpakken en last but not least, nog maar eens mijn
domicilie zien te officialiseren.Mijn adresweiziging was ondertussen voor de 3e keer op rij
geweigerd, telkens om dezelfde reden: toen de wijkagent kwam kijken was ik niet
thuis. Hoe zou dat toch komen ? Ondertussen blijven alle overheidsdiensten hun
brieven naar mijn vorig huisje sturen dat al een half jaar van de kaart geveegd
is
Mijn domicilie-aanvraag zal deze
keer niet geweigerd worden, omdat het nu al fout liep in de aanvraag. Om een
domicilie te wijzigen heb je een identiteitskaart nodig, met een internationaal
paspoort lukt dat niet. Een nieuwe identiteiskaart aanvragen zal heel
waarschijnlijk weer gepaard gaan met een special procedure, zoals de laatste
keer. Andere winkels behandelen hun goeie klanten met fluwelen handschoentjes
maar die mannen bij de gentse politie die de Oost-Europese-mensensmokkel in de
gaten houden kennen het systeem van de klantenkaart niet. In plaats dat ik de
elfde gratis krijg moet ik er een echt kruisverhoor voor ondergaan. Volgens de
wet op de privacy hebben politieagenten geen recht om in de databank van de
VDAB te kijken, maar ik vraag mij af hoe die gasten weten dit ik Rromanes
spreek ? En zeg nu zelf, Rromanes spreken dat is toch een voldoende reden om je
op de rooster te leggen. Ik zal volgende keer wel een nieuwe aanvragen voor
Brazilië komt dat toch niet in orde.
Ik had nog één nacht om mijn
bagage te pakken en nog één keer goed te slapen. Ik was doodmoe maar de stress
hield me tot in de vroege uurtjes wakker. Wanneer ik in Sao Paolo zal landen
zal de zon weer al boven de horizon staan. Op de komende vlucht moet ik echt
zien te slapen, maar ik weet dat dat niet zal lukken. Na een half uur in zon
klapstoel doet mijn rug pijn en daarna is slapen geen optie meer. Op een bus
leg ik me soms in de middengang en kan zo een beetje slapen, maar op een
vlieger is dat niet echt gepast.
Zodra ik aankom in Sao Paolo moet
ik naar een andere luchthaven helemaal aan de andere kant van die metropool waar
ik Anne zal vinden, een deel bagage kan achterlaten en onmiddellijk naar
Salvador vlieg. Daarna een nachtbus en een taxi-colectivo tot diep in het
binnenland van Bahia om er dezelfde avond nog op te treden op een circusgala en
dat gala ook te presenteren. U raadt het al, dat moet int portugees gebeuren
en de voorbije dagen had ik echt geen tijd gevonden omwoordjes en grammatica in te studeren
Je bagage inpakken als je doodmoe
bent is geen goed idee, maar je bagage helemaal niet pakken is geen optie. Net
voor ik opstijg besef ik dat ik mijn verrekijker vergeten ben, dat er nog
sleutels uit Gent in mijn zakken zitten en last but not least, dat ik mijn
boekje portugees vergeten ben.
Dan maar mijn hulplijn bellen.
Mijn lief zal het doorgeven aan Anne en die zal me in Sao Paolo wel een boekje
portugees kunnen meegeven. Daarna heb ik nog een 30tal uur om het portugees
terug onder de knie te krijgen, dat moet lukken. Allé hop, op naar de gate !!!
Het is wat er op staat dat telt meneer !
Sorry, maar op de verpakking
staat 125 ml en je mag maximum 100 ml meenemen op de vlieger.
Je ziet toch dat deze
onbenullige tube zonnecreme al half leeg is. Dat maakt 60 à 70 ml.
Maar het is wat op de verpakking
staat wat telt, want we kunnen onmoglijk weten hoeveel er precies in zit
Hoezo onmogelijk ? Echt moeilijk
lijkt mij dat niet. Uw collegas aan de bagage-check-in hebben een machien om
te weten hoeveel er in mijn bagage zit, en dat heet een weegschaal.
de regels zijn de regels meneer
volgens de regels mag ik 8 keer
100 ml vloeistof meenemen op het vliegtuig dus als ik de helft in een leeg
waterflesje spuit dan mag het wel mee ?
Nee, dan staat er nog steeds 125
ml op je tube en het is wat daarop staat dat telt
Ik kijk de trut met haar
uniformpetje recht in de ogen, en kan me nog net bedwingen om te zeggen: ook
bij u hoofd lijkt het me dat zo; dat hetgeen er op staat belangrijker is dan
hetgeen er in zit. Ik hou het vriendelijk, maar geraak geen milliliter verder.
Ik haat belachelijke regels. Ik
heb genoeg chemie gestudeerd om te weten hoe en waarmee je een bom kan maken en
met een tube zonnecreme kan je echt geen vliegtuig opblazen. Wat mij nog het
meest tegen de haren wrijft is dat me na deze controlepost een gamma aan
tax-free shops wacht waar ik 11kg zeep en suikerwaren mag kopen. Alles bijeen
genoeg om een serieus bommetje ineen te knutselen. Als de reden van deze regels
in explosieven gezocht moet worden, dan moet dat in de explosieve winsten van
de tax-frees zijn. Waarom eigenlijk, moet er voor verkoop in luchthavens, en
vliegtuigbrandstof geen tax betaald worden ?
Willekeur
Als er één zaak is die ik geleerd
heb bij alle ShakeThat vluchten dan is het wel dat thuis alles plannen weinig
nut heeft, omdat de alles overheersende factor bij het in-checken de totale
willekeur is bij het luchthavenpersoneel. De ene keer mogen tien overladen ST
koffers mee zonder enig commentaar de andere keer valt men over 5 gram
overwicht.
Ik had een pdf mee over
Pindorama-Circus waar ik een maandje gratis circusles zal geven aan
favela-kinderen, maar dat maakte geen indruk. Ik had gehoopt mijn slap-touw
poten mee te mogen vliegen als skilatten. Die mogen gratis mee, en hebben zowat
dezelfde afmetingen. Nee meneer, dat zijn geen skilatten. Inderdaad mevrouw,
dat zijn eigenlijk Golfclubs, om reuzengolf te spelen, en volgens jullie bagage
regels mogen ook golfclubs en golf-bags gratis mee. Ook dat kon ik op mijn
buik schrijven. Verdoeme alles herorganiseren, en de ladders thuis laten
Ooit, bij een ryanair-vlucht bleek
ShakeThat 20 kilo overwicht te hebben, wat ons 400 euro zou kosten om het mee
te vliegen. Tenzij, we binnen de 10 minuten een extra koffer zouden inchecken
wat amper 50 euro zou kosten. Een vuilinszak en een rol powertape deden de job.
Ook deze keer is de oplossing gelijkaardig al is de vuilniszak nu het
achtergronddoek van het Balltazar-decor en de powertape mijn evenwichtslint.
De grootste willekeur moet op
onze terugvlucht uit Mexico geweest zijn. Alle andere STers trokken met
koffers van 30 kilo en drie stukken handbagage naar de check-in en ondervonden
weinig problemen.
Ik probeer hetzelfde, maar de
trut aan de andere kant van de balie geeft geen krimp. Maximaal 23 kilo of
anders 3000 peso bijbetalen of een extra koffer aan 1500 pesos. Ik haal alles
wat eventueel nog in mijn handbagage kan uit de koffer, maar het is duidelijk
geen 10 kilo. Dan maar de Israël-methode denk ik. Ook toen was elke gram
overgewicht onbespreekbaar, maar hadden we het geluk dat een combinatie van
kabaal maken, tijdsdruk en een bijzonder laag IQ bij de trut voor ons ervoor
zorgde dat ze niet doorhad dat koffers die met hun wieltjes op het boordje
steunen slechts de helft van hun gewicht op de teller tonen.
Ik probeer dezelfde taktiek. Bij
gebrek aan wieltjes rol ik een T-shirt op en steek die tussen koffer en
weegschaalboord waardoor alles plots 6 kilo minder weegt. Het IQ aan de andere
kant doet de rest: de koffer passeert. De rest moest kinderspel zijn, ware het
niet dat deze trut ook eist mijn handbagage te wegen. (een beetje logisch
gezien die maximaal 11 kg mag wegen en ik net 10 kilo versjast heb). Terwijl ik
al mijn boeken, jongleerballen en dergelijke in mijn jaszakken en mouwen steek,
ratelt ze ook nog dat ik maar één stuk handbagage mag meenemen waardoor er weinig
anders op zit dan alle hemden en truien aan te trekken en mijn slaapzak als
sjaal te gebruiken. Mijn rugzak blijkt nog steeds te veel te wegen en ik moet
ook mijn jas laten wegen, en mijn sjaal mag ook niet mee. Ik maak mij nog even
druk dat er naast mij een man van 130 kg incheckt dus dat ik geen reden zie om
mijn jas te laten wegen, maar ik besef dat het deze keer niet zal lukken. Ik
heb gelukkig nog precies genoeg pesos bij me om een extra stuk in te checken
waardoor ik in Amsterdam land zonder ook maar één eurocent, bel- of bankkaart
op zak
Een week eerder was ook Lelo
teruggevlogen met dezelde maatschappij en een ST-koffer. We hadden die als 2e
bagagestuk ingecheckt en er een verassend lage 600 pesos voor betaald. Bij haar
tussenstop in New York, kwam de aap echter uit de mouw: Hoezo ik moet 70
dollar betalen om die koffer van hier naar Europa te vliegen ? Ik heb al
betaald in Mexico ! Dat is alleen tot New York. Hier moet je betalen voor de
reis tot Europa Ik heb geen dollars, en ook geen visakaart. Dan blijft de
koffer hier.
Na veel toeten en blazen slaagt
Lelo er in de man te overtuigen de koffer als handbagage mee te geven en daarna
passeert ze alle controles zonder probleem. Een koffer met bijna 20 kilo aan
metalen staven geraakt in de VS mee als handbagage en ik zou mijn 60 gr
zonnecreme niet mee krijgen zeker ? Zoals ik al zei, totale willekeur.
(ik keer uiteindelijk terug en
vind in een winkeltje snoepjes die in een plastic handgranaatje verpakt zijn,
waarna ik het snoep verorber en mijn zonnecreme daarin leegspuit om daarna met
die granaat wel het vliegtuig op te mogen.)
Deel 2: Van de circusconventie van Bahia tot mijn welverdiende rustdagen in
Minas Gerais
Brazilië, wat een land
30 uren om Portugees te leren,
tzal wel zijn ja. Op de nachtbus was er geen licht en eenmaal geland op de
conventie bleek ik nog net drie uurtjes te kunnen slapen voor ik mijn eerste
workshop moest geven. Daarna moest ik de artiesten bevragen, mijn slap touw
opzetten en het licht regelen, een gastmuzikant zoeken, al mijn dwaze trucjes
voorbereiden en tenslotte ook tekst en grappen zoeken om alles aaneen te
praten. Het licht gaat uit, het licht gaat aan en hop daar gaan we.
In de kleine tot op de draad
versleten tent van het Circo do Capao zitten en staan zon 600 mensen
oppeengepakt, wat me een dubbelgoed gevoel geeft. Ten eerste is het als artiest
altijd zalig om voor een volle tent te kunnen spelen, maar daarenboven hou ik
er van dat ook de lokale dorpelingen er zijn. In heel dit dorp wonen 1500 mensen,
en daarvan moeten er zon vierhonderd aanwezig zijn op dit gala. Het lijkt
makkellijk om het hele dorp hier te krijgen als er de rest van het jaar niets
te beleven valt, maar de werkelijkheid is anders. Hoe minder er te beleven valt
hoe minder makkelijk je mensen uit hun huis krijgt. Dat er hier zo veel zijn,
is net omdat dit dorp het hele jaar door leeft en dit festival het hoogtepunt
daarvan is.
Terwijl de mensen binnenkomen
lees ik de lijst met sponsors af. Zo goed als elke zelfstandige heeft zijn duit
in het zakje gedaan, waardoor aan alle artiesten en lesgevers een kleine
vergoeding betaald kan worden. Als ik mag kiezen tussen optreden in één of
andere in de hemel geprezen cultuurtempel of hier in dit godvergeten dorp, dan
zal ik echt niet twijfelen.
En wat moet je dan zeggen om de
leegte te vullen? Je praat over hoe groot Brazilië is en hoe klein België. 284
keer groter om precies te zijn. Om het iets tastbaarder te maken geef ik hen
twee tips voor wanneer ze een Belg tegen komen. Zeg de volgende keer
alstublieft niet: ah in België, en woon je ver van Brussel ? In Brazilië kan
je op drieduizend kilometer van de hoofdstad wonen, zowel noord- als
zuidwaarts. Terwijl er in heel Brazilië geen twee steden op minder dan 150 km
van elkaar liggen, kan je in België onmogelijk verder dan 150 km van Brussel
wonen. En verder vraag alstublieft niet: Ah in België, en ken je Jan ? ik
vraag toch ook niet Ah in Sao Paolo, en ken je Joao ?
Wanneer ik hen uitleg dat het
Braziliaans een ambetante taal is lacht er plots niemand meer, maar wanneer ik
duidelijk maak waarom krijg ik het hele publiek op mijn hand. Voor cool heeft
zowat elke regio zijn eigen typisch woord en dan zijn er nog een handvol die in
heel Brazilië begrepen worden maar evenmin in een woordenboek zullen staan. Ik
begin met de algemeenste, overloop daarna alle regios wat telkens een applaus
oplevert van wie van daar afkomstig is, en eindig met het lokale bála waarna
ik bijna een staande ovatie krijg.
Laatste dag van de conventie
Zoals het op elke circusconventie
een traditie is worden ook hier op de laatste dag de circus-spelen gehouden.
Een activiteit die het midden houdt tussen de paralympics en een Vlaamse
kermis, met een enorme saus ambiance er over. De meest absurde uidagingen komen
aan bod en iedereen probeert aan zo veel mogelijk disciplines mee te doen in de
hoop te winnen, of nog beter, applaus te ontvangen van het dolle publiek.
Op dit moment is het de beurt aan
een discipline waarin de mannen traditioneel het onderspit delven. Al wie onderlegt
is in het hoelahoepen probeert alle andere kemphanen uit te schakelen door hun
hoelahoep tegen de grond te slaan, duwen of schoppen, tot dat er maar één
heupwieger overblijft. Er zijn drie voorrondes maar ik geraak niet verder dan
eervol afdruipen.
Iedereen heeft gefeest tot in de
vroege uurtjes waardoor sommige opdrachten al moeilijker zijn dan de andere. Op
dit moment is het handstand-uithoudings wedstrijd en Phillipe kijkt me
moedeloos aan. Toen we twee jaar geleden samen door zijn geboortestreek trokken
om er in de kleine dorpjes op te treden deed die gast zonder probleem een
handstand boven op een ladder die ik min of meer stabiel rechthield, maar nu
heeft hij het al moeilijk om gewoon op zijn benen te blijven staan. Ik roep zo
hard ik kan Circo Fusca en het geeft hem de moed te proberen, al houdt hij
het niet al te lang vol.
Wat later komt één van de
koningsdisciplines aan bod: kegel-volley. Dat is ongeveer zoals beach-volley,
maar dan met jongleerkegels. Elke speler heeft twee handkegels en er is één
spelkegel die heen en weer over het net geworpen wordt. Je mag hem alleen
vangen nadat je een hand kegel naar je andere hand geworpen hebt, die daarna
opnieuw naar de andere hand gooit waarna je de spelkegel teruggooit en je eigen
kegel vangt. Inderdaad en spelletje voor goeie jongleurs.
Phillipe is geen jongleur, maar
Circo Fusca kan deze afspraak met de geschiedenis niet missen. Onze eerste
match is onmiddellijk tegen de gedoodverfde favorieten. Die twee gasten
jongleren in hun duo elk vijf kegels terwijl ze een glazen bal in evenwicht
houden bovenop hun kop. We zijn met andere woorden kansloos.
Na een opwarming met Phillipe is
het duidelijk dat hij zelfs geen verwijfde opzet zal kunnen vangen dus ik neem
het hele veld voor mij en hij wacht aan het net. Ik spring als een kikker in
een emmer over heel het terrein en wanneer ik iets kan vangen geef ik een
rustig pasje richting net waar Phillipe de lucht in veert zoals alleen hij dat
kan om de spelkegel onhoudbaar naar de overkant te meppen. Ons duo lijkt nog zo
slecht niet.
Deze taktiek werkt verassemd goed
en uiteindelijk winnen we de match met het kleinst mogelijke verschil. We
herhalen die prestatie nog twee rondes om zo in de finale te belanden. Zo snel
mogelijk 7 punten scoren is de opdracht, en dan gaat Circo Fusca met de
hoofdprijs (een Jaca, lokaal fruit ter grootte van een watermeloen) naar huis
!!! Ook Phillipe beseft de ernst.
Het gaat vanaf het begin gelijk
op tot het 6-6 is. Je moet winnen met twee punten verschil dus het zal tot aan
8 punten zijn. Het publiek gaat uit zijn dak, beide ploegen gaan er voor. Na
drie matchpunten weg te werken staat het plots 12-11 in ons voordeel. Dit is
het moment van de waarheid. Phillipe zet op. Vangen is zijn sterke punt niet,
maar kegels naar de overkant knallen doet hij als de beste. De tegenstrever
vangt al duikend en moet de spelkegel al liggende wegkrijgen om zijn eigen
kegel te vangen. Passen is moeilijk van daaruit waardoor hij kiest om een vrij
zwakke helicopterworp onze richting uit te slingeren. Dit zou normaal een
makkelijk af te werken punt moeten zijn, ware het niet dat Philippe nog steeds
achterin staat terwijl ik tegen het net plak. Ik zet een stap achteruiten spring maar kom te kort. Terwijl ik
op mijn gat val, besef ik dat Phillipe die helicopterworp in geen honderd jaar
kan vangen.
Gelukkig beseft hij dat zelf ook,
en dus slaat hij onderhands, zo hard hij kan op de spelkegel die wonderwel mooi
de lucht in gaat. Ik krabbel recht kan de kegel nog net vangen, gooi
achterwaarts naar het net waar de meest hyperactieve springrat van heel
Brazilië de lucht in veert en half naast de spelkegel mept, die daarna lullig
op en over het net hobbelt en ergens tussen de benen van de andere ploeg in het
stof landt. Circo Fusca is terug !!!
Vale do Capao
Tussen het festival in Capao en
het volgende had ik welgeteld 3 dagen om te genieten van één van de mooiste
natuurparels ter wereld en een nieuwe voorstelling te maken. (meer over deze
vallei en heel de chapada de diamantina kan je lezen in het vorige Brazilië
reisverslag)
De eerste dag werd voornamelijk
gevuld met wachten op Joao, die er 8 uur over deed om zijn tent op te plooien
en zijn rugzak te vullen. Uiteindelijk eindigde de dag aan een schattig kleine
waterval, met kolibries en overhangende boomvarens. Overal in de wereld zou je
doodgelukkig zijn om zon waterval te vinden, maar hier ben je alleen tevreden
met wereldwonderen. Morgen beter.
De tweede dag bezocht ik een
religieuze gemeenschap waar het nuttigen van Daimé; een halucinerende drank
centraal staat. Als nieuwkomer kreeg ik een belachelijk kopje Daimé-thee wat me
ongeveer evenveel deed halucineren als wanneer je je ogen dicht doet en op je
duim blaast. Er restte me nog één dag om een wereldwonder te aanschouwen, en
een show te maken.
Op de terugweg barstte de hemel
open en gezien de engeltjes aant halucineren waren werd die wolkbreuk niet
hersteld voor ze helemaal leeggeregend was. Wat ik de laatste dag zou doen was
snel beslist: s morgens voor de zon opstaan en naar de Fumasa-waterval gaan,
om tegen de middag terug te zijn en samen met De Familia Flamini een nieuwe
show te maken.
Wegens mist en verkeerde
wegwijzers verloren we boven op het hoogplateau tien keer onze weg, maar toen
we uiteindelijk aan de Fumasa kwamen was alles snel vergeten.
Het beekje stond vol
water, dat het met volle kracht de diepte in jaagde, maar ook die dikke straal
kon de 380 m vrije val niet overleven en zou nog voor halverwege tot een mist
vergaan.
De meeste mensen sluipen op hun
buik tot aan de rand om dan met hun hoofd over de kam duizelig te worden van de
400 m diepe kloof voor hen. Philipe daarentegen vond die kam een gepaste plaats
om zijn revanche te nemen voor de verloren handstand-wedstrijd. nee, nee, ik
doe een veilige handstand, er kan niets fout gaan.
Af en toe draait de wind knal
tegen de rotswand en wordt de lucht recht omhoog gestuwd waardoor de waterval
al na een dikke 50 meter helemaal uiteengeblazen is en de druppels opnieuw de
hoogte worden ingejaagd om ietsje voorbij de kam weer op het plateau vallen.
Een echte Perpetuüm Mobile. Zoals ik al zei, met minder dan een wereldwonder
mag je hier niet tevreden zijn.
Festit - Ilha Itaparica en de nieuwe Braziliaanse boswetgeving
De stank is niet te harden. Samen
met Josefina sta ik tot mijn knieën in de zee en wassen we een walgelijk
stinkende afvalton uit. Morgen moeten we hier samen een show brengen en gezien
de truc met de pingpongbal ook in deze show zit is er een ton nodig
Josefina en Valentin zijn een
clownskoppel uit Chili en Argentinië die al een paar jaar in Brazilië wonen.
Festit had me uitgenodigd, en ik had hen laten weten dat ik met een extra
acrobaat en een muzikant zou afkomen. Die moest ik wel nog vinden op het
festival in Capao, en mijn voorgevoel dat dat niet zo moeilijk zou zijn
bleek te klopen toen ik La Familia Flamini aan het werk zag. Zoals zo veel
Argentijnse circusartiesten, twee wreed goeie clowns die met grappige acrobatie
en muziek hun publiek dubbeltoe plooien.
Festit is een zalig klein
festival die met weinig budget en heel veel overgave een heel weekend sfeer en
kleur brengt op een toeristisch eiland vlakbij Salvador, de grootste slavenstad
die er ooit geweest is. Hier passeerden meer dan anderhalf miljoen slaven, waar
degenen die de overtocht niet overleefd hadden nog niet eens werden bij geteld.
Bahia en zeker de hoofdstad Salvador zijn nog steeds heel zwart. Slaven die
konden ontsnappen vestigden zich in illegale dorpen, kilombos genaamd die soms
uitgroeiden tot ware steden. De grootste kilombo bij Salvador bleef bestaan tot
op de dag van de afschaffing van de slavernij, maar werd nooit erkend. Het
wonen bleef er illegaal en ondanks het feit dat de stad de kilombo helemaal
opslokte werden er nooit wegen, elektriciteit, waterleiding of riolering
gelegd. Tegenwoordig is het met 600 000 inwoners de grootste illegale
nederzetting en de grootste zwarte gemeenschap op het Amerikaanse continent.
Ilha Itaparica ligt er vlakbij, maar er is spijtig genoeg geen tijd om de wijk
te bezoeken.
Het festival steunt volop de
lokale milieu-organisaties en dit jaar staat alles in het teken van de nieuwe
boswetgeving, die volgende maand, hopelijk niet door het parlement geraakt. De
rechtse minderheid heeft met veel geld een hele reeks linkse burgemeesters aan
hun kant gekregen en zal zijn wetsvoorstel er naar alle waarschijnlijkheid door
krijgen. De strikte Braziliaanse boswetgeving wordt volledig uitgehold door
ontbossingen tot een lokale bevoegdheid te herscheppen. Iedere burgemeester in
Brazilie zal in de toekomst kunnen bepalen hoeveel en welke stukken natuur er
in zijn gemeente gerooid mogen worden. En welke burgemeester wil er geen
industrie en luxe-woonwijken in zijn gemeente ? Net zoals in België tot in de
jaren 90 toen met een BPA alles geregeld kon worden, zal dit voor een
chaotische ruimtelijke ordening leiden.
Gezien het deze keer over
Brazilië gaat, betekent dit ook dat enorme stukken waardevol natuurgebied
zullen verdwijnen. De houtprijs zal wereldwijd zo diep zakken dat iedere
Europese boseigenaar doodblij zal zijn als zijn bos omwaait, want de
stormschade-premie zal meer zijn dan wat hout nog oplevert. In Brazilië zelf
zal het ook zijn economische gevolgen hebben.In Bahia alleen al leven
500 000 mensen van visvangst in de mangroves, maar die hebben duidelijk minder
macht dan enkele grote betonbedrijven die er Beachresorts, shoppingcentra, luxe
wooneenheden en flatgebouwen willen neerplanten.
En daarnaast, een klein detail in
deze tijden dat alleen de economie belangrijk lijkt, wil ik eventjes vermelden
dat een tiende van de hele wereldbiodiversiteit en heel het wereldklimaat op
het spel staan.
Eenmaal de wet door het parlement
gestemd wordt, kan alleen de president nog haar veto stellen. Hoewel Dilma dat
graag zou doen zal ze heel waarschijnlijk onder een te grote druk staan. Onze
enige hoop is dat ze uitstel vraagt tot op de G20 die in juni gepland is in
Brazilië. Ook Brazilië wil een deel van de megageldstroom die we elk jaar
betalen voor de russische bossen. Je weet wel, dat knotsgekke akkoord van Kyoto
die overproducerende landen verplicht te betalen aan het enige industrieland
dat officieel gezien onderproduceert: Rusland. Ik zet alvast mijn handtekening.
Nu nog hopen op die van de first lady.
Balltazar e La Familia Flamini
We spelen onder twee gigantische mangobomen,
die op een ideale afstand staan voor mijn touw. Om de één of andere reden
blijkt er vandaag een lantaarn te hangen net op de plaats waar er genoeg hoogte
is om mijn 5 ontstoppers te gooien, en dat merk ik natuurlijk wanneer de show
al bezig is. Er zit niets anders op dan wat door de knieën te buigen en de
stoppers heel laag te gooien. Ik doe mijn best maar de ze raken toch de tak,
botsen tegen elkaar en kletsen allemaal op de grond.
Valentin springt de scene op.
Terwijl hij een volgende stopper opraapt gooit hij de vorige achter zich een
lullig klein beetje omhoog, zo waar ik er net niet bij kan. Nadat hij ze
allemaal aan mij gegeven heeft kondigt hij vol trots de tweede poging aan,
terwijl het publiek mij achter zijn rug wanhopig naar mijn soupappen ziet vissen.
Simpel en goed gespeelde clownerie, werkt atijd.
Valentin staat er op om na het
optreden met de hoed rond te gaan. Ikzelf vind het altijd onwennig om in een
arm land geld te vragen na een voorstelling. Brazilië is niet arm, helemaal
niet, maar de meeste inwoners zijn dat wel. De prijzen zijn bijna Europees en
de lonen zijn dat verre van. Iedereen werkt lange dagen en weinigen eten meer
dan rijst, bonen, vis en mangos.
Wanneer ik rond ga met de hoed
vallen mijn ogen bijna uit mijn kop. Zowat iedereen betaalt 2 Reais (0,8 euro),
er zitten zelfs briefjes van 5 en 10 Reais tussen. Dit publiek dat nog niet een
derde zo groot is als de meute die op de Gentse Feesten naar een straatshow
komt gapen, betaalt meer dan wat je op het Sint-Jacobs in je hoed krijgt.
Begrijpelijk natuurlijk. In Belgie is t crisis, zowat iedereen lijdt er
honger.
Sao Paulo - Circo Bixigao
Uit geldgebrek, plaatstekort en
een uitgedoofde energie besloot Teatro Oficina hun sociaal circus voor bekeken
te houden. Een beslissing waar Anne Loeckx persoonlijk een stokje voor zou
steken. Als er geen geld is, dan werken we gratis, is er geen plaats dan poten
we hier een circustent neer en als er geen energie meer is dan zorgen we voor
een nieuwe ploeg.
Lucas, een jongentje van een jaar
of negen vraagt bij het afsluiten van de les of hij een showtje mag tonen aan
de andere kinderen, en toont daarna met veel trots dat hij drie kegels kan
jongleren en zelfs een paar trucjes.
Hij is een doorzetter zoals je er
niet veel vindt. Uit niets in zijn gedrag zou je kunnen afleiden uit welke
thuissituatie hij komt.
Na een eerste week waarin we een
show maakten en die vervolgens in zowat alle buurtscholen speelden, en ik ook
nog eens een jongleerstage moest geven en we een stoet en circusfilmavond
organiseerden, is het vandaag de eerste lesdag.
We zijn eigenlijk al serieus
uitgeput na die eerste promoweek en hebben er geen idee van hoeveel kinderen
zullen komen opdagen. Op de filmavond kwam niemand af en tijdens de stoet waren
het de bekende medewerkers van Teatro Oficina. Het is bang afwachten.
Net als Lucas, leven de meeste
kinderen van Circo Bixigao in heel moeilijke omstandigheden. Veelal delen twee
families één kamertje, in vuile en overdrukke huur- of kraakpanden, anderen
leven op straat. Behalve dit circusproject dat gratis les geeft, bestaat hun
leefwereld vooral uit geweld, alcohol, prostitutie, armoede en ondervoeding.
De eerste les moest al een half
uur geleden begonnen zijn, maar er is slechts één leerling, en dan nog niets
eens een nieuwe. Een hele week hebben we overal waar we konden shows gegeven en
flyers uitgedeeld, en dan nu dit.
Het is even slikken, maar aan
opgeven wordt niet gedacht. We trekken naar een pleintje in de buurt en spelen
er nog maar eens een showtje en delen flyers uit, daarna met toeters en bellen
de markt afschuimen en s namiddags doen we de laatste school in de buurt.
Daarna moet ik nog een stage slap touw geven en vervolgens nog eens naar Circo
do Beco om het cabaret te promoten. Veel tijd om reisverslagen te schrijven had
ik niet
Om hier een circustent neer te
poten is alles geregeld, alleen wachten we nog op een handtekening van de
eigenaar van het braakliggend terrein naast Teatro Oficina. Hier moest
eigenlijk een shoppingcenter komen maar het theater weigerde met hand en tand
te verkopen Voorlopig gaan de lessen dus nog steeds door op de scene van dit
theater dat al tijdens de dictatuur een broeihaard van verzet was en nu nog
steeds experimenteel, straatarm en compromieloos is. Net zoals circus leeft ook
theater hier volop, maar zonder subsidies moet zowat iedereen hier vrijwillig
werken.
Enkele jaren geleden besloot
Lucas, tegen de wil van zijn grootmoeder in, niet meer naar school te gaan, wat
zijn familie hun sociale steun kon kosten. Wellicht was hij beschaamd omdat hij
de schoolmaaltijden niet kon betalen of omdat hij vuil en versleten kleren
moest dragen. Hij leefde toen bij zijn oma omdat zijn vader in de misdaad zat
en zijn moeder verslaafd was. Zijn oma strafte hem voor zijn schoolverzuim door
hem 8 maanden eenzaam op te sluiten in een kamertje. Zo ongeveer ieder kind dat
hier les volgt draagt zon verhaal met zich mee.
Het slot van het startshot van
het nieuwe Circo Bixigao is een circuscabaret waarop alle artiesten gratis
optreden en alle inkom en drankverkoop volledig naar het circusproject gaat. We
zijn bang dat er weinig publiek zal zijn, maar die angst blijkt onterecht. Er
is veel publiek en niemand die het zich beklaagt. Alle nummers zijn goed en het
laatste breekt het kot af. Os Irmaes Sabatini hebben een hele dag nodig gehad
om hun installatie vliegende trapeze inclusief valnet hier op te stellen en het
resultaat mag er wezen. Het hele publiek leeft mee met de waaghalzen die
verschillende keren naast de armen van de vanger grijpen maar telkens zacht in
het net terechtkomen. Hoewel de humor centraal staat in dit nummer passeren ook
pareltjes als een dubbel gestrekte salto tussen trapeze en vanger. Circus,
zoals circus moet zijn !!!
De tweede lesdag komen
uiteindelijk een vijftiental kinderen opdagen, waarvan de helft nieuwelingen
zijn. Zoals altijd vinden de kinderen de uitdaging van het evenwicht op slap
touw fantastisch. Zelfs wanneer we de les stoppen en gratis fruit geven aan de
kinderen zijn ze niet van de touwen af te slaan.
Eindelijk, de droom van Anne, kan
beginnen.
De slechtste week van het jaar
Als ik één en slechts één tip mag
geven voor wie ooit naar Brazilië reist: zorg ervoor dat je ook voor of na
Carnaval nog tijd hebt om te reizen. Hoewel ik hier opnieuw voor twee maanden
ben, is er maar één week zonder werk en moet dat nu net de Carnavalsweek zijn.
De carnaval-bloccos in Sao Paulo
zijn gigantesque en tegelijkertijd authentiek, hun ritmes grijpen je vast en
verplichten je om door te gaan tot je ergens wakker wordt in de namiddag en de
zon op je houtenkop dreunt terwijl je de weg zoekt naar een metromond.
Sambagroepen van minstens 100 drummers en 50 dansers en steltenlopers omringd
door vele duizenden feestvarkens die zich als een modderstroom door de straten
wringen. Voor al wie van massaal feestgedruis houdt moet dit de hemel op aarde
zijn, maar na twee weken metropool heb ik eventjes geen zin meer omringd te
worden door 17 miljoen soortgenoten.
Ook de grote natuurparken puilen
uit met mensen die genieten van de weinige vakantie die hun leven hen biedt.
