Terugkeren is altijd een beetje afzien.
Achteraf gezien was het onweerachtige weer de laatste twee dagen van onze vakantie aan de azurenkust misschien wel een voorbode van naderend onheil. Maar als we zaterdag 8 juli 2006 de terugreis aanvatten is er geen wolkje aan de lucht. De temperaturen lopen om half tien al op tot 28 graden. De reis verloopt zeer vlot: weinig verkeer, brave kinderen, goede wegbeschrijving. Tot plots één van de talrijke Franse infoborden een bouchon meldt op 12km. Het is nu ongeveer 13:30.
Amper enkele honderden meters verder voel ik hoe mijn versnellingspook verdacht veel vanzelf naar het middelpunt glijdt. Als ik ertegen duw voelt het aan alsof de pook in een pakje zachte boter beweegt. Mijn hart slaagt een paar slagen over en doembeelden van de vorige vakantie dringen zich aan mij op. Vorig jaar viel dezelfde auto al eens uit met een defecte versnellingsbak.
Toch blijft de auto in vijfde versnelling staan en ik kan nog een tiental kilometer probleemloos vorderen. Tot de wagens voor mij beginnen te vertragen. Even verderop staat een file. Mijn geweldige peugeot valt als het ware vanzelf in vierde, maar als ik naar derde of tweede wil terugschakelen wordt de boter plots ijs. De pook blokkeert. Ik kijk vlug in mijn spiegel en stuur naar het middelste rijvak, dan naar rechts om met een scherpe bocht nog net een parking op te rijden, waar ik de wagen nog kan laten uitbollen tot op een rechtmatige parkeerplaats. Gestrand op de aire de Roubion, tussen Montélimar Nord en Montélimar Sud.
Wat ik ook probeer, er is geen beweging meer in te krijgen. Ondertussen is het buiten 36 graden. Het is 14:10. Ik kijk in de wagen en bel het telefoonnummer van Athlon Car assistance. Het spijt ons maar wij mogen niet ingrijpen langs Franse snelwegen, klinkt het. Dat mogen blijkbaar alleen geaccrediteerde herstellers. Ik bel het nummer 17 en kom terecht bij de Gendarmerie National. Het kan even duren, zegt een brave man mij, want het is druk. Tijdens het gesprek zie ik hoe een takelwagen even verder een peugeot 206 oplaadt, samen met de blonde chauffeur en haar winkeltassen.
Gelukkig is er schaduw op de parking en mijn vrouw maakt ons laatste brood klaar en de kinderen krijgen een koekje. Ons laatste voedsel raakt op. Tot onze grote verbazing verschijnt er 20 minuten later een takelwagen langs een achterpoortje op de parking. De man bekijkt even de wagen en velt zijn onverbiddelijk verdict: versnellingsbak defect. Ik lag de man uit dat die al eens vernieuwd werd nog geen 30000 km geleden, maar hij haalt onverschillig de schouders op. Opladen de boel.
Even later hobbelen we over de snelweg, achterop de takelwagen, terwijl de temperatuur in de wagen ondertussen oploopt naar de 45 graden, want de motor mag niet aan en dus ook de airco niet. Een 15-tal kilometer verder verlaten we langs een zijpoort de snelweg via een kerkhof om terecht te komen in the middle of nowhere: het dorpje Saulce. De takelwagen levert ons af bij een Renault garage. Het lijkt alsof we 20 jaar in de tijd teruggaan. De gebouwen zitten vol barsten en over het hele terrein staan een 20tal wagens nogal chaotisch neergepoot.
De receptie is een soort stenen veranda waarvan de glazen schuifdeur aan de binnenzijde versplinterd is. De inrichting is sober. Er staat een kunststof tuintafel en een tiental bijpassende tuinstoelen. Op een bijzettafeltje liggen tijdschriften en technische documentatie wat warrig verspreid. In de hoek staat een waterverdeler met ijskoud water. De prullenmand puilt uit van de plastic bekertjes. Op een tuinstoel zit de bestuurster van de peugeot 206 grimmig kijkend te wachten op nieuws.
