Inhoud blog
  • Beschrijving van de refuge
  • Besluit
  • Inventaris van het archief van de Rijksweldadigheidsgestichten
  • 1930. Beschrijving der gemeente Sint-Andries door Ridder Stanislas van Outryve d’Ydewalle, Burgemeester, ter gelegenheid van het Eeuwfeest van “België ’s Onafhankelijkheid”.
  • De Refuge gelijkgesteld als Centrum voor Illegalen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    De oude vrouwengevangenis te Sint-Andries Brugge
    Historie van de Refuge
    16-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bedelaars en Landloopsters

    1.            Bedelaarsgesticht en toevluchtshuis

     Voorgeschiedenis (1805-1914)

     

    In 1805 werden te Brugge twee instellingen opgericht die tot doel hadden de landloperij en bedelarij te bestrijden. Bij departementaal besluit van 1 april bracht de prefect in het Sint-Niklaasgodshuis een maison de repression onder. Men plaatste er verschillende categorieën landlopers en bedelaars:
     a) alle landlopers en bedelaars die zich op het grondgebied van de stad Brugge bevonden en b) zij die op het grondgebied van het Leiedepartement bedelden en zwierven en waarvan de onderstandswoonst werd erkend door de stad Brugge.  

               Op dezelfde dag werd in het gebouw ‘ de Magdelena’ een public werkhuys geopend. In deze instelling werden zowel mannen als vrouwen opgenomen die inwoner waren van de stad Brugge en die van het bureel der weldadigheid of van de politiecommissaris een ‘armoedebewijs’ hadden ontvangen. Een maand later stelde men vast dat het aantal behoeftigen van de stad Brugge veel hoger lag dan men verwacht had.
    Om deze massa op te vangen besloot men meermaals de Magdalena uit te breiden


    . In 1822 besliste de gouverneur van West-Vlaanderen het Sint-Niklaasgodshuis om te vormen tot een ziekenzaal voor bedelaars en landlopers. 
    Deze instelling werd waarschijnlijk gesloten in 1828. Welke institutionele veranderingen het Sint-Niklaasgodshuis en de Magdalena in de periode 1820-1860 ondergingen blijft onduidelijk.

                Bij K.B. van 19 maart 1866 werd het bedelaarsgesticht (gevestigd in het gebouw de Magdalena’) aangeduid voor de detentie van landlopers en bedelaars ouder dan 18 jaar uit de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Op 24 maart 1881 ging minister van Justitie Bara over tot de afschaffing van het bedelaarsgesticht te Brugge. Bijna één jaar later kregen de gebouwen een nieuwe bestemming. Daar de landbouwkolonies te Merksplas en Hoogstraten niet uitgerust waren voor de opvang van zwangere landloopsters en bedelaressen werden deze vrouwen naar het bedelaarsgesticht te Brugge overgebracht. Ook de opvang van de niet-zwangere vrouwen in de verschillende landbouwkolonies liet te wensen over.

    Hierop besliste de minister van Justitie dat alle vrouwelijke landloopsters en bedelaressen vanaf 14 september 1882 opgesloten zouden worden in de gebouwen van het bedelaarsgesticht te Brugge. In de praktijk werd deze richtlijn niet nageleefd. Om aan deze wantoestanden een einde te maken verstuurde de minister verschillende omzendbrieven.   

               Aangezien het K.B. van 19 maart 1866 geen adequate oplossing bood voor het landlopers- en bedelaarsprobleem werd op initiatief van minister Lejeune op 27 november 1891 een nieuwe wet betreffende deze materie gestemd. Deze wet voorzag in de scheiding van twee categorieën bedelaars en landlopers. Enerzijds erkende men een categorie die zich beroepshalve aan de bedelarij en landloperij overgaf. Zij weigerden op een ‘eerlijke’ wijze hun brood te verdienen. Deze groep werd voortaan ondergebracht in een bedelaarsgesticht. Anderzijds was er de categorie landlopers en bedelaars die door omstandigheden (ziekte, ouderdom en beroepsongeschiktheid) als toevallige landlopers en bedelaars werden aangeduid. Deze gedetineerden kregen een onderkomen in een toevluchtshuis. 

                In uitvoering van deze wet richtte men in de voorgebouwen van het bedelaarsgesticht te Brugge een toevluchtshuis op.  Van een strikte scheiding tussen de beide instellingen was echter geen sprake, wat tot meerdere incidenten leidde. Om aan deze toestand een einde te maken ging de overheid over tot de aankoop van een terrein van 17 ha., gelegen in Sint-Andries-Brugge.

    16-11-2018 om 09:24 geschreven door alidor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bedelaressen in de Werkhuis straat




    Keuken ( bovenaan ) en washuis (onderaan) in de Werkhuisstraat

    Op 28 december 1891 werd het werkhuis te Brugge nog enkel toegankelijk voor landloopsters en bedelaressen. Eind 19de eeuw wenste het Ministerie van Justitie te Sint – Andries Brugge,  “une maison de Refuge” te bouwen op de gronden van het bestuur van de Burgerlijke Godshuizen. 

    Deze organisatie was een voorloper van de vorige C.O.O. en de huidige O.C.M.W. Tijdens de zitting van dit Bestuur op 20 mei 1901 werd de verkoopakte door het Ministerie goedgekeurd.
    Aldus verwierf Justitie een terrein van 5ha 39a 96 ca, althans volgens de opmetingen van de gezworen landmeter Jules Verbrugghe.  Het terrein bestond uit twee delen enerzijds de gronden tussen de steenweg “ de Bruges a Nieuport” en de “Zandweg” anderzijds een perceel langs de “Zandweg”

    De prijs van de gronden bedroeg 59.561,5 Fr. Voor de gebouwen werd 7500 Fr betaald, voor de bomen en hagen en andere omheiningen werd 952 Fr betaald. Aan de landbouwers pachters Henri Vermeulen en Victor Nollet werd respectievelijk 300 en 800 Fr schadevergoeding uitbetaald. De landbouwgronden moesten ter beschikking zijn na de oogst en de weiden en gebouwen op 1 oktober 1901, de tuinbouwgronden pas op 25 december 1901. Het bestuur van de Godshuizen kreeg gratis toegang tot haar gronden, gelegen tussen de twee percelen. De Belgische staat bekwam een recht van optie gedurende 10 jaar gelegen naast de “ gravier” , die parallel liep met de spoorweg Brugge – Oostende.

    16-11-2018 om 14:57 geschreven door alidor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Startpagina !

    Archief per week
  • 18/03-24/03 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018

    E-mail mij

    Indien u vragen heeft over de juistheid van de berichten kan u mij altijd mailen. Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs