Datums vanaf
1901 tot 2009
Op 21 mei 1901 werd de verkoopacte ondertekend door het
ministerie van Justitie voor de gronden van het bestuur van Burgerlijke
Godshuizen
In 1902 werd gestart met de bouw van een
refuge, een dépot, en een Colonie Agricole.
In 31 juli 1914 werd het gebouw ingewijd.
Op 27 augustus 1914 verhuisde de refuge
van de Werkhuisstraat naar de gebouwen op Sint-Andries.
De refuge werd
in 1914 1918 door de Duitsers
gebruikt als een centrum waar
prostituees werden onderzocht op venerische ziekten. Wat wel zeker was dat er
een reserve eenheid gekazerneerd was
De refuge was vanaf 1918 een echt toevluchtsoord die men
Rijksweldadigheidsgesticht noemde.
Al die mensen die daar in hechtenis zaten werden in de moeilijke momenten
bijgestaan door de zuster Sint-Vincentius a Paulo van Anzegem, het geheel
onderhouden en gesteund door de staat.
Op 20 december 1920 werd het
bedelaressengesticht van de werkhuisstraat te Brugge overgebracht naar
Sint-Andries, volgens een koninklijk besluit van 20 december 1920.
Op 24 februari 1928 werd in de refuge een
instelling voor niet gevaarlijke zwakzinnigen ondergebracht.
In 1930 volgde het gesticht voor sociaal
verweer voor vrouwelijke misdadigers uit gewoonte
Sinds 1930 is de refuge dan stilaan zonder bijna
merkbare overgang een vrouwengevangenis geworden, alhoewel de naam
Rijksweldadigheidsgesticht nog werd bewaard.
Verzameling Dirk Viaene
In 1938 werden er rustige en werk bekwame
geïnterneerden ondergebracht volgens een M.O. brief van 23/12/1938
In 1939 volgde het gesticht voor abnormale
vrouwen. In datzelfde jaar werd er een materniteit opgericht. Deze instelling
werkt heden ten dage nog in het Penitentiair Complex te Sint-Andries Brugge.
In 1940 tijdens de 18 daagse veldtocht kwam de
staf van Koning Albert er hun middagmaal gebruiken en hielden ze er hun
activiteiten.
De overgave van Gent is in de refuge tot stand gekomen na een gesprek tussen
Koning Albert en een Duitse officier. De Koning is daar toen op ingegaan omdat
de Duitsers dreigden de stad Gent plat te bombarderen.
Van 1941 tot 1944 werd de refuge
gebruikt als veldhospitaal voor de Duitse Bezetter.
In 1943 werd in de refuge een
strafinstelling voor lichamelijke verzwakte vrouwelijke veroordeelden
opgericht. De refuge werd ook een korte tijd gebruikt als sanatorium voor
vrouwelijke gevangen tuberculoze patiënten.
In 1944, na de bevrijding, werd de refuge
gebruikt door de Canadezen en de Britten, er werd een veldhospitaal opgericht
met 1200 bedden. De Canadezen, Amerikanen en Britten hebben de refuge pas verlaten in december
1945.
In 1952 verhuisden de vrouwelijke gedetineerden
van het Pandreitje naar de instelling in Sint-Andries-Brugge
In 1992 verhuisden de vrouwelijke gedetineerden
naar het Penitentiair Complex te
Sint Andries
verzameling Dirk Viaene
Het Centrum
voor Illegalen te
Brugge opende als
eerste in januari 1995 haar
deuren In 1998 verhuisden de
Rijkswacht aan de Coupure naar de refuge te St Andries Brugge.
In 1998 was er een archeologisch
onderzoek naar nederzettingssporen achter de refuge.
Op 22 oktober 2008 koopt de Regie
der Gebouwen één gebouw van de refuge op, van de stad Brugge, voor 1,3 miljoen
euro.
In 2009 word de refuge de kazerne
voor de Federale Politie.
Bron:
Rijksarchief Brugge
Inventaris van het archief van de Rijksweldadigheidsgestichten
|