Alle hostels, pousadas en campings zitten vol en de locals zelf zijn druk in de
weer om hun familie te ontvangen. Voor een grote reis naar een indrukwekkend
natuurpark was er geen tijd en is het ook het moment niet.
Daarenboven lag mijn oma op
sterven en dus wilde ik elk moment mijn mails kunnen checken. Ze is heengegaan
na een totaal overbodige doodstrijd omdat het katoliek rusthuis uit
gewetensbezwaar haar pacemaker niet wilde uitzetten. God en zijn volgelingen
zal ik altijd moeilijk begrijpen, maar wie mij kan uitleggen waarom een
pacemaker uitschakelen tegen Gods wil zou zijn zal toch echt wel zijn best
moeten doen. Wat kan er nu meer de wil van God zijn dan een machien dat zijn
wil tegenhoudt uit te zetten ?
I did it !!
Na drie dagen waren de batterijen
van die pacemaker leeg en kon mijn oma in alle rust heengaan. Ook ikzelf kon
daarna eindelijk vertrekken en trok -hoe kan het ook anders- onmiddellijk naar
de hemel op aarde. Wie mijn vorige Brazilië verslagen las weet waarover ik het
heb: het meest biodiverse natuurreservaat ter wereld waar het droge binnenland
overgaat in een vochtig bergklimaat, waar 10 000 plantensoorten groeien en 1600
soorten flieflotters rondfladderen, waar de ene waterval letterlijk op de
andere valt en waar de beste duiktoren van de wereld op amper 500 meter van
Philipes huisje ligt. Inderdaad de heilige Serra do Cipó.
Drie dagen lang was de Pedrao het
centrum van mijn bestaan, met slechts 1 doel: ik zou een dubbele salto springen
van het hoogste platform. Moet dat nu echt, hoor ik menig verstandig mens dan
zeggen.
Het is meer dan het feit dat de
laatste dubbele salto die ik sprong, precies 9 jaar geleden, me twee wervels en
heel veel miserie kostte. Het is het feit dat er na die val een diepe angst in
mijn lichaam geslopen is die ik daar weg wil. Een angst die ervoor zorgt dat
rugspieren zonder veel reden blokkeren en ik voortdurend rugpijn heb. Die angst
wil ik doorbreken.
En daarnaast ist natuurlijk ook
een heel klein beetje omdat ik het gewoon zalig vind om te doen en water zeer
zeer veilig is in vergelijking met een trampoline. Die trampoline is zacht als
je van één meter hoog valt, maar daarna stopt die vriendschap plots. Denken dat
een bak elastieken die de kracht hebben om je vier meter de lucht in te
slingeren even zacht is als water, is een beetje als denken dat cachaca even
dorstlessend is als water. Ook die vriendschap stopt heel plots.
Drie dagen lang bouwde ik op.
Steeds hoger steeds meer omwentelingen. De eerste dag scheet ik al mijn broek om
zelfs maar te duiken van die 6 en een kluts meter hoge rots. De tweede dag
sprong ik al vlotjes gestrekte achterwaartse saltos van die hoogte en
anderhalve van op het laagste platform. De derde dag, nu dus, moest het
gebeuren. Om de één of andere reden scheet ik opnieuw in mijn broek zoals de
eerste dag. Ik wilde vooral achterwaartse saltos springen, omdat je die
makkelijker twee maal rond krijgt, maar ik kromp alin elkaar als ik nog maar achterwaarts op de rand ging
staan.
Dan maar niet vandaag die dubbele
salto. Ik trainde wat op anderhalve vooruit en dat ging vlot. Eerst 2,5 m dan 3
meter, dan na veel aandringen ook op de 4,5 m. En na heel veel anderhalve op
die hoogte, mijn laatste sprong. Ik zou net nog ietsje harder draaien en in een
bolletje blijven om zo met mijn gat het water tikken. Vier en een halve meter
lijken plots weer heel hoog. Toch nog maar eens een anderhalve. Opnieuw naar de
rots zwemmen en er op klimmen. En opnieuw moed in pompen.
Ik sta klaar. Daar gaan we. Alles
geven. Springen, groeperen, benen vastnemen, keihard vasthouden, en blijven
vasthouden, langer dan je denkt en dan knal met mijn gat int water. OK, dat
smaakt naar meer. De volgende draait nog een ietsje pietse verder; gat en
voeten tegelijk.
Ik klim een laatste keer de rots
op. Ik weet dat dit echt de laatste keer is vandaag en ik stop pas helemaal
boven. De opdracht is doodsimpel. Je springt zoals je een salto springt van 1 m
hoog, maar blijft in een bolletje en opent pas helemaal op t laatste, zo net
iets later dan je denkt dat al genoeg is. Net zoals daarnet van de 4 en een
halve. In plaats van je gat in t water duwen strek je op dat moment je benen.
Dit kan niet fout gaan. Lets do it.
Precies op deze manier spreek ik
mezelf moed in, terwijl ik in realiteit in mijn broek schijt dat het geen naam
heeft. Moet dat nu echt, denk ik dan. Natuurlijk moet dit, de pedrao is te mooi
om het niet te doen, de zon gaat onder en over een paar uur vertrekt de bus die
je opweg zal zetten naar het droge binnenland van Noordoost-Brazilië, wie weet
kom je hier pas terug als je oud bent.
Zoals bij elke sprong waarbij ik
te bang ben om hem te springen, kantel ik mijzelf over de rand tot op het punt
dat ik niet meer terug kan, dan zet ik af en eenmaal daar doe ik wat ik mezelf
beloofd heb. Ik weet dat van idee veranderen na dat moment slechte resultaten
geeft, dus omdat ik dan toch al overkantel spring ik en ga er voor.
Ik land bijna mooi. Mijn benen
nog niet helemaal gestrekt, mijn armen aan t wapperen en een beetje op mijn
kloten. Maar dat doet er allemaal niets toe. I did it !!!!!! Jihaaa, I did
it!!!
Tot volgend
reisverslag,
Hans
Deel 3: 30 dagen in de helse hitte en 3 dagen om God te zien
De Caatinga
De eindeloze
struiksavanne schuift langs ons voorbij, en zal dat nog vele dagen doen. De
droogste vegetatie van Brazilië heet Caatinga wat in het Tupi wit bos betekent
omdat in het bladloze seizoen alleen de witgedroogde takken overeind blijven.
Nu net na het regenseizoen is de Caatinga echter verassend groen en staan er
hier een daar zelfs meertjes die verraden dat er maar weinig water de bodem in
gaat.
Het is het meest
bedreigde bioom van Brazilië waarvan jaarlijks evenveel gekapt wordt als van
het hele Amazonewoud, terwijl het vijf keer kleiner is. Het is ook het minst
onderzochte bioom en dat zal wellicht wel voor een deel te wijten zijn aan het
feit dat het om doornstruiken met hier en daar cactus gaat.
Het doet me
denken aan mijn thesis waar ik een hele maand de duindoornstruwelen werd
ingestuurd. De professor was slim genoeg om vast te stellen dat er zo goed als
geen onderzoek gebeurt in die struwelen en een naïeve student vroeg zich pas af
waarom toen hij zich erdoor moest wurmen. Hier in de Caatinga zal één student
niet volstaan, deze vegetatie beslaat 800 000 km2 (=25 keer België).
Festival do circo do Brasil
De voorstelling
is al een half uurtje bezig. Nadat mijn gele ballen het tweede nummer van het
cabaret vullen kan ik achter de podiumvrachtwagen een dik half uur opwarmen
voor mijn kegelnummer. Zoals elke avond stak er een uurtje geleden een wind op
die iedereen na de middaghitte met open armen ontvangt. Iedereen, behalve wie
in open lucht met kegels moet jongleren.
Vandaag is de
wind drie keer harder als normaal. Het is een beetje zoals een passingnummer:
ik gooi de kegels twee meter naar voor en hoop dat ze terug in mijn handen waaien
Hoewel het om
kleine stadjes gaat is er altijd minstens 1000 man en in Cipó zouden het er 3 à
4000 worden. De andere 8 artiesten zijn, op een Zwitserse fietsacrobate na, allemaal
Italiaanse straat-clowns. Rasartiesten die het publiek werkelijk doen wenen van
het lachen, maar wel allemaal nummers zonder veel dynamiek of circustechniek.
Daarom werden Jessica en ik er bij gehaald. Dank u wel Anne, om mij hier te
verkopen met een snel, dynamisch en technisch jongleernummer, maar ik heb
helemaal geen zon nummer.
Ik herwerkte
mijn oud driekegelnummer en plakte er een stukje met vier en vijf kegels bij.
Al bij al werkte dat goed, ware het niet die verdoemde wind. Met drie kegels kan
je na een windstoot soms nog de meubelen redden, maar met vier of vijf moet je
niet denken aan snel vangen, maar eerder aan snel oprapen
Ik stap het
podium op. De wind staat pal in het gezicht, botst tegen het vrachtwagen-podium
en slaat constant een andere richting uit. Hoewel het onmogelijk is om met deze
wind een deftig te jongleren heb ik nog liever dit dan nu een dan een zuchtje.
Als mijn kegels nu naast mijn handen waaien dan weet het publiek ten minste dat
het de wind is.
De wind doet de
kegels ook hun draaiing verliezen waardoor je constant half gedraaide kegels
terug krijgt. Telkens iets alt hou ik het tempo er in door wat te improviseren
met 1 of 2 kegels en onderweg de andere er weer bij te schoppen.
Rodrigo gooit
mij de vijfde kegel. Als er geen wind is zet ik die dan in evenwicht op mijn
neus en knal de vier andere de lucht in om zo de vijf kegels te starten.
Stefano en in zijn zog ook de andere artiesten zijn wild van die truc en roepen
om te lachen neus, neus, neus Met deze wind kan je niet eens een kegel in
balans houden op je hand Wonder boven wonder stopt de wind net op dat moment
en krijg ik het fantastische idee om in te gaan op de fans in de backstage.
Ik zet de kegel
op mijn neus. Nog steeds geen wind. Concentratie. Ik gooi de vier andere in één
keer de lucht in en zie dat ze perfect draaien. Ik vang de kegel die op mijn
kop stond en laat hem domweg uit mijn hand glippen, scharrel nog eventjes
waardoor ik te laat kom voor de andere die ook één na één tegen de vlakte gaan.
De wind steekt
opnieuw op. Ik rek wat tijd door het publiek op de maat van de muziek te laten
applaudisseren, maar de wind houdt aan. Deze truc met wind is gekkenwerk, maar
wat kan ik anders doen. Ik kan toch nu niet stoppen ?
Ietsje minder
wind. Kegel op de neus. Weer meer wind. Ik gooi de vier kegels twee meter naar
voren en veel te veel gedraaid. Mijn gok blijkt redelijk juist. Ik kan mijn
cascade ongeveer 3 worpen houden en grabbel daarna alle kegels uit de lucht. Oef.
Pisbeek
Tussen de 28 showdagen zit er één
rustdag en die valt gelukkig net op het moment dat we de Rio Sao Francisco
kruisen (ook kortweg Rio Cisco of O Chico (de kleine)). Gezien wij in Belgie
een pisbeek als de Schelde al een stroom noemen, heb ik geen idee welk woord ik
voor deze waterloop kan gebruiken. Hier in de streek is hij veelal 5 km breed.
Hij vervoert 3000 m3 per seconde oftewel elk uur 1,5 liter water voor iedere
mens op deze planeet.
Zijn water komt van 2000
kilometer verder door deze krukdroge streek gestroomd en heeft ook hier nog
steeds wonder helder water. Hier vlakbij heeft hij zich een 50 meter diepe
canyon uitgeschuurd. Net zoals mij denk je dan wellicht wauw dat moet mooie
fotos opleveren, maar de lokale ingenieurs dachten daar anders over.
Ze pootten een stuwdam neer die
de hele kloof deed vollopen en 6 turbines van 600 megawatt elk doet draaien.
Die dam produceert twee keer zo veel als de grootste nucleaire centrale op
aarde ooit deed. (Fukoshima, die ironishc genoeg ten onder ging aan een
overstroming).
Onder het vorig bewind was er een
plan om twee kanalen te graven die helemaal van de Sao Cisco door het dorre
noorden zouden lopen. Het kleine deel van dat water dat niet zou verdampen, zou
dienen als drinkwater voor het vee van de grootgrondbezitters. Het zou het arme
plattelandsvolk weinig vooruitgang brengen, terwijl de aanleg een zeer duur
project voor de staat zou zijn eb de ecologie in de rivier serieus de war zou
in sturen.
Zon tien jaar geleden kwamen de
socialisten aan de macht en veranderden die plannen. In plaats van megakanalen
investeerden ze in waterleiding voor irrigatie in de omgevin van de stroom en
wegenaanleg voor de export van het fruit dat hier nu massaal gekweekt kan
worden. In tegenstelling tot veel andere irrigatielandbouw is dit heel verantwoord.
Het gigantische debiet van de Chico (10 miljard liter per uur) wordt er niet
noemenswaardig door beïnvloed. De regio hier is de economisch snelst groeiende
van heel Brazilië, en daar varen de inwoners wel bij.
Rustdag
De Sao Cisco is niet alleen de motor
van economische bloei en van de elektriciteitscentrale maar ook van de
avondwind. De vochtige lucht boven de stroom blijft na zonsondergang warm en
stijgt wat de lucht van boven de vlakte aantrekt. Al tien dagen speelt die wind
met mijn kloten maar vandaag zal deze pisbeek alles goed maken; vandaag ga ik
hoogduiken !!
Toeristische fotos tonen een
kloof met verticale rotsen van 10 a 15 m (vroeger waren er rotsen van 60 m
hoog, maar nu is er dus die dam). Hoewel de boot die ons er heen brengt net
iets te massa-toeristisch lijkt, wagen we het er op. Na een half uurtje varen
herkennen we de fotos en legt de boot aan op een ponton naast een rechthoekig
net in het water. Een beetje zoals de zalm kweekvijvers in de Noorse Fjorden.
Dit aquarium is echter niet bedoeld voor vissen, maar voor mensen. We mogen
alleen in de rechthoek zwemmen en kunnen de rotsen zelfs niet aanraken. Wat een
gigantische rip-off.
Terwijl ik jongleer, gaat Roberto
recht op zijn doel af. Hij trekt met ons mee om een film te schieten over het
project en die dubbele salto wil hij er in. Vanzelfsprekend loopt hij overal
bot. Wat had hij gedacht ? Dat men hier op alle regels een uitzondering zou
maken gewoon omdat hij wat zou aandringen ? En bovendien ik zie niet eens een
mogelijkheid om de rotsen op te klimmen.
De kapitein roept alle toeristen
terug de boot op want we gaan vertrekken, maar eerst, geachte toeristen, maak u
klaar voor de speciale atractie van vandaag: een professionele circusacrobaat
uit België zal vanop de nok van het schip met een dubbele salto het water in
duiken
Het was maar een dikke vijf
meter, maar deze keer staat het wel op beeld !!!
Zweten en plakken
Op dit
moment heuvelt een groen
landschap voorbij. Overal grazige weides begrensd door bomen of bosjes bamboe,
hier en daar huisjes met tuinen vol kokos, mango en bananen. Om de 50 km
passeren we een gigantische suikerfabriek te midden een kilometersbreed tapijt
van suikerriet. We zijn aangekomen in Sergipe een ministaatje dat amper zo
groot is als Wallonië en half zoveel inwoners telt, wat in braziliaanse normen
een zeer dicht bevolkte staat is. Net zoals in de rest van Brazilië woont de
grote meerderheid aan de kust waar de lucht altijd vochtig is en 2 à 3 keer
zoveel regen valt als in België.
In de achtiende eeuw was Sergipe het suikercentrum van
de wereld. Een derde van alle suiker in Brazilië die toen veruit wereldleider
was- groeide hier. In vroege tijden groeide hier een refenwoud dat gelukkig
helemaal geveldf werd om de negertjes van suiker te voorzien.
Dat suikerstokken hier goed zouden groeien wisten de
Portugezen en Hollanders al heel snel maar ze beten tot eind 17e eeuw hun
tanden stuk op de locals die bevoorraad werden door de Fransen. In
tegenstelling tot de Hollanders kozen de verslagen Fransen voor de oceaan en
lieten hier maar een heel kleine genetische afdruk achter. Hier dus geen
melkchocolade gezichtjes met blauwe ogen zoals eerder op de tournee; in het
binnenland van Pernambuco.
Niet alleen de suiker plakt
Op de 27 shows die we speelden
bereikten we meer dan veertigduizend mensen. Hoewel het schoon was, ben ik blij
dat we straks voor de allerlaatste keer deze show gaan spelen.
Elke dag veranderde ik mijn
nummers een heel klein beetje en ondertussen ben ik trots op mijn nieuw
vier-kegel-nummer. De voorbije week was er eindelijk geen wind meer waardoor de
kegels uit mijn handen gleden van het zweet. Toen ik mij voor en tijdens het
nummer helemaal afdroogde was er weer een ander probleem: dan gingen mijn
handen plakken van het zweet.
Vandaag ben ik helemaal
voorbereid. 3 keer twee liter water om mij helemaal af te spoelen net voor ik
op scene kom en twee handdoeken om af te drogen. Het mag niet baten, zelfs met
het afspoelen van armen en kegels kan ik alleen het stuk met de drie kegels
zonder plakhanden spelen.
Plakken of niet, ik geef er een
lap op en geniet van alweer het laatste tropische optreden deze winter. Het
publiek applaudiseert, de kokospalmen wuiven en straks vieren we met alle
artiesten het einde van de tournee
Reisverslag deel 1: Circonvencion, piramides en soep
100 procent bulletproof
Voor de eerste keer in de geschiedenins van ShakeThat ben ik
er in geslaagd om op een vlieger te stappen zonder dat er ook maar één spannend
avontuur aan voorafging. Niemand vergat zijn paspoort, kwam te laat aan de
incheck, nam de verkeerde trein, had bagage met overwicht, Niets van dat
allemaal. Misschien komt dit omdat de rest van de ploeg een paar dagen eerder
vertrok en ik alleen en in alle rust kon vertrekken. Gewoon een trein nemen die
zeker op tijd aankomt, onmiddellijk naar de incheck gaan in plaats van eerst
alle tax-free winkels te checken
Om helemaal met een gerust hart te vertrekken heb ik een
reserve harde schijf mee, de meest schokbestendige op de markt. Ik draag die
aan een riem rond mijn borst, vlak voor mijn hart. Die schijf is zo hard dat ik
ervan uit ga dat geen enkele kogel er door geraakt, iets wat in een
drugsmaffialand als Mexico goed meegenomen is. Als ik de engelstalige
verpakking mag geloven is ze een Terabeet hard, en zon beet is even hard als
een mega-giga beet. Dus zelfs als een gigantische reus er mega hard in bijt,
dan nog kraakt die schijf niet. Die schijf is blijkbaar zo hard omdat die
bestaat uit een stapel van zon 1000 CDs die ze zo hard samengeperst hebben
dat het resultaat amper zo groot is als een portefeuille.
Met zon harde schijf voel ik mij zelfs in Mexico op mijn
gemak.
De mayas en het einde van de wereld
Nu Europa op instorten staat vlieg ik naar het ander einde
van de wereld en lees de geschiedenis van het land van de maïs. Omstreeks 20
000 jaar geleden vestigden de eerste mensen zich in Mexico en en een weinig na
de eerste ijstijd ontstond de landbouw[1]
er om tegen 5 à 6000 voor christus al maïs en bonen te verbouwen, die nog
steeds het basisvoedsel van de Mexicanen vormen. Tegen 1200 VC zorgden de
Olmeken voor de eerste steden en zon dikke 1000 jaar later kwam de cultuur van
de Mayas tot bloei wiens spectaculaire piramides[2]
horden toeristen naar het zuiden van het land lokken.In die duistere tijden (200 en 900 NC) slaagden ze er in de
lengte van een kalenderjaar te berekenen tot vier cijfers na de komma. Het
duurde tot in de 20e eeuw tot wij beter deden. Volgens hun kalender
die startte in het jaar 3113 VC zou de cyclus der hemellichamen zich sluiten
ergens eind 2011, wat volgens hen onmiddellijk zou leiden tot het einde der
tijden.
Ikzelf ga er van uit dat er weinig meer ten einde zal komen
dan een paar holdings van het ACW die hun idealen alle eer aan deden door
aandelen van een risicobank te kopen in plaats van een maatschappelijk verantwoorde
bank te steunen, één die veilige investeringen doet in sociale en ecologische
projecten zoals Triodos. Geheel volgens de Mayakalender zullen dergelijke
holdings eind 2011 ten einde komen en misschien, wie weet, ook de Belgische
regeringsvorming.
De Mayas konden dan wel 1000 jaar op voorhand het einde van
Dexia voorspellen maar ik vraag me af of ze ook de lengte van mijn reisdag
konden voorspellen. Ik hang nu al 9 uur in de lucht en de zon is amper gedaald.
Er zit een tijdsverschil van zeven uur tussen België en Mexico wat resulteert
in een dag die 31 uur duurt. De Jetlag die er het gevolg van is vind ik persoonlijk
bijzonder aangenaam. Ik zal de eerste dagen zonder probleem opstaan bij het
krieken van de dag, en mijn ervaring leert mij dat de ochtendstond in tropische
landen veel goud in de mond heeft.
Circonvencion
Gisternacht leerde ik de Mexicaanse tequila kennen, en gezien
we er net het eerste ShakeThat-optreden hadden opzitten leek het een goed
moment de feestkraan open te draaien. Aan feestgedruis is er op dit festival
(net als in de rest van Mexico) geen gebrek. Het was pas toen de zon alweer
redelijk hoog aan de hemel stond en de eerste Monarchvlinders voorbij
fladderden dat ik besefte dat ik over slechts enkele uren opnieuw moest
optreden.
Ik heb er net de opwarming opzitten en ik moest twee keer
van mijn touw springen omdat ik te draaierig en overgeefachtig werd. Nadat ik
mijn koprol op het touw getest had en tot stilstand kwam bleef de wereld gewoon
verder draaien. Ik vrees dat ik mijn evenwichtsnummer zal moeten annuleren. Ik
zal gewoon deze Belgische Gala presenteren en dan zien we wel
Van de 13 circusartiesten waarmee we de komende maand door Mexico
zullen trekken zijn er zeven Wetvtlamingen en verder zijn ook Spanje,
Denemarken, Frankrijk, Luxemburg en Australië vertegenwoordigd. Dit hele
project is het idee van Aurelia, een mexicaanse acrobate die in Brussel haar
opleiding genoot. De bedoeling was om dit te doen met ShakeThat en eventueel
nog een paar extra atiesten maar gaandeweg groeide de groep. En als wereldsterren
als Morgan of Eric vragen of ze mee mogen, dan kunnen we moeilijk weigeren . We
hebben ondertussen allemaal één of meerdere optredens gegeven tot jolijt van
onze Mexicaanse collegas. Nu is het de beurt aan Joris, mezelf en
Pol&Freddy die samen voor een volledig West-Vlaams slotgala van de
Mexicaanse Circusconventie zullen zorgen.
Terwijl het zweet langs mijn kop druipt en mijn hersenen het
uitschreeuwen telkens ik mijn hoofd draai kondig ik het nummer van Joris aan. Mijn
erbarmelijk spaans stimuleert de lachspieren van het publiek, die er verder van
overtuigd lijken dat ik veel talent heb in het acteren van een Tequila-kater,
iets waar ze alleen maar meer van overtuigd werden tijdens mijn nummer. Want
ja, inderdaad, ik besliste uiteindelijk om het toch te proberen, en ik slaagde
er wonderwel in om tot het einde van het nummer te raken zonder flauw te
vallen, terwijl het publiek maar niet kon stoppen met lachen.
Suikerriet en zilvermijnen
Vandaag rijden we weer noordwaarts richting Cuernavaca, De
stad van de eeuwige lente en laten we de deels verruïneerde hacienda in the
middle of nowhere achter ons. De Bienteveo roept hier zijn zelfde wijsje als
in Brazilië en luistert dan ook naar dezelfde naam: khebjewelgezien.
Het landschap dat onze monsterjeep -een Chevy 1500- passeert
komt redelijk overeen met dat van de Cerrado[3]
in Brazilië. Via irrigatie kan men hier Bamboe, Palmo Imperial, bananen en
Mangobomen aanplanten, al zijn de grote suikerrietplantages het meest dominant.
De limoenbomen doen vermoeden dat het kwik hiet op winterochtenden onder de 15
graden duikt. Het ontbreken van sinaasappels en de aanwezigheid van bananen
vertelen me dat het ook niet kouder dan 10 graden wordt, dus dat we serieus
lager zitten dan Mexicostad, wellicht rond de 1000 m.
Het is in deze regio dat de eerste suikerrietplantages van
Mexico werden aangelegd en bijgevolg was het ook hier dat de allereerste slaven
op het Amerikaanse continent[4]
werden ingezet. Gezien onze Europese ziektes de inheemse slaven decimeerden
werden al snel slaven uit Europa aangevoerd.
In 1499, na de Castiliaanse overwinning in Granada werden
alle niet spaanstaligen uitgewezen. De Moren trokken naar Marocco en de
gefortuneerde Sefardische Joden[5]
trokken naar zowat overal[6].
De arme joden en rondtrekkende Roma[7]
die niet tot in het buitenland raakten werden gevangen en naar de kolonies
gedeporteerd.
Oorspronkelijk dacht men de beste resultaten te krijgen door
deze ongewensten te laten vermengen met inboorlingen. De mannen moesten roeien
of bleven achter op de Caraïbische eilanden terwijl de vrouwen naar het vaste
land gestuurd werden. Het is één van de redenenen dat we van deze allereerste
golf van slaven nog maar weinig sporen vinden.
Tegen 1548 waren er al 50 zilvermijnen in gebruik, een
activiteit die de komende eeuwen alleen maar zou stijgen. Om het zilver uit het
erts te krijgen werd kwik gebruikt wat een dure methode was omdat de kwikdampen
de levensverwachting van de slaven zodanig verkorte dat er om de paar maanden
nieuwe slaven aangevoerd moesten worden. Al vlug werden slaven uit West-Afrika
aangevoerd om de Europese deportees en de Indiaanse slaven aan te vullen. Na
één eeuw was 97 procent van de inheemse bevolking van heel Mexico aan de
ziektes en slavenarbeid bezweken, en de andere slaven verging het weinig beter.
Hoesten en snotteren
Ik ben dan wel wat beter bestand tegen verkoudheid dan de
Azteken maar ik loop toch al een kleine week rond met een kop vol snot, een
kapotgehoeste keel en wat pijn overal. Onze huisslavin maakt een mengsel van
honing en limoenen uit de tuin en een thee van één of ander onkruid. Een
buitenverblijf met huisslaaf kost hier ongeveer hetzelfde als één zonder, om de
heel eenvoudige reden dat die mensen hetzelfde betaald worden als de rest van
de mexicanen zonder diploma.
Het minimumloon ligt op 70 Peso per dag, wat net geen 4 euro
is, of dus een maandloon van 90 euro oplevert. Zo als ik al zo veel beschreef
in mijn vorige reisverslagen; de huur is hier veel lager en verse groenten en
fruit zijn een stuk goedkoper, maar al de rest kost ongeveer evenveel als bij
ons. Het leven is hier vooral goedkoper voor wie rijk is. Een keukenhulp, je
auto laten wassen, je villa schilderen en een lijntje coke zijn hier quasi
gratis, maar een kilo rijst of een liter melk kost evenveel als bij ons.
Het minimumloon is daarenboven alleen weggelegd voor wie een
officieel salaris krijgt. In elke supermarkt werkt een leger helpers: op de
parking tonen je ze vrije plaatsen, geven een karretje en leggen karton onder
je ruitewisser, eenmaal binnen staaan in elke rayon winkeldames en aan de
kassas staan helpers om alles in plasticzakken te steken. Allemaal dragen ze
het uniform van de supermarkt in kwestie maar geen enkele krijgt ook een loon.
Ze moeten hopen op aalmoezen van klanten en een enkele opmerking over opdringerigheid
kost ze hun job.
We kozen dus een buitenverblijf met huisslaaf en genieten
elke dag van de meest fantastische mexicaanse specialiteiten en zullen haar
daarvoor ruimschoots in de bloemetjes (waar in dit landschap geen gebrek aan
is) zetten wanneer we vertrekken.
De villa ligt op een boogscheut van Cuernavaca, in een
omheinde woonzone met bewakers aan de ingang. Deze streek was al tijdens het
rijk van de Azteken de favoriete plaats van de elite uit de hoofdstad om een
buitenverblijf en vanzelfsprekend ook een paar piramides te bouwen. Dit leverde
de Conquistadores stenen voor hun buitenverblijven, een paleis en kathedraal.
Gelukkig zagen de Spanjaarden één piramide over het hoofd die ik graag bezocht
had, net zoals de wereldvermaarde botanische tuin (met een beetje water groeit
en bloeit alles hier), het museum Frida Kahlo en de grotten in de buurt. Gezien
we straks een betere show willen spelen dan die op Circonvencion oefenden we
gister de hele dag door, waarmee we onze enige vrije dag verspeelden.
Mexico-stad
Op de metro van Mexico-stad wisselen de leurders elkaar om
de halve minuut af. CDs, snoepjes, hamers, plakband, handnaaimachientjes en
zelfs onze Keizer Karel, of althans chocolaatjes met diens naam worden hier
geleurd.
Hij was het die begin 16e eeuw de opdracht gaf
omNieuw Spanje te veroveren, in
de hoop er goud te vinden, iets waar de conquistadores ook in slaagden, al
vonden ze vooral gigantische hoeveelheden zilver die de komende eeuwen naar
Europa gescheept zouden worden iets wat ons de basis van alle piratenfilms
leverde. Tegen 1800 zou Mexico twee derde van de wereldproductie aan zilver
voor zich nemen.
Met vierhonderd man, 18 paarden en 14 kannonnen begon Hernan
Cortes aan de verovering van één van de grootste en machtigste imperia die onze
wereld kende. De Azteken[8]
controleerden ongeveer heel Midden Amerika[9].
De conquistadores hadden niet alleen hun tegenstander grondig onderschat, maar
ook hun eigen sterkste wapen: griep, mazelen, pokken en pest.
Na amper 2 jaar strijd viel de hoofdstad van de door ziekte
verzwakte Azteken (het toen Tenochtitlan genoemde Mexico Capital) waardoor een
gebied ter grootte van heel West-Europa aan dat van onze Keizer Karel werd
toegevoegd en toen een weinig later ook het incarijk viel werd een Vlaming[10]
keizer werd van het grootste rijk dat wereld toen kende.
In de eerste 10 à 20 jaar na de aankomst van de Europeanen
roeiden epidemieën 80 tot 90 procent van de bevolking uit waarbij de
slachtoffers die deze ziektes in Europa gemaakt hadden peanuts leken[11].
Deze immense bevolkingssterfte in de 16e Eeuw liet een Mexico achter
dat zo goed als leeg was.
Van die leegheid is hier tegenwoordig weinig te merken. In
Mexico Capital[12] wonen bijna
30 miljoen mensen (meer dan een 4e van heel het land), wiens
uitlaatgassen niet altijd even makkelijk uit deze 2000 m hoge vallei kunnen
ontsnappen. De hele vallei wordt omringd door bergen die tot 4600 m hoog gaan
waardoor elke toegangsweg over de bergkam moet en bijgevolg een prachtig
uitzicht geeft op deze quasi eindeloze stad.
Centro Nacional de las Artes en Lucha Libre
Straks spelen we ShakeThat op hetzelfde festival waar ik
enkele dagen terug al het touwnummer uit Balltazar mocht spelen, dat doorgaat
in het nationaal centrum van de kunsten. Het is een gloednieuw en gigantisch
groot complex waarin alle kunstopleidingen samen een plaats krijgen en er ook
nog eens ateliers tentoonstellingsruimte en theaterzalen zijn. Dit festival zal
één van de enige zijndie ons meer
dan verblijfskosten zal kunnen betalen....
Om ons vandaag, op de dag dat we optredens de helse rit
vanuit het binnenland tot in de stad met zijn 2000 m hoogteverschil te besparen
zakten we gisterenavond al af naar hier (al is stegen we op naar hier in
feite meer van toepassing). En wat doe je als je een avondje vrij hebt in
Mexico en Aurelia je lokale gids is ? Inderdaad, dan ga je naar de Lucha Libre,
de hier razendpopulaire Mexicaanse Catch.
Zoals de verplichte pikante saus over elk mexicaans gerecht
(ontbijt inclusief), druipt de Lucha libre van de kitch. Vanonder hun
blinkende maskers slagen ze er toch nog in om gigantisch fout te acteren, maar
voor hun acrobatische waaghalzerij kunnen we alleen maar respect opbrengen. De
vrouwenkamp eindigde nadat één van de dames zich vanuit de elastieken met een
schroef naar beneden liet katpulteren en jammergenoeg een meter naasthaar rivale tegen de betonnen vloer[13]
smakte.Een kamp later pakte een
gestrekte contrasalto wel met het juiste resultaaat uit: het voltallige publiek
uit zijn dak laten gaan. Allé hop, morgen is het onze beurt en laten we hopen
dat we een even geflipt publiek voor ons krijgen.
Hofnarren van de narcos
De nationale politiek heeft veel weg van die bij de grote
noorderbuur. Bij de presidentsverkiezing van 2006 pleegden de extreem neoliberalen
-volledig volgens mexicaanse traditie- net genoeg stemvervalsing om hun iets
minder corrupte rivalen met 0,58% stemmen te verslaan.