De garagist geeft me zijn kaartje en ik bel voor de tweede keer naar Athlon Car Assistance. Zoals steeds is daar de nummerplaat the way to the kingdom en ik kom terecht bij Vincent. Ik neem hier even de vrijheid om de man te tutoyeren, u begrijpt later wel waarom. Bovendien ken ik zijn achternaam niet. Vincent is zeer kordaat en geruststellend. Heel vervelend allemaal. We zullen zo vlug mogelijk een oplossing zoeken. Eventjes het contract nakijken en binnen de kortste keren zal er een vervangauto klaarstaan. De man klinkt overtuigend dus ik neem geduldig plaats in de hete veranda en licht mijn vrouw in.
Een kleine drie kwartier later belt Vincent me op. Hij klinkt wat beduusder dan eerst. Hij heeft met de garagist gebeld en de auto moet maandag naar een Peugeot garage. Trouwens volgens het contract heb ik geen recht op een vervangauto. Het nieuws komt wat aan als een schok. Geen recht op een vervangauto. We zitten vast op 865 km van Zaventem, voegt hij er nog wat fijntjes aan toe. We gaan dus voor repatriëring per trein want voor het vliegtuig hadden we precies 136 km vroeger in panne moeten vallen. Maar geen nood, binnen enkele ogenblikken gaat er iemand van ticketting mij bellen om de terugreis op een drafje te regelen.
Van dan af begint eigenlijk de periode van radiostilte tussen België en Saulce. Gelukkig zijn de kinderen rustig en kalm. Ze plannen meteen een reorganisatie van de wat slordige ontvangstruimte. Bekertjes worden bouwblokken en de tijdschriften en folders belanden al spoedig ergens in een kastje en trouwens ook naast het kastje en
achter het kastje.
Net als de zenuwen de macht dreigen te grijpen vanwege het wachten verschijnt er een nieuwe stofwolk op de parking. De stoïcijnse sleper sleept een kleine volkswagen Polo aan. Een Franse dandy stapt GSM-mend uit de takelwagen. Hij veegt met een verveeld gebaar het zweet van zijn voorhoofd met de achterkant van zijn vrije hand. Hij kijkt wat geschrokken als de sleper zijn motorkap opent en het hoofd schudt. De stukken moeten besteld worden. De dandy met de handtas om de schouders veegt het stof van zijn merkhemd, haalt even de schouders op en heeft binnen de kortste keren de GSM weer in de aanslag.
Ticketting heeft duidelijk geen boodschap aan mij. Terwijl de nors kijkende bestuurster van de 206 te horen krijgt dat de wagen niet meteen hersteld kan worden besluit ik nog eens te bellen naar Athlon. Ik druk 2 voor Nederlands, ik druk 2 voor buitenland en heb Hugo aan de lijn die na het horen van mijn nummerplaat doorschakelt naar Vincent. Ik zeg hem dat hij mij een half uur geleden had gemeld dat Ticketting mij elk moment kon bellen. Zij zijn echt op zoek naar de beste formule, verzekert hij mij. En of we daar wat comfort hebben? Oh ja, bevestig ik. De temperatuur is opgelopen tot 38 graden in de schaduw. Ons voedsel raakt op, mijn flessen wijn liggen danig te chambreren in de auto, maar geen nood, we hebben een waterverdeler met ijskoud
water. Wij laten u zo snel mogelijk iets weten, besluit Vincent.
Ondertussen verschijnt de onvermoeibare sleper weer ten tonele. Mijn vrouw en ik kijken elkaar even aan als we het merk van de auto achterop zien. Jawel, u raadt het juist: Peugeot. Een 307 deze keer. De Franse bestuurder zit wat sip kijkend naast de sleper, vol ongeloof over zijn lot. Ik onderdruk de neiging om tot bij hem te gaan en hem te zeggen: er komen nog van deze momenten.
Enkele minuten later rijdt een taxi de parking op. We kijken elkaar even hoopvol aan, maar de dandy trekt nog spoedig een modieus jasje aan, spiegelt zich even in de blinkende zijde van zijn golf en verovert zelfverzekerd de taxi. Hoelang heeft hij gewacht? Nog geen 20 minuten. Hij heeft waarschijnlijk een dure bijstandsverzekering.
Hup, daar gaat de telefoon weer. Ik antwoord met mijn naam en voeg er aan toe: nog steeds live van uit Frankrijk. Vincent glimlacht even maar ik hoor aan de toon van zijn stem dat hij geen goed nieuws heeft. Ik heb geen goed nieuws, zegt hij. Lap. Ik hoor hem al komen. Repatriëren vandaag zal moeilijk zijn, klinkt het. Het kan eventueel nog wel maar dan met de trein van 19 uur of zoiets en dat kan ik mijn kinderen niet aandoen. Mijn opties zijn simpel: ik blijf een nachtje in een naburig hotel en vertrek morgen met de trein van 7:13 of ik blijf een nachtje in een naburig hotel en vertrek met de trein van 17:25. Ik dring nog even aan om toch nog diezelfde dag te kunnen vertrekken, maar het besluit is al genomen.
Vanaf dan zijn wij in handen van Assistance France. Ik kijk op mijn klok. Het is nu 16:45. Twee takelwagens bestormen nu gelijktijdig de parking. Eentje met een Renault Espace en eentje met een witte Lancia, die samen negen mensen vervoerden. We lijken wel beland in een aflevering van: Het leven zoals het is: dépannage. Het kroostrijke gezin uit de Renault Espace zwermt uit over het hele terrein van de garage en laat de bestuurder wat beduusd achter. Zoals iedereen vraagt hij zich af wat er nu allemaal moet gebeuren.
Het gezin blijkt afkomstig uit Arlon. De vader heeft voor deze vakantie besloten om na jarenlange trouw aan Hertz Lease toch te kiezen voor de spectaculair lage prijzen van een Luxemburgse maatschappij: Budget Lease. Hij komt net van bij Carglass, weet hij me te vertellen, want deze ochtend hebben onverlaten zijn raam ingeslagen om de GPS te stelen. Reactie van Budget: zelf betalen, want u moet de GPS maar uit de auto halen. Enkele kilometers verder zei de boordcomputer dat er geen olie meer in de wagen zat en nu staan we hier, besluit hij.
Het houdt nu niet meer op. Terwijl wij blijkbaar tevergeefs op nieuws van France Assistance zitten te wachten wordt de garage opnieuw bevoorraadt. Een Seat met Nederlandse nummerplaat en een
Peugeot maken hun opwachting, gevolgd door een taxi. Met een korte hoofdknik neemt onze tot dan langste gezel van de namiddag plaats in de taxi, haar peugeot 206 achterlatend.
France Assistance belt opeens. Het is 17:20. Om even te informeren of de informatie uit België klopt. Jawel. Vrouw en twee kinderen van 5 en 3. Trein voor morgen 7:13. Goed Taxi voor morgenvroeg. Wanneer? Weet ik veel? Lijkt 6 uur een goed idee. Tja, u zult de streek wel beter kennen dan ik zeker. Goed afgesproken voor 6 uur. Ik kan nog vlug even opmerken dat ik vandaag ook graag een taxi zou zien, maar meer dan het komt allemaal spoedig in orde krijg ik niet.
We zien met lede ogen aan hoe de eerder binnengebrachte Opel met Belgische nummerplaat hersteld de parking verlaat en maken ondertussen een praatje met de op hun heenreis gestrande Nederlanders van de Seat. De bekertjes liggen nu overal over de ontvangstruimte verspreid. De garage geraakt overbevolkt. Het is de trekpleister van de streek. Op de achtergrond rukt de sleper weer uit, op zoek naar nog een slachtoffer.
De kinderen worden het wachten beu. Wij ook. Het is nu meer dan een halfuur geleden dat we nog iets gehoord hebben. De Seat is hersteld. Een van de Peugeots ook. We halen wat spullen uit de auto. Alles wat we kunnen dragen op de trein of wat enige waarde heeft. Al de rest moet achter blijven. Stilaan laat iedereen ons in de steek. Het is al een paar uur geleden dat ik nog iets vanuit België heb gehoord. Mijn vrouw belt nog eens. Vincent heeft de fakkel doorgegeven aan een vrouwelijke collega, die heel erg schrikt van het hele verhaal en ons belooft nog eens met Frankrijk contact op te nemen. Mijn kinderen hebben honger. Hun papa ook.
