Na
het ontbijt in het hotel uitchecken en transfer naar de luchthaven voor de
vlucht naar Heho.
18.10.2015
NYU
HEH
7Y-161
07:40
08:55
Aangekomen in Heho rijden we naar Pindaya en bezoeken
we de Pindaya Cave, deze grot bezit meer dan 8000 Boeddha beelden dicht naast
elkaar, in alle maten en gemaakt van hout, steen, marmer en brons. In de
namiddag bezoek aan de Shan-papier-fabriekjes waar handgemaakt papier wordt
vervaardigd uit de pulp van de schors van de moerbeiboom. De pasta wordt dan
gedroogd in de zon. Een andere interessante industrie is de productie van
parasols uit geolied papier en gebruikt door monniken en nonnen.
Ongelooflijk prachtige dag... een dag om stil van te worden... een dag onmogelijk met woorden te beschrijven...
We begonnen zwevend in een luchtballon boven de ruïnes van Bagan, ontdekten stupa's en pagodes op de grond, genoten van een fietstocht onder de hete zon en sloten de dag moe maar voldaan af aan het zwembad...
Vandaag genieten we van de ballonvlucht
over Bagan. Magistraal bezoek aan de voornaamste tempels in deze ongelooflijke
site van 40km². Een keuzewordt gemaakt
uit de 2800 tempels, pagodes en ruïnes, elk met hun eigen specifieke
architectuur elk onderdeel belangrijk in de beleving van het boeddhisme. De
meeste daterend van rond de 11e en 12e eeuw. We starten met eenbezoek aan de Thatbyinnyu tempel, de hoogste
in Bagan. Vervolgens naar de Myinkaba Gu Byauk Gyi tempel met muurschilderingen
en dan naar de Manuha tempel waarvier
enorme Boeddha beelden instaan. Verder naar Myinkaba dat als dorp bekend is
voor het lakwerk en waar u het productieproces kunt volgen.We bezoeken het dorp Min NanThu en Paya Thonzu, belangrijk voor het zien
van de 13e eeuw muurschildering. De Dhammayazika pagode is een vijfhoekige
pagode en vergelijkbaar met de Shwezigon pagode. We hebben hier een prachtig
uitzicht vanaf het hoogste terras. De Law Ka Nanda pagode zorgt met veel banken
voor een wijd open uitzicht op de rivier Ayeyarwady.'s Middags bezoek aan de Dhamayangyi tempel,
een enormetempel in rode baksteen,
gebouwd door koning Narathu. De Sulamani tempel heeft een prachtige majestueuze
structuur en werd gebouwd door koning Narapati Sithu. 's Avonds zonsondergang
vanaf de Pyathatgyi tempel. Overnachting in Thazin Garden Hotel.
Wat als...
Wat als ik in Myanmar geboren was? Zou ik dan bij de 5% behoord hebben die bij de geboorte sterft, omdat de 'vroedvrouw' zonder diploma maar met enige ervaring niet gemerkt had dat het een stuitligging was en het hospitaal te veraf en onbetaalbaar bleek? Of zou ik tot de 5% behoord hebben die de leeftijd van 5 jaar niet haalt, door de onvoldoende gevarieerde voeding of omdat ik als baby gewoon te zwak was en niet de noodzakelijke verzorging kon krijgen? Misschien zou ik geluk gehad hebben en in leven zijn gebleven. Al is dan mijn bedenking "kan je dat in een land als Myanmar 'geluk' noemen?"
Elke dag leveren de meeste Birmezen een struggle for life. Elke dag hopen ze om de volgende dag te halen. In een grootstad als Mandalay grepen vooral de woonomstandigheden van de daklozen langs de oevers van de rivier ons naar de keel. Door de overvloed aan regen de afgelopen dagen, lag vaak hun hele hebben en houden op straat te drogen. En dat hebben en houden bestaat uit niet veel meer dan wat kleding en een dekzeil.