Om alle aandacht van deze fraude af te leiden kondigde de
kersverse president 11 dagen na zijn verkiezing de oorlog tegen de drugskartels
aan. In realiteit betekent dit dat ook politie en leger ingezet worden om de
kartels die niet genoeg smeergeld betalen aan de zittende president te lijf te
gaan waardoor die kartels niet langer alleen elkaar bestrijden maar ook aan de
lopende band politici, politiemannen en soldaten liquideren. Het gevolg is een
oorlog die elk jaar erger wordt, drugsprijzen de hoogte in jaagt en de grote
drugskartels steeds machtiger en winstgevender maakt (en dan in het bijzonder
het Kartel van Sinaloa waartegen verdacht weinig militaire acties plaatsvinden).
In Mexico sterven meer personen een geweldadige dood dan in Afghanistan. In de
staat Guerrero (vlak onder Morelos waar ik mij bevind) stierven in 2010169 op 100 000 bewoners als gevolg van
geweld, wat drie maal zo veel is als in Bagdad (en in 2011 was volgens de
locals nog erger). Ondertussen hebben de Mexicaanse kartels de hele Amerikaanse
markt in handen, van de productie in Colombia tot de straatverkoop in de VS. De
zoon van Pablo Escobar[14]
beweert dat het zaakje dat zijn vader ooit uitgebouwd had in Columbia, kruimels
is vergeleken bij de mexicaanse kartels vandaag. Ze kopen hun Cocaïne aan 1200
euro per kilo in Colombia om hetzelfde goedje in de VS aan 40 000 euro te verkopen.
De doorvoerhandel gebeurt via de weg, de lucht en het water. Sinds kort worden
zelfs onderzeeërs ingezet.
El Jefe de jefes had zijn naam te danken aan een populair
liedje die de heldendaden van een zekere maffialeider: de baas der bazen
bezong. Het bewieroken van de Narco-capos is een genre op zich: de
narcocorridos, die zowel in het zuiden van de VS als in Mexico bijzonder
populair zijn. Veelal zijn het de capos zelf die na één of andere heldendaad
de zanger opbellen en hem opdragen een liedje te componeren, iets wat je beter
niet weigert. Wanneer de song enkele dagen later opgestuurd wordt, komen er
binnen de 24 uren beelden op en verschijnt de clip op You-tube en een arsenaal
aan radiostations.
Daarna kan je als corrido-zanger grof geld verdienen door
hun privéfeesten op te luisteren, maar ben je wel vogelvrij in het gebied van
een andere kartel. Ik vraag mij af wat wij zouden doen mocht zon capo ons een
belletje geven. Spelen, incasseren en wegwezen, natuurlijk, tzal wel.
Op dit moment is het rustig in Cuernavaca maar twee jaar
geleden brak hier de hel los toen El jefe de jefes door het leger vermoord
werd. Hij was de grootste uitdager van El chapo die de bescherming geniet van
de president. De drie fracties die zijn marktaandeel graag bij het hunne hadden
gevoegd keken niet op een kogel meer of minder. Na meer dan een jaar doden
rapen, gooiden de overheid en de twee overgebleven kartels het op een
akkoordje. Sindsdien is het hier weer even rustig als in de Westhoek, of toch
bijna.
Welkom in Mexico: meet the tope
We zijn doodmoe wanneer we bijna thuis nog even stoppen in
een plaatselijke Oxxo, die 24 op 24 open zijn. Even later stopt de politie en die
verklaart ons gek om hier midden in de nacht halt te houden. Zo heel erg veilig
is het hier blijkbaar ook niet.
Ik had er moeite mee om de piramides en de botanische tuin
links te laten liggen, maar het resultaat van de trainingen maken dat in één
klap goed. Vandaag hebben we één van de beste shows in onze geschiedenis
gespeeld !!!
Nog beter is dat er een programmator uit Montreal aanwezig
was die ons na afloop verzekerde dat we volgende zomer in Canada spelen Het
is niet de eerste keer dat iemand ons zoiets verzekert, dus voorloopig rekenen
we er nog niet op, maar dromen mag altijd.
Zon show gaf ons de energie om na de afbraak en het inladen
nog wat na te blijven, maar nu na 2 uur rijden zitten we er allemaal door, en
zoals altijd wegen de laatste loodjes het zwaarst.
Op de 10 kilometer die ons scheiden van de autostrade maken
we kennis met een typisch mexicaans verschijnsel; de Topes. Die zijn een
mexicaanse variant van onze verkeersdrempels en bestaan meestal uit een dikke
slak beton die dwars over de weg gegoten is en die je zelfs met onze monsterjeep
aan niet meer dan 5 km per uur kan nemen. Op een stuk van alles samen een dikke
10 kilometer liggen er welgeteld 70 van die schokdemperbrekers.
Eindelijk thuis, eindelijk wat rust, morgen vertrekken we naar
Guadelajara in het Westen van het land om er op het internationaal festival van
Ficho te spelen, waarvan ik jullie over een tweetal weken opnieuw een verslagje
zal doorsturen,
Tot dan,
Hans
Reisverslag 2: Ficho festival, monarchvlinders en circo social
Al teatro en bici (naar het theater met de fiets)
Eric sluit ons eerste cabaret op het ficho-festival in
Guadelajara af met een legendarisch optreden. Het improvisoir podium en de
belichting is zo slecht dat hij midden zijn nummer van het podium springt om in
de stofferige aarde verder te gaan. Zijn nummer waarin moderne dans- en dan
vooral vallen en opstaan vermengd wordt met heel straf baljongleren verdwijnt
en verschijnt in de stofwolken en laat het hele publiek uit zijn dak gaan.
Vandaag, één dag voor de officiële start van het festival
bestaat het voltallige publiek uit fiets-actievoerders. Ze promoten het gebruik
van de fiets op zoveel mogelijk manieren. Iedere woensdag doen ze een optocht
met veel toeters en bellen door heel Guadelajara om achteraf samen naar een
toneelstuk te gaan. Vandaag geven we hen gratis circus en in ruil lenen ze alle
artiesten van het festival gratis fietsen.
Ficho wordt georganiseerd door een hele ploeg
overenthousiaste vrijwilligers die ondanks de tegenslagen doorgaan. Het was de
bedoeling het hele festival te laten doorgaan in de bergen. Ze zouden
circustenten huren en veel promo maken in de stad, maar uiteindelijk annuleerde
hun grootste sponsor waardoor alles op verspreide locaties in de stad moet doorgaan.
Zoals elk festival waar we spelen zijn ze zeer blij met onze
komst. Ficho heeft zelfs de datum van het hele gebeuren verzet speciaal voor
ons. Het is zalig om overal als tête daffiche te kunnen spelen, maar dat
verandert niets aan het feit dat het keihard werken is, en dat onze hele
tournee op een groot verlies zal uitmonden. Het enige festival dat een beetje
centen beloofd had, hebben we zelf afgezegd omdat het duidelijk was dat ze hun
belofte niet gingen houden. Hier zullen we een beetje verdienen met de
workshops die we geven en een procent op de ticketverkoop maar we maken ons
geen illusies. Nu ja, t is niet voor de centen dat we hier zijn
We geven ongeveer allemaal één workshop per dag, wat
betekent dat de meesten er elke dag vroeg uit moeten. Naast de officiële
cabarets en voorstellingen zijn er ook nog de shows voor sociale projecten. Eén
daarvan was voor een project voor straatkinderen, waar ik jammergenoeg niet kon
spelen omdat het samenviel met mijn workshop, die verder fantastisch verliep.
De Mexicaanse jongleurs hebben net als de Braziliaanse een grote honger naar
informatie en zuigen je uit. Het is fantastisch om hier les te geven, ook al
hangt de tequila van het verplichte feestje s avonds nog in de keel.
Guadelajara, is de kleine broer van Mexico DF, een beetje
zoals Gent zich verhoudt tot Brussel. In plaats van 30 miljoen wonen er maar 7
miljoen mensen. Het fietserscollectief is een typisch voorbeeld van de
alternatieve sfeer die door deze stad waait en je doet geloven dat het echt een
kleine stad is.
Vreemd genoeg is het fietsen door deze metropool niet echt
gevaarlijk. Je weet gewoon dat elke auto rechtsaf slaat zonder kijken. Iedere
auto is een vijand, iedere zijstraat is reden om je remmen in de aanslag te
houden. Gevaarlijk wordt het pas als je denkt dat autos je voorrang zullen
geven.
Hongaarse soep, oftewel : hoe hou je een ex-kolonie onder de knoet
Op alle festivals waar we tot nu toe speelden, was er zo
goed als geen budget voor de optredens. Ze hebben ons wel zo goed als ze konden
in de watten gelegd, en niet in het minst door ons elke dag fantastische lokale
gerechten voor te schotelen.
Het eten in tropische gebieden kenmerkt zich vooral door de
meest absurde mix van ingrediënten en sterke smaken. In Senegal at ik gekookte
visballetjes in pikante pindasaus terwijl de Betabel-soep die we hier gister
kregen bestond uit: Rode biet, wortels, rijst, sesam, zout, limoensap, room en
chili pepers.
Toen ik hen de opmerking gaf dat ik dat een typisch
tropische mix vond gaven de inboorlingen me het merkwaardige antwoord dat dat
helemaal geen traditioneel Mexicaans gerecht is maar een impro gebaseerd op een
Hongaars gerecht.
En hoe komt het dat de Hongaarse keuken de Mexicaanse
beïnvloedt heeft ? Ewwel, als een talentvolle linkse president dreigt aan de
macht te komen in een ex-kolonie dan was de oplossing al te vaak een kogel,
zoals wij Mubuto aan het hoofd van Congo geplaatst hebben toen Lumumba[15]
de verkiezingen dreigde te winnen. Maar wat doe je, als je pas merkt dat er
zon presidentskandidaat is nadat hij de verkiezingen won ?
Dat laatste gebeurde in Mexico in 1861 toen de indiaan
Benito Juarez de presidentsverkiezingen won en daarna besliste de terugbetaling
van alle buitenlandse leningen stop te zetten. Uiteindelijk trok de franse
Napoleon III Mexico binnen om er een 19e eeuwse versie van Mubutu op
de troon te zetten, die bijzonder weinig gemeen had met die congolees, behalve
dat ook die stroman de Fransen en de VS goed uitkwam.
Napoleon III zocht een man uit de hoogste europese adel die
zo dwaas mogelijk was om Keizer van Mexico te worden, en gezien de inteelt in
ons eigen koningshuis toen nog niet geleid had tot het gemiddeld IQ dat we daar
nu aantreffen, kozen ze niet voor een belgische prins maar voor de
Oostenrijks-Hongaarse prins Maximiliaan.
Misschien denken jullie nu aan een stijve hark die bij de
geboorte van zijn eerste kind aan de media zegt: t is een wijfje, maar hij
geleek meer op diens jongere broer, hetgeen de Mexicaanse conservatieven twee
jaar later dan toch maar voor de kogel deed kiezen.
Naast het feit dat die gast maar niet bleek te begrijpen dat
het zijn taak was om de voorstellen van de conservatieven en fransen te ratificeren
(hij keurde alle voorstellen van de liberalen goed), was het ook een man die
een aantal andere vrij idiote plannen in realiteit bracht.
Eéntje daarvan was het importeren van blanken uit Europa om
het Mexicaanse bloed af te bleken. Gezien steeds meer Europeanen naar het
nieuwe continent wilden trekken had dit plan Mexico makkelijk een hoop geld had
kunnen opleveren en was een simpele promocampagne (zoals wij in Marokko deden
in de jaren 70) genoeg geweest om hele schepen vol blanken in Mexico te krijgen.
De keizer koos er voor om alles te laten regelen door zijn vriend de Hongaarse
koning die erin slaagde om Maximiliaan te laten geloven dat zijn prijs per
familie een zeer schappelijke prijs was. Maximiliaan besloot de helft van de
staatskas aan dit project te besteden en bestelde zodoende 300 Hongaarse
families waarna men in Hongarije 300 zigeunerfamilies[16]
oppakte en deporteerde. De zigeuners die in Hongarije onder meer Kahlo of
letterlijk vertaald zwarten heetten werden naar Mexico verscheept om daar het
Mexicaanse ras af te bleken. Dit grootse plan dat een serieus gat sloeg in de Mexicaanse
staatskas werd in Mexico met net iets minder enthousiasme onthaald dan in
Hongarije.
De zigeuners hebben zich daarna maar in beperkte mate
geïntegreerd. De meesten leven van textiel of metaalhandel. Anderen speelden
muziek, en lieten apen en beren dansen die ze later werden vervangen door
mobiele cinemas. De meeste bekende van hun afstammelingen is wellicht Frida
Kahlo Calderon[17], de
eigenzinnige schilderes en vrouw van Diego Riveira[18].
Tegenwoordig leven de meeste Roma in Veracruz en Guadelajara en houden ze alleen
binnenskamers aan hun cultuur. Voor de buitenwereld gaan ze door als eender
andere Mexicaan en zo goed als niemand in Guadelajara weet dat er echte gitanos
wonen.
Slotshow van Ficho
Het is zondagnacht, het laatste feest van het festival, zo
ongeveer 6u s morgens en de dansvloer dampt nog steeds. Allemaal zijn we
doodmoe, maar gezien we morgen eindelijk eens geen workshop moeten geven kunnen
we feesten zo lang we willen.
De lokaal gestoojte tequila en mezcal vloeien rijkelijk. De
locals krijgen de salsas, rumbas en cumbias hier met de pap ingelepeld terwijl
wij bleekscheten al blij zijn als we wat in de maat blijven. Maar reden tot
feest is er genoeg.
Omdat er in de voorbereiding van het festival maar weinig
tijd overbleef voor de promotie viel de publieksopkomst nogal tegen. Er was
altijd wel een hoop volk, maar de helft waren medewerkers en artiesten die
gratis binnen konden. De eerste ShakeThat-show, twee dagen geleden, viel hier enorm
in de smaak, iets wat ons deed hopen dat onze tweede show die het festival zou
afsluiten een volle zaal zou kunnen lokken. We speelden op een afgelegen
plaats, in een schuur die sinds drie maanden omgebouwd is tot circusschool. De
locatie is dus nog niet zo goed gekend, en echt wel ver van het centrum.
Toen we moesten beginnen was er nog geen kat en de
organisatie vroeg ons een half uurtje later te starten. Net zoals de vorige
show hadden we beslist het zonder voorspel te doen. In Europa kiezen we voor de
show begint al de dame uit die de cocktail-maison ontvangt. Gab vraagt haar dan
al of ze die moet en als ze ja knikt maakt hij duidelijk dat ze die tijdens de
show zal krijgen. Zo zijn we zeker geen weigering op te lopen wanneer we de
show beginnen.
Hier in Mexico is dat voorspel niet echt nodig. Wanneer Nino
Cocktail maison ? roept springen er minstens 4 lokale schonen recht om ja te
roepen.
We starten uiteindelijk bijna een uur na wat aangekondigd
was. Tot een dik kwartier daarvoor was er nog steeds bitter weinig volk en
gezien we zonder voorspel spelen weet ik niet hoeveel volk er op die laatste
vijftien minuten nog is binnen gestroomd. Ik zit onder de bar wanneer Sander de
scene opkomt en hoor een zeer goedlachs publiek, dat ik een paar tellen later
ook echt in de ogen kijk wanneer ik bovenkom. De zaal zit stampvol, en iedereen
lacht en applaudisseert uitbundig
Wereldrecords
In 2008-2009 tijdens de grondstoffencrisis kreeg de
mexicaanse economie enorme klappen. In de laatste helft van 2008 kromp de
economie net evenveel als die in de eerste maanden gegroeid was, en in 2009
kromp de economie nog eens 6 procent. Het BNP tuimelde in de laatste vijf jaar
van de 9e naar de 14e plaats op de wereldranglijst. Om de
economie aan te zwengelen voerde het extreem-liberale beleid nog meer belastingsverlagingen
voor de allerrijksten door. Sinds de crisis gaat het BNP weer vooruit, maar de
devaluatie blijft groter dan de stijging van de lonen.
Dit jaar vonden de Panamerikaanse spelen plaats in
Guadelajara. Overal in het straatbeeld vind je affiches of metersgrote
tennisballen. Niet alle Mexicanen geloven het verhaal dat deze spelen hun
economie een serieuze push gegeven hebben. Een minderheid ziet in dat er
zoals bij alle mega-manifestaties - gewoon budgetten verschoven worden van
sociaal-culturele projecten naar multinationals die megastadions bouwen die na
de spelen nog maar weinig nut zullen hebben.
Hoewel de medailleoogst van de Mexicanen daarenboven ook
maar mager was, heeft dit land nog steeds een hele reeks wereldrecords op de
tabellen staan, waarvan de volgende twee koppels boekdelen spreken:
-Grootste Cola-consumptie per inwoner en meeste gevallen
vankinderobesitas.
-Rijkste inwoner van onze planeet(Carlos Slim[19])
en machtigste drugsbaron (El Chapo Guzman[20]),
terwijl volgens de wereldbank 40 procent van de bevolking in armoede leeft.
Mexico is een land op de rand van derde en eerste wereld,
waar de rijkdom en macht heel ongelijkmatig verdeeld zijn en waar alleen een
carriere in de drugshandel je vanuit de armoede tot rijkdom kan verheffen.
Terwijl iedereen beseft dat de VS de oorzaak van alle
miserie is, lijkt de meerderheid de oplossing te zoeken in het zichzelf zo veel
als mogelijk als Gringo gedragen. Gelukkig is ook de gringo-tipcultuur er
diepgeworteld. Het geeft een bijna communistische neiging om jobs te verzinnen,
wat resulteert in de laagste werkloosheidscijfers van alle ontwikkelde landen.
Wanneer je aankopen van de band rollen staat er altijd iemand klaar om alles in
zakken te steken. Hoe onnuttig die zakkenvullers ook zijn, iedereen geeft ze
een fooi.
Mensen appreciëren het dat je iets doet en geven makkelijk
ook al hebben ze zelf niet veel. Daarenboven, liever zakkenvullers in de warenhuizen,
dan zakkenvullers in de politiek. Even onnuttig en een stuk duurder
(PS: De lijst van Mexicaanse wereldrecords wordt voor de
rest grotendeels gevuld met records rond biodiversiteit (meest soorten reptielen
(733) (en 2e op vlak van zoogdieren), meest soorten scorpioenen,
grootste kolonies overwinterende vlinders en vogels, 12000 endemische soorten
) en geografie (jongste vulkaan ter wereld, grootste canyon, ), landbouw
(grootste productie aan avocados, limoenen en ajuinen), criminaliteit (grootste
drugsdoorvoerder, grootste drugslab, grootst aantal gewelddoden, grootste
centrum namaakCDs en -DVDs) en tenslotte nog een aantal religieuze records: meest
piramides en grootste katolieke bedevaart ter wereld (La Virgen de Guadalupe,
12 december).
Ongewenste Kleine beesten
De veiligheidsaanbevelingen die Mexicanen je geven zijn soms
nogal vreemd. In Mexico vallen dan wel de meeste geweldsdoden per inwoner ter
wereld (meer dan Afghanistan of Irak), aanbeveling in de trand van s nachts
binnenblijven zijn zeldzaam. Het zijn slechts de armen die hun geluk zoeken in
de drugshandel die sneuvelen, hier en daar een politicus die niet wil meewerken
en politieagenten die toevallig in de weg stonden die overhoop geknald worden.
s morgens, voor je je schoenen aan doet, altijd uitschudden! is daarentegen
wel een courant veiligheidsvoorschrift, dat levens redt van mens en scorpioen.
Verder valt het hier qua klein venijn voorlopig nogal mee.
Niet al te veel muggen en bijtvliegen. Op sommige plaatsen krioelt het dan weer
van de één-twee-drie-piano mieren. Miniscuul kleine mieren die vanop je voeten
tot aan je hoofd crossen en daar uit verveling hun tanden in je vel zetten. t
Is kwetie van ze af te vegen voor ze boven zijn.
Welgewenste kleine beesten
Gezien de legendarische overwinteringsplaatsen van de
Monarchvlinder vlak naast de verbinding Guadelajara-MexicoDF liggen sprongen we
enkele uren na ons afscheidsfeest alweer in de bus, zodat we één dagje vrij
zouden hebben om dit natuurwonder te bezoeken.
De Monarchvlinder heeft zijn naam te danken aan de
protestanten die in de 17e eeuw massaal naar de VS en Canada trokken
en er elk jaar gigantische hoeveelheden van de grote fel-oranje flieflotter zagen
aanwaaien en weer wegtrekken. Die deed hen denken aan hun grote voorbeeld:
koning Willem III van Oranje. Hij had de protestantse Engelse adel gesteund in
hun opstand tegen hun Katolieke koning, waarna hij in 1680 ook de Engelse troon
besteeg en daar King William III werd. De naam Monarchvlinder kreeg daarna
ingang in zowat alle talen behalve in het Amerikaans engels zelf waar hij iets
gemoedelijker King Billy genoemd wordt.
De Monarchvlinder is
naast een feeërieke verschijning ook één van de meest fabelachtige
natuurwonderen. Hij doet er vier generaties over om van Centraal Mexico tot
Canada te vliegen en wanneer de sneeuw daar begint te vallen vliegt de 5e
generatie in één trek 5000 kilometer, tot centraal Mexico om er te overwinteren
(en dat vreemd genoeg op de koudst mogelijke plek; hellingen boven de 3400 m).
Meer dan 100 miljoen van die vlinders strijken dan neer op slechts enkele
plaatsen in Mexico, waar ze zich telkens op hetzelfde groepje bomen zetten.
Sommige bomen kunnen tot 10 miljoen exemplaren tellen.
Dit laatste verhaal werd
ons uitgelegd door Diego, een plaatselijke gids die apetrots is op het Santuario
Sierra Chincua[21] dat hij
beheert. Hij is één van de voortrekkers van het idee om inkomsten te halen uit
het beschermen van de natuur in plaats van bomen te kappen en koeien de
vegetatie te laten kapotgrazen. Hij trok ooit, zoals zoveel Mexicanen illegaal
naar de VS. Natuurvriend als hij was, besteedde hij zijn moeilijk verdiende
centjes uit illegale arbeid aan het bezoeken van de natuurparken aldaar en dat
bracht hem op ideeën. Tot enkele jaren terug bestond hier zo goed als geen
eco-tourisme. Nu is er een parking aangelegd, er zijn goeie paden met infoborden,
er worden paarden verhuurd en sinds vorig jaar staat er een heel complex houten
blokhutten waar de 38 families die het park bezitten eten en souvenirs maken
voor de bezoekers. Op elk hutje staat een zonnepaneel, dat gezien de 3500m hoge
ligging, meer kilowatt produceert dan een heel dak in België. Dit alles werd
serieus gesubsidieerd door de Mexicaanse overheid die het economisch belang van
het eco-tourisme lijkt te begrijpen.
Het idee werkt; in het tussenseizoen zijn toeristen zoals
wij zeldzaam, maar tijdens de kerstvakantie maken de locals de helft van hun
jaarinkomen... (voor de rest werken ze in de landbouw waarvan de laatste
oogsten binnengehaald worden net voor de vlinders aankomen. Maar sinds de
NAFTA-akkoorden[22] is die
landbouw helemaal onrendabel geworden. Alleen niet-importeerbare zaken zoals
bloemen en vers fruit brengen nog iets op).
Het doet me deugd om te
zien hoe deze mensen de natuur beschermen en er een aanvullend inkomen uit
genereren, maar anderzijds heb ik mijn bedenkingen bij de plaats van inplanting
van dit houten complex, vlakbij de vlinders en knal op de bronweides waarin maar
liefst drie endemische salamandersoorten[23]
hun laatste leefruimte vinden.
Ondanks het vele zoeken in de grootsteden heb ik tot nu toe
alleen nog maar een vogelgids gevonden. Diego, probeert hem in één trek
helemaal uit te lezen, eindelijk kan hij nog eens hopen informatie bijleren. Morgen
trek ik weer naar mexico DF waar ik een nieuwe kan kopen. De rest laat zich
raden
De weg naar Nopaltepec
Er is nog steeds maar een zeer mager publiek, maar het
cabaret moet beginnen. We zouden om 15 uur beginnen. Daarom vertrokken we
gisteren om middernacht om de files te ontwijken- uit Mexico DF, en na meer
dan een uur file belandden we eindelijk op de autostrade te belanden. Aan de
meeste afritten hangt een bord die de bestemming aangeeft, maar bij de
zandwegel naar Nopaltepec stond er geen bord. Volgens de GPS moest er daar
ergens een afrit zijn, maar tegen dat we door hadden dat die zandwegel de
officiële afrit was waren we hem al voorbij. De meeste Mexicanen zouden zonder
veel zorgen een stukje autostrade in achteruit rijden, maar wij zijn ons leven
nog niet helemaal beu.
De GPS laat ons weten dat de volgende officiële afrit 30 km
verder is. Gelukkig is er een paar kilometer verder al een brug met onofficiële
afrit en kunnen we rechtsomkeer maken.
In het schemerlicht van
de volle maan zien we de akkers waartussen een stenig zandveldje ligt met aan
weerszijden een goal. Het voetbalveld is helemaal omringd door metershoge
netten, niet dat de lokale sjotters het niet zien zitten om een bal die buiten
gaat te halen, maar wel omdat die ballen dat niet overleven. De akkers die het
veldje omzomen zijn allemaal Nopal-cactus-plantages (zo van die cactussen die
bestaan uit stekelige ovale discussen die kriskras op elkaar groeien en zo boomachtige
verschijningen vormen. Nopaltepec betekent niet voor niets Heuvel der Nopals
in het Nahuatl[24]).
Hier en daar liggen ook
Agave-cactus-akkers (zo van die ananas-groen vormige cactussen zoals de
overbekende Aloë vera). In tegensteling tot de Nopals worden die niet gegeten
maar wordt er een suikerig sap uit geperst dat vervolgens gegist wordt tot
Pulque: een wittig slijmerige cider die de indianen al dronken voor de Spanjaarden
hier landden, dit overduidelijk omdat het de enige alcoholische drank was die
ze kenden. Uit beleefdheidsreden drinken we het zurige slijmsap op in de hoop
dat het wel zal wennen, maar dat doet het niet.
(ook tequila wordt gemaakt uit een agavesoort en uit de
vezels worden Sisaltouwen, -matten en houden gemaakt)
Na de akkers komen we stillaan in het dorp terecht. De
tuintjes worden omzoomd door de lokale combinatie van een pallisade en bekaert-draad:
tegen elkaar geplantte paalvormige cactussen.
We hebben er geen idee van welk hotel er gereserveerd is,
maar dat levert weinig problemen. Er is er maar één.
Mexicaans volksverteer
Tegen 15u moet alles opgebouwd zijn, dus dat betekent vroeg
opstaan en inkopen doen om tegen 10u op het dorpsplein de organisatie op te
wachten. Ze bleken een bache gespannen te hebben, om ons en het publiek tegen
de zon te beschermen. Fantastisch idee, alleen, wij jongleurs gooien omhoog,
een stuk hoger dan de bache in kwestie. Ze steken er een paar extra palen onder
en gaan ervan uit dat het wel niet zal stormen. Een paar uur later is er een
aardbeving van magnitude 6.8[25]
in Mexico-stad, maar de lokale palenzetter hadden het juiste voorgevoel dat het
hier wel rustig zou blijven.
Tegen dat het 15 uur is alles klaar. Al wie niet in
ShakeThat speelt is klaar om voor onze bar hun nummers te spelen. Er is echter
één probleem: geen publiek. Blijkt dat in dit gat waar een heel jaar niets
niemendal te doen is, net vandaag en net op dit moment een jeugdbokskampioenschap
doorgaat. Zoals een kermiskoers in Vlaanderen meer braadworsten verkoopt dan
Circus Ronaldo, zo kan een ons circuscabaret niet opboksen tegen de lokale
sporthelden. De petatters van 7 jaar die op elkaars muil slaan trekken een hele
zaal vol supporters die hopen dat hun pupillen het ooit zo ver meppen als de gebroeders
Marquez[26].
Ongeveer ieder half uur gaan we vragen hoe lang ze nog blijven meppen en
telkens gaat er slechts 5 minuten van hun voorspelling af. Nog 20 minuten zal
dus waarschijnlijk nog anderhalf uur duren. We kunnen niet anders dan wachten.
Machinquepa; de organisatie voor wie we tot hier gekomen
zijn is vooral actief in de hoofdstad waar ze circusinitiaties geven in
moeilijke buurten en straathoekwerkers circuspedagogie bijbrengen, iets dat wij
ondersteunden door er de voorbije dagen twee cabarets te spelen. Hier in
Nopaltepec werken ze samen met een milieuorganisatie die met jongeren projecten
rond waterverspilling en dergelijke opzet. We vragen hen alles te doen wat ze
kunnen om voor belichting te zorgen, want tegen dat die boksers eindelijk
knock-out zullen liggen zal de zon al onder zijn.
Ze doen wat ze kunnen, en wij kopen in de lokale handy-shop
nog een paar extra spots en draad. De lokale elektriciens gebruiken dezelfde
veiligheidsvoorschriften als die in Brazilië. Terwijl de spanning op de draad
zit draaien ze de twee negatieven samen, en daarna slaan ze de positieven tegen
elkaar wat een serieuze vonk oplevert en de lampen doet opgloeien. Tenslotte,
voor de veiligheid, draaien ze ook de positieven samen, nog altijd terwijl er
spanning op zit.
De boxmatchen blijven maar duren. Vroeger hadden de Mexicaanse
boxers faam verworven omdat ze zo lang konden blijven doorgaan. Wanneer ze dan
eindelijk tegen het canvas gingen mocht hun trainer zelfs ammoniak gebruiken om
ze weer bij bewustzijn te brengen zodat ze nog wat langer voor volksvermaak
konden zorgen. De geschiedenis van de Mexicaanse box is een beetje zoals dat
van het Vlaamse wielrennen. Ze hebben welgeteld 132 wereldkampioenen gekweekt,
vooral lichtgewichten.
De zon blijft zakken waardoor die knal in de ogen van het
karig aanwezige publiek komt te staan. Het doet ons beslissen om alle stoelen
te draaien. Dan heeft het circuscabaret de zon in de ogen, wat ook niet ideaal
is, maar ook bij ons is de klant koning.
Nog 5 minuten verzekert de man met de micro ons. We kunnen
niet langer wachten. De ShakeThat-bar is min of meer uitgelicht, maar het
speelvlak van het cabaret moet het zonder belichting doen. Als we nog langer
wachten is het donker.
Aurelia presenteert met
een typisch Mexicaanse overgave. Nummer na nummer neemt het publiek toe, en het
licht af. Tegen dat ShakeThat van start gaat is het pikdonker. De helling
achter de stoelen vult zich met boxers en supporters die samen applaudisseren
en lachen. Wat is er mooier dan eerst op elkaars gevel timmeren en daarna samen
naar een show kijken, terwijl de mexicaanse Roodmus[27]
luid kwetterend een slaaplaatsje zoeken in de palmbomen en de bijna volle maan
de cactussen doet glanzen ?
Tot over enkele weken voor een volgend deel van de reis,
Hans
Reisverslag 3: Samen met Lelo naar het tropische Zuid-Mexico
Sinds het
laatse reisverslag is er een maand gepasseerd. Mijn computer g
Over een goeie week spelen we met
ShakeThat in Lublin, Oost-Polen. Gezien we deze week geen optredens hebben,
vettrek ik samen met mijn lief een weekje eerder en bezoeken we Oost-Slovakije,
het Tatrasgebergte en Zuid-Oost-Polen.
Een goeie reis begint met een
goeie voorbereiding. Zeker als je er ook nog eens iets interessants wil over
schrijven lees je best op voorhand zo veel je kan over de streken waar je heen
trekt. Minstens een boek met de taal, één over de geschiedenis en een reisgids.
Ik begon ruim op voorhand aan de
voorbereiding. De dag voor we vertrokken boekte ik een busticket en reed door
de regen naar de bibliotheek. Die bleek gedurende de hele Gentse Feesten
gesloten. Geen probleem Ik zou de dag er op vroeg opstaan en naar een andere
bib of boekhandel gaan terwijl ik ook alle andere inkopen deed.
Vanochtend stond ik iets later
dan gepland op en haaste me naar mijn fiets met een boodschappenlijstje in de
hand. In de keuken kraakt ons transitortje iets over het Te Deum, je weet wel
die kerkdienst ter ere van de koning, ieder jaar op 21 juli.
Verdoeme 21 juli, iedereen congé
en alle winkels gesloten. Geen boeken, geen lenzen, geen vlindernet, geen
fototoestel en zelfs geen picknick. Lang leve België!! (PS:alle fotos plukten we van het
internet)
Gelukkig bleek er op wikipedia
wel wat te vinden over het Tatrasgebergte en omgeving. Allé, op mijn harde
schijf kopiëren en vertrekken.
Slovakije, land bekend om zijn
Neem een willekeurig land, typ het in wikipedia en je staat
versteld hoeveel van zijn inwoners, uitvindingen of specialiteiten je kent.
Als je Slowakije typt krijg je
een wollige en langdradige tekst met veel geblaat en zeer weinig wol.
Na een ellenlange lijst zogezegd bekende
Slovaken waarvan niemand ook maar enig belletje doet rinkelen, komen de kroonjuwelen:
hun bekendste voetballers hebben het tot het nationaal team geschopt en een
paar ijskockeyspelers hebben ooit in de VS op de bank gezeten. Tenslotte, de Nobellprijswinnaars
David Gajdusek en David Politzer zouden Slovaakse voorouders hebben. Amaai.
Ook op geschiedkundig vlak stelt
Slovakije niet al te veel voor. Ten tijde van de Turkse invallen in Oost Europa
(15-17e eeuw), verschoof de hoofdstad van de Hongaarse overheersers
eventjes naar Bratislava en wat later Kosice hetgeen zowat hun geschiedkundig hoogtepunt was. Na de 1e
WO verhakselde men het Hongaarse rijk en werd het bovenste stuk als Tsjechoslovakije
boven de doopvond gehouden. Pas op 1 januari 1993 kon Slovakije zich via een
fluwelen revolutie afscheuren van Tsjechië, om eindelijk baas te zijn in eigen huis.
En zoals het echte bazen past, hebben ze ook hun onderdanen.
Lunik 9
In Gent wonen er momenteel zon
8000 Europese Roma. De eerste golf kwam aangewaaid in de jaren 90 en bestond zo
goed als volledig uit Oost-Slovaakse Roma waarvan de meerderheid afkomstig is uit
Lunik 9, het grootste Roma getto van Slovakije, en één van de grootste van
Europa.
Het werd vrij recent
gebouwd, in tegenstelling tot de meeste Romagetthos in Slovakije die voor en
tijdens de 2e wereldoolog ontstonden. Gezien de Duitsers betaald
moesten worden per gedeporteerde Untermensch, en gezien dat geld van die deportees
zelf moest komen (ook nu nog worden uitgeprocedeerde asielzoekers van hun geld
beroofd om er hun vliegticket mee te betalen) konden alleen de Joden op reis
naar Auswitch. De toen ook al straatarme Roma werden in eigen land afgeknald of
voorlopig bijeengedreven in getthos aan de rand van elk dorp waar ze nog
steeds wonen.
Lunik 9 werd pas in de jaren 70
gebouwd. Niet dat er toen plots geld was om infrastructuur voor Roma te bouwen,
maar de oorspronkelijke doelgroep van militairen en politiemannen waren er niet
al te happig op waardoor de overheid de leegstaande kamers dan maar met Roma
opvulde. Al vlug trokken de niet-Roma bezoekers er weg en bleven er alleen Roma
over. Toen vele families vanaf halverwege de jaren 90 naar Gent en de rest van
West-Europa vluchtten en het hier net iets minder overbevolkt werd, deporteerde
de overheid ook alle Roma die tot dan toe nog in en rond het centrum van Kosice
woonden naar Lunik 9. Opgeruimd staat netjes.
Zon 9000 mensen overleven nu in
die betonnen schoendozen, die oorspronkelijk ontworpen waren voor maximaal 2500
bewoners. Gas is helemaal afgesloten, water krijgen ze nog twee keer per dag
een uur, en elektriciteit kost er 6 euro per dag. Wie moet leven op een sociale
uitkering van 60 euro per maand kan daar niet eens de huur mee betalen, laat
staan elektriciteit.
Onderwijs
Lelo staat op mijn schouders en
begint drie kegels te jongleren, waarna ik hetzelfde doe. Hoewel de meer dan
honderd kinderen de hele show door dolenthousiast applaudiseerden en ook nu
tijdens de finale van onze show door het dak gaan, zitten ze nog steeds braaf
achter de lijn die we getrokken hebben. Geen één heeft er geprobeerd de show te
stelen, geen één is op scene komen lopen, geen één heeft iets naar onze kop
gesmeten
Onderwijs, dat is hier het
probleem als we de lokale salicianenpriester mogen geloven. Terwijl de Roma in
Slovakije door de Katolieke kerk veelal het doopsel en toegang tot de kerk
geweigerd worden, investeren de volgelingen van Don Bosco hier in een
buurtcentrum met kerk. Een Slovaakse priester verzorgt er sinds een paar jaar
samen met een groep welbedoelende vrijwilligers wat sociaal werk en
zieltjeswinnerij.
De kinderen worden niet gemotiveerd om naar school te gaan. Ze zijn
niet geïnteresseerd om iets bij te leren, ze zijn totaal ongedisciplineerd,
haken veel te jong af en komen uiteindelijk zonder diploma op de arbeidsmarkt
waardoor ze geen werk vinden.
Na de show proberen we een
workshop te geven wat niet evident is. Er zijn gigantisch veel leergierige kinderen
en hun slovaaks-romanes is heel anders dan het Roemeense-Romanes dialect dat ik
een beetje spreek. Maar vooral, het kijken naar een oefening en daarna zelf
mogen proberen is iets geheel nieuws voor hen. Stilzitten en luisteren is de
enige lesvorm die ze kennen. Uiteindelijk tonen we telkens één oefening en
kiezen daarna twee kinderen die de oefening moeten proberen terwijl de anderen
kijken. We gaan een hele tijd door en alle kinderen blijven geïnteresseerd
kijken en luisteren terwijl ze mooi buiten onze cirkel blijven.
Toen we hier gisteren landden
en door het gettho wandelden stroomden kinderen van overal naar ons toe.
Allemaal testten ze de enkele zinnetjes in het Duits, Engels, Frans of Nederlands
dat ze kenden en glunderen ze van trots als blijkt dat we hen verstaan.
Onmiddellijk vragen ze meer woordjes en zinnetjes.
Dat onderwijs één van de
kern-problemen is trek ik niet in twijfel, maar dat het bij het gebrek aan
leergierigheid of ongedisciplineerdheid van de kinderen zou liggen dat ze geen
diploma en uiteindelijk geen werk bemachtigen, daar heb ik zo mijn twijfels
bij.
In Gent zijn de schoolresultaten
van de Romakinderen over het algemeen goed en motiveren de ouders hun kinderen
wel. Misschien ligt de oorzaak van de geringe diploma-ijver toch ergens anders.
Tatra Tiger ?
Slovakije heeft de sterkst
groeiende economie van alle Oeso-landen wat hen de bijnaam Tatra tiger
opleverde en heeft sinds zijn oprichting een zeer sterke werkloosheidsdaling
genoteerd. Enerzijds rijzen buitenlandse fabrieken er als paddestoelen uit de
grond en anderzijds trok zo goed als al wie werkloos was naar West-Europa.
Tijdelijke
tekorten aan werkvolk worden opgelost door nu en dan een Rom in dienst te nemen
en hem een week later weer buiten te sjotten. Een Rom een vaste job bieden is
binnen de Slovaakse gemeenschap gewoon not-done. Allen als er echt geen slovaak
gevonden wordt, en dan nog liggen de lonen voor hetzelfde werk veelal drie keer
lager en gaat het zo goed als altijd om zwartwerk, wat de Rom in kwestie nadien
geen recht geeft op werkloosheidssteun. Dat doet ons direct bij de derde reden belanden
waarom de werkloosheidsgraad er zo laag is; alleen wie actief is of geweest is
op de arbeidsmarkt komt in de statistieken, al wie nog nooit een officiële job
heeft gehad telt niet mee.
Niet alleen in
de werkloosheidsstatistieken tellen de Roma niet mee. In de officiële
bevolkingsstatistieken komen ze op 1,7 procent uit, terwijl ze in realiteit
zon 10 procent van de bevolking uitmaken. Door dergelijk gegoochel slaagt de
overheid er zelfs in te verkondigen dat de twee grootste minderheidstalen
erkend zijn en hunbevolkingsgroepen dan ook erkenning zoals onderwijs in eigen taal
krijgen. Dat de hongaarse miderheid als groter beschouwd wordt dan die van de
Roma is al serieus bij de haren gegrepen maar dat het zo goed als uitgestorven
Russin de tweede grootste miderheidstaal zou zijn kan maa op één manieer
verklaard worden: De Roma tellen niet mee.
Dergelijke regels hebben
verstrekkende gevolgen voor de Roma. Bij aanvang van het eerste leerjaar worden
ze op basis van hun gebrekkige kennis van het Slowaaks veelal doorgestuurd naar
het bijzonder onderwijs. Als ze die debielenschool al uit doen, dan krijgen ze
niet eens een diploma. De minderheid Roma die naar een gewone school gaan
hebben vanzelfsprekend een grote taalachterstand en de motivatie een diploma te
halen is redelijk onbestaande. Waarom zou je in godsnaam een diploma halen ?
Alsof er ooit een Roma een diploma-job zal krijgen.
Slovakije is het land dat meest autos
produceert per inwoner. Om autos te assembleren heb je geen diploma nodig maar
ook in die fabrieken werken geen Roma. Het gebrek aan gediplomeerde Roma is een
zeer schrijnend probleem, maar de oorzaak van de Roma-werkloosheid ligt ergens
anders.
Binnenkort zullen de Roma wel
meetellen in de officiëe statistieken. Sinds Slovakije zich aansloot bij de
Europese unie is er immers een aanzienlijke druk vanuit Europa om Roma-armoede
tegen te gaan en zijn er redelijk wat Europese fondsen vrijgemaakt om de Roma
gemeenschap te helpen. Over een paar maanden verschijnen de resultaten van de
laatste volkstellingen en ingewijden weten nu al te voorspellen dat het
officieel aantal Roma in slovakije ongeveer maal 6 zal gaan om rond de 10
procent uit te komen.
Jasov
Na ons avontuur in het stadsgetto
liften we een twintigtal kilometer het platteland in, iets wat niet zo heel
vlot loopt. Onderweg spotten we een grauwe klauwier. Dat is zowat de kleinste
roofvogel van Europa, amper zo groot als een merel, jagend op hagedissen,
slakken, grote insecten, eieren, kleine muizen Hij land ietsje verder en we zien hem insectjes in de bek
van een jong proppen.
De wegbermen lijken enorme
bloemperken. Veel typisch middeneuropese kruiden zoals klein en groot
springzaad, overal de gigantische blauw-paarse Beemdooievaarsbek (zie foto),
gele morgenster, zomerfijnstraal, engelse alant, grote pimernel, bittere
scheefbloem en hartegespan. Verder veel kruiden de in heel eruopa groeien zoals
hertsmunt, veldsalie, margriet, moesdistel, tijm, pastinaak, valeriaan
We trekken naar Jasov op aanraden
van Freddy de Braekeleir die ooit met een lokale Romni gehuwd was. Na zijn
eerste bezoek aan haar geboortedorp was hij zo aangedaan door de armoede dat
hij de vzw kinderen van Jasov oprichtte om hulpgoederen en geld deze richting
uit te sturen (foto vanop hun site).
Eenmaal de dorpskern
voorbij zien we rookpluimen en horen we spelende kinderen van achter de bocht
komen. Het Roma-dorp vormt een lang lint langs een plaatselijk beekje dat
dienst doet als wasplaats, waterleiding, openbaar toilet, riool en vuilnisbelt.
Welkom in Jasov !!
De Roma kijken vreemd op wanneer
twee rugzaktoeristen hun wijk binnenwandelen en nog meer als blijkt dat we wat
Romanes spreken. Ook zonder de naam Freddy te vermelden zouden we hier snel
op koffie uitgenodigd worden. Sommige huizen zien er deftig uit, maar er zijn
ook krotten van golfplaten en een compleet afgeleefd communistisch betonblok
zonder deuren. Waar weillicht ooit deuren gezeten hebben zitten nu gewoon twee grote
vrij ronde gaten in een afbrokkelende muur. Misschien werden de deuren er ooit
hardhandig uitgebeukt tijdens een politierazzia, misschien haalden de Roma ze
er zelf uit om het metaal te verkopen, wie zal het zeggen ?
Shukareski pai kerav (straf wel bedankt)
Zoals de rattenvanger van Hamel
loop ik het gettho-schooltje tegemoet, met een zwerm van een hondertal joelende
kinderen achtermij aan.
Lelo houdt ondertussen de
kinderen bezig die we in de andere helft van het dorp bijeen gescharreld hadden.
Samen moeten het er zon 200 zijn. Het schooltje ligt op 10 m van de straat die
zon 5 meter hoger ligt, wat ons een perfecte tribune levert.
Oxto ? vraag ik en alle
kinderen roepen uit volle borst Oxto, oxto, oxto
Zalig om acht kegels te passen,
voor me mijn lief, links van mij het vergeten Roma dorp waar nog nooit niemand
kwam optreden en aan alle ander kanten de kinderen, jongeren en volwassenen die
met grote ogen en uitbundig applaudiserend toekijken.
Later op de dag zouden we nog
meegaan met onze gastheer naar de voetbalmatch die hij moest spelen om er ons
optreden nog eens over te doen. We hadden een groot stadion vol publiek
verwacht, maar kwamen bedrogen uit.
Voetbal is zoals in
zoveel Europese landen het beste (en in Slovakije wellicht het enige)
bindmiddel tussen de Roma en de rest van de bevolking. Als die Roma eens
allemaal in staking zouden gaan knal tijdens het WK-voetbal zouden alle
Europese voetbalnaties instorten als kaartenhuisjes. Frankrijk, Duitsland,
Italië, en heel Oost-Europa zouden allemaal een aantal sterspelers verliezen
terwijl Spanje met moeite 11 spelers op de mat zou kunnen zetten
Omdat het voetbal zelf niet al te
veel voorstelde maakten we een wandelingetje en vonden waar de talrijk overvliegende
ooievaars naar op zoek waren: een dikke kikvors. Niet zo maar een kikvors maar
de zeldzame Groene pad: Bruin met groene vlekken gevormd zoals die op
legercamouflage pakken, waarover feloranje wratten gestrooid zijn.
Maandag werkdag
Net zoals in Lunic 9 gaat het er
de laatse jaren op vooruit voor de Roma. Dit in de eerste plaats omdat elke
familie wel iemand heeft die vanuit West-Europa geld opstuurd, maar ook omdat
het Slovaaks beleid, onder impuls van de Europese Unie, beetje bij beetje de goeie
richting uit gaat.
Zon 7 jaar terug werd de sociale
zekerheid drasisch hervormd, waardoor de meeste Roma hun inkomen tot een derde
gereduceerd zagen. Ondanks het feit dat dit een maatregel was van een rechtse
weinig Roma-lievende partij (die ooit voorstelde dat het Roma-probleem in
Slovakije best opgelost werd zoals men het Indianen-probleem had opgelost in
de VS) heeft deze maatregel ook positieve effecten.
Naast deze gigantische
besparingen werden een aantal sociale uitgaven vergroot zoals het betalen van
kindergeld (17euro/maand) wanneer de kinderen effectief schoollopen en quasi
gratis ontbijt op school. Beide maatregelen zorgen voor een sterke stijging van
het schoolgaan. Er werd ook een systeem van openbare dienstverlening op poten
gezet. Alle steuntrekkers kunnen zo ongeveer één dag peer week klusjes
uitvoeren voor de overheid en krijgen daar in ruil een minieme verloning voor.
Ook voor wie ingaat op die
klusjesarbeid (zo goed als iedereen) en kindergeld ontvangt blijft de
financiële balans zeer negatief, maar deze activering zorgt voor een positieve
dynamiek die voorheen ondenkbaar was.
We vertrekken in alle vroegte uit Jasov en merken tot onze
verwondering dat iedereen reeds druk in de weer is. Vandaag is het maandag en
dat betekent werkdag.
Alle Roma die niet in het dorp klussen,
zijn druk in de weer om hun Roma getto op te ruimen, waardoor het ooit levend
vuilnisbelt tegenwoordig tot op de laatste sigarettenpeuk schoongeveegd is
(voorlopig alleen aan de straatkant). Iedereen werkt samen, mannen, moeders en
kinderen. Iedereen leert properheid appreciëren, en leert dat ze er zelf voor
kunnen zorgen dat hun eigen woonwijk er op vooruitgaat. Terzelfdertijd zien
alle Slovaken die hier vandaag passeren dat het getto er proper bij ligt en dat
de Roma werken, zowel hier als in het dorp.
Misschien ben ik naïef, maar ik
geloof echt dat een dergelijk beleid de negatieve envastgeroeste situatie kan ombuigen. Dit kan een hefboom
vormen om Roma ook buiten dit systeem aan werk te helpen, om hun negatief beeld
bij de rest van de samenleving te veranderen, om Roma te leren zelf hun eigen
wijk in handen te nemen in plaats van ziczelf als slachtoffers te zien, om
kinderen echt school te doen lopen
Licht over de Tatras,
de leuze der Slovaakse natie
Het Tatras massief is de meest
noordelijke tak van de Karpaten en waaiert over ongeveer heel Slovakije uit.
Centraal tegen de grens met Polen ligt de Hoge Tatras, een aaneengesloten
Nationaal Park van 1000 km2 (ons reusachtig Westhoekreservaat telt 3,5 km2 en
Het Zwin komt aan geen 2 km2) waarin verschillende toppen boven de 2600 m
uitstijgen. Het meest kenmerkende aan de Hoge Tatras zijn de gigantisch scherpe
bergen, tot jolijt van bergklimmers, extreme skiërs, bergvliegers en de enorme
aantallen Gemzen.
Onderweg naar de bergen
passeren we de legendarische en oninneembare bergburcht van Spiss, waar het
Slovaakse Roma-probleem ooit begon. Het was de vesting van waaruit Matthias
Corvinus, Koning van Hongarije, samen met onze Keizer Karel ten strijde trok
tegen de Turken en ze in Belgrado een serieuze patat rond hun oren draaide. De
pas uit Roemenië aangewaaide Roma leverden een belangrijke bijdrage aan de
overwinning als wapensmeden enhuurlingen en verwierven daardoor het recht zich in de regio rond de burcht
van Spiss te vestigen en deden dat ook
Vanuit Poprad namen we de bus
richting bergen, met een ticketje tot de laatste halte. Onderweg beletten de
regen- en mistwolken ons te genieten van de adembenemende panoramas die hier
overal op de postkaartjes staan. Zo goed als alle zimmerfreis betreffen
blinkende luxehotels waar een nacht al vlug 60 euro kost.
De laatste halte van de bus bleek
geen bergdorp met een knus hostelletje, maar wel een afgelegen parking die knal
op de Poolse grens lag. Daar stonden we dan, in the middle of nowhere, onder
de plensende regen, zonder tent of eten. Er was een winkel die alcohol en snoep
verkocht en een vreemde houten klimmuur met een deurgat. Bleek dat die laatste
het betaalhok was voor de parking, dat tevens dienst deed als infomatiecentrum
en refuge voor bergbeklimmers. We kochten een stafkaart, er was een warme
douche en we mochten op de zolder slapen voor 5 euro per nacht. Milan, een
recent gepensioneerd politieofficier die achter de balie stond werd snel een
goeie vriend en Pavel een Poolse bergbeklimmer en talenknobbel die wegens de
regen in de hut bleef werd onze tolk van dienst. We sliepen er drie nachten en
kregen telkens gratis ontbijt. Welkom in de Hoge Tartas !!! (voor wie ons
voorbeeld wil volgen het gehucht heet lysa polana = poolse grens, de bus
vertrekt vanuit poprad, en eenmaal aan de halte kan je de klimmuur echt niet
missen)
Beren spotten ?
Lelo fluister ik en
wijs tussen de door wolken naar een bergflank op zon 200m voor ons.
We
zijn op dat moment bijna helemaal boven en zitten er allebei keihard door. De
wandeling tot op de bergkam die volgens de pijltjes 5 uur zou duren bleek
serieus wat langer te duren, niet in het minst omdat we bij iedere schoon bloempje
of beest (vooral zangvogeltjes wat Eekhoorns en een dooie Bergspitsmuis) even
hadden gestopt. Al vlug bleek dat het hier in de bossen vol stond van bloemen
die zodanig zeldzaam zijn dat ze zelfs niet in mijn gids met alle bloemen van
midden-europa staan.Prachtwaarnemingen
die er wel in staan zijn onder andere Tukse Lelie en Europese Cyclamen.
Verder krioelt het hier van zeldzaamheden
zoals verschillende Alant soorten, Grote Astrantia, Witte Rapunzel, Bosorchis,
Monnikskap, Boswalstro, Geitebaard, Grootbloemig Vingerhoedskruid Op de
bergweides zelf staan er meer bloemen die niet in de gids staan dan omgekeerd.
We staan midden tussen de
toefjes voorbijdrijvende wolken. Telkens opnieuw verschijnt en verdwijnt de tegenoverliggende
bergflank waar een groep van een 6-tal Tatra Gemzen afwisselend grazen en
uitkijken naar Wolven of Lynxen.
Naast de Tatra Gems is ook de
Tatra Marmot een endemische (onder)soort. Tijdens mistige en regenachtige dagen
blijven die echter ondergronds waardoor we van hen niet meer te zien kregen dan
een hol en een drol.
De scherpe bergflanken
maken de houtkap weinig interessant waardoor sommige valleien nog nooit gekapt
werden. Daar staan Arola-dennen van meer dan 1000 jaar oud. Vele andere
bergflanken zien er griezelig uit omdat het merendeel van de sparren die er
staan dood zijn als gevolg van bastkevers. Het is geen recente plaag maar een
eeuwenoude cyclus die zorgt voor de verjonging van het woud en tevens de bakermat
levert van de Drieteen-specht die in die kevers gespecialiseerd is.
De kans om een Linx,
Wolf, Veelvraat of Otter te zien is klein, maar de kans om een vrouwtjesbeer te
spotten is niet onbestaande. Slovakije is het land met de grootse berendichtheid
van Europa, en komt ook in absolute aantallen niet veel onder Roemenië. Er
zouden in heel Slovakije nog zon 800 beren leven waarvan meer dan honderd in
de Hoge Tatras. De vrouwtjes zijn bijna geheel vegetarisch en grazen de hele
zomer op deze bergweides gras, kruiden, wortels en bessen. Ook wij doen ons te
goed aan Bosbessen, Bosaardbei, Heuvelaardbei en Berendruif (zie foto), al is
dat eigenlijk verboden omdat je die voor de beren moet laten.
Polen, land van
Vanuit de bergen laten we ons vanachter
in een autobus in één trek tot in Lublin hobbelen. Onderweg verneem ik dat het
lijstje bekende Polen in tegenstelling tot de bekende slowaken- ook tot
voorbij de landsgrenzen gekend zijn.
Nicolas
Copernicus, Marie Curie, Johannes Paulus II, Frederik Chopin, Roman Polanski,
Lech Walesa en Benoit Mandelbrot (Wiskundige) spruiten allemaal voort uit dit
land.
In tegenstelling tot het wegdek wordt
het reliëf er steeds vlakker op. Hoewel Polen met zijn 38 miljoen inwonersvrij dicht bevolkt is valt daar weinig
van te merken. Hier in Oost-Polen domineren bossen, meren en moerassen het
landschap. Het is voornamelijk in dit deel van Polen dat een kwart van alle
Europese trekvogels broedt. En zelfs soorten als de Europese Bizon en Eland
vinden in de bossen rond Lublin (voornamelijk in Bialowyza, veruit het grootste
oerbos van Europa) nog een ideale leefomgeving. Ja, ja t is hier schoon, in
ieder geval veel schoner dan de geschiedenis van het land.
Het begon nochtans goed. Tot aan
het einde van de middeleeuwen bleef Polen gespaard van Pest, godsdienstvetes of
serieuze oorlogen. Maar daarna stopte de ene oorlog pas wanneer de volgende
begon. De laatste oorlog brak niet alleen de Poolse, maar alle records der
oorlogsgeschiedenis.
Vanuit alle Nazi-gecontroleerde
gebieden werden untermenschen naar de uitroeiingskampen -die allemaal in Polen lagen-
gestuurd, waardoor de overgrote meerderheid van alle slachtoffers uit de tweede
wereldoorlog in dit land om het leven kwamen. Eenmaal de Joden en Roma van de
kaart geveegd zou men ook alle Polen in de gasovens duwen en om al wat op te
warmen werden alvast zon 2 miljoen niet-joodse Polen de vernietigingskampen ingestuurd.
Samen met de Poolse Joden, die de meerderheid van alle uitgeroeide Joden
uitmaakten kwam de dodentol voor Polen op zon 6 miljoen burgerslachtoffers te
liggen wat het grootste aantal was zowel in absolute cijfers als ten opzichte van
het totaal aantal bewoners.
Ook Lublin, de stad waar we
optreden, werd zwaar getroffen. De Joden die er 40 procent van de bevolking
uitmaakten werden zo goed als allemaal uitgeroeid in Chelmo en in het
plaatselijke Majdanek werkkamp. De ongeveer 15 procent Duitsers die er voor de
oorlog woonden moesten achteraf wegvluchten, tel daar nog een handvol Roma en
de vele slachtoffers onder de etnisch Poolse bevolking bij en je komt op amper
meer dan een derde van de vooroorlogse bevolking die dit drama overleefd
hadden.
Zicht op Lublin vanuit het Majdanek werkkamp waar 80000 doden vielen
Genoeg gelachen, tijd voor het Carnaval
Sztuk-Mistrzow festival
Meer dan een derde van de
inwoners van Lublin zijn studenten en er is dan ook een bruisend cultureel en
uitgaansleven waar dit uniek festival een mooi voorbeeld van is.
Met een bescheiden buget en heel
veel vrijwilligers slaagt de organisatie er in een groots en zeer aangenaam festival
op poten te zetten. De hoofdacts van het festival -waaronder ShakeThat- krijgen
een volledige vergoeding, terwijl de overige acts vervoer, overnachting en eten
aangeboden wordt en ter plaatse spelen voor de hoed. Daarnaast komen veel
artiesten gewoon als toerist naar de Poolse jongleer- en tricklineconventie die
er gelijktijdig plaatsvindt en fleuren ondertussen het stadsbeeld op.
Ik zit onder de bar, de show
start, onze Patron draait het bordje Zamknieste om waarmee de bar voor open
verklaard wordt. Meestal volgt dan een lauw applaus waarna de patron het bordje
terug op Gesloten draait en het publiek in één blik duidelijk maakt dat hij
een harder startapplaus gewend is, alvorens het nog eens op Open te draaien.
Deze keer is het eerste applaus
al zo sterk dat het een beetje absurd is om het te draaien en een is dat alles
wat jullie kunnnen-blik naar het publiek te werpen, maar Nino voert zijn rol
voorbeeldig uit. Wanneer het bordje een tweede keer op Otwarte gedraaid wordt
davert een zo waar nog luider applaus over onze bar en weten we dat deze show
niet meer fout kan. Ook gedurende de rest van de voorstelling bleef het publiek
het meest enthousiast en aandachtige publiek dat we ooit hadden, op dat van de
Europese Jongleer Conventie na (die trouwens volgend jaar hier doorgaat).
De tweede dag regende het
non-stop wat zowel voor de organisatie als voor de afgereisde busking-artiesten
een serieuze streep door de rekening was. Zo goed als alle optredens werden
naar een shoppingcenter verschoven waar nergens plaats was voor een bar van 9
op 5 m. We bouwden dan maar buiten op, onder een donker afdak waar geen kat
passeerde.
In de kleedkamer maakte ik me nog
zorgen dat er te weinig publiek zou zijn, maar dat bleken zorgen voor niets. De
talrijke vrijwillers van het festival hadden alle kijklustigen naar ons
optreden doorgestuurd en dat leverde opnieuw een fantastisch publiek op.
Tricklining
Gelijktijdig met het
straattheaterfestival en de jongleerconventie is er ook een samenkomst van
trickliners. Het is een zeer recente sport die overal en zeker in Polen zeer
populair wordt. Het kwam oorspronkelijk uit de scene van de bergbeklimmers aangewaaid
maar leunt ondertussen dichter aan bij tumbling en breakdance. Een elastisch
lint wordt op ongeveer een meter hoog strak gespannen tussen twee bomen. Daarna
is het kwestie je op die één dimensionale trampoline in evenwicht te houden en
ondertussen allerlei sprongen uit te voeren tot je van het lint gecatapulteerd
wordt. Er zijn workshops, er is een wedstrijd en over heel wat pleinen zijn
highlines gespannen waarop de trickliners de overkant proberen te bereiken,
beveiligd door een touw dat hun middel met het lint waarop ze lopen verbindt. Natuurlijk,
wat had je gedacht, moest ik dat ook eens proberen.
Ik moest wel twee dagen
watertanden vooraleer ik het kon proberen gezien we eerst helemaal voor onze
optredens gingen. De laatste dag dan uiteindelijk zo veel mogelijk geoefend en
na een paar uur kon ik al over dat lint lopen en ook de eerste sprongen
proberen, die me -hoewel ze steevast in de modder eindigden- gigantisch veel
zin geven om er weer en nieuwe hobby bij te nemen. Terwijl wij in onze
camionette helemaal weer naar België rijden trekken de trickliners morgen naar
een meer waarboven ze hun lijnen zullen spannen, verdoeme ik heb zin om hier te
blijven !!
Zodra ik weer thuiskom koop ik
mij zon lint en takel, die ik dan kan meenemen op de volgende tournee. Tot
dan,
Ik heb er tot nu, op de
terugvlucht, de hele reis over gewijfeld of ik nu wel of niet een verslag van
onze optredens in Rusland zou schrijven. Enerzijds is er de oppervlakkigheid
van ons blitzbezoek dat weinig leeswaardigs opleverert maar anderzijds is een
ShakeThat-reis altijd weer een avontuur, hoe kort het ook moge zijn. Daarnaast
is er ook het gebrek aan trots over ons milieuverslindende trip die me de
goesting wegneemt om er in geuren en kleuren over te schrijven. Tenslotte is
typen niet echt bevorderlijk voor de pijn aan mijn polsen en vice versa.
Maar goed, ik ben er aan
begonnen. Als lezer heb je met één muisklik een zicht op hoe lang en breed dit
verslag zal zijn, iets waar ik zelf op dit moment totaal geen zicht op heb.
Rusland sterft uit
Perm, de rijke olie- en
gasverwerkende industriestad aan het zuiden van het Oeralgebergte lees: Oeralgeheuvelte-
is een uitzondering in het zwaar zieke Rusland. Alles ademt er naar Ruslan:, de
kubushoofdige mannen, de zielloze sovjet architectuur en grootse momunmenten,
de wijdse legerparade-straten en de oude trams, maar het in dit uitgestrekte
land alomtegenwoordige verval en de allesoverheersende neerslachtigheid, is
hier bijzonder mild. Voor het miljoen mensen dat hier woont gaat het stillaan
weer een beetje vooruit en daar is de eerste editie van dit circusfestival een
goed voorbeeld van.
Misschien is Perm wel te
vergelijken met Gent. De petrochemische-industrie zorgt voor geld en werk, er
is een universiteit, uitgaans- en cultuurleven. Terwijl de grootstedelijke
criminaliteit, skinheads, lijmsnuivende straatkinderen, door ordediensten
opgejaagde thuislozen en bedelaars hier eerder zeldzaam zijn. De voordelen van
een stad zonder de nadelen van een grootstad dus.
Sinds het de aanvang van de Perestroika
de ontmanteling van het communisme is het leven er voor de gewone Rus alleen
maar harder op geworden, met de enige troost dat het nu meestal minder lang
duurt. De Russische man heeft op dit moment een levensverwachting van 58 jaar,
6 jaar minder dan 40 jaar geleden. Gezien terzelfdertijd de geboortecijfers
schrikbarend gedaald zijn tot nog slechts 1,2 kinderen per vrouw, slinkt de
bevolking in hoog tempo. Als deze geboortecijfers aanhouden zal de bevolking van
Rusland tegen 2050 gehalveerd zijn.
In het binnenland komt daar nog
de plattelandsvlucht bij waardoor vele dorpen en kleine stadjes helemaal
leeglopen. Op dit moment zijn er al 1500 spookdorpen en in een veelvoud daarvan
vind je alleen nog wat oudjes, berken en wolven. Wellicht moet je niet ver
buiten Perm gaan om in die grote leegte terecht te komen, maar die tijd hadden
we jammergenoeg niet.
Klantvriendelijkheid
Ambassades hebben per definitie
een monopolie op hun dienstverlening, waardoor klantvriendelijkheid ten opzichte
van buitenlandse visum-aanvragers wellicht overal zeldzaam is. Neem daar de
algemene efficiëntie en corruptie van de Russische overheidsdiensten bij en je
komt al snel in Kafkaainse toestanden terecht.
Om een visum te bemachtigen moet
je buiten op straat staan wachten tot het jouw beurt is. Firmas die leven op
de corruptie van het systeem raden je aan via hen te werken voor slechts 100
euro per visum. Wie niet onmiddellijk betaalt, verandert van mening als na 4
uur wachten de loketten sluiten, terwijl ze in die tijd welgeteld 5 wachtenden
(die er al stonden van voor zonsopgang) binnengelaten hebben. Er is voorrang
voor de Russen, de rest moet maar buiten wachten. Het is duidelijk dat je
zonder die visum-bedrijfjes nooit aan je documenten geraakt.
We hadden graag een visum
gekregen van twee weken, gezien we efkes geen optredens hebben en dus konden
blijven en geld spenderen. Maar zo zag de ambassade dat niet. 4 dagen kregen we
de tijd. De Russische economie richt zicht duidelijk meer op de export van gas
en olie dan op import van toeristen.
Land van het circus
Tijdens de Sovjet-periode was
circus het progandamiddel bij uitstek en nog steeds wordt door het volk op
handen gedragen. Arjan Miluka, één van de acrobatie-leraars in Esac
(topcircusschool te Brussel) werd na jaren op te treden in China en de Russische
grootsteden in zijn thuisstad ontvangen in een vol voetbalstadium, op een
trapeze die met een helikopter naar binnen gevlogen werd
Ondertussen zijn circusartiesten
hier geen rocksterren meer, maar de Russen houden nog altijd van circus. Zo
goed als alle voorstellingenzijn
uitverkocht. Het zijn niet uitsluitend de rijke russen die hier op afkomen,
maar eerder de middenklasse en daarnaast ook de voltallige circusschool van de
stad.
