Van de Brandweerkazerne naar de Refuge in de Zandstraat.
In de oude
vrouwengevangenis te St - Andries zijn er vier diensten aanwezig:
Het Provinciaal Medisch Centrum WEST-VLAANDEREN ( voor de politie) ,
De West-Vlaamse noodcentrale
Hetgesloten Centrum voor illegalen
Brugge (CIB)
Federale Politie.
Van de Brandweerkazerne naar de Refuge in de Zandstraat.
Het personeel van de
dienst 100 heeft vijftien jaar, dag en nacht, de telefooncentrale van de Brugse
brandweer bemand. Vrijdag 04/05/2013 namen ze afscheid van de kazerne en
verhuisden ze naar het gebouw van de federale politie. Ze zullen nu vanuit het
gebouw in de Zandstraat in Sint-Andries werken, waar ook de noodcentrale 101 is
gevestigd. De West-Vlaamse
noodcentrale.
Brandweer en
ziekenwagen, goedemiddag. Tijdens het bezoek aan de noodcentrale in de
gebouwen van de Federale Politie in Brugge komt het openingszinnetje van de
operatoren talloze keren terug. Al snel wordt duidelijk dat hier wel degelijk
het verschil wordt gemaakt tussen leven en dood. Tussen net op tijd komen of
net te laat. Wat is de exacte locatie? Het probleem? Wat zijn de
omstandigheden? Zijn er gewonden? Hoeveel mensen betrokken?
De druk voor een operator bij de noodcentrale is élke keer opnieuw ontzettend
hoog. In een zo kort mogelijke tijdspanne, want elke seconde telt, moet de
centralist zoveel mogelijk informatie proberen te vergaren.
In 2016 kwamen er 250.000 noodoproepen binnen in Brugge. Ter verduidelijking:
dat zijn er gemiddeld 29 per uur. Kalme nachten waar per uur amper enkele
oproepen binnenkomen inbegrepen ... Eén shift, in een team van meestal zes
personen, duurt een halve dag. Ter info: alle noodoproepen naar de 112 en 101
die in West-Vlaanderen gebeuren, lopen binnen in Brugge.
Al krijgen we ook vaak mensen aan de lijn die denken dat ze bij 1207 zitten.
Als we hen duidelijk maken dat het niet zo is, vragen ze vaak toch nog of wij
ze niet kunnen helpen aan een nummer. Je maakt hier de zotste dingen mee. Ook
mensen in financiële moeilijkheden die niet meer betaald kunnen bellen met hun
gsm, krijgen we vaak aan de lijn. Aan afwisseling geen gebrek, klinkt het in
de noodcentrale. Zo kregen de operatoren in het verleden al verschillende keren
af te rekenen met hijgers en stalkers die steeds opnieuw belden.Het ideale
gesprek duurt gemiddeld anderhalve minuut. In die tijd moet er een eerste
inschatting worden gemaakt van het probleem en locatie én moeten de
hulpdiensten uitgestuurd worden. Ik kan je verzekeren: voor wie hier net
begint, lijkt het een onmogelijke opdracht. Vandaar ook dat iedereen die hier
zit, eerst vijf maanden opleiding achter de rug heeft voor die er ook nog maar
aan mag denken volledig zelfstandig een noodoproep te beantwoorden.
Directeurs die in deze inrichting dienst hebben gedaan
Directeur Heusschen Adolphe 31/07/1914 tot 30/04/1919
Directeur Gosseries Fernand van 01/05/1919 tot 30/11/1922
Directeur Yserbyth Achille van 01/03/1923 tot 31/03/1932
Bestuurster Mevrouw Sanders Romanie ( moeder overste Helena ) van 1 januari
1922 tot 30/08/1947
Directeur Meeus Adm. Directeur van 01.04.1932 tot 30.08.1947
Directeur Meeus Directeur van 01.09.1947 tot 31.03.1966
Directeur Van Inthoudt Edouard van 01 januari 1967 tot 1972
Directeur Gydé Raoul van 01/11/1972 tot 31/08/1975
Directeur Tijsebaert Jozef van 01 september 1975 tot juli 1988.
Directeur Vandevelde Godelieve, adjunct tot 31 mei 1988.
Directeur Fiers Etienne (directeur 3de klasse: een tijdelijke
opdracht, in afwachting dat er een nieuwe directeur 1ste klasse werd
benoemd) van 1 juni 1988 tot 31 augustus 1989.
