Hier zit ik dan, op een koude
zondagvoormiddag, met een warme tas chocomelk aan de tafel voor het haardvuur.
Wat kan ik dan beter doen dan even schrijven over het warme leven hier. Meestal
letterlijk, behalve vandaag dan, en niet in het minst figuurlijk.
Hier is heel wat werk aan de winkel. Veel
dingen zijn aan een groot onderhoud toe. Bij de verhuis van de vorige eigenaar
zijn er heel veel spullen achtergebleven. Sommige dingen al mooier en
bruikbaarder dan de andere.
Het containerpark heet hier punto limpio
en is gratis. Je betaalt jaarlijks een kleine bijdrage die geïnd wordt met de
gemeentebelastingen, maar het is een peulschil in vergelijking met in België.
Het park is 24u op 24u open en er is geen enkele controle. Deze week hebben we
hier eens grote opruimactie gehouden. We zijn in totaal bijna 10 keer op en af
naar het containerpark gereden. Dat is gelukkig niet veraf. De meest
uiteenlopende en al dan niet meer bruikbare dingen werden vervoerd. Toen we de
tweede keer reden, kwamen er samen met ons 3 vrouwen aangewandeld, druk
taterend. Ze gingen de poort binnen met lege handen. Wij kennen dat al. Hier
krijgen veel dingen een tweede leven. Eén van de dames zag me met oud
verpakkingsmateriaal (bellenplastiek) binnenkomen. Ze was helemaal verrukt. Ik
vroeg of ze dat graag wilde. Het mens was dolgelukkig. Zo verging het ook een
oude afgeschenen plastieken stoel. Toen Patrick 2 kapotte ladders uit de auto
haalde, gingen ze helemaal uit de bol. De ladders waren van de vorige eigenaar
van onze woning en ze waren stuk. Toch werden ze meegenomen. De GSM werd
bovengehaald en Alejandro de man van één van hen moest komen om te helpen.
Een lege uitgespoelde verfemmer mocht ook aan zijn nieuwe leven beginnen. Een
oude gedemonteerde luifel stak ook in onze koffer. De vuile verschenen repen
stof werden dankbaar in ontvangst genomen. Wat zijn de mensen hier blij en
dankbaar met weinig.
Gisteren hebben we het riet van 2
overkappingen verwijderd. We gaan alle balken weer opschuren en wit verven in
plaats van het huidige donkerbruin. Er moet ook een nieuwe rieten bedekking op komen.
Samen met het oude riet moesten ook enkele bloempotten weg. Er stonden hier
massas gekleurde bloempotten. Het was een micmac van kleuren. De mooiste potten
hebben we in augustus met de auto mee naar België gebracht. Ze staan nu bij
mijn moeder op het terras. Het waren er wel erg veel, dus de andere stonden
hier nog steeds. Ik wil graag alleen de gewone terracottapotten houden. We
waren toch aan het laden en rijden, dus op die rit zou het niet aankomen. Wij
deden onze ronde in de tuin en de gekleurde exemplaren en een drietal metalen
staanders belandden in de kofferruimte van de auto. Zoals steeds gooi ik de nog
herbruikbare spullen niet in de container, maar ik plaats ze goed zichtbaar
vanop straat naast de container op de grond. De eerste pot werd geplaatst. Het
was er eentje met nog een plant erin. De buurvrouw van het containerpark, komt
zwaaiend haar huis uit. Ze vroeg of ik dat weg deed. Ja dus, ik vroeg of zij ze
graag had. Wat was ze blij. No te gusta? Mi me gusta! Vind jij ze niet mooi?
Ik wel! De pot van de plant was niet mooi, de plant wel. Ze zou de plant eruit
halen en in een andere pot verplanten. Mijn potten hebben onmiddellijk een
nieuwe thuis gevonden en we reden weer met een blij gevoel naar huis. Zo
verging het ook een beschadigde koelkast, een lelijke bombastische spiegel, een
andere lading bloempotten... Als ik dan denk aan het containerpark in Tienen
waar een groot bord hangt dat je niets uit de containers mag meenemen. Triest,
want ook daar wonen mensen die heel wat van de spullen die door anderen
afgedankt werden, een nieuw leven willen geven. Het is een wegwerpmaatschappij
geworden.
Hier krijg je ook nog spontaan komplimentjes.
We gaan ons brandhout steeds kopen bij Lola. Een luid roepende, steeds lachende
Spaanse vrouw. Eergisteren hielp een jongere man met de houtblokken te laden.
Ik meende dat hij wel eens de zoon van Lola kon zijn. Dus vroeg ik hem dat. Ja,
inderdaad, dat was hij. Zo geraakten we wat aan de praat. Toen alles geladen
was vertelde hij me dat ik goed Spaans sprak. Daarop antwoordde ik mijn
standaardantwoord: Een beetje, ik studeer het. Waarop hij me opnieuw
complimenteerde en vroeg hoe lang ik hier was. Ik vertelde dat we hier nu 4
maanden zijn. Tja, vermeldde hij, hier zijn veel extranjeros (vreemdelingen)
die na jaren nog geen woord Spaans spreken. Ik mocht dus wel fier zijn.
Zie je, Spanje is een warm land, waar mensen
nog authentiek zijn. Alleszins toch in onze regio.
|