Het circusschooltje is er nog
maar een paar jaar. We bezochten het op onze enige vrije dag en het bleek nog Russischer
dan vodka te zijn. Discipline en keiharde gymnastiek vanaf drie jaar oud. De
resultaten liegen er niet om. Tegen dat die gasten 7 jaar oud zijn springen ze
allemaal reeksen flickflacks en gestrekte saltos op de tumbling. Konden we
hier maar een paar dagen langer blijven en eens een hele dag met een groepje
werken. Creatief jongleer- en acrowerk, met zon gasten, dat moet machtige
resultaten opleveren.
Laat ons hopen dat alle shows die
ze deze week te zien krijgen hun ogen zal openen. Het zijn bijna allemaal
buitenlandse voorstellingen en allemaal zijn ze vernieuwend. Dit moet iets
teweegbrengen in die jonge hoofdjes, dat kan niet anders .
Hollyday on ice
In Israel hadden we een matige
show gespeeld doordat allerlei zaken van op onze technische fiche niet in orde
waren. Deze keer wilde Joris onze materiaalchef- dan ook alles meenemen. En als
Joris alles zegt, dan betekent dat letterlijk alles: we zijn wellicht de
allereersten in de geschiedenis van dit immense land die Vodka het land binnen
gesmokkeld hebben.
We hadden ook een nieuwe
mattenvloer gekocht. Dunne en lichte puzzelmatjes, zodat we niet op tapijten
van de organisatie moesten hopen. Na onze opwarming waren die matjes hier en
daar nat en wat later zat dat vocht al tussen onze matjes en de dansvloer
waarop ze lagen. Het gevolg was dat ze daarna alle kanten uitgleden, en we een holiday on ice versie van onze show
speelden. We sloegen ons er door en werden gesteund door het luide en talrijke
applaus van het publiek. Ja ook in rusland wordt onze dwaze humor gesmaakt !!
De tweede show legden we een
tapijt van de organisatie bovenop onze matjes en hadden zo een prima
ondergrond. Alles verliep net een tikkeltje vloeiender en na afloop was de
organisatie razend enthousiast.
Ze zullen ons zeker binnen het
jaar nog eens uitnodigen en ze hebben contacten in Oman en op het festival van Monte
Carlo We weten uit goede bron
dat het in de aard van de Rus ligt om allerlei plannen voor te stellen alsof ze
zeker zullen doorgaan om ze daarna even snel weer te vergeten. We zien wel
Russisch voor beginners
Na ons laatste optreden willen we
gaan feesten, maar ik zit met een dubbel probleem. Mijn scheermachine ligt nog
op mijn kamer terwijl ik per sé mijn snor er af wil scheren. Jammer genoeg
liggen ook mijn taalgidsjes Russisch daar nog, en nog spijtiger is dat de deur op slot is en ik net mijn
sleutels liet vallen tussen lift en vloer. Ik moet de gangverantwoordelijke
duidelijk zien te maken dat ik een stok en een haak nodig heb om de sleutels uit
die spleet te vissen.
Zodra ik aan haar deur klop geeft
ze de kuisvrouw de opdracht om haar deur te openen. Wellicht heeft ze zelf
eerst twintig jaar gekuisd en slaafje van de gangverantoordelijke gespeeld en
nu is het haar beurt om vanuit haar zetel te commanderen. Hiërarchie, oftewel baas
en bovenbaas is hoe alles hier verloopt. Elke opdracht wordt doorgegeven aan
iemand die lager op de ladder staat, zodat wie meest verdient minst doet.
Ik had vooraf geen Russisch
geleerd maar probeerde mijn schade in te halen op de heenvlucht en hier tussen
de soep en de patatten door. Het lijkt mij een moeilijke taal, zowel qua
grammatica (6 naamvallen (gelukkig voor mij, exact dezelfde als in het Romanes)),
woordenschat, spelling als klanken. Heel wat medeklinkers worden maar half uitgesproken
(wat voor een West-vlaming niet al te veel problemen oplevert) maar vooral één
klinker kennen we niet. Het geluid kan je je best voorstellen als de laatste
klank van een stervend schaap. Zo ergens tussen blaten en piepen.
De jongeren die vooruit willen
leren massaal engels, veel meer dan ik verwacht had, maar de oudjes en de
kuisvrouwen zijn meestal geen talenknobbels.
Met het weinig Russisch dat ik
ken en vooral veel hand- en voetenwerk lukt het toch vrij snel om de kuisvouw
het probleem uit te leggen, die de boodschap daarna doorgeeft aan haar overste.
Ik krijg een reeks keelklanken en een reservesleutel naar mij toegeslingerd.
Blijkbaar had ze het begrepen.
Moskow
De terugreis vliegt net als de
heenreis over Moskow. Tijdens de acht uur tussen landen en vertrek, sporen we
naar het centrum van de grootste stad van Europa (wellicht is London ietsje
groter, maar zo zien de Russen dat zelf niet). Het is de stad van het contrast
tussen superrijk en bitterarm, de stad waar de grote meerderheid van de nieuwe
rijke Russen wonen die na het communisme alle overheidseigendom opkochten voor
een letterlijk een appel en een ei, om daarna in geen tijd onmetellijk rijk te
worden. (ze kochten alles met geleende roebels, om daarna de roebel te laten
devaluêren met 2500%, waardoor ze die schulden konden terugbetalen met
letterlijk een appel en een ei, terwijl al de andere Russen hun spaarcentjes in
rook zagen op gaan).
Rusland is s wereld nummer één
op vlak van bodemschatten, maar zoals in zo veel van die bodem-rijke landen raakt
dat geld niet verdeeld over de gehele bevolking. De rest moet het stellen met
onderbetaalde jobkes en zonder enige vorm van bescherming tegen maffia of
politiegeweld.
Al bij al is het er de laatste
jaren wel op vooruit gegaan voor de gewone man, wat niet zonder reden toedicht wordt
aan President Poetin, die een enorme populariteit heeft. Het moet gezegd, ofwel
speel je mee met Poetin en zijn vriendjes, ofwel speel je niet, maar verder is
zijn beleid niet zo slecht als het in het Westen wordt voorgesteld. Hij heeft
de ineenstortende staat terug doen functioneren, met harde hand welliswaar, maar
niet alleen tegenover het volk in Tsjetsjenië, ook tegen de hyperrijken die nu
wel belastingen moeten betalen (een beetje het tegengestelde dan onze regering
die de superrijken via de notionaire intrestaftrek volledig vrijstelt van
belastingen).
Die stabiliteit zorgt voor
investeringen uit het buitenland die samen met de inkomsten uit belastingen van
de superrijken en de winsten uit de terug genationaliseerde olie- en
gasbedrijven voor een betere staatskas zorgt die op zijn beurt de economie doet
draaien. Dat het merendeel van die extra budgetten naar de veiligheidsdiensten,
politie en leger gaan en slechts een tiende daarvan naar onderwijs en
gezondheidszorg is jammer, maar blijkbaar toch genoeg om de modale Rus achter
hun leider te doen staan.
In het toeristische centrum van
Moskow merk je overdag niets van de troosteloze armoede die de inwoners van
deze stad treft. Op een paar uur tijd heb je nu eenmaal niet meer tijd dan een
bezoekje aan het rode plein, zelfs voor een bezoek aan het majestueuze
Circusgebouw van Moskow hadden we geen tijd. Laat ons hopen dat we zoals het
festival beloofde snel terug kunnen komen naar Rusland en dan aan een visum
raken dat ons meer tijd geeft om dit land, zijn taal en inwoners beter te leren
kennen.
land van
melk en honing, een altijd dode zee en een eeuwig levendige oorlog
Deel 1: Op weg naar het Israel Juggling
Festival
twas weer een gigantische
stressboel om op de vlieger te geraken. In Gent misten we onze trein omdat die
precies op tijd vertrok in plaats van de verwachte 5 minuten vertraging. We
moesten de stoptrein naar de luchthaven nemen en die deed zijn naam alle eer
aan waardoor we pas anderhalf uur later in Zaventem geraakten, 10 minuten voor
de gate sloot. Daar moesten we op die tijd nog 200 kilogram aan decor door de
customs krijgen en ook nog eens twee bommen die we per sé wilden meevliegen.
Die bommen hebben we uiteindelijk in een paketje gedraaid en achtergelaten in
een vuilbak in Zaventem want we mochten die vreemd genoeg niet importeren in
Israël. De Vlaamse wapenexport naar Israël, Noord-Afrika en het Midden-Oosten
kende vorig jaar een recordomzet en nu wij ons steentje willen bijdragen mogen
we niet. De wereld is niet eerlijk !!
Israel
Het festival gaat door in Sachna,
een oase int noorden van het land, vanaf Tel Aviv een 100tal km
noord-oostwaarts richting Jordanië. De rustig heuvelende landschappen zijn er
(in de lente) gras- tot mosgroen in tegenstelling tot het halfwoestijnlandschap
dat overheerst in het Oosten en Zuiden van het land. De eerste stad die we
voorbijkomen is Jaffa, die bij ons al gekend was in de negentiende eeuw voor
zijn export van Palestijnse appelsienen, kortweg Jaffa-appelsienen.
Je kan die trouwens nog steeds
kopen in den Delhaize al zal de winst nu niet meer naar de Palestijnse
grootgrondbezitters of keuterboerkes gaan. Het zijn nochtans nog steeds vooral
de Palestijnen die ze kweken, maar omdat ze niets mogen exporteren kunnen ze
die alleen kwijt aan de Israëli die ze dan met een heel faire winstmarge
doorverkopen aan Europa. Met het geld dat Europa jaarlijks aan de Palestijnen
geeft kunnen die dan weer irrigatiewater kopen van, u raadt het al, de Israëli
en dat vanzelfsprekend ook voor een heel faire prijs.Ja, ja t zijn hier allemaal dikke vrienden.
Dat Israel bestaat is het
resultaat van het Zionisme een stroming binnen het jodendom die ontstond eind
19e E en die uitgaat van een appartheidsgedachte: er zal altijd
antsemitisme zijn en wijzelf verachten niet-joden, dus we maken best ergens
land uitsluitend voor Joden. De keuze viel op Palestina, waar op dat moment
slechts een paar procent Joden woonden.
Vanaf de jaren 20 en vooral 30
kwamen er steeds meer Joden naar Palestina die grond opkochten van de Britse
bezetter. Na de 2e WO kreeg het Zionisme de Britten zo ver (onder
meer door terroristische aanslagen zoals in 47 op het Britse consulaat waarbij
91 doden vielen) dat die vertrokken. Onder druk van de VS kregen de Joden van
de VN de toestemming om een eigen land op te richten in Palestina. Hoewel ze
toen nog maar 7 procent van het grondgebied bezaten en slechts een derde van de
bevolking, kregen ze 52 procent van het grondgebied toegewezen.De Palestijnen weigerden akkoord te
gaan met het plan waardoor er oorlog uitbrak toen de Britten vertrokken. Het
technologisch superieure leger van Israel verdreef 2 derde van de
oorspronkelijke bevolking naar Gaza en de Westelijke Jordaanoever en enkele
grote Palestijnse steden darbuiten. De staat Israel werd gesticht en bestond
uit 72 procent van Palestina.
Daarna waren er verschillende
oorlogen met de buurlanden waarbij stelselmatig geknabbeld werd aan de
oppervlakte die de Palestijnen kregen om hun staat op te richten. Op dit moment
schiet er nog 12 procent over
Palestina ?
Wie van klein en gezellig houdt
zit het best op de westelijke Jordaanoever waar zon 190 van de buitenwereld
afgegrendelde openlucht-gevangenissen liggen. Ze worden allemaal omgeven door
Israëlische wegen die de 252 Israëlische kolonies (en Mizpes) met elkaar
verbinden waar de Palestijnen niet op of over mogen. Op de palestijnse wegen
liggen 93 checkpoints die de palestijnen kunnen pesten, en de doorgang verbieden.
Rond alle eilandjes samen is er een gigantische muur gebouwd. Op de
waterpijplijn die er dwars door loopt en Jeruzalem met het meer van Galileia
verbindt, hebben ze jammergenoeg kraantjes vergeten te steken en de jordaan
zelf ligt ondertussen ook al op een redelijke afstand van deze zogeheten
Jordaanoever. Dus het is er wel een beetje droog.
Wie van een gezellige drukte en
waterpret houdt kiest daarom beter voor de Gazastrook waar op een niemendallig stukje
zandkust (ongeveer zo groot als Middelkerke tot Knokke) 1,4 miljoen Palestijnen
opeengepakt zitten.
Voor reislustige Palestijnen zijn
er vakantieoorden in Zuid-Libanon zoals de kampen van Sabra en Chatila waar
sinds het laatste bezoek van het Israëlisch leger weer volop plaats is voor nieuwkomers.
Wie daarentegen te sterk gehecht
is aan zijn eigen klei (lees: zand) kan het als vluchteling in eigen land
proberen (20 procent van de Palestijnen die nog overblijven in Israel zijn
vluchtelingen) te redden en heeft dan uitgebreide vestingsmogelijkheden van
levendige sloppenwijken tot rustgevende en zonovergoten golfplaathutten in de
Negevwoestijn. Er is dus duidelijk voor elke Palestijn wat wils.
Deel 2: Israel Juggling convention
Het jongleerfestival loopt op zijn
einde. Omdat er maar 600 man in de theaterzaal kan wordt het slot-cabaret twee
keer opgevoerd. Tweemaal een nokvolle zaal vol dol enthousiaste jongleurs. Het
is de eerste keer dat Balltazar (ikzelve dus) zon groot gala presenteert. De
eerste opvoering verliep supervlot, maar ik blesseerde mij tijdens één van mijn
interventies, dus straks geen slap touw meer
Het festival werd 18 jaar geleden
opgericht door Yuval Roth die de allereerste straat-circusarties van Israël
was. Een gast die zich al heel heel zijn leven inzet in allerlei sociale
projecten. Via hem kwamen we in contact met enkele projecten in palestina waar
we later deze veel te korte trip heentrekken.
Ondertussen is het festival
uitgegroeid tot het tweede grootste jongleerfestival ter wereld. Er waren 1300
betalende bezoekers en veel niet-betalende kinderen. Dat maakt dat we met
ShakeThat op de drie grootste jongleerfestivals ter wereld gespeeld hebben !!
Ik had maar 2 dagen om Hebreeuws
te leren gorgelen. Veel verder dan wat uit het hoofd geleerde zinnetjes ben ik
niet geraakt. De grootste gelijkenis met het Nederlands lijkt mij dat ze ook
allemaal elkaar zo een beetje verstaan, maar niemand anders daar in slaagt. Er
zijn een paar woordjes die overeenkomen: Tov en Mazzeltov, maar meer ook niet. Sjaloom is hallo en todaRabba is straf
wel bedankt. Zon R spreek je uit alsof je een wolk zand terug uit je keelgat
probeert te schrapen.
Ik had gehoopt dat het wat meer
op het Arabisch zou gelijken maar hoewel die talen dezelfde basis hebben zijn
er nu nog maar weinig woorden tzelfde. Symbolisch genoeg blijkt één van die
het woord dam te zijn, wat zo veel wil zeggen als rode vloeistof die door de
aderen van Joden, Palestijnen en andere dieren loopt.
De ShakeThat voorstelling ligt
ondertussen twee dagen achter ons. Nee, nee, het zal niet regenen, dat kan
niet, verzekerde de organisatie ons. Regen in april is hier even zelfdzaam als
sneeuw op Rock Werchter. De wolken voorspelden weinig goeds, maar de locals
kennen hun eigen klimaat nu eenmaal beter dan wijzelf, dus voor één keer
vertrouwden we die Joden.
Net voor we naar de kleedkamer
wilden trekken om ons in rust voor te bereiden had een rukwind onze kast omvergekegeld
waardoor we nog vlug andere glazen moesten zoeken, de flessen waren toen nog
maar net aangekomen en die moesten nog uitgewassen, gevuld en geplaatst worden.
De bom waarvoor de organisatie gezorgd had leek zeer twijfelachtig en limoenen
hadden ze al helemaal niet kunnen vinden.
We deden ons best om het in deze
omstandigheden te redden, maar rukwinden en zowaar een licht onweer strooiden
nog meer roet in onze cocktails. We spartelden ons er doorheen en kregen een
zeer warm applaus, maar waren toch enorm teleurgesteld. Niets voelt slechter
aan dan de halve wereld afreizen om een ondermaatse show te spelen. Al zijn er
grotere problemen, op deze wereld, dat wel.
In ieder geval reden genoeg om
hier op het gala, waar het allerbeste van het hedendaags jongleren
geprogrammeerd staat, revanche te nemen. Joris zijn eerste nummer was sterk,
het publiek applaudiseerde tot hij opnieuw het podium bsteeg voor een bis-buiging.
En Balltazar, al zeg ik het zelf, deed het wonderwel. Zowel de presentatie als
mijn nummer op slap touw werkten deden het zeer goed. Nog twee minuten en we
vliegen er weer in. Hopelijk gaat het even goed.
Voorlopig heb ik geen tijd om
stil te staan bij wat we de komende dagen gaan doen. Een sterk vredesbeluste vrouw
heeft ons de contacten doorgegeven van twee sociale circusprojecten in
Palestijns gebied.Er zijn daar nu
rellen dus het is niet zeker dat we er zullen geraken, maar wellicht wel. Voorlopig
kunnen we geen contact opnemen omdat de telefoonlijnen werden afgesneden.
Ik had op voorhand niet gedacht
dat we zomaar naar de Palestijnse gebieden zouden kunnen gaan en had me daarom
voorgenomen om in Israel zelf op bezoek te gaan in een illegale nederzetting,
vluchtelingen kamp of sloppenwijk. Binnen Israel zijn er zon 123 erkende
Palestijnse nederzettingen en daarnaast meer 1400 vergeten dorpen die bij wet
zonevreemd zijn en geen recht hebben op elektriciteit, water, telefoon,
school of klinieken. Daarnaast zijn er rond de grote steden sloppenwijken waar
bijna uitsluitend Bedoeïnen wonen die vergelijkbaar zijn met de Roma in Europa.
In die illegale dorpen en sloppenwijken wonen illegalen en Palestijnen die het
staatsburgerschap wel hebben kunnen verkrijgen. Slechts 1 op 8 Palestijnen die
oorspronkelijk in Israel woonden hebben het staatsburgerschap kunnen
verkrijgen, maar ook dan blijven ze de facto een trapje lager staan in de
maatschappij. Zo is de Israëlische nationalteit alleen weggelegd voor Joden.
Sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg,bouwsubsidies en dergelijke zijn voor een groot deel
gebaseerd op die nationaliteit, dus het staatsburgerschap stelt uiteindelijk
niet al te veel voor.
Ik stap een tweede keer het
podium op en steek van wal in het Hebreeuws sjaloom Israel, Bruxim abaim le
mufa ha gala, shel khenes ha latoetim a Israeli hasjmoena asar .
En krijg direct het publiek op
mijn hand. Who speaks english ? Iedereen juichtIvriet ? opnieuw heel de zaal (Ivriet betekent
Hebreeuws). Na Min bichki bil Arabi ? Roept slechts een enkeling terwijl de
rest zwijgt. Er zijn geen arabische jongleurs en op school krijgt iedereen
klassiek Arabisch. Dat zou ongeveer het zelfde zijn als dat wij op school
Latijn leren en geen Frans. Heel dit festival zit vol vredesactivisten, die allemaal
jaren Arabisch geleerd hebben maar niet tegen hun buren kunnen spreken.
Ik overloop wat andere talen en
telkens juichen er wel een paar jongleurs uit dat taalgebied. Last but not
least: Wie verstaoter mie aokWesflams kotn ? waarop de hele belgische delegatie uit zijn dak gaat.
Dit jaar zijn er maar liefst 8 West-Vlaamse gastartiesten op dit festival !!! Naast
ShakeThat en nu Balltazar stond ook Cie Ea Eo hier.
Het is de beurt aan Joris. Ik
kijk vol spanning vanuit de coulissen. Het begin loopt vlekkeloos. Alles lukt.
Het publiek gaat uit zijn dak. Joris zijn solo nummer is gigantisch moeilijk en
deze keer moet hij het doen met lokale flessen die net iets anders draaien. Ik
hou mijn adem in. Nog steeds geen fout. De applaussalvos volgen elkaar op. De
laatste routine van zijn show is veruit de moeilijkste, Go Joris, go!!. Opnieuw
foutloos. In zijn hele nummer geen enkele drop. Het publiek gaat wilt, staande
ovatie !!
Ik voel me in de zevende hemel.
Nog één nummer presenteren en dan zit het er op. Na de heel matige show eerder
deze week is de revanche vanhet
ShakeThat-team meer dan geslaagd !!
Ondanks al mijn bedenkingen over de
extreem religieuze minderheden en de Zionistische Joden die het beleid van de
staat Israël bepalen, moet ik toegeven dat ik me in al de tijd dat ik
circusoptredens geef nog nooit zo welkom gevoeld heb op een festival. Zowel de
organisatie als de bezoekers zijn zeer warme en vredesgedreven mensen. Alleen
jammer dat de Palestijnse jongleurs niet uit hun openlucht gevangenis mogen om
tot hier af te zakken. Misschien organiseren ze het Israëli Juggling festival
in de toekomst beter ergens in palestina, dan kan iedereen er heen gaan.
Deel 3: Israels toeristenhotspots
Onder de vleugels van Guy, een
locale jongleur die ons zijn land wil tonen, volgen we de Jordaanvallei
zuidwaarts. Het landschap verandert snel van lieflijk grasland met verspreide
boompjes naar een dorre halfwoestijn, omdat de wolken al hun regen verliezen
boven de heuvelrug waarop Jeruzalem ligt. Toch moeten er hier en daar bronnen
en oases te vinden zijn, gezien je nog nu en dan het geluid van een Smirna-ijsvogel
kan opvangen (een beetje zoals onze ijsvogel, maar nog luider en meer trillers).
Verder zit het hier vol met Arabische Buulbuuls, Bonte kraaien, Palmtortels en
hier en daar een Ooievaar. Ik zag de voorbije dagen ook een voor deze regio
endemische soort: De Palestijnse Honingzuiger, een klein zwartglanzend
kolibrie-achtig vogeltje.(voor de
kenners; mijn waarnemingslijstje aan niet in West-Europa voorkomende vogels: Sporenkievit,
Tristrams-spreeuw, een Saker- of Lannervalk en Kleine Bonte Ijsvogel).
Dit is een gebied dat nog maar
heel recent gekoloniseert werd. De Joodse kolonisten leven er veelal in Kibuts
waarin het leven en werk gemeenschappelijk is. Door grondwater op te pompen
kunnen ze er aan landbouw doen. Een paar kilometer verder van de Jordaan, waar zit het grondwater te diep zit, begint
het grootste Palestijns gebied met de cynische naam: De Westelijke Jordaanoever.
Het grondwater zit er niet alleen te diep, ze mogen het niet oppompen. De Palestijnen
hebben alleen recht op de bodem terwijl de ondergrond, het luchtruim en aanpalende
zee (Gaza) het exclusief eigendom zijn van de Joodse staat.
Wie op heel korte termijn een
paar kilo wil vermageren kan best gaan joggen met een paar dikke truien aan. Toen
ik judo deed heb gasten op een dik half uur 2 kilo zien wegzweten om zo nog
snel in een lagere gewichtscategorie te geraken. Als je even snel wil
vermageren, maar zonder je lege kont op te heffen is er maar één plaats op de
wereld waar dat mogelijk is: laat die lege kont in/op de Dode zee drijven en
die pekel zuigt al je lichaamsvocht door je huid. Eén uur in dat zoutbad dat zo
geconcentreerd is dat elk spatje op je tong, neus of ogen een minuut blijft
branden, kost je een liter lichaamsvocht.
Het drijven zelf is echt een onwereldse
ervaring die nog sterker wordt door het Marslandschap op de achtergrond. Hier
leven nog Oryxen en een handvol Luipaarden, Hyenas, Woestijnmarmotten,
Steenarenden en Oorgieren. De bodem van de Dode Zee bestaat uit een mengsel van
scherpe zoutkristallen en pure klei (echt puur, niet zoals de klei die wij
kennen van bij ons, die wetenschappelijk gezien maar uit maximum 30 procent
kleimineraal bestaat. Hier is dat tot 100 procent). Die klei vermengd met zeer zoutig
water levert een zeer vreemde consistentie op: iets tussen platte kaas en
gesmolten emmental. Op sommige plaatsen is de bodem hard, maar toch kan je jezelf
in de grond trillen tot alleen nog je kop boven blijft, echt zalig.
Aan de rand van de Dode Zee zijn
er bronnen waarrond rietjungles groeien en waarin hier en daar adembenemende poelen
verscholen liggen waar je het zout van je kan afspoelen, helemaal omgeven door
letterlijk een muur van riet dat tot 6 meter hoog groeit en vol zit van de
zangertjes (nachtegalen, rietzangers, karekieten, spotvogels, grasmussen en
dergelijk gesnavelte).
Buiten deze oases varieert het
landschap tussen steen- en halfwoestijn. Sommige dwergstruikjes zijn opvallend
bolvormig. Als ze kraken van droogte kunnen ze vele kilometers ver rollen om
pas te stoppen aan de voet van een schaduwgevende rots of op de bodem van een
uitgedroogde rivier, de beste plaatsen om hun zaad te laten vallen.
Er groeien vreemd genoeg maar
heel weinig planten die uit zoutwater kunnen drinken, wellicht omdat de
zoutconcentraties direct te groot zijn. Wel groeien er planten met wortels die
tegen een beetje zout kunnen en die drinken uit het laagje regenwater in de
bodem die op het zoute grondwater drijft. Zoals bij ons de typische
autostradebermflora als gevolg van het opspattend strooizout.
Vanaf de Dode Zee die 400 m onder
zeeniveau ligt rijden we onszelf op een tiental kilometer 1400 m dichter bij de
Hemel om uiteindelijk te stoppen aan de rand van het historische Jeruzalem.
Onderweg passeerden we vele Bedoeïnen-sloppenwijken waar de woningen er uitzien
als stallen gemaakt van zwart plastic. In zon hut de zomer overleven, te
midden van deze steenwoestijn en zonder enige toegang tot water lijkt me
onmogelijk, maar op de één of andere manier slagen die mensen daar blijkbaar
in.
Eenmaal in Jeruzalem aangekomen
loodst Guy ons met rugzak en al door de controleposten en toont ons een paar
vergeten pareltjes in het oneindig drie dimensionele doolhof waar al meer dan
drieduizend jaar de grondvesten van onze beschaving liggen. Onlangs is er nog een
nieuwe ondergrondse gang ontdekt die van de ene kant van de stad tot aan de
andere loopt, een tocht die je 45 minuten kost. We bezoeken een ondergrondse Orthodoxe kerk waar de
inrichting zo overdadig en spuuglelijk is dat Jezus er uit zijn graf zou opgestaan
zijn, om daarna tot rust te komen in één van de 30 andere grot-kryptes die de
laatste rustplaats van Christus claimen. Daarna marcheren we via de olijfberg
helemaal tot op het hoogste punt van Jeruzalem om daar via een paar
achterdeurtjes tot op het dak van een hotel te klimmen van waaruit we alle allerheiligste
plaatsen van de Joden, Moslims, Christenen en nog een rist andere sektes kunnen
zien, steenhopen die soms tot drieduizend jaar oud zijn.
Aan de klaagmuur ziet het
letterlijk zwart van de chasidische joden, die gasten die liever een stuk van
hun lul snijden dan van hun bakkebaarden. Sommigen hebben een zwarte zijden
peignoir met bolhoed aan, anderen witte kousen die aan hun zwarte kniebroek
genaaid zijn en een zwarte punthoed, weer anderen hebben een lange zwarte
mantel en een koekentrommel uit vossenpels op hun kop. Allemaal zo knotsgek dat
het niet meer grappig is, maar eerder beangstigend. Allemaal mensen die blindelings
een ideologie volgen die werkelijk op niets slaat. Dat je gelooft alleen de
hemel binnen te komen als je een stuk van je lul afsnijdt vind ik al behoorlijk
van de pot gerukt, maar dat je heel je leven met een koekendoos op je kop moet
rondlopen om god te plezieren, daar moet je toch serieus gehersenspoelt voor
zijn.
Die Chasidische Joden (waar ook
de Antwerpse diamantjoden deel van uit maken) zijn trouwens geen uitstervend
ras. Het aantal volgelingen stijgt gestaag sinds hun ontstaan zon 300 jaar
terug ergens in Oekraine. In Israël zijn ze er in geslaagd om een volledige
vrijstelling van legerdienst te krijgen, iets wat mooi meegenomen is in een
land waar iedereen drie jaar van zijn leven moet verknoeien, veelal
gedeeltelijk in echte strijd. Je zou voor minder een clownskostumm aantrekken
en je bakkebaarden laten groeien. Wanneer één van hen ons aanmaant om hun
heilige grond te verlaten moet Guy hem in het Engels antwoorden dat hij jood is
omdat die weigeren Hebreeuws te spreken. Ze kunnen allemaal Hebreeuws, maar
gebruiken die heilige taal alleen om te bidden.
Alsof God Almachtig en Alwetend
is, maar alleen Hebreeuws verstaat en voor zijn gemak vraagt om alles wat niet
voor hem bestemt is dan ook maar in een andere taal te zeggen.
Reisverslag 3: Welcome to Palestine !!!
The Palestine Circus school, Ramalah
Ik zit op de bus van Ramalah, de
huidige hoofdstad van het land Palestina richting Nablus. Tot onze
verassing is er nergens extreme armoede te zien, de grote meerderheid van
huizen lijkt in goede staat, de autos zien er modern uit en de mensen zijn
goed gekleed. Ook de overheid lijkt normaal te functioneren; politieagenten
regelen het vervoer, er zijn banken, winkels, scholen en er is een goed
functionerend openbaar vervoer.
Het project waar we gister
circusles gaven, The palestine circus school draait, zoals de hele
palestijnse maatschappij, op sponsoring vanuit Europa. Omdat Jessica, de enige
niet-palestijn onder de oprichters, uit Leuven afkomstig is, komt een heel
aanzienlijk deel van die sponsoring uit België. Jessica is duidelijk: armoede
is hier niet het grootste probleem. Wat het probleem dan wel is sijpelt beetje
bij beetje bij ons binnen.
Jessica vertelt ons met veel
enthousiasme over het project waar ze al tien jaar al haar energie in steekt.
De ambities liggen zeer hoog en voorlopig liggen ze op schema om hun droom te
realiseren: tegen 2014 een voltijdse circusopleiding doen draaien. Daarvoor
zijn ze nu bezig met de renovatie van een groot complex waar ze in een volgende
fase een extra gebouw willen neerpoten. Op dit moment volgt hun eerste
generatie leerlingen via allerlei beurzen les aan de meest prestigieuse
circusscholen ter wereld. Het is de bedoeling dat die over enkele jaren
terugkeren en lesgevers worden voor de opleiding. Daarnaast starten ze zo veel
mogelijk circusschooltjes op verspreid over de Palestijnse gebieden van waaruit
uiteindelijk leerlingen zullen kunnen doorstromen naar die professionele
opleiding.
Als zon plannen hier
realiseerbaar zijn en ook armoede niet direct het probleem is, wat is het
probleem dan wel ?
Op hun site lezen we naast dit
meerjarenplan ook volgend berichtje: The Palestinian
Circus School is shocked and deeply saddened by the loss of Juliano Mer Khamis,
Palestinian Israeli director and co founder of the Freedom Theatre in Jenin.
Juliano is maar één van de vele terroristen die de Israëlische overheid
jaarlijks uit de weg ruimt. Zijn terreur bestond uit het maken van
toneelstukken over vrede.
Nablus
In 2002 nam het Israëlisch leger de stad Nablus in met 450 tanks. Als ik
de geruchten mag geloven werd Bagdad tijdens de laatste Golfoorlog ingenomen
met 120 tanks, ik weet niet of dat klopt, maar er waren in ieder geval meer
tanks in Nablus dan er straten zijn. Er volgden 22 dagen waarin alle burgers de
keuze hadden: binnen blijven of neergeschoten worden. Om de 3000 jaar oude
binnenstad te controleren werden doorgangen gemaakt voor de tanks door vrij
willekeurig huizen te bombarderen zonder de bewoners te verwittigen. Andere huizen werden samen met hun
bewoners door bulldozers platgewalst. Zo goed als alle zeepfabriekjes, die
sinds mensenheugenis het economische fundament van de stad zijn, werden
vernietigd. Officieel zouden zich daar terroristen schuilgehouden hebben,
terwijl in vele fabriekjes alleen de kookketels vernietigd werden, wat een
vreemde taktiek is, gezien de plaats om zich te verschuilen daardoor groter
wordt. In totaal vielen er op die 22 dagen bijna 300 burgerslachtoffers.
De Westelijke Jordaanoever was na de oorlogen
van 1948 en 1967 samen met de Gaza-strook het enige stukje land dat de Palestijnen
nog restte. Samen waren die twee gebieden goed voor een kleine 20 procent van
voor de oorlog in 1948. Vele gebieden in Israel zijn zo goed als onbewoond,
maar toch bleef de Israêlische staat ook na 67 nieuwe kolonisaties pal in de
Palestijnse gebieden stimuleren. Al die nederzettingen werden verbonden met
wegen waar de Palestijnen niet op of over mogen. In de vredesonderhandelingen
van Oslo (1993) werden duidelijke grenzen afgesproken tussen de Palestijnse
zones (gebied A), de samenwerkings-zones, beter gezegd het niemandsland
(gebied B) en Joodse kolonies (gebied C). Er werd afgesproken dat de A-zones
zouden toenemen en de C-zones afnemen. In realiteit gebeurde net het omgekeerde
en bleven er nieuwe C-zones bijkomen. (in 2008 verdubbelde het aantal kolonies
en vervijfvoudigde het aantal geplande, recentere info heb ik niet gevonden).
Ondertussen is meer dan de helft van de Westelijke Jordaanoever C-zone en rest
er in heel het land dat voor 48 palestina was nog slechts 12 procent van de
grond voor de Palestijnen en zo goed als niets van de watervoorraden.
Mahmoud die ons dit alles vertelt, werkte
vroeger als ambulancier en combineert nu de job van coördinator van een sociaal
circusschooltje met toeristengids. De binnenstad van Nablous is 3000 jaar oud
en de oude stad is er meer dan 6000 jaar. Het zijn parels voor het oog, maar
toeristen hier heel zeldzaam.
Op elke overgang van zone staan checkpoints
waar de Israëli willekeurig mensen tegenhouden. Zelfs ambulances die van
Palestijnse dorpen naar Palestijnse ziekenhuizen rijden, maar over C-zones
moeten gaan kunnen de doorgaan geweigerd worden. Ooit heeft Mahmoud zelf een
bevalling moeten begeleiden. Ze stonden op 10 minuten van het ziekenhuis en de
bevalling begon, maar de grenswacht liet hen niet door.
Op alle daken staan watertanks. De Palestijnen
mogen zelf geen water oppompen en moeten het bijgevolg kopen van de Israëli die
dat heel onregelmatig leveren. Vooral in de zomer wordt de kraan veelal één of
zelfs twee weken dichtgedraaid. De Palestijnen hopen dat ze het dan uithouden
met hun watertanks. Ook elektriciteit mogen ze niet zelf produceren en wordt
afgesneden zoals het de Israeli belieft, idem voor het telefoonverkeer. Hun ondergrond,
zee en luchtruim mogen ze niet gebruiken, laat staan een leger oprichten.
Het constante en steeds verdergaande onrecht en
vernederingen en de totale onmacht om er iets tegen te doen is alles
overheersend. Al wie opstaat om het voor zijn volk op te nemen, al is het door
toneelstukken te maken, wordt afgeknalt.
Mahmoud verloor in 2002 18 vrienden, van wie
geen enkele ooit een wapen gedragen dat dodelijker was dan een steen. Nu is
het veel rustiger voegt hij er aantoe, terwijl een week geleden opnieuw Israëlische troepen de stad waren
binnen gevallen. Hij vertelt alles op een berustende toon. Hier is het leven nu
eenmaal zo.
Hij revolteert op zijn manier, door de
verslagen jongeren hun trots te laten terugwinnen door het maken van
circusvoorstellingen en die in Palestina en Europa te spelen. en door touristen
alternatieve rondleidingen te geven. Voor al wie ooit deze richting uittrekt,
check Westbank tours of Nablous circus school.
Old
Askar refuge camp
We lopen door een wirwar van straatjes die
amper een halve meter breed zijn tussen grijze muren van snelbouwstenen met uitgerafelde
affiches met de kop van Yasser Arafat en somsSaddam Hoesein, de enige arabihe leider die het ooit voor de
palestijnen heft opgenmen en zelfs raketten op Israel afgevuurd heeft. Als je
weinig vrienden hebt, ben je al blij met de vijanden van je vijanden.
Gelukkig hebben wij hier al veel vrienden.
Mahmoud klopt aan bij het huis van één van zijn strafste leerlingen die volgend
jaar hoofdacrobatieleraar wordt. Zoals overal worden we rijkelijk ontvangen,
thee en koekjes in overvloed. Het zijn eindexamens nu, dus de leerlingen hebben
weinig tijd om naar het circusschooltje te gaan. De acrobaat belt een vriend en
al snel gaat het over de openschooldag die vorige week afgelast werd door de
inval. Ze organiseren volgende week een nieuwe en zijn vastberaden dit keer wel
op te treden.
In dit kleine huis leven 8 mensen, maar Mahmoud
verzekert ons dat de meeste huisjes nog kleiner zijn en meer bewoners tellen.
In Nablus zijn er vier vluchtelingen-kampen die allemaal uit hun voegen
barsten. Alle vier zijn ze sterk overbevolkt.
De families die er in 48 hun onderkomen vonden
zijn ondertussen 3 generaties verder en het ziet er niet naar uit dat ze snel
naar huis kunnen. Ze willen zich ook niet vestigen in wat overblijft van
Palestina. Hier betaalt de VN de huur, maar vooral, zich ergens anders vestigen
betekent de hoop op een terugkeer opgeven. In alle huizen hangt de sleutel van
hun huis in wat nu Israël is op een ereplaats.
De hoop dat die mensen ooit kunnen terugkeren lijkt
me spijtig genoeg weinig realistisch. Hun huizen zijn platgewalst en wie op hun
grond woont zal niet zonder slag of stoot vertrekken. Maar hoop op terugkeer
van mezelf, om dan langer te blijven en meer circuslessen en voorstellingen te
geven aan deze ongelooflijk ambitieuze en gemotiveerde gasten, die hoop lijkt
me wel realistisch. En ook de hoop dat deze sociale circusprojecten mede een
hefboom kunnen vormen die uit de frustratie-energie een positieve kracht kunnen
vormen, lijkt me niet ijdel.
Straks vliegen we terug om tot begin juni op te
treden in West-Europa en daarna vliegen we naar weer een andere Pseudo-democratie,
en wel de grootste van de wereld: Rusland. Wat ons daar te wachten zal staan
weet ik niet, maar ik kijk er toch al naar uit,
Hans
alias Balltazar,
alias Luigi van ShakeThat
PS: Een heel beknopt maar zeer sterk aan te
raden werk over de Palestijnse kwestie is: Gaza, geschiedenis van de
Palestijnse tragedie van Lucas Catherine.
Ook sterk aan te raden is De islam voor
ongelovigen van dezelfde auteur die over de hele Islamitische wereld gaat.
Als iemand me een boek kan aanraden waarin dezelfde
problematiek vanuit het Zionistische standpunt beschreven staat, mag je me dat
zeker laten weten.
Het is precies 12u25. Geen
bijzonder moment in de geschiedenis der mensheid, maar wel exact het moment
waarop ons vliegtuig moet vertrekken.
Gab belt Joris en Simo terwijl ik
een spurtje zet. Twee rolbanen verder vind ik het olijke duo de gate sluit,
snel.
Waarom waarom waarom moet het
toch altijd helemaal op het randje ? De voorbije weken speelde de gedachte door
mijn hoofd: zal ik opnieuw een Brazilië-reisverslag schrijven ? En waarmee
zal ik beginnen ? Hopelijk zouden we deze keer zonder al te veel problemen de
lucht in geraken en kon ik mijn verhaal anders beginnen.
Maar om de één of andere reden,
wellicht van goddelijke oorsprong, zijn we gedoemd om iedere vlucht opnieuw
hemel en aarde te moeten verzetten om heelhuids op de vlieger te raken.
Het was ergens midden juli dat
het Brazilië-II-project vaste vorm aannam. Het zag ernaar uit dat we echt
zouden terugkeren naar het land van eeuwige zonneschijn en palmbomen. We zouden
er van het ene naar het andere festival moeten vliegen en dus ontstond het idee
om een vliegbare bar te maken, jawel bar nummer 5, die als gewone bagage
ingechekt kon worden.
Drie maanden later resten ons nog
drie dagen. Iedereen zit op het tandvlees. Simo last en herberekend zijn
ingenieus plan, Nino schuurt, Joris plakt, ik regel nog de contacten met de
Braziliaantjes, Gab helpt waar hij kan. Iedereen werkt de klok rond.
Ik probeer het project te
coördineren, maar ondanks mijn verwoede pogingen blijven mijn collegas chaos aantrekken
zoals Copa Cabana dat doet met toeristen. Ergens heel laat in de laatste nacht
raakt de bar af. Alles opplooien, verpakken en hopen dat het niet te veel
weegt.
Hoop voor niets, 20 kilo
overgewicht. Overal bespaard, en toch nog te veel. Om negen uur en geen minuut
later moesten we richting Zaventem rijden. In realiteit moet Nino nog naar de
brico om rondellen, Gab is er nog steeds niet en ook van onze taxi-chauffeur
Sander is er geen spoor te bekennen.
Het is al na 11 uur als we de
luchthaven binnenvlammen. Onze weegschaal blijkt heel slecht gewerkt te hebben.
Er is 30 kilo overwicht, daarenboven slecht verdeeld. Alles opnieuw wegen en
versjassen.
Het is ondertussen een bekend
tafereel. Toen we deze zomer uit Zuidspanje terug moesten vliegen hadden we ons
bagagegewicht ook fel onderschat. 20 kilo te veel in de in te checken bagage.
Aan Ryanairtarieven kost je dat 400 euro. Na tien keer alles te herschikken
bleef er nog tien kilo overwicht in de in te checken valiezen. Als men het
aantal handbagagezakken niet al te nauw telt, dan kunnen we een handbagage
extra meenemen. We moeten dus gewoon op 5 minuten tijd een nieuwe valies of
rugzak vinden en in een luchthaven kan dat geen probleem zijn.
Het blijkt toch niet zo simpel.
Alle shops zijn in de taxfree zone, dus na de incheck hier is niets te koop.
Flexible solutions dan maar: Een vriendelijke WC-madam geeft ons een
vuilniszak.
We steken de zak in de ijzeren
mand die de maximum handbagage-afmetingen aangeeft en proppen die vol met
gordijnen en kostuums. We halen hem eruit en powertapen hem helemaal tot die
eruit ziet als een giga-cocaïne pak. We tapen er nog twee handvaten aan en
zijn, zoals altijd, de allerlaatsten om door de gate te stappen.
Deze keer zit al onze handbagage
al aan het absolute maximum, maar t is gelukkig geen Ryanair-bitch die ons
laat stoven in eigen zweet. De ouwe heer aan de incheck blijkt ons heel genegen
te zijn en ziet het overwicht door de vingers. Hij waarschuwt ons wel voor de
terugvlucht, maar dat zijn zorgen voor later.
We passeren als allerlaatsten de
gate en vliegen iets later, samen met onze bar de lucht in. Dat de bar samen
met ons vliegt is een hele geruststelling. Toen we dat cocaïnepak intapeten
(lang leve de nederlandse spellingsregels !!), vlogen wij en werd de bar met
een vrachtwagen vervoerd en aan de heenvlucht van die tournee hebben we weinig
vertrouwen overgehouden in zon een appart transport.
De vlucht naar Alicante
Die heenvlucht duurde
uiteindelijk drie dagen. Transportstaking in Spanje, OK we zetten de vlucht een
dag eerder. Luchtvaart staking in Brussel, allé dan toch maar weer een dag
later boeken want in Eindhoven denken ze dat die spaanse transportstaking niet
al te veel zal voorstellen. 2 uur voor vertrek krijgen we bericht dat ook deze
vlucht geannuleerd wordt. De dag erop s morgens in alle vroegte kunnen we in
Amsterdam inchecken. Allé, dat dan maar. s Morgens vliegen om s avonds te
spelen is om problemen vragen maar er zit niets anders op. tis ook een heel
stuk duurder, maar we kunnen wel meer bagage meenemen en dat is handig. Allé
dat dachten we toch, totdat we op de terugvlucht, die wonder boven wonder niet
afgelast werd opnieuw met Ryanair moesten vliegen en die extra bagage plots
veel minder handig bleek te zijn maar dat vertelde ik dus al.
Met de kostuums, cups, gordijnen,
messen en al de andere attributen sporen we naar t noorden, overnachten er om
voor dag en dauw zuidwaarts te vliegen.
Eenmaal in Alicante luchthaven
blijkt dat de limiet van onze visakaart overschreden is. Na vier maal 5
vluchten te boeken, lijkt mij dat nogal vanzelfsprekend. We gaan die
geannueerde vluchten wel teruggestort krijgen, maar voorlopig weigert Visa
verdere betalingen. De autoverhuurders in Spanje hebben een slechte ervaring
met vakantiegangers die na hun verblijf gratis terugrijden naar hun thuisland
om hun huurauto er achter te laten. Zonder garantie van Visa, geen auto !
Contant ? Nee, alleen Visa.
Ondertussen blijkt ons decor in
de verkeerde stad gedropt te zijn. De transportfirma belooft het op te lossen.
Het is al middag. We zijn al drie
dagen aan het proberen in Gandia te geraken, en nu op 200 kilometer van de
bestemming lijkt alles voor geweest te zijn. Geen enkel verhuurbedrijf wil ons
een camionette verhuren, niemand weet waar het decor nu is. De klok tikt
terwijl de kilometerteller stil staat.
We vinden een ouderwetse
verhuurder int stad. Een taxi in en hop. Of toch niet, de gps laat ons in de
steek, de tijd tikt verder. Uiteindelijk vinden we het verhuurbedrijf maar de
eigenaar blijkt, hoe kan het ook anders, een echte spanjaard. Eerst siesta en
dan de rest. Visa moet niet, maar wel een overschrijving met bankwaarborg. We
krijgen het geregeld, onze spaanse agent doet de gewaarborgde overschrijving.
De bankwaarborg duurt en blijft duren. Een uur lang vretenwe onze nagels op, maar die
bankwaarborg komt niet. We smeken nog maar eens of we het niet op een andere
manier kunnen regelen, contant bijvoorbeeld. Natuurlijk, geen probleem.
Na betaling blijken we opnieuw te
moeten wachten. Er komt weinig uitleg over de reden van dit laatste probleem
behalve dat men ons vermeld dat ze het aan het oplossen zijn. Uiteindelijk komt
een onderbetaalde medewerker binnen met een pak printpapier. Allé hop ook dat
probleem is van de baan.
Eindelijk terug naar de luchthaven
om de anderen op te pikken. Het decor is aangekomen, ergens tussen de
luchthaven en Gandia waar we spelen. Nog 200 kilometer en vier uur restte er
ons, en uiteindelijk lukte het ons om zo goed als op tijd te starten.
Back to Brasil
Op dit moment rest ons nog
ongeveer één dag. Morgenavond moet het hele circus opgebouwd en klaar zijn in
Recife, noord Brazilië.
De vorige Brazilië tournee waren
het 14 dagen hard werken om speelklaar te geraken, deze keer zullen we niet
eens 14 uur hebben. We zijn beter voorbereid dat wel, maar ik heb een
voorgevoel dat het weer eens heel op het randje zou kunnen zijn.
We zien wel. Slaapwel. Ik doe een
welverdiend dutje. Over een paar uur stappen we op de vlieger van Lisabon naar
Recife. Of dat hoop ik toch.
Verslag 2: Rock n Roll: Festival do circo o
Brasil, Recife.
Meer handdoeken nodig
Dit is pas Rock n Roll.
Opgehaald worden op de luchthaven. Chauffeur, helper en tolk staan klaar. Eerst
restaurant of eerst inchecken in het businesshotel waar de organisatie voor ons
kamers geserveerd heeft ?
De hitte valt mee, t is zelfs
heel aangenaam. Behalve binnen in het hotel, waar het akelig koud is door de
overijverige en onstuitbare aircos.
Iedereen is moe, doodmoe, maar
het werk moet nog beginnen. De volgende ochtend vroeg uit de veren. De bar in
de taxi duwen en op naar ons eerste optreden: de openingsshow van het Festival
do circo do Brasil.
Het is de eerste keer dat we de
vliegbar opbouwen en het verloopt wonderwel vlot. We verbruiken maar één rol
powertape om de onvolmaaktheden op te lossen en verder blijkt het plan te
werken.
Alles waar het festival voor
moest zorgen is er. Iedereen oefent zijn tekst. De spanning stijgt.
De show start, het zweet loop
over onze rug, parelt op ons armen en maakt de flessen in ons handen als
stukken zeep onder de douche.
We vegen onze handen droog zo
vaak we kunnen, maar de handdoeken onder onze bar zijn al snel doornat en ons
kostuum is nog erger. Zo goed als elke fles die we tijdens de show in handen
krijgen floept op een gegeven moment een onverwachte richting uit. We zwoegen
en zweten ons door de voorstelling, amuseren onsenuiteindelijk
krijgen we een aarzelende staande ovatie.
Meer handdoeken nodig, waarom
klinkt dit me zo bekend in de oren ?
Lang leve de Braziliaanse economie !!!
Ik lig op een matras op een
balkon van een wolkenkrabber ergens in Recife, een provinciestadje met amper 4
miljoen inwoners.
We sloten het festival al vier
dagen geleden af maar gezien de meeste artiesten morgenochtend samen in één bus
naar het circusfestival in de Ceara reizen heeft de organisatrice ons allen
samen uitgenodigd voor een etentje en feestje in haar appartement. Het
huispersoneel slooft zich uit, de artiesten laten het zich smaken.
Het is nacht en het uitzicht is
duizelingwekkend; al bijna even duizelingwekkend als de realiteit waarin ik me
bevind.
Condominios als deze reizen hier
als paddenstoelen uit de grond. Twintig verdiepingen hoog, ommuurd, een zwembad
een kinderopvang en dag en nacht bewaakt. Zon oase van veiligheid is de droom
van elk middenklasse gezin, een droom waarvoor ze zich diep in de schulden
steken. Dit appartement kost 500.000 euro en daar komen de maandelijkse kosten
voor de bewaking en onderhoud van het complex nog bij. Twee-verdien-gezinnen
waarvan beiden diploma-job hebben kunnen dit net betalen, zo lang alles goed
blijft gaan.
Voorlopig gaat het goed in
Brazilië, zeer goed. De socialisten wonnen onlangs opnieuw de verkiezingen met
een nooit gezien gemak. Hier in deze staat; Pernambuca kregen ze iets meer dan
75 procent van de stemmen. In sommige gemeentes meer dan 97 procent, uitslagen
die je eerder uit Noord-Korea verwacht. Alleen in de rijke staten in het zuiden
gingen veel stemmen naar de conservatieven.
Het socialistische beleid dat de
koopkracht van de arme brazilianen de lucht ingestuwd heeft werpt zijn vruchten
af. Vijf jaar geleden koste een dollar nog 4 Reais, tegenwoordig is dat amper
anderhalve Reais. Het minimumloon is verviervoudigd, er is een kinderbijslag
ingevoerd en overal worden openbare werken uitgevoerd. De economie is na die
van china de snelst groeiende ter wereld. Het is nu al de 8e
gtrootste economie en als ze zo verder blijven groeien worden ze over tien jaar
de vijfde in die ranglijst. Het vertrouwen is groter dan ooit te voren en al
wie een deftige job heeft hoopt mee te surfen op de golf van groeiende welvaart
door zich in de schulden te steken.
Overal wordt gebouwd maar nog
sneller dan de skykine stijgt de grondprijs. hoogbouw van 20 verdiepingen, acht
appartementen per verdiep, aan een half miljoen euro t stuk. Reken maar uit
hoeveel de grond hier kost. En wat de socialistische regering ook mag proberen,
het grondbezit is nog steeds in handen van een hele kleine minderheid. Brazilië
mag dan wel al 57e staan op de VN-ontwikkelings ranglijst, op de
hitlijst van landen met meest ongelijke verdeling van inkomen (Gini-coëficiënt)
staan ze 5e laatste waarbij ze alleen Zuid-afrika, Namibië, Soweto
en Swaziland achterlaten, de Apartheidsstaten dus. Mocht die lijst niet alleen
naar het inkomen maar ook naar het bezit kijken dan zou het er misschien nog
slechter uitzien maar goed, genoeg cijfers en ranglijsten. Voorlopig gaat het
vooruit, laat ons daar blij mee zijn.
Na het festival trokken we we uit
de stad naar een toeristenoord op zoek naar een paar daagjes heel welverdiende
rust. We speelden hier elke dag op het Festival do Circo Do Brasil, en dat
betekent keihard werken. Gelukig is Anne er om ons overal bij te springen maar
toch betekent het nog steeds om 10 u s morgens het ontbijt halen, inladen,
vertrekken, uitladen, uitpakken, afspreken, onderhoudsbeurt bar, opbouwen,
flessen en fruit voorbereiden, licht en geluid regelen, alles klaarzetten,
opwarmen, kostuums aandoen en technische bespreking, spelen, opruimen, afwassen
en afdrogen, afbreken, verpakken, inladen, terugrijden, uitladen en om precies
1u s nachts aankomen in het hotel waar we kunnen beginnen aan de handwas van
de kostuums. Wie nog wat energie over heeft feest, maar ik kruip in mijn bed of
doe eerst nog wat rugoefeningetjes om de volgende dag opnieuw het ontbijt te
halen. De rust is echt heel welverdiend.
Porto de Galhinas
Porto de Galinhas (haven der
kiekens) ligt op een uurtje rijden van Recife en dankt zijn ontstaan aan een
koraalrif dat er net voor de kust ligt waardoor de Atlantsiche golven gebroken
worden en kleine bootjes er makkelijk konden aanmeren. (Een beetje zoals Brugge
in de middeleeuwen, maar dan een bloeiend koraalrif ipv een doffe zandbank).
Het vissersdorpje dankt zijn naam aan de slavensmokkelaars die er na de
afschaffing van de slavenhandel in 1850, illegaal slaven aan land brachten
verstopt onder een laag kippen.
Tegenwoordig ligt het koraalrif
er nog steeds en het zorgt voor een rustige zee waar gezinnentjes in alle rust
kunnen ploeteren en pootjebaden. Bij eb kan je er ook gaan kijken naar de
natuurlijke vijvers in het koraalrif, die toeristen aantrekken als een
vuilnisbelt gieren aantrekt. Je kan er een duikbril huren maar je ziet niets
omdat het propvol zit van de toeristen die zich bij de wilde vissen populair
proberen te maken door overvloedig visvoer in het rond te strooien. Het
koraalrif zelf is zwart en zo dood als een baksteen.
Ik wandel richting weg van dit
circus, volg het strand zon vijfkilometer en passeer vooral kokosplantages
die er redelijk verlaten bij liggen. Overal liggen kokosnoten op de grond en
maar de meesten zijn al door mieren overmeesterd.
Uiteindelijk kom ik aan de
monding van een mangrove; een traagstromend brakwater rivier waar eb en vloed
het peil en zoutgehalte doen variëren wat resulteert in een explosie van
natuurgeweld (een beetje zoals het Zwin in lang vervlogen tijden). Het is in de
mangroves dat honderden vogelsoorten nesten en evenveel vissen paaien.
Zeepaardjes zwemmen er tussen aligators en boomkikkers verschalken al even
veelkleurige vliegen.
Deze pareltjes der tropische
natuur staan echter in de hele wereld onder grote druk en deze mangrove vormt
daar jammergenoeg geen uitzondering op. De wirwar van kreken is al even dood
als het koraalrif hier wat verder.
Sinds de ontwikkelde wereld
geen menukaart meer kan opstellen zonder gambasoep, geroosterde scampis of
langoustines worden deze beesten in gigantische hoeveelheden gekweekt in de
ecosystemen waar ze vroeger in het wild voorkwamen: de tropische mangroves. Het
resultaat is dat die wereldwijd omgevormd werden tot niets omziende
garnaalkwekerijen. Daarenboven is het zoutgehalte van het water veelal sterk
gestegen omdat de toevoer van zoetwater voor irrigatie van suikerrietvelden
gebruikt wordt, waardoor de weinige fauna en flora die er nog het hoofd boven
water kon houden ook verschwunden is.
Ik heb er geen idee van hoeveel
mangroves er nog onverstoord zijn, maar gezien de teelt van gambas sinds
enkele jaren de suikerriet-teelt van de troon gestoten heeft als grootste
inkomstenbron van deze staat zou het mij niet verwonderen dat er zo goed als
geen enkele mangrove in deze staat nog niet ingepalmd is door deze industrie.
Ja, het gaat goed met de
Braziliaanse economie, heel goed.
Verslag 3 Cariri festival en Sesc mostra in
Fortaleza
Cariri
festival, here we come !!!
Ik lig op mijn bed in een groot hotel ergens in
het binnenland van Noord-Brazilië. Na een busreis die er zoals gewente twee
maal langer over deed dan de chauffeur voorspelt had zijn we eindelijk
aangekomen in de Cariri vallei, in het hart van de staat Ceara, die ooit de
eerste staat was die de slavernij verbood. We zullen hier vier keer optreden in
dorpjes en kleine stadjes rond Crato, het grootste gehucht van deze vallei.
Het constante gezoem van de aircos in de
kamers rondom mij overstemt dat van de muggen in mijn eigen kamer. Overdag is
het hier bakken, maar s avonds is het aangenaam. Maar ja, t is natuurlijk
makkelijker om die airco gewoon dag en nacht te laten draaien Ik wordt hier
zot van de allomtegenwoordige energieverspilling.
t ol van Pluto
Met 8 mensen en heel onze bar
zitten we opeen gepakt in een busje en rijden aan onverantwoorde snelheid door
het struiksavannelandschap. Alles ademt droogte uit, wat absurd is als je weet
dat er hier jaarlijks evenveel water uit de lucht valt als in België. Alleen
valt die hier in een viertal maanden en is zonnestralling het hele jaar door
loodzwaar waardoor zo goed als alle regen die in die korte periode valt en nog
niet is weggespoelt weer verdampt.
Op de droogste stukken
concurreren de struiken met struikvormige cactussen. Op de iets vochtigere
stukken reiken Carna-ubas boven de struiken uit. Het zijn de typische palmbomen
uit deze streek die tijdens het droge seizoen hun bladeren verliezen en er dan
uitzien als een lantaarnpaal zonder lantaarn, maar tijdens het regenseizoen in
no-time weer een groene kroon bladeren tevoorschijn toveren. Ook alle andere
planten die er een week geleden nog dor en dood uitzagen schieten nu frisgroene
blaadjes en er liggen grote plassen in de laagtes. Het is een vreemd contrast,
die verse meren tussen het nog steeds droogte uitstralende landschap.
Het duurt minstens anderhalf uur
om Potemgi te bereiken. Een dorp waar dankzij het Cariri festival elk jaar één
keer een circus- of theatergroep komt optreden. We weten niet wat ons te
wachten zal staan, misschien komt er geen kat, maar er ook gebeurt, dit
optreden op uren van de bewoonde wereld gaan we nooit vergeten.
10 uur later is ons hele decor
weer opgeplooid en genieten we bij de lokale organisatie van een traditionele
maaltijd met Caiperinhas en beseffen nog altijd niet goed wat ons overkomen is.
Een GSM-netwerk reikt niet tot in
dit gat van de wereld, maar in het schooltje is er wel een internetklas (lang
leve het sociaal beleid van Lula !!!) en daar hadden de jongeren enkele weken
geleden ShakeThat gegoogled om te zien welke voorstelling er dit jaar tot bij
hen zou komen.
Wat ze zagen vonden ze blijkbaar
zo cool dat ze een gigantische promocampagne opzetten met affiches en boom-cars
die ons in het hele dorp dagenlang aankondigden.
Er werd maximum 300 man verwacht,
evenveel als de andere jaren, maar dit jaar zat de sportzaal nokvol. Het
volledige dorp, meer dan 1000 man, was er. De show verliep vreemd. De helft van
het publiek had wellicht nog nooit een voorstelling gezien en applaudiseerde
dolenthousiast wanneer het niet de bedoeling was, en zweeg dan weer wanneer we
een applaus verwachtten. Achteraf bestormde het publiek onze bar als waren we
rocksterren. Fotos, handtekeningen en nog fotos.
Mierenneuken
De heilige vader Cicero verwekt nog elke dag
wonderen in het bedevaartsoord Jazueira. Hij zorgt voor geluk en welvaart, en
dat niet in het minst voor zowat een derde van de zelfstandigen hier die leven
puur op de verkoop van heiligen beeldjes. Tel daar nog de priesters en de rest
van de touristische sector bij en je kunt begrijpen dat niemand er een probleem
mee heeft dat de mis hier de hele dag lang over het centrale plein schertst, in
te zwakke veel te luid afgestelde boxen.
Niemand, behalve ShakeThat die onder het
weerhalmen van deze heiligverering een show moet spelen waarin toch hier en
daar een zou-moeten-stil-zijn-moment zit. t is hier net zo erg als in
Casablanca, alleen is de kerk wat kleiner.
(dat heilig huis in Casablanca is trouwens het
bezoeken waard. Een schitterende en gloednieuwe Moskee, tweede grootste ter
wereld (ze mochten niet groter dan de Al-Masjid in Mekka, want dan zou Allah er
met zijn schenen tegen lopen, en tegen heilige huisjes mag je nu eenmaal niet
schoppen, zeker niet in Maroko). Het kapelletje werd in slechts dertien jaar
gebouwd werd met hopen geld dat rechtstreeks van het loon van elke Marokaan
werd afgetrokken. Maar we gaan niet mierenneuken, die moskee heeft alle Marokanen
minstens evenveel bijval bij Allah opgeleverd dan het hen gekost heeft. En we
gaan ook niet mierenneuken over het feit dat zo goed als elk islamitisch land
zijn eigen tweede-grootste-moskee-ter-wereld heeft. Zowel Turkije, Pakistan, De
Verenigde Arabische Emiraten, Israel als Saoudi Arabië claimen het en ik
veronderstel dat hun bewoners dat wel zullen geloven, gezien ze ook in die
oppersinterklaas zelf geloven.)
De Guarani-indianen die in tijden voor griep en
suikerplantages een machtig volk waren in Brazilië en nu nog steeds de grootste
inheemse stam zijn (al zijn er nog slechts 30 000 overlevenden in Brazilië)
noemden dit land "Pindorama", het land van de palmbomen. Gelijk
hadden ze, maar ik ben er toch van overtuigd dat er ook ergens een stam moet
geweest zijn die deze aardkluit "het land der mieren" genoemd moet
hebben.
We zullen het nooit weten, want van de zeer
talrijke stammen die hier in de 15e leefden blijven er nu maar weinig meer
over. Diep in de wouden leven naar schatting nog 54 stammen zonder contact met
de buitenwereld, tel daar nog een handvol grotere stammen die zelfs met contact
hun cultuur in ere proberen te houden en het totaal is heel bedroevend in
vergelijking met de vele honderden die er ooit leefden. Volgens officiële
cijfers beweert 0,28 procent indiaanse te zijn, terwijl zowat de helft van de
brazilianen "creools" aangeeft, en dus een mix is van zowel zwarte, blanke
als indiaanse voorouders.
De enige inheemse cultuur die de invasie der
portugezen, franse, engelsen, spanjaarden en nederlanders -ergens in de 17eeuw
was Brazilië kortstondig in handen van de Hollanders, die daarna naar Suriname
verdreven werden door de Portugezen- zonder enig probleem overleefd heeft is
wellicht de cultuur der mieren. Het krioelt hier werkelijk van die beesten in
alle formaten, vormen, kleuren en wellicht ook geuren.
De meesten zijn miniaturen van hetgeen we in
België gewoon zijn. Ze crossen in een waanzinnige snelheid 10 cm vooruit,
stoppen heel bruusk, draaien een beetje en schieten dan weer vooruit. Alsof ze
rapper kunnen lopen dan hun richting bijsturen, of het in elk geval niet
allebei tegelijk kunnen. Soms lopen ze onder een andere mier door als een
fietser onder een snelwegbrug. Giga-beesten met monddelen die eruitzien als
trektangen, en die blijven bijten zelfs al trek je de rest van hun lijf van de
kop af.
Sommige mieren zijn kleurrijk of bontgestreept,
andere lijken achterste voren te lopen omdat hun kop groter is dan borst en
achterlijf samen.
Weer andere mieren leggen niet alleen gigantische
nesten aan maar ook snelwegen van en naar die complexen. Midden het grasgroene
gazon - lang leve de alliteratie en zijn geestelijke vader in de Vlaamsche poëzie,
onzer allen Guido Gezelle, de gezellige pedofiel die ooit nog lesgaf waar ik op
de schoolbanken zat -, maar goed, midden het grasgroene gazon dus, loopt een
tien centimeter bruine lijn waar alles is weggevreten. Ondanks het feit dat het
er amtijd ochtendspits lijkt, loopt het verkeer er niet vast omdat de mieren
gewoon over elkaar kruipen. Er crossen werkmieren, soldaten en illegalen in
alle richtingen. Die illegalen zijn insekten of spinnen die van deze wegen
kunnen gebruikmaken omdat ze zich vermommen als mieren. De mier-spinnen houden
constant hun twee voorste poten op hun kop alsof het antennes zijn. Nu en dan
wordt er zo'n arm illegaal beestje ontdekt doordat zijn geurpatroon niet
overeenkomt en zonder enig aarzeling door de soldaten overmeesterd en afgemaakt.
Een beetje zoals we de illegalen aanpakten in de lage landen in de 18e eeuw,
heidenenjachten tot er geen enkele zigeuner meer overbleef, althans geen enkele
die zich niet goedgenoeg kon
vermommen.