18:05. France Assistance belt weer. Sorry, voor het lange wachten maar het is erg druk en het is moeilijk om een hotel te vinden met twee vrije dubbele kamers. Ik frons. Ik heb helemaal geen twee dubbele kamers nodig. Ik kan toch moeilijk mijn twee kindjes van 5 en 3 op een aparte kamer leggen. Neen, ik ben al blij met een gewone familiekamer met twee extra bedden. Ach zo, verkeerd begrepen, klinkt het. Wij bellen u zo meteen terug. Ja, ja, dat zal wel.
De mensen uit Arlon wuiven nog even voor ze vertrekken en de Nederlanders kunnen eindelijk aan hun vakantie beginnen. Wij blijven met nog een drietal andere mensen achter. Samen met de Nederlanders verdwijnt ook een deel van mijn weerbaarheid. Er sluipt een gevoel van berusting binnen wanneer ik ze de parking zie afrijden. De gebeurtenissen in en om de garage neem ik nog slechts vaag in mij op. Het enige waar ik nu rekening moet mee houden is mijn familie en de taxi, die er maar niet aan schijnt te komen.
Mijn vrouw spoort mij nog eens aan om te bellen. Ik haal de schouders op. Wat maakt een kwartier nog uit. Bel dan zelf maar, besluit ik. Wat zij prompt doet. Ik hoor hoe zij de hele uitleg weer opnieuw doet en mijn blik dwaalt af naar de auto, die nu al ettelijke uren in de brandende zon staat. De watermeloen zal nu wel snel rijpen, denk ik nog. Alleen jammer van de wijn en de andere voedingsmiddelen gekocht als geschenk voor de familie.
De naderende garagist schrikt mij op uit mijn mijmeringen. Hij vraagt mij wie ik ben, praat wat heen en weer in zijn telefoon, trekt daarbij meermaals enkele pijnlijke grimassen en verdwijnt dan weer in zijn kantoor, waar een rij met bankkaart gewapende pechvogels klaarstaan om de 190 sleepkosten te vergoeden. Ik reageer met een schouderophalen op de vragende blik van mijn vrouw. Ze doen hun best, brengt mijn vrouw verslag uit. Maar het is in handen van France Assistance.
Ik hijs mezelf weer uit de tuinstoel en zoek de garagist opnieuw op. Wanneer hij mij ziet is hij plots weer zeer geïnteresseerd in zijn elektronische betaalterminal en hij ontwijkt mijn blik. Ik informeer naar het eerdere telefoongesprek. Tja, begint hij aarzelend. Het was de taxichauffeur. Hij zit vast in de file en zal wat later zijn.
Een taxi, vertel ik mijn vrouw. Er komt dus schot in de zaak. Maar mijn conclusie blijkt wat voorbarig, want om 19:45 is er nog geen spoor te bekennen van een taxi. Dan gaat de telefoon weer. De man van France Assistance. Om mij te vragen of de taxi goed aangekomen is en wij ondertussen tot onze tevredenheid in het hotel aangekomen zijn. Mijn mond valt open en nadat ik hem onze huidige verblijfplaats meedeel die van hem ongetwijfeld ook. Hij belooft mij onmiddellijk te informeren.
Dan uiteindelijk om 20:30 rijdt er een zwarte passat het terrein op. De Taxi. We laden alles van waarde en wat we echt niet kunnen missen in de wagen en verlaten als dieven in de nacht de garage, een laatste blik werpend op de bron van alle ellende; onze peugeot 407.
De taxi neemt de richting Montélimar, terwijl de chauffeur zich uitgebreid verontschuldigt voor zijn laattijdige aankomst. Hij informeert naar ons verhaal en schudt meelevend het hoofd. Il faut pas roulez français, besluit hij, wijzend naar het logo van volkswagen op zijn stuur. Surtout pas peugeot, voegt hij er wat overbodig aan toe.
Dan gaat hij wat onzeker verder op zijn elan. Hij wil weten of ik weet naar welk hotel hij ons moet brengen. Ik staar hem vol ongeloof aan. Weet hij dat dan niet? Hij mompelt iets van een Kyriad groep, maar dat zijn verschillende hotels, meent hij. Dat meent u niet, reageert de mevrouw van Athlon Carlease Assistance. Het is wel echt uw dag niet. Slechts een doordeweekse dag voor een bestuurder van een Peugeot, mevrouw. Ze vindt dat ik het nog ludiek opneem. Ik heb dat nog gehoord vandaag. France Assistance gaat u bellen, meneer. Ik zucht diep.