Op weg van Mandalay naar Bagan kan ik me niet inbeelden hier te leven. Hutjes, het ene armzaliger dan het andere, met binnen af en toe een soort ligstoel in bamboe. Geen (drink)water voorziening, meestal geen elektriciteit. Wat opvalt, is hoe goed er gezorgd wordt voor varkens en ossen. Ossen maken deel uit van het gezin daar ze vaak meer dan tien jaar mee het land bewerken. Ik kan me niet voorstellen dat er voor mijn huis en dat van de buren in Antwerpen een koe zou staan...
Het is back to basic. En ik schaam me vanbinnen omdat wij haast 'klagen' als er teveel of te weinig airco opstaat, als de koffie geen nespresso-smaak heeft, of als onze sandalen in de modder blijven steken. Hebben we dat recht wel? Ik vind het een moeilijke vraag. Wij groeiden immers op met een andere normen en waarden, met andere gewoonten. Zijn we verwend? Ja, dat hoogstwaarschijnlijk wel. Al wil ik daarmee niet zeggen dat we het niet verdienen om dingen te kunnen doen en kopen, als we er hard voor werken. Al verdienen de mensen dat hier ook natuurlijk. Maar onze basislijn ligt mijlen hoger dan diezelfde basislijn hier. En dus moeten we af en toe even stilstaan bij wat we hebben, ons ervan bewust zijn en ons blijven verwonderen - ook over kleine dingen zoals een vladderende vlinder, een wolk in de vorm van een draak, een lachend kind...en een kitscherige Boeddha vol blingbling waarbij de Birmanen geluk en hoop vinden...
Wat als...
Wat als ik in Myanmar geboren was? Zou ik dan bij de 5% behoord hebben die bij de geboorte sterft, omdat de 'vroedvrouw' zonder diploma maar met enige ervaring niet gemerkt had dat het een stuitligging was en het hospitaal te veraf en onbetaalbaar bleek? Of zou ik tot de 5% behoord hebben die de leeftijd van 5 jaar niet haalt, door de onvoldoende gevarieerde voeding of omdat ik als baby gewoon te zwak was en niet de noodzakelijke verzorging kon krijgen? Misschien zou ik geluk gehad hebben en in leven zijn gebleven. Al is dan mijn bedenking "kan je dat in een land als Myanmar 'geluk' noemen?"
Elke dag leveren de meeste Birmezen een struggle for life. Elke dag hopen ze om de volgende dag te halen. In een grootstad als Mandalay grepen vooral de woonomstandigheden van de daklozen langs de oevers van de rivier ons naar de keel. Door de overvloed aan regen de afgelopen dagen, lag vaak hun hele hebben en houden op straat te drogen. En dat hebben en houden bestaat uit niet veel meer dan wat kleding en een dekzeil.
Op weg van Mandalay naar Bagan kan ik me niet inbeelden hier te leven. Hutjes, het ene armzaliger dan het andere, met binnen af en toe een soort ligstoel in bamboe. Geen (drink)water voorziening, meestal geen elektriciteit. Wat opvalt, is hoe goed er gezorgd wordt voor varkens en ossen. Ossen maken deel uit van het gezin daar ze vaak meer dan tien jaar mee het land bewerken. Ik kan me niet voorstellen dat er voor mijn huis en dat van de buren in Antwerpen een koe zou staan...
Het is back to basic. En ik schaam me vanbinnen omdat wij haast 'klagen' als er teveel of te weinig airco opstaat, als de koffie geen nespresso-smaak heeft, of als onze sandalen in de modder blijven steken. Hebben we dat recht wel? Ik vind het een moeilijke vraag. Wij groeiden immers op met een andere normen en waarden, met andere gewoonten. Zijn we verwend? Ja, dat hoogstwaarschijnlijk wel. Al wil ik daarmee niet zeggen dat we het niet verdienen om dingen te kunnen doen en kopen, als we er hard voor werken. Al verdienen de mensen dat hier ook natuurlijk. Maar onze basislijn ligt mijlen hoger dan diezelfde basislijn hier. En dus moeten we af en toe even stilstaan bij wat we hebben, ons ervan bewust zijn en ons blijven verwonderen - ook over kleine dingen zoals een vladderende vlinder, een wolk in de vorm van een draak, een lachend kind...en een kitscherige Boeddha vol blingbling waarbij de Birmanen geluk en hoop vinden...
Wat als...
Wat als ik in Myanmar geboren was? Zou ik dan bij de 5% behoord hebben die bij de geboorte sterft, omdat de 'vroedvrouw' zonder diploma maar met enige ervaring niet gemerkt had dat het een stuitligging was en het hospitaal te veraf en onbetaalbaar bleek? Of zou ik tot de 5% behoord hebben die de leeftijd van 5 jaar niet haalt, door de onvoldoende gevarieerde voeding of omdat ik als baby gewoon te zwak was en niet de noodzakelijke verzorging kon krijgen? Misschien zou ik geluk gehad hebben en in leven zijn gebleven. Al is dan mijn bedenking "kan je dat in een land als Myanmar 'geluk' noemen?"
Elke dag leveren de meeste Birmezen een struggle for life. Elke dag hopen ze om de volgende dag te halen. In een grootstad als Mandalay grepen vooral de woonomstandigheden van de daklozen langs de oevers van de rivier ons naar de keel. Door de overvloed aan regen de afgelopen dagen, lag vaak hun hele hebben en houden op straat te drogen. En dat hebben en houden bestaat uit niet veel meer dan wat kleding en een dekzeil.
Op weg van Mandalay naar Bagan kan ik me niet inbeelden hier te leven. Hutjes, het ene armzaliger dan het andere, met binnen af en toe een soort ligstoel in bamboe. Geen (drink)water voorziening, meestal geen elektriciteit. Wat opvalt, is hoe goed er gezorgd wordt voor varkens en ossen. Ossen maken deel uit van het gezin daar ze vaak meer dan tien jaar mee het land bewerken. Ik kan me niet voorstellen dat er voor mijn huis en dat van de buren in Antwerpen een koe zou staan...
Het is back to basic. En ik schaam me vanbinnen omdat wij haast 'klagen' als er teveel of te weinig airco opstaat, als de koffie geen nespresso-smaak heeft, of als onze sandalen in de modder blijven steken. Hebben we dat recht wel? Ik vind het een moeilijke vraag. Wij groeiden immers op met een andere normen en waarden, met andere gewoonten. Zijn we verwend? Ja, dat hoogstwaarschijnlijk wel. Al wil ik daarmee niet zeggen dat we het niet verdienen om dingen te kunnen doen en kopen, als we er hard voor werken. Al verdienen de mensen dat hier ook natuurlijk. Maar onze basislijn ligt mijlen hoger dan diezelfde basislijn hier. En dus moeten we af en toe even stilstaan bij wat we hebben, ons ervan bewust zijn en ons blijven verwonderen - ook over kleine dingen zoals een vladderende vlinder, een wolk in de vorm van een draak, een lachend kind...en een kitscherige Boeddha vol blingbling waarbij de Birmanen geluk en hoop vinden...
Het mooie schouwspel van de Sagaingheuvels
mag zeker niet ontbreken. Bespikkeld met honderden gouden spitsen van pagodes
en kloosters komt men in een heel serene omgeving terecht. Hier staat de U Min
Thonze (Hall of the Buddhas) op het programma en de Soon O Ponya Shin pagode
vanwaar u de vallei over de vier windstreken met de machtige Ayeyarwady rivier
kan bewonderen. Op weg naar Bagan bezoekt u onderweg in de stad Pakokku de
eigenaardige Thanbodaypagode bezet met meer dan580.000 Boedabeeldjes plus nadien nog het Bodhi-Tatauns complex. Na
bezoek aan U Min Thonze (Hall van dertig Boeddha's),geniet je van spectaculaire uitzicht op
Sagaing Hill.We rijden naar Bagan
(ongeveer 5 uur rijden) via Pakukku. Pakukku is een gezellig druk
handelscentrum gelegen aan de westkant van de Ayeyarwaddyrivier. Het is bekend
voor de handel in tabak en de weverijen.