Viva Brasilia
De tijd vliegt. Elke dag een show
brengen vergt heel veel energie. Zonder de enorme inzet van Anne zou dit
programma niet vol te houden zijn, maar ook met haar hulp zijn we doodmoe na
onze laatste show die tevens de afsluitende show van heel het Cariri festival
is. Het was veruit de beste voorstelling tot nu toe en dat geeft ons de nodige
energie voor de demontage.
Terwijl we afbreken start voor
ons een demonstratie van een Candoble-gemeenschap. Het is een religieuze
gemeenschap die een vorm van spiritisme aanhangt waarin er een verschil is
tussen het lichaam en de geest die er in woont. Tijdens zon ceremonie proberen
ze al zingend en dansend grote geesten en goden uit te nodigen in hun lichaam.
Een beetje zoals de god Chistus in het lichaam van Jezus.
Ze spreken onderling nog steeds
een mengtaal Euruba die ontstaan is uit een mengelmoes van Bantoe (angola en
dergelijke), Soudan (west-afrika), Indiaans en Portugees.
De vrouwen dragen
barokhoepelrokken in wit kant met een kleurige Afrikaanse tulband op hun hoofd
en de mannen zijn in witte kleren gehuld die aan koloniale tijden doen denken.
Alleen de heilige vader, die vanzelfsprekend het meest bedreven is in het
lokken van geesten en goden in zijn lichaam, is een kleurige verschijning. Een
typisch afrikaans bontkleurige pyjama is blijkbaar het beste lokaas voor
geesten.
Iedereen danst en zingt of
trommelt in de zekerheid dat de geesten en goden hen goed gezind zullen zijn,
te meer omdat de meesten op zondag ook naar de katolieke misvieringen gaan. Je
kan nooit zeker genoeg zijn !!!
Overal staan kraampjes die eten
of drank verkopen. Een kar en een isomodoos vol blikjes, meer is er niet nodig
om iets bij te verdienen tijdens de feesten. Ik koop een pintjeaan één van die
gasten die me ondertussen feliciteert met ons optreden. Neen, nee, ik moet niet
betalen, dat is een wederdienst omdat ik zon leuk optreden gegeven heb. allée
man, jij moet die toch ook kopen, nee nee zegt hij terwijl naar een vrouw een
beetje verder wijst, die dezelfde bijverdienste heeft, mijn vrouw koopt die
blikjes.
De armoede is hier misschien wel
wat minder dan in Afrika, maar het blijft me toch verbijsteren dat de
Brazilianen er geheel niet op uit zijn om de westerlingen te pluimen. Nergens
vraagt men een hogere prijs aan een tourist dan aan een local. In Senegal moest
ik een uur onderhandelen om een zitje in een taxi aan dezelfde prijs te krijgen
als de anderen die net voor mij een prijs onderhandeld hadden. Eenmaal we
instapten bleek mijn plaats nog aan twee anderen verkocht te zijn ook jamaar,
je hebt niet gezegd dat je die stoel voor jouw alleen wilde, terwijl die
gasten die dezelfde prijs als ik betaald hadden geen extra passagiers kregen
opgezadeld. Een uur onderhandelen en ze leggen je er nog op.
Ik mik een stuk van één Reail in
het potje van de blikjesverkoper en glimlach terwijl ik verder wandel naar een
kraampje waar ze crepes maken: een soort wafel gevuld met kaas (of choco of
lasagne) op een stokje, precies een lekstok.
Een sambagroep drumt zich het al
overvolle plein op en het feest barst helemaal los. Viva Brasilia !!!
Fort Schonenborch oftewel Fortaleza
Net zoals Recife, de eerste stad
waar we speelden is ook Fortaleza oorspronkelijk gesticht door de Hollanders,
als verdedigingsfort tegen de Portugezen. Gezien het wat noordelijker ligt werd
het wat later gesticht (1649 voor wie dat iets kan schelen) en gezien het in
Brasilië en niet Suriname ligt heeft ook dit fort de Hollanders niet veel
geholpen. Ik veronderstel dat de Portugezen net iets beter bestand waren tegen
dit klimaat. Wij Belgen doen het op vlak van aclimatisatie niet veel beter dan
de hollanders, jawel, de flessen floepten weer alle kanten uit, maar we
amuseren ons wellicht wel een stuk meer.
Het is al na acht uur, de zon klimt snel, de
zeewind is nog steeds even warm en klef, duiven zoeken naar kruimels in het
strand terwijl ik geniet van een luxe-ontbijt op het luxe-terras van het
luxe-hotel dat het festival van fortaleza geboekt heeft voor de artiesten.
Als er iets is waar ik van wegkijk nog voor de
geur mijn neus bereikt, dan is het wel luxe (te meer nog in een
ontwikkelingsland), maar dit ontbijt smaakt me echt. Eindelijk rust. De
voorbije tien dagen was het kei en keihard werken maar de komende dagen hebben
we weer wat rust en daar hebben we vannacht al volop van genoten. Nog even tot
op het einde van de pier wandelen en daarna mijn bed in.
De wind suist en daagt
mijn evenwicht uit. De zilte lucht opent mijn neus tot in mijn keel. Ik mik tot
achter de horizon, gooi de fles en zie ze op een teleurstellende afstand
het waten in plonzen.
Ik blijf nog even
kijken maar wandel dan terug, beseffende dat de kans dat mijn brief werkelijk
aanspoelt voor de voeten van mijn vriendin in het verre Dublin erg klein is. Je
moet weten, Dublin ligt aan de verkeerde kant van Ierland, en bovendien zag ik
de fles traagjes aan westwaarts drijven.
Misschien moet ik
gewoon de juiste piyama aandoen en als een zot beginnen zingen en dansen om de
god der zeewinden te pakken te krijgen, belastingsgeld betalen in Marakesh een
beeldje van padre Cicero kopen. Je kan nooit zeker genoeg zijn.
Of nee, gewoon een
mailtje sturen lijkt mij handiger
Hans
Verslag 4: Terug naar Minas Gerais
Belo Horizonte
Spelen of niet ? Iedereen kijkt
naar de muren. Heeft het nog zin om de show te spelen ? We moesten een uur
geleden aan de show beginnen, maar er is nog altijd geen licht. En erger, er is
geen publiek, 20 misschien 30 man.
Godverdomme, we reden vandaag 200
kilometer om hier gratis te komen optreden voor deze circusschool. Een hele dag
werken om alles gereed te krijgen en nu dit. Spelen of niet ? Is het de moeite
om daarna de hele afwas te moeten doen, om alle sappen en fruit te verbruiken
voor de drie man en een paardekop die er is. En alstublieft, er moet licht
zijn, anders zien zelfs die drie man er niets van.
Minas Gerais is de regio waar ik
de vorige keer alleen doortrok. Het ligt tussen Noord- en Zuid-Brazilië en
aangezien er een gaatje was tussen de festivals in het Noorden en die die nog
komen in't Zuiden, was het mijn idee om naar hier te komen met heel ShakeThat.
Hier gratis te spelen om de projecten te steunen die ik had leren kennen. We
zouden er als koningen ontvangen worden ... en nu dit.
Vitoria en de andere circusleerlingen in Ouro
Preto
Gelukkig verliep ons verblijf de
voorbije week in Ouro preto perfect, en voel ik mij maar half schuldig heel
ShakeThat naar hier mee te nemen.
We gaven de leerlingen van het
sociaal-circusproject in Ouro Preto één dag vrij oefenen en twee dagen
intensieve lessen. Nu is er een toonmoment, het is de beurt aan de negenjarige
Vitoria die samen met Brena een nummertje met de evenwichtsladder gemaakt
heeft. Ze straalt, ze straalt onbeschrijflijk hard.
De eerste dag, toen we
kennismaakten en de leerlingen vrij lieten oefenen viel Vitoria me direct op.
Ze deed me onmiddellijk denken aan de Roma straatkinderen in Roemenië waar ik
ooit les aan gaf. In tegenstelling tot alle andere leerlingen was ze vuil, had
oude kleren aan en stond ze schuw van alles, alleen aan de kant.
Ik gaf haar van bij aanvang wat
meer aandacht en tijdens de eerste lesdag koos ze dan ook voor de workshop die
ik gaf: slap touw en ladder. Hoeel ze heel schuchter begon, bloeide ze tijdens
de workshop helemaal open. Toen we op het einde van de dag zeiden dat we de
volgnde dag naar een toonmoment zouden toewerken kroop ze echter terug in haar
schelp.
s avonds sprak ik met Luana, één
van de begeleidsters van het project, over Vitoria en ze bevestigde mijn
voorgevoel. Vitoria kwam inderdaad uit een uiterst arm gezin en had het zeer
moeilijk. Ook Luana vreesde dat ze uit schrik voor het toonmoment niet
meerzou komen opdagen
Ze vertelde ook over Dodo, een
moeilijke gast in de lessen, die zoals de meeste moeilijke gevallen in mijn
workshop terechtkwam. Voor jongleren is veel concentratie nodig. Aan een touw
slingeren of alle energie botvieren op een ladder ligt die gasten beter. Dodos
vader had een paar jaar geleden het hele gezin afgeknald en daarna een kogel
door zijn eigen kop gejaagd. Dodo had alles gezien. Nu leefde hij bij een tante
die hem helemaal niet wil
En Mateuzinho, tja bij ons zou
die gewoon elke dag een handvol relatine-pillen moeten slikken. Een aapje dat
geen minuut kan stilzitten, maar wel zoals alle kinderen hier kan doorzetten.
Opnieuw en opnieuw en opnieuw. Hier is geen playstation, hier is er alleen maar
doorzetten. In België eindig ik een slaptouw workshop veelal met het aanleren
van een salto rond het touw. Het lijkt wat gevaarlijk en dus durft zowat de
helft de truck niet te doen. Hier in Brazilië doet iedereen die truck om daarna
ook nog de voorwaartse te leren die een heel stuk moeilijker en
angstaanjagender is. En matheuzinho, met de hulp van twee grotere gasten die
het touw een extra zwier gaven, is die erin geslaagd om een dubbele
achterwaartse salto rond het touw te draaien. Doorgaan en doorgaan, blijven
proberen, pijn of geen pijn, nog eens. Het is fantastisch om aan zon
leerlingen les te mogen geven.
Tussen beide lesdagen speelden we
op het centraal plein van Ouro Preto onze voorstelling. Een goeie en vooral
onvergetelijke show te midden van adembenemende omgeving. Dit is de eerste site
in heel brazilië die door de Unesco erkend werd, en hier pal midden dat
koloniaal plein schittert onze bar.
Vanzelfsprekend kwamen bijna alle
leerlingen kijken, maar Vitoria vond ik niet terug in het publiek. Het
versterkte mijn gevoel dat ik haar ook op de tweede lesdag niet meer zou
terugzien
Tot mijn verassing kwam ze
vandaag wel opdagen, en hoe !! Ze was gewassen, had haar beste kleren aan en
speelde met de anderen in plaats van tegen de muur te staan. De hele dag al
straalde ze, en nu, terwijl ze haar nummer brengt en alle andere kinderen
kijken en applaudiseren straalt ze zoals alleen de zon in Brazilië dat kan.
Misschien ben ik naief, maar
ergens hoop ik dat momenten als deze haar en de andere kinderen de kracht
zullen geven om nooit op te geven, dat momenten als deze hun zelfbeeld altijd
zullen ondersteunen. Misschien ben ik naief, maar ook ik ben trots en straal
wanneer Vitoria als een pauw de scène verlaat onder een enthousiast applaus.
De grootste Braziliaan
Net na de laatste eeuwwisseling
(in 2002) verkoos ook Brazilië zijn grootste landgenoot van de 20e
eeuw. Pelé scoorde zoals hij dat in zijn gouden jaren deed maar verloor op
penaltys van ex-president Joselino Kubitschek, die zijn politieke carriere
begon als burgemeester van Belo Horizonte en later gouverneur van Minas Gerais
werd.
Van 56 tot en met 61, dus net
voordat de militairen de boel opnieuw overnamen was hij president. Toen hij
begon was Brazilië zo goed als bankroet, maar in de vijf jaren van zijn bewind
ging brazilie er 50 jaar op vooruit (wat trouwens ook zijn verkiezingsbelofte
was geweest). Hij legde overal autosnelwegen aan, trok auto- en
vliegtuigbouwers aan (vliegtuigen zijn tegenwoordig het grootste exportproduct
van Brazilië die de derde grootste producent ter wereld is), zorgde voor de
hoogste minimumlonen die het land ooit gekend heeft en stichtte de hoofdstad
Brazilia, iets wat al meer dan een halve eeuw in de grondwet stond, maar waar
geen enkele andere president aan had durven beginnen. Het was ook de gouden
tijd van de Braziliaanse architectuur, met Costa, Niemeyer en Burle Marx die
zowat de heel Brasilia mochten ontwerpen. Op het einde van zijn bewind gingen
zowel de binnenlandse als de buitenlandse schuld de lucht in en rees de
inflatie de pan uit maar toch bleef hij zowel de rijken als de armen aan zijn
kant houden.
Zijn opvolger was uiterst rechts
en moest al na een jaar opstappen waarna links het volgens de militairen al te
bont maakte en hen deed beslissen nog maar eens de macht te grijpen, om deze
keer een zeer harde militaire dictatuur te installeren die het land de afgrond
in deed tuimelen. Met hulp van de CIA schakelden ze alle sociale organisaties
uit. Vele tienduizenden Brazilianen verdwenen spoorloos. De Amerikaanse hulp
werd betaald door de nationale rijkdommen weg te schenken. Van de enorme
zoetwaters reserves die Brazilië rijk is, was er na het militair bewind 60
procent in handen van Amerikaanse multinationals (voornamelijk Coca Cola), en
dat is nog steeds zo. Bij de ertsen was de uitverkoop zowaar nog erger. De
roofbouw-dictatuur richtte heel Brazilië zodanig ten gronde dat ze de ruïne
uiteindelijk vrijwillig terug gaven aan de democraten; er was niets meer over
om te plunderen.
Kubitschek die oppositie gevoerd
had tegen de dictatuur was intussen uit de weg geruimd (een auto-ongeval) en
uitgegroeid tot het symbool van de gouden tijden, van realisaties, vooruitgang
en samenwerking.
Wanneer ik de Brazilianen vertel
dat ze het enige land zijn ter wereld die ooit een zigeuner als president gehad
hebben kijken ze raar op, wanneer ik vervolgens zeg dat die zigeuner Kubitschek
is, zijn er maar weinig die mij geloven. Ondanks het feit dat Brazilië een van
de meest rasvermengde bevolkingen ter wereld heeft is het ook hier, net als in
het grootste deel van de wereld, onmogelijk voor bekende Roma om voor hun
etnische achtergrond uit te komen.
Misschien zou de wereld anders
naar de Roma kijken mochten alle bekende Roma plots wel voor hun achtergrond
uitkomen. Charly Chaplin en Elvis Presley zijn uitzonderingen want zelfs voor
muzikanten en acteurs is het niet vanzelfsprekend om dit publiekelijk te maken
laat staan voor politici
Luz para todos (Licht voor iedereen)
Het was één van de leuzes van het
Lula-beleid. Heel het land, ook de meest afgelegen dorpjes van stroom voorzien.
Het is een goed idee en werd ook in hoog tempo gerealiseerd, maar misschien
hadden ze er beter ook gratis lessen voor electriciens bijgegeven, in plaats
van iedereen te laten bricoleren a volonté.
Zelfs in een propere pousada in
Ouro Preto sta je met een bang hart onder de douche. De bedrading van de doucheverwarming
(kweet ook niet waarom je hier een warme douche zou willen nemen ) loopt op
tien centimeter van de douchekop, waaruit in alle richtingen waterstraaltjes
spuiten. Rond het connectie-suikertje en de draden die er verbonden worden zit
zelfs geen tape.
Het net werkt hier op 110 volt en
blijkbaar is dat veel gevaarlijker dan de 220 bij ons. De schok is niet groot
genoeg om je er van af te slaan en dus blijf je plakken tot een zekering het
begeeft. Gezien de plongs hier constant springen (hoe zou dat toch komen ?),
worden ze vervangen door koperdraadjes, dus de kans dat er een zekering springt
voor je helemaal gebroodroosterd bent is vrij klein.
Uiteindelijk, meer dan een uur
nadat we moesten beginnen, raakte het licht geregeld en konden we onze show
spelen voor het kleinste publiek uit de geschiedenis van ShakeThat. Spelen of
niet ? Natuurlijk, tzal wel zijn !!! De weinigen die er waren hadden al meer
dan een uur gewacht
Na afloop doe ik de afwas, samen
met Rogerio die deze circusschool doet draaien. Zijn teleurstelling is groot.
Het schooljaar is vandaag officieel gedaan, overal zijn er studentenfeesten en
gratis optredens. Bovendien is volgende week het eindejaarsspectakel van de
circusschool. Hij had niet nee durven zeggen op ons aanbod om gratis te spelen
voor zijn project. Hij had niet durven zeggen dat een weekje later beter zou
passen en beseft dat het dus ergens zijn fout was.
Maar ik kan het hem niet kwalijk
nemen. Die gast steekt al zijn energie in dit mooie project. Vorig jaar zijn er
opnieuw vier leerlingen vanuit dit project binnen geraakt in de beste
circusscholen van Europa. Phillipe, mijn partner van Circo Fusca is binnen in
Chalon, de meest vermaarde circusschool ter wereld. Twee anderen raakten binnen
in Fratelini (Parijs) en één in Esac (Brussel - jawel ook België heeft een
top-circusschool, al zijn Belgische leerlingen er zeldzaam).
Ik kan het hem niet kwalijk
nemen. Ik kan mij alleen kwaad maken op de electricien van dit gebouw.
Ik verschiet mij bijna een
ongeluk wanneer ik een afgewassen beker te drogen zet op het druipblad voor mij
en de druppel volg die van de beker via het blad terug in de wasbak rolt.
Precies daar, midden de afwasbak, net achter de kraan, en onder het druipblad
zitten twee stopcontacten, die van zelfsprekend halverwege de ShakeThat afwas
al helemaal nat zijn.
Elektrocutie para todos !!!
Belo Horizonte dag 2: de herkansing
Joao neemt ons mee naar dezelfde
waterval als degene die ik vorige reis bezocht. Aan watervallen nochtans geen
gebrek, maar t is zon pareltje en ik ben blij om er nog eens terug te gaan.
Tot mijn verassing ken ik de hele
rit nog van buiten. We passeren dezelfde wolkkenkrabbers en dezelfde favelas,
waar wellicht dezelfde kinderen met hun zelfgemaakte speelgoed spelen; het
nationaal symbool van elke favela: de pipa.
Het is een vlieger aan één
touwtje dat met lijm en glasscherfjes ingesmeerd is. Door het touw langs dat
van de tegenpartij te laten schrapen kan je het andere touw doorsnijden,
watde bedoeling is van het spel.
Eénmaal het touw is doorgeschuurd crossen beide ploegjes (meestal teams van
twee) zo snel mogelijk richting de neerwaarts dwarrelende pipa. Wie eerst is
wint en krijgt de pipa.
Het is een spel dat zoals alles
hier in Brazilië zijn mooie en minder mooie kant heeft. Ook het doorgesneden
glastouw dwarrelt naar beneden en wordt in alle emotie vergeten. Soms komt het
dwars over de weg te hangen en vormt zo een genadeloze guillotine. Tot voor
enkele jaren koste dit spel in Minas Gerais alleen zon 50 levens per jaar
(onder Lula werden preventiecampagnes opgezet, waardoor het aantal dodelijke
ongevallen sterk is teruggelopen tot nog sechts een paar per jaar).
Joao vertelt het ons nadat we hem
vroegen waar de littekens aan zijn schouders vandaan komen. Hij had geluk. 10
centimeter hoger en hij was er niet meer geweest. Op zijn fiets stonden geen
ruitenwissers (tot ik dit verhaal hoorde vond ik die metalen antennes vooraan
de motos altijd vreemd), hij reed voorop scheurde naar beneden toen hij plots
gegrepen werd door zon guillotine. Het touw sneed in beide bovenarmen tot op
het bot. Het bloed gulpte er uit. Had er niet net op dat moment een bus gestopt
en hem onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht was hij zo goed als zeker
leeggebloed. Leven en dood liggen hier overal onwaarschijnlijk dicht bij
elkaar.
De waterval en de wandeling
erheen zijn nog steeds even wonderbaarlijk als een jaar terug. Wanneer we aan
de cachoeira zelf komen flirt er een kolibrie met de bloemen aan de overkant om
dan weg te flitsen naar een bloeiende struik 20 meter verder. Beixa-flor heet
zon beestje int portugees: bloemen-kusser.
Uiteindelijk is heel ShakeThat
blij dat we tot in Belo Horizonte gekomen zijn: herkansing geslaagd.
Maar ook zonder deze dag aan de
waterval was iedereen al in de wolken over deze week. De kinderen in Ouro
Preto, de show daar en zelfs die in Belo Horizonte waren machtige ervaringen.
Op naar Sao Paolo !!!
Verslag 5: Sao Paolo
Sao Paolo
Brazilië is het vijfde grootste
land ter wereld zowel qua oppervlakte als qua bevolkingsgrootte. Het zou
logisch zijn dat je hier dan ook overal de gemiddelde wereldbevolkingsdichtheid
zou aantreffen, maar de realiteit is anders. Brazilië heeft namelijk een
bevolkingsverdeling die goed overeenkomt met de verdeling van de materie in ons
heelal. Heel veel ruimte voor bijna geen mensen en hier en daar een
samengeklonterde mensenmassa die alle verbeelding te buiten gaat. Bemvindo no,
Sao paolo !!!
Als je wil weten hoeveel mensen
er in Sao Paolo wonen doen de locals er nogal ingewikkeld over en vragen dan
wat je precies bedoelt met Sao Paolo, O centro ? In het centrum van Sao Paolo
wonen zon 10 miljoen mensen, nauwkeurig tot op anderhalf miljoen. Ze zijn de
tel een beetje kwijt.
Als je het over de volledige
korst hebt, over de aaneengesloten lichtgevende vlek die je van op de maan kan
waarnemen, dan zijn ze de tel zodanig kwijt dat ze zelfs niet meer proberen.
Tellingen die rekening houden met alle sloppenwijken (het lijkt absurd maar
vele tellingen doen dat dus niet) komen uit ergens rond de 22 miljoen. Dit is
de grootste mensenklonter in heel Zuid Amerika, ongeveer evenveel als Parijs en
London samen. Veel te groot en veel te druk voor een mens als mezelf, maar ja,
we moeten hier optreden en workshops geven
Brickhouse, Namakaca
Als je je weg ze weet te vinden
in Sao Paolo is het natuurlijk een interessante stad, een ontmoetingsplaats bij
uitstek, een broeinest van cultuur. Voor ons is dat simpel: iedere maandagavond
komen alle jongleurs samen in Circo no Beco, om er samen te jongleren en
feesten, en gezien we hier op een maandag landden, kwam ons dat zeer goed uit.
De locals waren zeer enthousiast met onze aankomst, niet alleen omdat ze
gastvrij zijn voor iedere jongleur die hier strandt, maar ook omwille van een
extra reden:
Op de Europese jongleerconventie
(het mekka voor elke jongleur ter wereld) van 2007 in Griekenland was er één
Braziliaan, en toen die thuiskwam stak er een DVD van ShakeThat (we speelden
daar met Bram omdat Sander in het gips zat) en van Addicted in zijn zak.
Shakethat kennen jullie en Addicted dat zijn de Vlaamse jongleurs die op dat
moment een DVD gemaakt hadden met onze beste jongleerroutines op. Die beide
videos kwamen Brazilië binnen toen U-tube nog niet bestond (of in ieder geval
wisten ze het hier nog niet of stonden er nog geen jongleerfilmpjes op). De
videos werden over heel Brazilië en niet het minst hier in Sao Paulo verspreid
en zowel Addicted als ShakeThat werden hier wereldbekend-onder-jongleurs.
Het gevolg is dat we hier als
koningen ontvangen worden. We slapen in het lokale jongleurshuis Brickhouse
(iets tussen Telesnack en Circokot) en gaven net twee dagen workshop in
Namakaca.
Hoewel de leerlingen een hoog
niveau hadden en vooral ook een sterk door de addicted-video beïnvloede stijl
vonden ze onze workshops toch heel verrijkend. Telkens wanneer er Europese
jongleurs in Sao Paulo passeren proberen ze een workshop geregeld te krijgen,
maar blijkbaar klikte het nooit zo goed als met ons. Blijkbaar willen andere
lesgevers een strikt uurschema, een duidelijk afgesproken betaling, een tolk en
gaan ze na hun uren terug naar hun hotel.
Wij daarentegen overleggen met de
leerlingen hoe lang ze kunnen blijven en passen ons uurschema aan, doen ons
best om alles int portugees uit te leggen en blijven na afloop zelf nog wat
trainen en technieken uitwisselen met de locals. En op vlak van betaling, tja,
een vrije bijdrage leek ons het meest gepast. Kwestie dat iedereen die de
workshop echt wilde volgen dat ook kon doen.
Als het stadsbestuur haar woord
houdt, dan zullen we wel genoeg verdienen met onze optredens hier. Laat ons
hopen.
Arme mensen ? niets gezien !
Nadat we met de jongleurs van de
workshop pizza aten nam ik de restjes mee om die onderweg aan een straatkind of
afvalverzamelaar te geven. We wandelen zeker een uur, van het centrum naar een
aangrenzende middenklassebuurt, maar uiteindelijk heb ik de restjes nog steeds
in mijn hand wanneer we in Brickhouse aankomen.
In tegenstelling tot Rio, heeft
Sao Paulo een duidelijke demografische ordening. In die andere metropool ligt
het stadscentrum vol Morros; onwaarschijnlijk steile rotsen waarop geen echte
gebouwen kunnen neergepoot worden en zodoende ingenomen kunnen blijven door
sloppenwijken. Straatarm en helicopterrijk wonen er naast elkaar en overal vind
je armen in het straatbeeld. In Sao Paulo wordt het rijke centrum omgeven door
een brede gordel middenklasse buurten om pas veel verder over te gaan in
sloppenwijken. De weinige armen die hier wonen verstoppen zich na zonsondergang
uit angst voor de politie en andere kuisploegen.
Met of zonder ShakeThat ?
In heel Brazilië wonen er
ongeveer 210 miljoen mensen, precies tot op zon 10 miljoen. Dat is evenveel
als er ooit in de USSR woonden en op de China, India, de VS en Indonesië na, de
grootste bevolking ter wereld.
Ze vragen altijd van waar je
bent, en knikken wanneer je België zegt, maar hebben er meestal totaal geen
benul van waar dat ligt. Ik vul mijn antwoord daarom aan met: In Europa, bij
Portugal, maar veelal worden ze ook daar niet veel wijzer door. Portugal is
hier eerder een term uit de geschiedenisles dan uit de Aardrijkskundeles, waar
maar twee landen aan bod komen: Brazilië en Fora; het buitenland.
Als ze vragen hoeveel inwoners
België heeft antwoord ik meestal met bedoel je met of zonde
De heenvlucht: Half
begonnen, is goed gewonnen !!!
Zoals je wellicht wel weet, is ShakeThat op dit
moment weg naar naar Rio de Janeiro, waar hun eerste Tournee buiten Europa hen
opwacht. De anderen moeten ergens anders op deze vlieger zitten. Omdat ik pas
de allerlaatste minuut aan de Gate was, heb ik hen niet zien opstappen. Ze
moesten hier in lissabon overstappen op de vlucht naar Rio, terwijl ik van hieruit
vertrok, en mijn lief alleen liet terugsporen van ons reisje Lissabon, met mijn
dikke slaapzak en winterjas in haar tas.
Zodra we op hoogte zijn mag ik mijn gordel
afdoen. Dan zal ik in de gang wat stretchoefeningetjes doen om de rug in goede
stemming te houden. Daarna ga ik even naar achter in het vliegtuig om de
anderen te begroeten. Als zij mij ook nog niet gezien hebben zullen ze
ondertussen wel serieus ongerust zijn.
Ik had ze keurig moeten beloven dat ik twee uur
op voorhand in de juiste luchthaven van Lissabon zou zijn en zij zouden
hetzelfde doen in Brussel. Het lijkt wellicht vreemd dat ShakeThat zichzelf
zulke draconische maatregelen oplegt, maar onze ongerustheid heeft zijn
redenen. Het is nog maar de tweede keer dat ShakeThat er met de vlieger op
uittrekt, en de eerste keer was niet echt een succes te noemen:
Ik en Joris reden het gerief naar Spanje en de
andere drie zouden vliegen. Met zijn drieën stapten ze op de trein die hen meer
dan een uur te vroeg in de luchthaven zou afzetten. Net bij het vertreken van
de trein komt Sander tot de conclusie dat zijn paspoort nog op de salontafel
van Gab moet liggen. Daar had hij het nog, en nu blijkbaar niet meer. Gelukkig
kon hij rekenen op zijn vaste hulplijn. Elga zou nog maar eens hemel en aarde
verzetten om haar eeuwige liefde op de sporen te houden. Ze had een dik uur de
tijd om aan de sleutels van Gab zijn huis te geraken, er binnen te dringen, het
paspoort te vinden en ermee tot in Charleroi te crossen.
Nog voor Elga in de luchthaven aankwam bleek
dat Ninos identiteitbewijs niet erkend werd door Ryanair. Hij had er nochtans
alle hoop op dat het blaadje waarop stond dat hij zijn voorlopige
identiteitskaart kwijt was geldig zou zijn.
Er zat niets anders op dan met Elga terug naar
Gent te rijden en van daaruit zo snel mogelijk in Spanje zien te geraken. Van
alle vervoersmethodes bleek zijn bankrekening er maar één te kunnen betalen: de
opwaartsgerichte duim, langs de kant van de autostrade.
De terugvlucht verliep zowaar nog minder vlot.
Terwijl ik, Joris en Nino in mijn camionette de spaanse grens kruisten wandelden
Sander en Gab op hun gemak van het busstation van Burgos naar de luchthaven. De
bus tot aan de luchthaven leek hen een overbodige luxe. In plaats daarvan
wandelden ze in de nogal naieve veronderstelling, dat die luchthaven wel niet
zo heel ver van het busstation zou liggen
Op die manier slaagden we erin om vier van de
zes tickets die we betaald hadden te missen. U begrijpt dat we met een
dergelijke voorgeschiedenis de draconische maatregel namen om twee uur op
voorhand in de luchthaven aan te komen.
Ik was daar in feite in geslaagd. Maar ja, ik
had mijn lief bij mij en ik zou haar de komende twee maanden moeten missen, dus
we namen goed onze tijd om afscheid te nemen. Het was uiteindelijk tien minuten
voor dat de Gate sloot dat ik haar alleen achterliet.
Bij de eerste controle ging het al fout. Mijn
internationaal paspoort werd geweigerd. Ik had ooit eens een ander aangevraagd
omdat ik dit kwijt was geweest, dus dit paspoort stond welicht nog steeds als
gestolen vermeld wat die douaniers meestal niet echt appreciëren. Een kleine
vijf minuten later kon ik naar de gate wandelen. Een kleine drie minuten later
was ik nog niet veel verder in de enorme luchthaven van Lissabon en zette het
op een lopen. Ik had nog welgeteld twee minuten om Gate 43 te bereiken. Eén
minuut later was ik nog maar aan Gate 23 en zette het noodgedwongen op een
sprint. Nog een minuut later was mijn tijd op en zag ik in de verte een rij
wachtende mensen aan wat wellicht Gate 43 moest zijn.
Uiteindelijk bleek ik nog 20 minuten te moeten
aanschuiven om als laatste passagier de vlieger op te stappen. U begrijpt dat
mijn veronderstelling, dat de anderen wellicht ongerust zouden zijn een
aannemelijke veronderstelling was.
Zodra ik mocht wandelde ik dus naar achter in
dit immens transatlantisch vliegtuig. Ik ken daar niet veel van maar het lijkt
me zon ding waarmee je door een WTC toren kan vliegen. Op zijn minst tien
zetels naast elkaar en in de lengte onderverdeeld in verschillende
compartimenten omdat je anders de tv-schermen vooraan niet meer kan zien.
Na twee keer de hele afstand af te leggen was
ik er zeker van dat de anderen ofwel allemaal op dezelfde WC zaten, ofwel niet
op deze vlucht geraakt waren. De airhostessen wisten niet van een vertraging
van de vlucht uit Brussel, dus dat kon de oorzaak niet zijn.
Er blijven maar weinig opties over: ofwel
hadden ze hun vlucht in Zaventem gemist door hun eigen stomme slordigheid,
ofwel hadden ze hem gemist door de schuld van God, die hen strafte voor hun
goddeloosheid.
Zon god zou er bijvoorbeeld voor gezorgd kunnen
hebben dat de anti-springstoffenbrigade de ShakeThat-bagage zou controleren.
Joris had de bommen en de ontstekers die we nodig hebben vakkundig ontmanteld
en over de bagage verspreid, maar het was altijd mogelijk dat de Zaventemse
mineurs ze zouden opsnorren. Ik ga ervan uit dat bommen meenemen op de vlieger
problemen kan opleveren
Het heeft weinig zin om me zorgen te maken. Ik
ben op weg naar de hoofdstad van de samba, en met of zonder collegas, ik zal
er geen kou lijden !!
Twee saaie films, veel rugoefeningen in de gang
en twee vliegtuigmaaltijden later landen we correctie: land ik in Rio. Gezien
Gab alle informatie over ons verblijf vakkundig geheimgehouden heeft weet ik
bij God niet waar ik heen moet. Ik kan hem of de andere Shakers ook niet
bereiken.