Directrice Mevr. Francine Tijsebaert, directeur 3de klasse, werd
adjunct-directeur, vanaf 01 juni 1989.
Directeur Verberckmoes Etienne vanaf 01 september 1989 tot 1991
In de loop van 1990 kwam Dirk Van Bogaert, directeur 3de klasse, het
directieteam vervoegen als tweede adjunct-directeur.
Directrice Mevr. Francine Tijsebaert was de laatste directeur in de Refuge
Vanaf 1992 was zij directeur in het Penitentiair Complex tot op haar
pensioenstelling.
Op 21 mei 1901werd de verkoopacte ondertekend door het
ministerie van Justitie voor de gronden van het bestuur van Burgerlijke
Godshuizen
In 1902 werd gestart met de bouw van een
refuge, een dépot, en een Colonie Agricole.
In 31 juli 1914 werd het gebouw ingewijd.
Op 27 augustus 1914 verhuisde de refuge
van de Werkhuisstraat naar de gebouwen op Sint-Andries.
De refuge werd
in 1914 1918 door de Duitsers
gebruiktals een centrum waar
prostituees werden onderzocht op venerische ziekten. Wat wel zeker was dat er
een reserve eenheid gekazerneerd was
De refuge was vanaf 1918 een echt toevluchtsoord die men
Rijksweldadigheidsgesticht noemde.
Al die mensen die daar in hechtenis zaten werden in de moeilijke momenten
bijgestaan door de zuster Sint-Vincentius a Paulo van Anzegem, het geheel
onderhouden en gesteund door de staat.
Op 20 december 1920 werd het
bedelaressengesticht van de werkhuisstraat te Brugge overgebracht naar
Sint-Andries, volgens een koninklijk besluit van 20 december 1920.
Op 24 februari 1928 werd in de refuge een
instelling voor niet gevaarlijke zwakzinnigen ondergebracht.
In 1930 volgde het gesticht voor sociaal
verweer voor vrouwelijke misdadigers uit gewoonte
Sinds 1930 is de refuge dan stilaan zonder bijna
merkbare overgang een vrouwengevangenis geworden, alhoewel de naam
Rijksweldadigheidsgesticht nog werd bewaard.
Verzameling Dirk Viaene
In 1938 werden er rustige en werk bekwame
geïnterneerden ondergebracht volgens een M.O. brief van 23/12/1938
In 1939 volgde het gesticht voor abnormale
vrouwen. In datzelfde jaar werd er een materniteit opgericht. Deze instelling
werkt heden ten dage nog in het Penitentiair Complex te Sint-Andries Brugge.
In 1940 tijdens de 18 daagse veldtocht kwam de
staf van Koning Albert er hun middagmaal gebruiken en hielden ze er hun
activiteiten.
De overgave van Gent is in de refuge tot stand gekomen na een gesprek tussen
Koning Albert en een Duitse officier. De Koning is daar toen op ingegaan omdat
de Duitsers dreigden de stad Gent plat te bombarderen. Van 1941 tot 1944 werd de refuge
gebruikt als veldhospitaal voor de Duitse Bezetter. In 1943 werd in de refuge een
strafinstelling voor lichamelijke verzwakte vrouwelijke veroordeelden
opgericht. De refuge werd ook een korte tijd gebruikt als sanatorium voor
vrouwelijke gevangen tuberculoze patiënten.
In 1944, na de bevrijding, werd de refuge
gebruikt door de Canadezen en de Britten, er werd een veldhospitaal opgericht
met 1200 bedden. De Canadezen, Amerikanen en Brittenhebben de refuge pas verlaten in december
1945.
In 1952 verhuisden de vrouwelijke gedetineerden
van het Pandreitje naar de instelling in Sint-Andries-Brugge
In 1992 verhuisden de vrouwelijke gedetineerden
naar het Penitentiair Complex te
Sint Andries
verzameling Dirk Viaene
HetCentrumvoorIllegalenteBruggeopendealseerstein januari1995haardeuren In 1998 verhuisden de
Rijkswacht aan de Coupure naar de refuge te St Andries Brugge. In 1998 was er een archeologisch
onderzoek naar nederzettingssporen achter de refuge.
Op 22 oktober 2008 koopt de Regie
der Gebouwen één gebouw van de refuge op, van de stad Brugge, voor 1,3 miljoen
euro.
In 2009 word de refuge de kazerne
voor de Federale Politie.