Hier Zijn er ook weer twee overnachtingen
voorzien in Thazin Garden Hotel. www.thazingardenhotel.net
Dit is het helemaal... Dit is opsnuiven van een ons onbekende samenleving... En misschien kunnen we het land nog niet helemaal vatten, het doet iets met ons en we beseffen...dit is vakantie...
Andermaal een heel mooie uitstap maar
vandaag per privé boot Na het ontbíjt rijdt u naar de oever van de machtige
lnawaddy rivier waar de boot op u wacht voor een cruise van ongeveer een uur
naar Mingun, gelegen op de westkant van de rivier. Hier bezoekt u de enorme
onafgewerkte Mingun Pagoda gebouwd tussen 1790 en 1797 door King Bodawpaya.
Door de aardbeving in 1838 veranderde het bouwwerk in de grootste stapel
bakstenen ter wereld. Hier staat ook de grootste en zwaarste klok ter wereld
(87 ton) die in 1808 werd gegoten door Bodawpaya. Bezoek aan de Mya Thein Tan
pagoda gebouwd door koning Bagyidaw in 1816. De architectuur zou volgens het
plan van de Sulamani Pagoda zijn die zich bevindt op de mythische berg Mount
Meru, naar men zegt het Centrum van de wereld. Terug per boot naar Mandalay
voor de lunch. Bezoek aan de beeldhouwerswijk en de 'gold leaf beaters' alwaar
de honderdduizenden goudblaadjes gemaakt worden die elke dag geofferd worden
over heel Myanmar. Overnachting in Mandalay
Hill Resort Hotel.
Verscheiden.
Het valt me op hoeveel verschillende soorten regen er zijn. Een plotse hevige stortbui, regenbuien die de hele nacht monotoon op het dak klateren, aanhoudende plenzende regendruppels die ons door en door nat maken, hier en daar een bui (hoewel we die meer daar dan hier was), zachte miezerregen en dwarrelende motregen... De natte natuur laat geen typische geur achter en heimelijk vind ik dat jammer. De vochtigheid van onze kleding en schoenen in de kus is des te harder te ruiken. Maar dan stopt plots de regen en kunnen we ten volle genieten van de treinrit richting Lashio, over het Gotheik-viaduct...
Terwijl de "upper class" wagon aan de trein wordt vastgehaakt, verspreiden we ons over het lokale marktje. De verscheidenheid aan kleuren en geuren valt op. Ook de verscheidenheid aan gedroogde vis, rijst en soorten flipflops ("teensletsen") zijn verbazingwekkend. En toch ook weer niet zo verbazend als ik me bedenk dat een markt waar ook ter wereld er eigenlijk gelijk uit ziet. Spontaan flitsen een paar beelden door mijn hoofd van oudere vrouwen op de markt in Cusco (Peru), van kleurrijke meisjes op de markt in Sapa (Vietnam) en van keuvelende oudjes op de markt in een of ander Russisch dorpje...
Zowel de treinrit als de busreis weer naar Mandalay tonen een stukje echt Myanmar. Het regenseizoen bracht groen en leven: rijstvelden, mais (al zag die er al een beetje verlept uit), suikerriet... De tientallen groentinten zijn een streling voor het oog. Ik twijfel of ik hetzelfde kan zeggen van de armtierige en smoezelige huisjes. En toch, de mensen lachen ook hier. Kindjes waaien enthousiast naar de voorbijrijdende 'dansende' trein, een papa legt beschermend het handje van zijn dochtertje in zijn nek.
Het zien van het viaduct wekt een kinderlijke uitgelatendheid op in onze treinwagon. Fototoestellen klikken onophoudelijk. Ongetwijfeld leveren de twintig minuten dat we afwisselend aan linker-en rechterraampjes doorbrengen een veelvoud aan gelijkaardige plaatjes op. Het zou me niet verbazen moesten alle bouten van het ijzeren gevaarte in hun totaliteit wel ergens op een foto staan. Onbewust verplicht ik mezelf om het fototoestel weg te leggen en te kijken; te kijken en te genieten. Genieten van zoveel eenvoud (het viaduct is geen complex kluwen of een uiting van kunst) en net door de eenvoud zo mooi. Genieten van het adembenemend uitzicht, van de oude krammakelijke, oorspronkelijke (?) brug onder ons en de klaterende waterval die in de diepte stort. Ik kijk en ik geniet en sla d beelden op in mijn geheugen. Die beelden zijn me veel meer waard dan die op het geheugenkaartje in mijn fototoestel...