Voor mij strekt zich een tapijt van baksteen en
beton uit tot ver achter de horizon. De toeristische sector is de grootste
werkgever voor de 17 miljoen Cariocas die hier proberen te overleven. Ik ga
ervan uit dat eventjes alle hotels opbellen om te weten waar ik heen moet geen
goeie strategie is.
Het is al laat en het is weekend. Ook de
organisatie die onze tour boekt kan ik niet bereiken.
Waar is god als je hem nodig hebt ?
Ondertussen waren de andere shakers een tweede
keer aangekomen in de luchthaven van Lissabon. Een kleine twaalf uur eerder
hadden ze hier hun overstap gemist omdat de vlucht uit Brussel een paar uur
vertraging had opgelopen. Ze hadden net twee dagen non-stop het nieuwe jaar
gefeest zodat ze een half dagje op de vlieger konden slapen. In plaats daarvan moesten
ze twaalf uur wachten in Lisabon, om daarna mijn riching uit te vliegen.
Ik zou ze de volgende ochtend aantreffen in ons
Hostal in Zuid Rio.
ShakeThat in Rio
Ons hostal ligt in Zuid-Rio, in een middenklassebuurt
waar westerse toeristen zich goed voelen. Het is geen toeristenhotspot zoals de
stranden van Copa Cabana of Ipanema die ietsje verder liggen.
De armoede en oorlogen in de favelas voel je
hier niet. Hier en daar slapen daklozen, op straat verkopen mensen uit de
favelas van alles, maar de sfeer is rustig. Niemand klampt je aan,
zakkenrollers zijn zeldzaam.
In Zuid Rio zijn alle vlakke gronden bezaaid
met appartementen zoals in een Westerse stad. Verspeid over die vlakte liggen
scherpe heuvels waarop de modale Cariocas hun huisje bouwen.
De zee is vlakbij. Op weg naar het strand ligt
een park, waar palmbomen staan van zeker 40 meter hoog. In alle straten groeien
bomen waarop varens, lianen orchideeën en andere bloemen groeien. Het meeste
onkruid dat rond hun stam groeit zijn typische kamerplanten van bij ons.
Hoog in de lucht zie je Fregatvogels, Zwarte
Gieren en Pelikanen, dicht bij de grond allerlei kwetterende vogels, hier en
daar een papagaai en zeldzaam eens een kolibrie. De mangobomen staan in bloei
en ook veel andere planten fleuren de straten op.
Als je s middags buiten komt, voelt het een
beetje zoals je je kop in de uitlaat van een droogkas steekt. Snikheet en zeer
vochtig.
Gisteren werd het plots wat frisser, dan ging
het waaien en daarna begon het te regenen. Ale clichés over moessonregens
blijken dikke zever te zijn. Het was een felle stortregen maar ook niet meer
dan wat er bij ons in een zomeronweer uit de hemel valt. Verder viel de regen
niet loodrecht uit de lucht en was die ook niet warm. De plassen daarentegen
waren wel warm, omdat de straten bloedheet zijn.
Viver e crescer en de
favelas in Noord-Rio
De metro brengt ons naar Noord-Rio waar het
sociaal circusproject gevestigd is die ons ontvangt. Aan de rand van een onrustige favela staat hun circustent en
het gebouwtje waar ze hun papierwerk doen.
De samenwerking verloopt heel vlot. De
organisatie heeft echt goed haar best gedaan om opredens te versieren voor ons
en om ons in te schakelen in hun schooltje als gastlesgevers. Het is nu wel
zomervakantie waardoor hun wekelijkse lessen stilliggen. Vandaag zullen we er
een workshop geven aan hun jongeren. Ze zijn allemaal sterk in acro, maar van
jongleren hebben ze weinig kaas gegeten.
Het is een sociaal circusproject. De bedoeling
is om de buurtjongeren iets anders te bieden dan drugs en geweld. De favela die
hier ligt is niet al te groot maar grenst aan weer andere favelas. Het is
zoals het grootste deel van Noord en Noordoost-Rio een uitgestrekt gebied met
zelfgebouwde huisjes van snelbouwstenen waar in tegenstelling tot in het
circusproject alleen de wet van de sterkste geldt.
In de favelas zijn de gangs heer en meester. Als één fractie de hele
buurt onder controle heeft is het er al bij al rustig leven. Nu en dan een
schot maar echte vuurgevechten zijn dan eerder een uitzondering. Hier en daar
zijn er echter oologen aan de gang. Er zijn blijkbaar drie verschillende
fracties die vechten om een drugsterritorium, waarvan er één samenwerkt met de
politie, zonder dat die beter of slechter zou zijn dan de andere twee fracties.
Daarnaast zijn er nog de paceficadores die gemiddeld veel ouder zijn en veelal
ex-politie of ex-brandweer. Die houden alle drugs uit hun gebied maar eisen van
iedereen geld in ruil voor de "veiligheid", een soort van italiaanse
maffia dus.
De meeste doden vallen wanneer de politie ergens binnenvalt. Daarvoor
gebruiken ze hun tank, en hun helicopters, die soms lukraak het vuur openen.
Niemand weet wat er zal gebeuren als in 2016 de olympische spelen hier
gaan doorgaan. Ze zijn nu al "veiligheidcentra aan't bouwen en dat is ook
de reden dat het sociaal circus die ons ontvangt van plaats moet veranderen. Ze
bouwen nu ook gigantische muren rond bepaalde favela's. Als je weet dat
platbranden een veel gebruikte taktiek is, worden die muren plots heel
griezelig ...
Er wordt enorm veel crack verhandeld aan belachelijke prijzen (één euro
voor een shot). De levensverwachting van een straatkind dat aan de crack raakt
ligt op drie maand. Daarom doet de poltitie er niets tegen. Vroeger probeerden
ze de straatkinderen zelf uit te roeien, maar kregen daar toen veel kritiek op.
Nu laten ze de straatkinderen zichzelf uitroeien ...
Verslag 2: de eerste
optredens, Rio, de watervallen
Morgen eindelijk rustdag
Vandaag was weer een zware werkdag. De voorbije week hebben we keihard
aan de show gewerkt. We staan iedere dag vroeg op en schuiven als eersten aan
zodra het hostal-ontbijt open gaat.
Daarna vertrekken we met de metro naar Crescer e Viver om er te oefenen
totdat de namiddagwarmte ons kraakt. Meestal trekken we dan weer naar ons hotel
om op het strand verder te oefenen of regelen we andere zaken.
Vandaag oefenden we niet maar gaven we een workshop. Om 8u30 waren we er
al, om een uurtje later te beginnen. We werkten vooral met de jongeren uit hun
oudste productiegroep die allemaal afkomstig zijn uit favelas. Joris en Nino
gaven Flairtechniek (Cocktailjongleren) terwijl Gab en Sander werkten rond
creativiteit met kegels. Ikzelf gaf in de voormiddag jongleertechniek om s
namiddags over te schakelen op slap touw. De jongeren waren tijdens en na
afloop heel enthousiast maar ook wij vonden het fantastisch om die gasten te
leren kennen en om les te geven aan hen. Ondanks de alles verzengende hitte
bleven de jongeren de hele dag door onze intensieve workshop volgen.
Toen de workshop in de late namiddag naar zijn einde liep was Alvoro er
al. Hij is een wat oudere decorbouwer-acteur die met onze hulp een
ShakeThat-bar ineen timmert. Zoals de voorbije dagen stonden we hem tot in de
late uurtjes bij, om daarna helemaal leeg naar huis te sporen.
Alvaro zelf werkt nog tot een gat in de nacht verder, om een paar uutjes
later aan zijn dagwerk te beginnen. Net zoals zowat iedereen hier moet hij
enorm veel werken om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Supermarkten zijn
hier 12 uur per dag open en dus werkt het personeel er minstens 13 uur aan een
stuk. Hetzelfde geldt voor iedereen die een beroep doet waarvoor geen scholing
vereist is. Het officieel minimumloon is een goeie 200 euro, maar dat krijgen
alleen werknemers van een staatsbedrijf, de meeste anderen moeten het met
minder stellen.
Het leven is hier, net zoals in alle andere arme landen niet goedkoper
dan bij ons. Een liter melk, een kilo rijst, een T-shirt, een liter benzine of
een frigo kosten hier net evenveel als bij ons. Voor wie rijk genoeg is om
personeel te werk te stellen of op restaurant te eten is het inderdaad goedkoper
omdat arbeid spotgoedkoop is, maar voor alle basisproducten betaal je gewoon de
wereldprijs. Het leven is hier niet goedkoper maar de mensen slagen erin om met
minder rond te komen en gelukkig te zijn.
Congé, jammergenoeg al
even weinig Payé als de werkdagen `
Op het toeristisch plannetje dat we in ons hostal gekregen hebben staat
een gigantische waterval getekend in het Tijuca nationaalpark dat Noord-Rio van
Zuid-Rio scheidt. Waterplezier zonder strandvlooien, volop schaduw en weg van
alle drukte, wat moet een mens nog meer dachten we, en sprongen op de bus richting
watervallen.
De buschauffeurs worden hier betaald per rondje dat ze rijden. Net zoals
alle andere chauffeurs doet onze buschaufeur hard zijn best om het ronderecord
scherper te stellen. Telkens vol gas optrekken, door de bochten scheuren,
bumperkleven en pas vlak voor de haltes keihard remmen. Tis een beetje zoals
op de kermis.
Het openbaar vervoer, en zeker de metro is hier vrij duur. Voor korte
afstanden, zeker als je met een paar mensen bent, zijn de taxis veelal
goedkoper. Een metroritje kost bijvoorbeeld een goeie euro en deze busrit bijna
een euro. Er is in feite maar één metrolijn en die volgt vanzelfsprekend de
smalle, rijke zuidkust om daarna via het centrum naar het noorden te sporen.
Het meest merkwaardige aan de metro is dat er in elk stel een coupé is
uitsluitend voor vrouwen. Wellicht is het invoeren van vrouwencoupés goedkoper
dan het invoeren van gelijk loon en je kan toch moelijk eisen dat ze beide
zouden doen.
Na de laatste bushalte moeten we nog een stukje te voet doen en merken
we dat we niet de enigen te zijn die het idee hadden vandaag wat verfrissing te
zoeken. Mijn teleurstelling wordt nog groter wanneer we de watervallen zelf
zien. Ik had het nochtans kunnen weten. Voor een indrukwekkende waterval heb je
een indrukwekkende rivier nodig. Ik weet niet hoe Rio de Janeiro aan zijn naam
gekomen is, maar er is in ieder geval nergens een Rio, zelfs niet in januari.
Wellicht slaat de naam op de liters zweet die hier in januari van ieders
lichaam lopen
Ondanks het feit dat het maar een pisbeek is en dat ze ook niet van een
spectaculaire hoogte naar beneden valt, maar eerder van de ene rots op de
andere klotst, is het toch heel leuk om even in een stukje tropisch woud te
lopen. De meeste bezoekers blijven bij het eerste of tweede bassin hangen
terwijl wij natuurlijk helemaal naar boven klauteren
Olympische spelen: the
winner takes it all !!!
Op de terugweg drinken we nog ergens een pintje en zien we dat het op TV
opnieuw over de overstromingen en de weggespoelde huizen gaat. In realiteit
zijn er dit jaar niet meer grondverschuivingen of modderstromen geweest dan
andere jaren, maar er is een andere reden om er zoveel aandacht aan te hangen.
De Olympische Spelen zullen doorgaan in het rijke Zuid-Westen van Rio.
Het plan is om de 150 favelas die in die zone liggen tegen 2016 van de kaart
te vegen en daarvoor heeft men een externe reden gevonden.
Al die favellas zouden met wegspoelen bedreigd worden en dus moeten de
bewoners daartegen beschermd worden. Wie niet wil wijken, is te dom om te
begrijpen dat het voor zijn eigen bestwil is. Deze redenering wordt via de
media op alle mogelijke manieren in ieders kop geramd.
In realiteit gebeurt er niets voor de bewoners van favellas buiten de olympische
zone, waar er jaarlijks hele stukken van wegspoelen en zijn de meeste favelas
in de olympishce zone helemaal niet bedreigd door modderstromen.
Alle ontheemden zullen ergens aan de Noord-Oostelijke rand van de stad
een snelbouwpakket mogen bewonen. Die gettos liggen soms tot 50 kilometer
verder. Hun werk en inkomen zullen ze zo goed als zeker verliezen en indien
niet kunnen ze de transportkosten maar moeilijk betalen.In de sociale woonwijken waar ze
terecht zullen komen is geen werk.
De leeggemaakte favelas zullen daarna aan zeer lucratieve prijzen
verkocht worden aan diegene die meest smeergeld op tafel legt. Luxehotels en
shoppingscentra zullen er uit de grond rijzen als paddenstoelen.
Ik heb het gevoel dat dit nog niet het laatste stukje reisverslag zal
zijn over de sociale ravage die de spelen hier zullen aanrichten
Het eerste optreden
Ik scheer me zo vlug ik kan want over vijf
minuten moet ik al op scène. Ik moest mijn ventje nog op het allerlaatste
moment knutselen omdat er een misverstand was omtrent de ananas. Onze mop met
het ananasblikje zou niet werken omdat ze dat hier niet kennen. Daarom gingen
we op zoek naar een mini-ananas of iets dergelijks en werd uiteindelijk de
echte ananas over het hoofd gezien
We moeten spelen in een complex van de
plaatselijke Unizo die drie voorstellingen heeft gekocht. Er was vijf minuten
geleden nog geen volk en ik verwacht dat we straks voor vijf man en een
paardekop zullen moeten spelen.
Het waren tien dagen van keihard werken. Hoewel
Crescer e viver hun best gedaan hebben, moesten we toch nog heel veel zelf
regelen en liep alles de typisch zuiderse vertraging op.
Gezien er vannacht nog veel werk was aan de bar
en er nog moest begonnen worden aan de achtergrond, hadden we gisteren gekozen
voor een achtergrond die ze in de circusschool hadden staan. Het leek ons
moeilijk te transporteren, maar er was niet echt een andere keuze mogelijk. Er
werd ons daarenboven verzekerd dat de camion die gehuurd was 7 meter lang was,
dus alles kon mee.
Pas toen de chauffeur van de camion ons vroeg
waar het in te laden decor stond durfden we geloven dat de camion die
aangekomen was, voor ons was. de camion leek mij ongeveer 7 meter . omtrek.
Met een paar bamboe palen en een grijze bache
heeft Joris daarnet een achtergrond geïmproviseerd. Het doet een beetje denken
aan het vrij podium op chirokamp.
Allée, hop mijn baard is er af, ik schiet in
mijn kostuum en volg de anderen naar de scène. Wanneer we in de zaal komen
blijkt die volgestroomd te zijn met kijklustigen. Ook de mensen van Crescer e Viver
en de verantwoordelijken van het centrum hier zijn er. Het moment van de
waarheid is aangebroken !
We staan scherp en de tien dagen van oefenen
hebben ons goed gedaan. Zo goed als geen drops, de timings kloppen, de focus is
clean, de nieuwe stukken werken zoals verhoopt en iedereen kent zijn Portugese
tekst. Het publiek lacht en applaudiseert uitbundig. Achteraf krijgen we een
staande ovatie. Iedereen is tevreden. Niets is leuker dan een goeie
voorstelling spelen !!!
Morgen is er een welgekomen rustdag en daarna
volgen de voorstellingen elkaar snel op tot dan,
Hans
Verslag 3: Strand, het
einde van de armoede, workshops en favella optreden
Godverdomme. Ik knik van onder de bar naar de
anderen dat het wel zal lukken, terwijl ik een stuk WC-papier rond mijn vinger
tape. Welgeteld één seconde voor de show moest starten ben ik erin geslaagd om
serieus diep in mijn poten te snijden. Ik veeg het bloed af met één van de vele
zweethanddoeken onder de bar. We worden hier altijd vlak op de middaghitte
geprogrameerd en aangezien het straattheater is, is airco geen optie. Ik
concentreer me op mijn taak, want de show is al bezig.
Sander trekt me boven en steekt een fles in
mijn hand, gelukkig de ongedeerde hand. Ik kijk naar het publiek en werp.
Floep, de fles schiet uit mijn hand als een stuk zeep we zijn een halve
minuut bezig, en de flessen zijn kletsnat gezweet
Zon, zee en strand
Je moet een enorme ezel zijn om niet te
beseffen dat je hier in de tropen ook kan verbranden als het bewolkt is. Ik was
gister blijkbaar een redelijke ezel, en Joris is een mega-ezel. Zeker gezien we
vandaag een dagje vakantie hebben en op weg zijn naar een verlaten strand
Na een
dertigtal kilometer blijkt het verlaten strand een surfstrand met veel te
kleine golven om echt te kunnen surfen, maar wel vol surfers en zonnebaders.
Achter ons ligt een scherpe heuvellijn die een natuurpark vormt
waardoor de stad hier niet tot aan de oceaan reikt, maar we zijn blijkbaar
niet de enigen die dat wisten. Ook de uitbaters van de enige strandhut die er
staat is zich bewust van de wet van vraag en aanbod
Om de
zon te vermijden trek ik weg van de kust het mini-natuurparkje in. Er is
speciaal voor de toeristen een wandelpad aangelegd dat door het groen naar
boven slingert om uiteindelijk helemaal boven op een uitkijkpunt te eindigen.
Omdat het hier zomer is, is de natuurpracht een stuk minder dan in de andere,
minder hete seizoenen. Op bloeiende bomen na zijn er maar weinig bloemen te
bespeuren. Hier en daar zie je een verdwaalde bontkleurige vlinder, maar zo
heel indrukwekkend lijkt het verder niet.
Opeens
dan toch. Een leguaan van ik schat 70 centimeter vlucht weg. waauw. Hij blijft
nog even zitten op een afstand die hem veilig lijkt maar duikt dan toch maar
nog wat verder het groen in. Ik ga ervan uit dat eenmaal ik wegtrek uit Rio
constant fantastische dieren zal zien, maar voorlopig blijf ik nog verwonderd
als een kind op zes december telkens de natuur mij verast !!
Wat
verder op het pad zit een gigantische lichtweerschijnend-azuurblauwe
vlinder die ik van heel dicht kan bekijken omdat ie dood is. Eindelijk
denk ik, eindelijk na meer dan twee weken uitkijken heb ik iets om naar mijn
lief te sturen
het
wandelpad kronkelt verder naar boven langs de helling. Het is
ongeveer 14u, het warmste moment van de dag. De hitte en de vochtigheid zijn
ondraaglijk. Hier in het bos is er geen zuchtje wind. Mijn hemd en broek zijn
ondertussen helemaal doorweekt, alsof ik net met kleren en al onder de douche
gestaan heb.
De
wandeltocht duurt niet zo heel erg lang, maar ik ben toch heel blij als ik
eindelijk aan het uitkijkpunt blijk te zijn waar een indrukwekkende roofvogel opvliegt
om daarna wat rondjes boven de zee te cirkelen. Ik denk dat het een soort
visarend is ... Het uitzicht is nog adembenemender dan de hitte. De oceaan, met
wat ruwe eilanden die de kustlijn volgen, de scherpe limoengroene oerheuvels,
de donkere aluminiumoxide rotsen, met de witte bebouwing in laagtes.
In de
verte zie ik een rots tegen de zee afsteken waarvan men hier zegt dat het de
grootste rots naast de zee is. Achter die rots ligt Rocinha, ooit grootste
favela van Latijns-Amerika en daarachter de rest van de kernstad van Rio. Voor
die rots ligt een rijke voorstad van Rio waar het olympisch dorp zal komen. Het
bestaat voornamelijk uit gesloten en beveiligde woonzones en opgeblazen
winkelcentra die uit de VS weggeplukt lijken te zijn. Een winkelcentrum dat we
daarnet met de bus passeerden heeft er zelfs een mega-vrijheidsbeeld aan de
ingang ... Maar van hieruit zie je dat niet. Van hieruit is de witte bebouwing
als een laagje glinsterende suiker die over een caiperinha werd uitgestrooid...
Eindelijk
is er wat wind, veertig graden heet en doornat, maar toch een verademing
vergeleken bij het windstille bos. Het door de wind frisse, doornatte hemd
dat tegen mijn borst plakt herinnert me aan de vlinder die ik in mijn
borstzakje gestoken heb, zijn hemelsblauwe kleur blijkt ondertussen met mijn
zweet mee weggestroomd. Verdoeme, ik zal nog wat verder moeten zoeken om een
gepaste verassing te vinden.
Goed nieuws: extreme
armoede kan tegen 2016 uit Brazilie verdwenen zijn
Volgens een krantenartikel zou de armoede in
het algemeen hier de laatste vijf jaar scherp gedaald zijn. Als die vooruitgang
blijft aanhouden zal er over zes jaar geen extreme armoede meer zijn in Brazilië.
De realiteit is anders. Het is inderdaad zo dat
het minimumloon de laatste jaren wat gestegen is, maar of dat ook echt iets
uitmaakt is twijfelachtig.
Alleen staatbedrijven betalen het minimumloon
van een goeie 200 euro (500 Reais). Andere ongeschoolde jobs betalen meestal
minder. Wie een
echte job heeft is zo ie zo al tevreden want die zijn schaars. De anderen
proberen iets te verdienen met zelf uitgevonden jobs zoals straatverkoper,
blikjesophaler, moto-taxi of drugskoerier.
Je moet twee officiële jobs
hebben om de huur van een miserabel appartementje te kunnen betalen. Al wie de huur niet meer kan betalen
moet wel naar een sloppenwijk. De sloppenwijkers zorgen voor hun pensioen door voor
een grote kroost te zorgen en uit het binnenland komen steeds meer mensen die
daar alles zijn kwijtgespeeld in de moordende concurrentie met de
agro-industrie.Dit jaar heeft Rio
de grens van duizend favelas overschreden en leven er meer dan dertig procent
in die krottenbuurten. Het woord favella slaat alleen op het feit dat de
huisjes er illegaal staan. De meeste woonzones die geen favellas zijn, zijn er
even slecht aan toe.
De overheid voert een beleid van
criminalisering van armoede. Al wie werkt zonder belastingen te betalen is een
crimineel. Straatverkoop wordt verboden en favellas worden van de kaart
geveegd, terwijl er totaal geen alternatief geboden wordt. Meer en meer mensen
worden in de armen van de drugsbendes geduwd.
Aan de andere kant staan de rijken en de
middenklasse. Die laatste houdt veelal maar net het hoofd boven water, werkt
keihard om hun appartement te kunnen blijven betalen en slikken het verhaal dat
het allemaal de schuld is van al diegenen die geen belastingen betalen.
De hoogopgeleiden die goed verdienen,
beschermen hun klasse door het ingangsexamen voor hoger onderwijs te hoog te
leggen voor al wie uit het erbarmelijke staatsonderwijs komt. Om een kind één
maand naar een privé school te sturen kost het 800 Reais, bijna het dubbel van
het minimumloon dat de meesten niet eens verdienen. Aleen wie uit een dure
privéschool komt kan slagen en het recht verwerven op gratis universiteit !!!
Ook de grootgrondbezitters boeren goed maar dat is voor een volgende keer
Workshops
Het
plan om twee dagen workshops te geven aan de circusartiesten van Rio viel
letterlijk in het water. Er kwam een storm aan die eerder heel Sao Paolo onder
water had gezet. Op alle media werd iedereen verzocht binnen te blijven,
waardoor vanzelfsprekend niemand naar onze circustent kwam voor een workshop.
De storm zelf bleek uiteindelijk zo goed als uitgeraasd voor hij in Rio
aankwam, wat het dubbel jammer maakte. Ik haat het om hier met mijn vingers te
draaien.
Vandaag
stond een werkdag op het menu, met kinderen uit de favela vlakbij Crescer e
viver. Gezien het hun eerste les was na de vakantie stonden ze nog heviger dan
anders. We wisten dus dat we onze handen vol zouden hebben. Het zijn allemaal
echte aapjes die niets liever doen dan saltos springen, maar wij zouden hen
jongleren en evenwicht geven, zodat ze eens iets anders zouden leren. Hoe goed
iedereen ook zijn best deed om Portugees te spreken, stil zitten en luisteren
zat er echt niet in, en al zeker niet naar een paar gringos.
Je kan
het die baasjes ook moeilijk kwalijk nemen. Hun thuissituatie is meestal
erbarmelijk. Vijf etters kwamen uit het zelfde gezin. Ze slapen in één bed, in de
enige kamer van hun huisje. Van enkele anderen zaten de vaders achter de
tralies en van nog een andere lastpak waren zijn vader en oudere broer
doodgeschoten en komt het hele gezinsinkomen van een andere broer die voor de
drugsmaffia werkt. Als die ook sneuvelt wordt hij gezinshoofd. Terwijl we
probeerden les te geven hoorden we in de achtergrond mittrailleursalvos, iets
waar alleen wij raar van opkeken.
Na afloop
van de werkdag was ik pompaf maar wel tevreden met de ervaring. Tot mijn
verassing bleken de kinderen er vreemd genoeg wel veel van genoten te hebben.
Ze vonden dat ze veel hadden bijgeleerd en vroegen of we nog zouden lesgeven.
Er was er zelfs eentje die zei dat ze het jammer vond dat ze niet wat beter
geluisterd hadden
Optreden in de favella
We zijn
klaar met opbouwen, nog een half uurtje en ons legendarisch optreden in de
favela kan beginnen. Nu zijn er alleen nog maar kinderen, maar straks stromen
hier allerlei gure jongeren binnen met mitraileurs om hun nek, zoals de gasten
die we voorbij zagen rijden toen we hier op prospectie kwamen.
Voorlopig
is het hier heel rustig. Er is gister een grootscheepse politie-inval geweest,
vandaar dat we tijdens de workshop die niet zo ver hier vandaan was, die
mitrailleurs hoorden ratelen.
Nog tien
minuten en de show moet beginnen, maar er zijn nog steeds alleen maar kinderen.
De
circusschool had gevraagd om alle rode kostuums uit de show te laten en om de
rode banner van de bar door iets anders te vervangen. Dit allemaal omdat het
vijandige drugskartel dat hier de boel probeert over te nemen "de rode
gang" heet. Onze producent was bang dat ze ons zouden afknallen, omdat we
de kleur van de andere gang droegen. Maar, dat blijkt allemaal dikke zever. Er
hangen hier rode vlaggen van voetbalclubs uit de vensters, de mensen hebben
evenveel rode kleren aan als gelijk waar anders, en in de groentenwinkel lagen de
groene en rode tomaten vredevol door elkaar. Dus we hebben onze normale outfit
aangetrokken en ook onze bar kleurt rood zoals die dat altijd al gedaan heeft.
Het
optreden zou al tien minuten moeten bezig zijn maar de organisatie hier wil
wachten tot het echte volk aankomt. De gebruikelijke dertig minuten
Braziliaanse vertraging dus, wellicht met nog een half uurtje traditionele
favela vertragingen, dan nog tien minuten erbij omdat het zondag is en we
zullen mogen beginnen
Een uur
later zitten we nog steeds met ons vingers te draaien. De organisator roept zo
ongeveer om het kwartier door zijn micro dat het nu zeker snel gaat beginnen,
komt daarna naar ons om te vragen hoe lang we nog kunnen wachten. Tja, als die
warlords de show willen zien, gaan we niet beginnen voor ze er zijn zeker?
Na twee
uur is er nog steeds niet genoeg volk, maar we mogen beginnen. Het zit nog
steeds zwart van de kinders en volwasen zijn nog steeds moeilijk te bespeuren.
Misschien dat de volwassenen niet naar een optreden wilden dat gefinancierd
werd door de gemeente, als protest tegen de razzia gisteren, maar wellicht dat
circus hier iets voor kinderen is en dat volwassenen zich daar te stoer voor
vinden ... en dus spelen wij hier voor een bende uitgelaten kinders.
Het is
vreemd. De kinders reageren op heel andere dingen dan een normaal publiek. Een
veiling hebben ze duidelijk nog nooit van gehoord, en ook een kruk die uit een
champagne fles schiet vinden ze iets heel vreemds. Wanner Sander later in de
voorstelling vraagt wie de krurk gevangen heeft, blijkt niemand te weten wat
een kurk is. Onze bom daarentegen dat snappen ze wel en ook tijdens ons
sambanummer hadden we nog nooit zon enthousiast en perfect op het ritme klappend
publiek gehad !! Het meest universele in onze voorstelling blijkt nog altijd de
ijsblokjes glijbaan. Jong en oud, arm of rijk, belgen of brazilianen, iedereen
zit stil en volgt met blinkende ogen de ijsblok in het liftje die Gab tergend
traag omhoog trekt, en iedereen is dol gelukkig als er eindelijk een ijsblok in
de cocktel terechtkomt.
Ondanks
al die omstandigheden die ons verplichten anders te spelen, loopt het jongleer-technisch
quasi foutloos: niet altijd helemaal synchroon, niet alles perfect, maar wel
geen enkele drop !!!
Achteraf
verwachtte ik dan ook een staande ovatie (want toen ze moesten neerzitten
stonden ze constant recht), maar er kwam daarentegen bijna geen applaus. Ze
kunnen wel aplaudiseren en dat deden ze tijdens de voorstelling ook
overvloedig, maar nu komt er bijna niets. Nee, ze zijn allemaal gewoon te
sterkteleurgesteld dat het al
voorbij is
Na hittegolf komt
moessonregen, en na werk komt feest
De
andere shakers zijn op dit moment naar een poepsjieke party in de meest luxueuse
buurt van het centrum: Lagoa. Het is een feest voor de medewerkers van
"cirque du soleil" die nu een eindje "quidam" speelt in
Rio. Sander heeft ons via via op de gastenlijst gekregen.
Ik heb
ergens ook wel zin om te gaan zien hoe decadent het daar is, maar anderzijds
ook niet. De goedkoopste tickets voor hun voorstelling Quidam (die al zo oud is
als de straat) zijn meer dan 100 reais. Blijkbaar is het zelfs zo dat die
goedkoopste tickets duurder zijn dan de goedkoopste tickets die ze in Europa
verkopen. 't is niet dat ze hun personeel hier meer moeten betalen ... Voor een
try out van een nieuwe voorstelling hadden ze onlangs een hoop gratis tickets
aangeboden aan Cescer e viver in ruil om hun naam te mogen gebruiken. Zo
konden ze in hun promomateriaal zetten dat ze het sociaal circus steunen...
Zo'n
tickets zijn wel aanlokkelijk, maar Crescer e viver heeft ze geweigerd, en
gelijk hebben ze. Dit jaar heeft Cirque du soleil hun zo ie zo al magere
subsidie aan het sociaal circus in Brazilië gedeeld door vier. En dat terwijl
de organisatie ook vorig jaar weer haar omzet en winst zag stijgen, ook in
Brazilië. De taktiek om de tickets zo duur te maken dat het een statussymbol
wordt om naar hun show te komen kijken werkt voortreffelijk
Geef mij
maar straatoptredens in favela's en workshops aan die kinderen ...
Hans
Verslag 4: de laatste
dagen in Rio
Ik zit
op de bus richting Belo Horizonte, en verwacht inderdaad mooie horizonten
tegemoet te gaan, al zal ik ze pas morgen zien waneer ik er aankom. Het is
bijna 23uur en nog steeds snikheet. Vandaag was wellicht de warmste dag tot nog
toe en gezien ik het binnenland in trek zal het allicht alleen maar heter
worden
Crisis, Samba en politie
Eergisteren
gaven we ons laatste optreden. We speelden drie avonden na elkaar in de tent
van crescer e viver. De ticketverkoop viel zwaar tegen. Op dit moment van het
jaar staat alles in het teken van het carnaval. Iedereen moet oefenen om straks
mee te spelen met één of andere blocco. Overal zijn er straatfeesten waarmee
sambateams geld proberen te verzamelen Op zon straatsamba waar we het einde
van onze tournee hier gingen feesten, viel het opnieuw op hoe anders diefstal
hier benaderd wordt. Terwijl er overal mensen overvallen of ontvoerd worden,
staan alle drankflessen hier gewoon vooraan op de toog. Iedereen kan gewoon
naar hartelust flessen Cachaça of zelfs ingevoerde wiskey ontvreemden, maar
blijkbaar gebeurt dat niet.
De
reden is niet dat er hier niemand is die dorst heeft en zonder geld zit. Constant
zie je kinderen of volwassenen met zakken lege blikjes rondzeulen. Voor de
bankencrisis kregen ze er ongeveer 0,75euro per kilo voor, wat toen al zo goed
als niets was, maar toen in de nasleep van de bankencrisis grondstofprijzen
ineenstortten kregen ze er bijna niets meer voor. Nu zou het iets beter zijn.
De prijs is weer bijna als voorheen, en de verzamelconcurrentie is uitgedund.
Eén van
de redenen dat Brazilië de crisis zo goed doorstond zou gewoon het gevolg zijn
van het feit dat het hier de ene na de andere crisis is en dat het consumentenvertrouwen
er niet meer van wordt afgeschrikt. Ze worden in ieder geval niet meer
afgeschrikt van het zien creperen van wie zijn inkomen ziet te niet gaan.
De
reden dat er niets gestolen wordt is duidelijk niet dat iedereen hier voldoende
heeft. Als je betrapt wordt op het stelen van een fles dan kost dat hier
makkelijk je kop. Zo simpel is dat. De politie van Rio geeft elke dag 4 moorden
toe. Het lijkt mij nogal evident dat ze de meeste moorden niet toegeeft. Als er
daarnaast nog commandos zijn die ook het recht in eigen handen nemen is de
po