Als we 17 km verder in Montélimar aankomen, de hoofdstad van de Nougat overigens, besluit de taxichauffeur niet te wachten op enig teken van leven van F.A. Hij belt naar de Franse 1207 en informeert naar een hotel met de naam Kyriad. Het hotel ligt aan de grens van het centrum van Montélimar. Ik ga even binnen en de receptionist, die zich trouwens afvroeg waar wij bleven, bevestigt onze reservering voor
2 dubbele kamers. Het is nu 21:30.
Eenmaal boven gaan de kinderen op verkenning in de hotelkamers. Maar niet voor lang, want een verschrikkelijk gekrijs staakt onze zoektocht naar nog iets eetbaars. Mijn dochtertje heeft haar hand opengehaald aan de scherpe rand van een wandlamp. Een lap huid van een kleine centimeter doorsnede hangt los aan de hand te bengelen. Gelukkig is er geen bloed bij en heeft mijn vrouw een plakker. Maar als ik ooit iemand een raad mag geven dan zou ik zeggen, ga nooit met uitgehongerde en uitgeputte kinderen, waarvan eentje gewond om 21:45 op zoek naar een pizzeria in het centrum van Montélimar. We moeten de kinderen bijna vooruit slepen, want de buggy ligt nog in de auto. Gelukkig puilt het stadje uit van de pizzerias. Er zijn er nog andere kindjes, zodat het geween van mijn dochter niet al te veel mensen stoort. Ergens halverwege de pizza gaat mijn GSM alweer. Vincent, de eerste beheerder van mijn dossier bij Carlease assistance wil graag weten of we ondertussen onder dak zijn. Klasse van die man.
Wanneer we terugkomen op de hotelkamer staat het al 3-1 voor Duitsland tegen Portugal. Een hele dag transpireren heeft wonderen gedaan voor onze poriën, maar onze lijfgeur echter
Ik kom als laatste uit de douche om 23:45. Wanneer kwam de taxi weer, morgenvroeg. 6 uur, au.
Mijn GSM fungeert als wekker. Ik heb zin om hem tegen een muur te kwakken. Niet dat dat hem veel slechter zal maken dan hij al is. Ik doe een poging om mijn ogen te openen. In tegenstelling tot boeken en films weet ik helaas wel onmiddellijk waar ik ben. In een hotelkamer met uitzicht op een nougatfabriek.
De taxi staat ons al op te wachten. De chauffeur is een vriendelijke man met enig postuur, vooral dan ter hoogte van de buikstreek. Hij helpt ons in zijn audi A6 en scheurt weg van de parking van het hotel. We moeten naar Valence, zegt hij. Maar zoals alle TGV stations ligt ook dat van Valence buiten de stad. We hebben 66 kilometer voor de boeg. Onderweg informeert ook hij naar onze problemen. Ah oui monsieur, zegt hij even later met een brede grijns. Il faut pas rouler français. Waar heb ik dat nog gehoord. Et surtout pas peugeot, neem ik hem zijn volgende woorden uit de mond. Waardoor zijn grijns een schaterlach wordt.
Eenmaal op de péage-sectie beginnen zowel zijn snelheidsmeter als zijn betaalmeter in snel tempo op te lopen. Het is nog vroeg, zegt hij. De gendarmerie flitst nog niet en ik weet alle bemande cameras staan. Sommige momenten zitten we tegen de 170 km/uur aan en ik maan de man voorzichtig aan om wat te vertragen, gezien mijn twee kinderen zonder kinderzitjes in de taxi achteraan zitten. Maar 130 euro verder rijden we al af op het hypermoderne TGV station van Valence. De man deponeert ons voor de deur en neemt hartelijk afscheid.
De dame aan het loket ontvangt ons met een wat rare blik op onze onorthodoxe bagage, bestaande uit drie herbruikbare zakken van Delhaize en een rugzak. Ik geef haar mijn reserveringsnummer en ze begint te tokkelen op haar computer. Mince zegt ze en ik voel meteen dat ze het niet over mijn fysionomie heeft. Haar collega vraagt wat er scheelt. Het is 44, is het mysterieuze antwoord. Ze haalt diep adem en wendt zich tot mij. Het spijt me, begint ze. Maar het is 6:44. En dan? U bent 1 minuut te laat. Wablief! Reserveringen worden een half uur voor het vertrek geannuleerd, verduidelijkt zij. Om 6:43 dus. Dat meent u niet, voor 1 minuut. Ik werp een blik op mijn vrouw en zie dat zij op ontploffen staat. Mevrouw, ik heb geen zin om hier nog eens vijf uur te staan wachten, probeer ik nog, maar ze is onvermurwbaar. Ik wil op de trein, bedenk ik nog, al moet ik hem kapen.
Hallo Athlon Car Lease, hier SWK 207. Maar dan momenteel zonder SWK 207. Weer iemand anders aan de lijn. Paul deze keer. Weer eens de hele uitleg. Ja, ik zie het in uw dossier, zegt de brave man, maar het is Frankrijk die over de reserveringen gaat. Het enige wat u kunt doen om zeker op die trein te zitten is de tickets zelf te kopen. Wij vergoeden die wel later. Paul neemt meteen contact op met F.A. Maar ik weet ondertussen wel hoe dat gaat en vraag aan de mevrouw van het loket 4 tickets naar Brussel. Dat is dan 325 Euro. Slik. Ik geef haar mijn VISA kaart. Carte Illisible, zegt haar apparaatje. Ik ben nu bijna in shocktoestand. Maestro dan maar. Carte inconnue, zegt haar apparaatje. Ik heb zin om haar apparaatje voorgoed het zwijgen op te leggen. Er is geen geldverdeler in het station, beantwoord zij mijn volgende vraag. Toch nog eens VISA proberen. Even over de magneetstrook wrijven. Carte Acceptée. Ik kan wel juichen.
Net voor we het perron opstappen, belt Paul mij weer op. France Assistance kan niets meer doen aan de reserveringen een half uur voor de trein vertrekt. Dat hadden ze mij dan wel wat vroeger kunnen zeggen, misschien. U zult zelf de ticketjes moeten kopen om op de trein te raken. Ik mompel binnensmonds nog even een onvriendelijke opmerking over de plaats waar France Assistance zijn reservering mag steken.
Om 7:15 rolt de trein het station binnen. De reis verloopt zonder noemenswaardige moeilijkheden en een vijftal uur later zie ik hoe de trein de gemeente Lot binnenrijdt en voorbij komt aan het oude gebouw waar mijn bedrijf eerst gevestigd was. Ik weet nu dat we bijna thuis zijn.
In Brussel Zuid staat er een taxichauffeur met een bordje met mijn naam erop ons op te wachten. We raken wat moeilijk de zuidermarkt voorbij, maar arriveren een klein half uurtje later bij mijn moeder, waar we door de voedselschaarste bij ons thuis uitgenodigd zijn om te gaan eten.
Om 13:00 bel ik naar Athlon Car Lease Assistance. Ik twijfel wat bij de vraag of ik hulp wil in binnen- of buitenland. Ik opteer voor het binnenland. O, maar u moet in het buitenland zijn, zegt een mevrouw me. Geloof mij, dat was ik nog bijna, laat ik mijn cynisme even de bovenhand nemen. Ik schakel u door naar de dienst buitenland. Kristof, deze keer. Nu moet ik even tussendoor toegeven dat mijn geduld op dit moment stilaan op raakt. Het kan dus zijn dat ik de man wat ruwer behandel dan normaal mijn gewoonte is. Ik had in het buitenland geen recht op een vervangauto, val ik meteen met de deur in huis. Ik ben nu in het binnenland, dus ik had graag een auto. Kristof mompelt iets over zondag, maar ik houd het been stijf. Ik moet morgen werken, ik moet vanavond bij mijn schoonouders gaan eten. Een momentje, klinkt het, ik bekijk uw dossier even.