De zon breekt kort na de middag door de wolken en geeft meteen een aangename warmte. Hopelijk is het voor langer dan een paar uur, want de wolken blijven dreigend hangen. De wolkenformaties leveren wel een prachtig schouwspel op en een adembenemende zonsondergang... en wij genieten...
Vandaag gaan we naar één van de
hoogtepunten uit onze reis. Per trein reizen we naar Lashio. Het is een echte
belevenis om over deze historische Gokehtaik viaduct te kunnen treinen. Deze
stalen en geschraagde spoorlijn begon in 1901 en werd voltooid in 1913. Als
gevolg van de technische en natuurlijke toestand wordt het viaduct beschouwd
als een meesterwerk op wereldniveau. (Totaal +/-3 uur) Wij stappen af in het pittoreske Naung
Pain station en rijden dan per bus terug naar Pwyin Oo Lwin. Onderweg geniet U
van het mooie landschap en de koffie plantages. Verder een verbluffend bezoek
aan de Peik Chin Myaung Cave, een grot waarineen stroom draait rond de ontelbare beelden en mini pagodes die gebouwd
zijn door devote boeddhisten.
Verder door naar Mandalay voor twee
overnachtingen in Mandalay Hill Resort
Hotel.
Ontbijt
in het hotel.Na het ontbijt rijden we
naar het koele heuvel station van Pyin Oo Lwin op meer dan 1.000 meter boven
zeeniveau. Het weer is hier het hele jaar koel en aangenaam. Deze bloemenstad
is bekend om zijn koloniale gebouwen, pijnbomen, eucalyptus en zilver-eiken,
die overvloedig in de stad verspreid zijn. Er zijn meer dan 480 soorten bloemen
en bomen.De Britse kolonel May liet er
door Turkse krijgsgevangenen een schitterende botanische tuin aanleggen. Daarom
dat het stadje ook soms Maymyo wordt genoemd. Halfweg naar Pwyin Oo Lwin kan u
vanaf een viewpoint in de verte beneden Mandalay zien liggen. ln Pwyin Oo Lwin
gaat het verkeer meestal met miniatuur postkoetsen, getrokken door kleine
levendige paardjes.Bezoek aan de
nationale plantentuin en de Chinese tempel met sierlijke gepleisterde draken,
rotstuinen en landschap vijvers. We rijden langs de Pwe Kauk waterval en
genieten van het platteland. Diner in een lokaal restaurant. Overnachting in
het hotel Pwyin Oo Lwin. www.hotelpyinoolwin.com
Indringend. Misschien is dat woord wel alles-omschrijvend, alles-omvattend. Geen idee of het opgaat voor de hele reis, maar vandaag alleszins.
Indringend, omdat de levensstijl zo verschillend is. Het is niet dat de tijd is blijven stilstaan, maar toch. Behalve duizenden brommerkes, hebben de mensen niet zo veel. Of het lijkt toch zo. Al glimlachen hun ogen. En kindjes spelen verstoppertje met me achter hun paraplu... Want het regent hier. Blijkbaar is het extreem weer voor deze tijd van het jaar en hebben we pech dat er vorige week een cycloon passeerde. Maar onze gids is op alles voorbereid en tovert poncho's tevoorschijn. Onze gids is super: spreekt voortreffelijk Engels, weet ongelooflijk veel en is ontzettend vriendelijk.
Indringend... hoe gedreven het boeddhisme hier beleefd wordt. Hoe vol verwachting gebeden wordt bij Boeddha. Hoe vol verwachting jonge novicen naar ons kijken terwijl ze hun bedelpot voor zich houden. Ik weet dat dit hier traditie is, en toch krijg ik een knoop in mijn maag...
Indringer... Zo voelde ik me in het klooster waar we toekeken hoe de monniken hun lunch kregen. Hoewel ze het ongetwijfeld gewoon zijn, leek het alsof ik de grens van hun waardigheid overschreed.