Bron:
Rijksarchief Brugge
Inventaris van het archief van de Rijksweldadigheidsgestichten
Aan de instelling te Sint-Andries-Brugge was
een landbouwuitbating verbonden.In de loop van de jaren 1920 werden de
gedetineerden hier tewerkgesteld. Pas in 1931-1932 voltooide men de stallingen
en opslagruimtes van de hoeve. De geproduceerde goederen dienden voor eigen
gebruik.
De resterende producten werden op de markt gebracht
24/01/1940 Oprichting van Interneringscentrum voor ongewenste vreemdelingen
vrouwen wet van 28/09/1939 K.B.dd.24/01/1940 10/05/1940 Begin van de oorlog 15/05/1940 Evacuatie van de vreemdelingen naar Frankrijk 28/05/1940 Capitulatie van het Belgisch leger. 20/09/1940 Herbevolking van het Interneringscentrum voor vreemdelingen
vrouwen M.B.dd.24/01/1940. 17/03/1941 Oprichting van een afdeling Materniteit voor de
gedetineerde vrouwen van de gevangenissen. 24/07/1941 Oprichting van een afdeling vrouwen ter beschikking van de
Duitse overheid. 05/05/1942 Afschaffing Abnormalengesticht tot bescherming van de
maatschappij. M.S.dd.05/05/1942. 07/08/1943 Oprichting van een strafinrichting voor lichaamszwakke
vrouwen M.S.dd.07/08/1943 01/03/1944 Evacuatie materniteit naar de Rijkskliniek in de
Werkhuisstraat te Brugge. 10-11/03/1944 Evacuatie van de krankzinnigen naar de gestichten te
St.Michiels Velzeke Ruddershove St.Niklaas Waas en Eeklo.
Verzameling
teksten Dirk Viaene
null
30/09/1944 Volledige bezetting van de inrichting op bevel van de geallieerde
overheid voor een Militair hospitaal: The 12d Canadian Hospital, met
uitzondering van de hoeve.- opeisingsbrief van de gemeente St. Andries
dd.30/09/1944. Alsook de opeising van het kasteel F.N. te Steenbrugge. 09/10/1944 Evacuatie van de strafinrichting naar de gevangenis te
Brugge. - Evacuatie van het bedelaarsgesticht en het krankzinnigengesticht naar
het kasteel F.N. te Steenbrugge. 21/11/1944 Oprichting te Eeklo van de afdeling vrouwen ter beschikking
van de Britse overheid. 04/12/1944 Afschaffing van de afdeling vrouwen ter beschikking van de
Britse overheid.
verzameling teksten Dirk Viaene
07/12/1945 Terug inbezitneming van de volledige inrichting schrijven
van de gemeente St. Andries dd.05/12/1945. 10/12/1945 Ontruiming van het kasteel F.N. te Steenbrugge 15/12/1945 Ontruiming van het St. Jan Baptistgesticht te Eeklo 29/12/1945 Materniteit terug uit de Rijkskliniek te Brugge. 11/01/1946 Afschaffing Interneringscentrum voor ongewenste vrouwelijke
vreemdelingen. 27/02/1946 Oprichting van strafinrichting voor lichaamszwakke
vrouwen geesteszwakke vrouwen sanatorium Politieke en gemeen recht.-
M.S.dd.27/02/1946. 09/02/1948 Afschaffing van krankzinnigengesticht voor geesteszwakke
vrouwen K.B.dd.09/02/1948. 01/02/1950 Oprichting van Abnormalengesticht tot bescherming der
maatschappij vrouwen M.S.dd.19/02/1950.
De Refuge gelijkgesteld als Centrum voor Illegalen
Datum : 10/07/1998 B.S. :17/07/1998
Koninklijk besluit houdende aanduiding in het Rijk van
plaatsen die gelijkgesteld worden met de plaats zoals bedoeld in artikel 74/5,
§ 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze
Groet.
Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen,
inzonderheid op artikel 74/5, § 2, ingevoegd door de wet van 18 juli 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 1994 houdende
aanduiding in het Rijk van een plaats die gelijkgesteld wordt met de plaats
zoals bedoeld in artikel 74/5, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering
van vreemdelingen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4
juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Verzameling Dirk Viaene
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door
het feit dat onverwijld schikkingen dienen getroffen te worden, aangezien niet
alle vreemdelingen die zich aan de grens vluchteling verklaren, opgevangen
kunnen worden in het Transitcentrum dat zich bevindt in de transitzone van de
luchthaven van Brussel-Nationaal te Zaventem, en evenmin opgevangen kunnen
worden in het Gesloten Centrum, gelegen aan de Jozef Gorislaan, te 1820
Steenokkerzeel;
Overwegende dat de hoge concentratie van bewoners in de
bovenvermelde centra, spanningen met zich meebrengt en dat er onverwijld
schikkingen dienen getroffen te worden om te vermijden dat de gespannen
situatie verergert;
Overwegende dat bij gebrek aan een andere adekwate
beschikbare plaats, gelegen aan de grens, ten spoedigste plaatsen met
gelijkwaardig statuut en gelegen binnen het Koninkrijk dienen aangeduid te
worden waar voornoemde personen zullen kunnen worden ondergebracht;
Overwegende dat de bovenvermelde vreemdelingen kunnen
ondergebracht worden in het Gesloten Centrum, gelegen aan de Zandstraat 150, te
8200 Sint-Andries-Brugge en in het Gesloten Centrum gelegen aan de Steenweg op
Wortel 1A, te 2330 Merksplas;
Overwegende dat dit besluit moet worden genomen en in
werking moet treden binnen de kortst mogelijke termijn;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse
Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.
Het gebouw "Gesloten Centrum", gelegen aan de
Zandstraat 150, te 8200 Sint-Andries-Brugge, en het gebouw "Gesloten
Centrum", gelegen aan de Steenweg op Wortel 1A, te 2330 Merksplas, worden
gelijkgesteld met de plaats zoals bedoeld in artikel 74/5, § 1, van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 2.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 juli
1998.
Art. 3.
Onze Minister die de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn
bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
1930. Beschrijving der gemeente Sint-Andries door Ridder Stanislas van Outryve dâYdewalle, Burgemeester, ter gelegenheid van het Eeuwfeest van âBelgië âs Onafhankelijkheidâ.
( De oude schrijfwijze is in dit document
overgenomen)
Het Departement van Justitie heeft, op het
grondgebied der gemeente St Andries, uitgestrekte gebouwen doen oprichten,
genoemd Rijksweldadigheidsgestichten, en waar thans, drie verschillende
kategories van kostgangers een onderkomen vinden. Deze zijn heden in getal van
303 plus 14 kinderen van minder dan 2 jaar oud welke hunne moeder vergezellen.
Zij zijn onderscheidelijk als volgt:
1 De geïnterneerden van het Toevluchtshuis,
overgebracht van Brugge naar St Andries in de maand december 1918.
2 De opgeslotenen van het Bedelaarsgesticht, geplaatst te St Andries, sinds de
maand december 1920
3 De afdeeling voor kalme geesteskranken, gesticht door het Koninklijk besluit
van 24 Februari 1928
Afzonderlijke lokalen zijn aan ieder der
hoogerbedoelde afdeelingen voorbehouden, derwijze dat alle aanrakingen tusschen
deze verschillende bevolkingen wordt vermeden.
De twee eerste zijn bestemd tot de interneeringvan meisjes en vrouwen, van ten minste 18 jaar oud, en ter beschikking
van het Staatsbestuur gesteld, krachtens de wet van 27-11-1891 tot beteugeling
der landloperij en bedelarij.
De art. 3-13-14 en 16 van voornoemde wet bepalen het
onderscheid volgens hetwelk een vrouw in staat van landloperij of bedelarij
bevonden, in het Toevluchtshuis of Bedelaarsgesticht moet worden overgebracht.
De interneering dezer ongelukkige verdwaalden heeft voor doel hunne zedelijke
opbeuring te beproeven, en, zoo hun ouderdom en hun aanleg het nog toelaten,
hunne sociale herklassering te vergemakkelijken.
In de meeste gevallen, geldt het hier de uitslagen van een onvolledige en soms
slechte opvoeding te verbeteren.
Onaangezien de verzedelijkende werking waaraan deze vrouwen zijn onderworpen gedurende
hun verblijf te St Andries, ontvangen diegene, die blijk van eenigen aanleg
geven, ook een verstandelijke,huishoudelijke en beroepsvorming, die hun
doorgaans ontbreekt.
De arbeid is een belangrijke factor tot opbeuring .De organisatie ervan is geregeld
door het Koninklijk besluit van 20-1-1894, hetwelk niet gedoogt dat een
opgeslotene toto eenig handwerk bekwaam, lui en zedig zou blijven.