Kristof verdwijnt korte tijd uit de ether en als hij terugkeert, heeft hij zeer goed nieuws. Binnen een half uur tot anderhalf uur wordt er bij u thuis een auto afgeleverd. Ik doe beroep op een verre kennis om mij naar huis te brengen en laat mijn vrouw en kinderen eventjes achter bij mijn moeder met de belofte om hen meteen als ik de vervangauto heb te komen ophalen.
Om 15 uur begint mijn onrust weer toe te nemen. Mijn straat is verdacht autoloos. Mijn schoonvader heeft ondertussen mijn vrouw en kinderen naar huis gebracht. Ik bel opnieuw naar het buitenland, althans de dienst. Een klein probleempje, meldt Kristof. Twee onverwachte defecten hebben de planning overhoop gegooid. Er is wat vertraging. Maar geen zorgen, u staat meteen daarna op het programma. Even geduld nog.
Ik vind van mijn eigen dat ik weer te veel geduld heb gehad als ik om 16:30 nog eens bel. Kristof informeert even bij de dienst die zich bezig houdt met de takelwagens en heeft wederom goed nieuws. De wagen is vertrokken naar uw woning. Hij kan elk moment daar zijn.
Ergens rond 17:45 vraag ik mij af van waar die auto dan wel vertrokken is. Ik begin het nu toch wel echt beu te worden. De definitie van Elk moment is iets te rekbaar naar mijn zin. Men heeft mij nochtans verzekerd dat de auto onderweg is naar u, bevestigt Kristof nog. Hij komt uit uw regio. Dan wordt het toch stilaan tijd dat die man een degelijk GPS systeem krijgt, opper ik. 1:15 rondrijden om mijn huis te vinden lijkt mij wat overdreven.
Nog anderhalf uur later daagt de gele takelwagen van Touring dan eindelijk op. Na nog drie telefoontjes met Kristof en een dreiging met extra taxikosten rolt de opel Meriva van de Franstalige takelwagen. Is de nachtmerrie nu eindelijk ten einde?
Het is maandag. Ik ben weer aan het werk. Athlon ook. Maar de truc met de nummerplaat werkt deze keer niet. Ik heb nog geen dossier doorgekregen van assistance, klinkt het. Maar u hebt volgens uw contract recht op een renault Clio of een
Peugeot 206. Ik informeer bij onze carpark verantwoordelijke en die reageert meteen. Dat is niet waar. Hij belooft me een auto met een grotere bagageruimte tegen dinsdag.
Het klopt. Dinsdag stap ik in een toyota corolla break, toevallig net dezelfde als diegene die mijn schoonvader enkele weken voordien heeft aangeschaft. Ik zie meteen enkele mogelijkheden tot kolder, maar dat is voor een ander verhaal. Meteen diezelfde avond al gaat mijn telefoon. Hier Car Assistance, zegt een strenge stem. Ik meld u dat uw wagen hersteld is en eerstdaags naar België zal worden gebracht. Dat is goed nieuws, gezien al onze spullen nog in de auto zitten. Ik informeer naar dat eerstdaags. Tja, meneer, antwoord de stem wat geërgerd. Dat is moeilijk te zeggen. Tussen de 2 en de 10 dagen. Bij het laatste cijfer hoest de man een beetje zodat ik hem vraag het nog eens te herhalen. 10 zegt hij wat luider nu. U moet begrijpen dat de wagen alleen opgehaald kan worden als er een camion in de buurt voorbij komt. De auto wordt pas binnen 10 werkdagen teruggebracht, zeg ik tegen mijn vrouw.
We roeien dus verder met de middelen die we hebben. Ik heb geen enkele korte broek meer, en dit bij temperaturen boven 30 graden. Ik loop nu bij mijn klanten met T-shirts met opschriften zoals: Vlaanderen boven of Vakantiekriebels of VTM kleurt je dag. Allemaal spullen die ik van mijn betreurde vader heb overgeërfd voor onder een dikke wintertrui. We kunnen niet meer in de tuin zitten, want onze tuinstoelen staan in de auto. En dit bij temperaturen van boven de 30 graden. We kunnen niet meer buiten eten want, U raadt het al, onze tafel staat in de auto. Er ligt een watermeloen, geklemd tussen het gebruikte barbecuestel en de vuile was, twee parasols, zwempakken, jam, wijn. Biologen kijken al uit naar alle schimmelsoorten die er in de auto gaan ontstaan.