Dat het weer extremer wordt, zien we in de eerste plaats aan de tijdelijke huizen langs de high way. Door de regenval in augustus zijn veel mensen verplicht naar de hoger gelegen weg moeten verhuizen, weg van de modder en zand dat hun woningen en velden overspoelden. Rijstvelden werden meren... we worden er stil van...
Voelen dat we leven, doen we ook in de hobbelende koetsjes rond de tempels, kloosters en pagodes van Ava. We laten onze 'driver' opleven door een warme trui te schenken: het event van de dag! En om te laten zien dat we leven, doen we gek op de houten brug van U-bein...
Alles is relatief. En met een beetje verbeelding en een vleugje optimisme is het leven veel aangenamer. Vandaag nog meer dan anders. Gietende regen en geen directe beterschap op komst, maar we moesten hier eens wonen in die gammele hutjes... Hobbelende wegen, speciaal niet geëgaliseerd omdat hobbelen de vertering ten goede komt. En wij thuis maar klagen over de E313 als er een putje in zit...
Maar ondanks de regen en de hobbels, is de weg naar het noordoosten prachtig. Met een beetje verbeelding en de zon in gedachten, zien we een geweldig knap landschap... Watervalletjes met bruinig kolkend water, een soort loofwoud met ontstellend mooie grote groene bladeren (waarvan ik leerde dat het teakbomen zijn), een kronkelende highway (de weg loopt naar boven) en op tijd een stop met lekkere koffie en dragon fruit...
Verbeelding gebruiken we ook bij de waterval bij het stadje Pwyng oo lin. Verbeelding om te bedenken hoe gezellig het terrein zou zijn als de zon schijnt, met stalletjes om te winkelen. (De regen zorgt voor onze portemonnee, zoveel is zeker.) Verbeelding hebben we niet nodig om de kracht van het water in te schatten. Wat we mogen bewonderen is fenomenaal! Veel meer water dan anders stroomt naar beneden, zich een weg zoekend langs boomwortels en zelfs langs de trappen en bruggetjes waar normaal gezien de toeristen op wandelen...
Alles is relatief, maar als je doorweekt een Chinese tempel in de heuvels van Myanmar bezoekt en nog doorweekter en op haast levensgevaarlijke wijze orchideeën en opgezette vlinders gaat bekijken, heb je meer dan een gezonde portie verbeelding en optimisme nodig om te blijven lachen...
Gelukkig hebben wij een fantastische groep en een geweldige gids, en worden er in de bus (kerst)liedjes gezongen om de sfeer er in te houden... Gebruik even je verbeelding en denk bij de tierlantijntjes die de bus opfrissen wat kerstversiering bij, en je weet dat we de moed erin houden!
PS voor de ingewijden: mijn verbeelding kon geen (kerst)ballen meer aan, nu ik weet dat die dienden om - succesvol - de vering van de bus te verbeteren
Ontbijt in het hotel.Na het ontbijt rijden we naar de vroegere
koningsstad Amarapura. Bezoek aan het Mahagandayon klooster, bekend als het
grootste boeddhistische learning Centre in Mandalay waar leerlingen het
dagelijks leven van de monniken leren. Bezoek aan de langste teakhouten brug
van de wereld, de U-Bein brug, 1.6km (volgens de meeste gidsen 1,2km).. De U
Bein Bridge is vernoemd naar de burgemeester van Amarapura, nadat koning
Bodawpaya zijn hoofdstad er verhuisde. De brug verbindt Amarapura met een
eiland in het midden van Lake Taungthaman. Het meer droogt in de winter op. Deze
lange houten brug is gebouwd in 1849 en is dus meer dan 150 jaar oud. Ze werd
gebouwd met oude planken en houten stijlen die afkomstig zijn van de verlaten
huizen en het paleis in Sagaing en Inwa. Op 9 punten waren er ophaalbruggen
waardoor boten naar de rivier Ayeyarwady konden passeren. Terug naar Mandalay.
Overnachting in Mandalay Hill Resort
Hotel.