Het Gesticht bezoldigt de verscheidene kostgangers
voor al het verrichte handwerk: zoodat zij, bij hun vertrek, over eenig geld
beschikken dat hun toelaat in hunne eerste noodwendigheden te voorzien.
Het Toevluchtshuis herbergt ook, voorloopig, valiede vrouwen zonder
schuilplaats en geldmiddelen, maar belangstelling verdienende: dit, in
afwachtingdat hun levensbestaan in de
vrije wereld kan worden versterkt.
Voor de zeventigjarigen en gebrekkelijken, vult de interneering in het
Toevluchtshuis onder vorm van hospitalisatie, den bijstand aan die hun door de
liefdadige besturen is verschuldigd.
Eindelijk, de onverbeterlijke vrouwen die in het
Bedelaarsgesticht worden opgenomen tengevolge van omstandigheden voorzien bij
art. 13 van voornoemde wet ( vadsigheid, losbandigheid, enz.) worden, door het
feit hunner opsluiting, belet last en nadeel te berokkenen aan de maatschappij.
Deze enkele beschouwingen bewijzen het nut van
hoogergenoemde Gestichten.
Bedoelde gestichten bevatten een hoeve waar de opgeslotenen zich toeleggen op
veefokkerij, plantenteelt, enz.
De produkten worden gebruikt door het Gesticht; daar
de hoeveelheid de noodwendigheden overtreft, zoo wordt een vrij aanzienlijk
overschot in den handel verkocht.
De inrichting wordt bediend door de zusters der congregatie van St Vincentius à
Paulo te Anzegem.
Inventaris van het archief van de Rijksweldadigheidsgestichten
Inventaris van het
archief van Sint-Andries-Brugge en rechtsvoorgangers (1815-1992) Overdracht
1999 / J. Buyck en I. Rotthier Publ. 3132 (Rijksarchief Beveren. Inventaris
51).
Beschrijving van het
archief:
Identificatie
van de toegang:
BE-A0513 / M35
Naam
archiefblok:
Rijksweldadigheidsgestichten
te Sint-Andries-Brugge en rechtsvoorgangers (1815-1992). Overdracht 1999.
Alle teksten komen
uit dit archief zonder bijvoeging van mezelf.
Indien u als lezer denkt dat documenten niet kloppen mag u mij altijd
contacteren.
Uw bevindingen moeten gestaafd worden met een kopie van het originele document
Het bedelaarsgesticht de Magdalena kon op
het einde van de 19 de eeuw de toestroom van bedelaressen en landloopsters niet
langer bolwerken.Om dit euvelte verhelpenbouwde men in het begin van de 20 deeeuw een nieuw gebouw te Sint-Andries Brugge, nugekend als derefuge of deoude vrouwengevangenis.
Naast bedelaressenen landloopstersplaatstedeoverheiderineenaparteafdelingdelinquente meisjes.In de jaren 1920-1930 washet aantal landloopsters en bedelaressenreedssteviggedaalden waren de delinquentemeisjesuit de instelling verwijderd. De vrijgekomen ruimte werd gebruikt om een
gesticht voor krankzinnige veroordeeldevrouwenenlater een afdeling voor vrouwelijke
recidivisten en abnormalen te openen.
De jaren1940-1946 drukten een eigen
stempel op de inrichting.
Menopende verschillendeafdelingen: een interneringscentrum voor
ongewenste vrouwen, eenafdeling voor terbeschikkinggestelden van deDuitse enBritseoverheid, eenmoederzaal een strafinrichting.
Vandezevijf afdelingenbleefnahetbeëindigenvandeTweede Wereldoorlogdestrafinrichting en de moederzaal bestaan en breiddedaarentegenuito.a.doorde opnamevangedetineerdenafkomstigvan t Pandreitje.
In1981 besliste het ministerie van
Justitie het penitentiair complex te Brugge tebouwendatzouinstaanvoordeopvangvanzowelmannen (Pandreitje)alsvrouwen(refuge).
DegebouwenteSint-Andries Brugge kwamen leeg te staan.Maar niet voor lang. In de jaren 1990
renoveerde de overheid de gebouwen grondig.
Vandaag zijn er vier diensten in de refuge aanwezig
DeFederale Politie,Het Provinciaal Medisch Centrum ( voor de
politie),
de nood oproepcentrale en het Centrum voor Illegalen teBrugge.
Bronnen:
Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis - JOHAN BUYCK &ISABEL ROTTHIER