Eigenlijk wil ik die auto niet eens terug. Onze spullen wel, de auto niet. We hebben niet het minste vertrouwen in dat vehikel. Na onze eerdere ervaringen met de peugeot 406, waarbij ik u met graagte verwijs naar een ander verhaal, slaat de schrik ons om het hart om nog eens in een Peugeot te stappen. Ik wil geen Peugeot meer. Of vindt u het als buitenstaander normaal dat mijn vrouw de volgende vakantie in functie van de auto wil plannen. Ze wil niet verder meer dan 200 km. De angst zit er bij haar goed in. Ik ben nu al in totaal drie dagen van mijn vakantie kwijtgeraakt aan die verdoemde auto. En ik ben niet de enige. Een collega vertelde mij zopas dat hij met hetzelfde probleem te kampen heeft gehad.
Waarom wil de directie per se bij peugeot blijven. Ik weet het niet. Ik hoop alleen dat daar spoedig verandering in komt. Ik hoop trouwens ook dat we wat meer klaarheid krijgen in wat onze contracten nu eigenlijk inhouden, want we krijgen van de firma altijd een ander verhaal dan van de leasingmaatschappij. Eerst zegt men ons dat alles in orde is, maar als er dan werkelijk wat misloopt dan blijkt dat niet het geval te zijn.
Wat ik wel verneem is dat al de voorbije miserie mij bespaard zou zijn gebleven als ik gewoon gelogen had. Omdat ik eerlijk was kreeg ik geen auto. Volgens ons contract blijken we wel recht te hebben op een vervangauto in het buitenland, behalve
op de weg terug naar huis. Dus als ik de auto over de snelweg had geduwd en hem met de neus in de andere richting had gezet, dan had ik waarschijnlijk nu al mijn spullen thuis gehad.
Het is donderdag 20 juli, 13 uur. 12 dagen na het begin van onze terugreis. Op het schermpje van mijn GSM verschijnt een mij onbekend nummer. Een Franstalige stem verminkt begrijpelijkerwijze mijn achternaam en vraagt mij of ik mezelf wel ben. Ik bevestig. Het blijkt de bestuurder te zijn van een takelwagen. Ik ben op 2 uur van Zaventem, zegt de man. Uw auto zal daar dus omstreeks 15 uur afgeleverd worden. Ik toom mijn enthousiasme over de terugkeer van mijn peugeot wat in.
Om 15 uur belt de man mij weer. Hij vindt de firma niet en ik geef hem de nodige richtlijnen om de juiste plek te vinden. Als ik de auto drie uur later terugzie blijkt er alles nog in te zitten. De watermeloen vertoont nog geen enkele vorm van haargroei. Er hangt enkel een wat muffe, weeë geur in de hele auto. Maar goed, met enige vertraging kan ik beginnen met uitladen.
Onze avontuurlijke terugkeer is eindelijk achter de rug. Misschien dat ik er binnen afzienbare tijd eens hartelijk kan om lachen. Maar als ik bedenk dat het hele gebeuren voornamelijk het gevolg is van economische belangen, dan stemt dat mij toch enigszins droevig. Ik kan, als ik er nuchter over nadenk, weinig verwijten aan Athlon, de meeste van hun mensen hebben mij vriendelijk, zelfs op sommige momenten met oprechte bezorgdheid, behandeld. Wat zondag betreft heb ik wel een ander gevoel, want ik wordt niet graag belogen. Misschien wil ik toch Athlon aanraden om af en toe eens de menselijke kant te laten primeren over de economische voordelen. Ik heb liever dat men mij duidelijk zegt dat ik nog 4 uur zal moeten wachten, dan dat ik met leugentjes aan het lijntje wordt gehouden.
Maar goed, we rijden terug. Ik wil er wel nog bijzeggen dat ik eraan denk om een website te creëren: www.patrickzijnepeugeot.be waarop weddingschappen kunnen aangegaan worden over het exacte tijdstip waarop de auto deze keer zal in panne vallen.
En als Peugeot ooit verlegen komt te zitten om een geloofwaardige reclameslogan dan weet ik de perfecte voor hen: Met een peugeot beleef je meer.
|