Na het ontbijt een sightseeing door de in
koloniale stijl gebouwde downtown, het Chinatown en de Indiase wijk. Een bezoek
aan de Bogyoke (Scott) markt met de grootste selectie van Birmese handwerkEen fotostop aan het Kandawggyi Meer, per
trishaw.Daarnanaar het drukke havengebied rond Sin Oo Dan
jetty.
s Middags een leuk restaurantje.
Na de middag een cappuccino gaan drinken in
het Strandhotel.
Transfer naar Yangon luchthaven om 17u. We
vertrekken uit Yangon om 19u45 voor de internationale vlucht naar Bangkok, en
vervolgens vanuit Bangkok naar Brussel.
Hoe rustig het opstaan vanmorgen was, te midden van de rustige, landelijke, ontspannen weidsheid van de omgeving van het Inle Lake - hoe vroeg ook om half zes -, zo druk, lelijk, duf, drukkend en hectisch is Yangon (het vroegere 'Rangoon' en voormalige hoofdstad van Myanmar).
Het is alsof we van de hemel in de hel zijn beland. Hoewel dat misschien wel te sterk is uitgedrukt. Yangon is een echte wereldstad, een grootstad in alle opzichten, al valt de armoede die we in Mandalay zagen hier minder op.
De overdekte markt (waar we ons natuurlijk helemaal laten gaan met onze laatste Tsjad) heeft niets authentiek en de vochtigheid en duffigheid vallen op ons neer. Het korte ommetje aan het stadhuis, het monument van de onafhankelijkheid, het gerechtshof en de zoveelste pagode kan ons al meer bekoren. Het is jammer dat de echt oude gebouwen er afgebladderd en onderkomen bij staan.
De Lake Area maakt een beetje goed en laat een glimp zien van rust in een overvolle stad (meer dan zes miljoen inwoners). Maar het moet gezegd: de hele groep is het erover eens dat we veel mooiere dingen gezien hebben de afgelopen twee weken.
We sluiten de dag af aan de Swegadon pagode. De meest bekende pagode van heel Myanmar en dus onmisbaar op onze to do lijst.
Zoals we twee weken geleden startten, worden we ook verwelkomd aan de pagode: met stortregen. Fantastisch genoeg zorgt de buschauffeur voor 12 paraplu's en kunnen we - oplettend voor de gladde tegels - de pagode bezoeken. Ongelooflijk! Prachtige stupa's en tempels overweldigen ons... Meer dan twee uur later stappen we moe maar voldaan (en een beetje met zere voeten) de bus in. Uiteindelijk biedt Yangon dan toch nog heel veel schoonheid...
Niet ongerust zijn... Alles gaat prima.. alleen laat het Inle Lake zich het best beschrijven ahv foto's en is internet hier niet sterk genoeg om die foto's op de blog te zetten.
Ik probeer morgen als we in yangon zijn!
Na het ontbijt een aangename boottocht door
de irrigatiekanalen naar het dorp Indein. Het pagode complex is een
archeologische site die het waard is om te bezoeken. Hier op de helling van de
heuvel bewonderen we de ruïnesvan
honderden pagodes in Shan stijl. Sommige van de pagodes zijn vande 17e en 18e eeuw.
In de namiddag, bezoek aan Zwarte Smeden
om te kijken hoe ze hun producten maken en het dorpYwama (Padaung dorp). Overnachting in hotel Pristine Lotus Spa & Resort.
Het Inle meer is een super fotogenieke
plek. Vandaag een prachtige dag in de natuur.
Bezoek aan de 5-daagse markt waar de Pa-o
bekend voor hun zwarte kleding en gekleurde handdoek als tulband, uit de
omringende bergen naar de markt afdalen om hun waar te verkopen en hun voorraad
voor de komende week op te slaan. De markten draaien in regelmatige volgorde -
een dorp wordt de gastheer van de markt elke 5e dag.Door het bezoeken van 5-daagse markten,
krijgen we inzicht in de levens stijl van de etnische Pa-O, Danu en Intha
inwoners. Daarnabezoek aande beroemde Phaung Daw Oo pagode en Nga Phe
Kyaung klooster, een van de oudste kloosters op het meer om oude Boeddha
beelden te zien.
Overnachting in hotel Pristine Lotus Spa & Resort.
De wereld is overal anders en toch heel erg gelijkaardig. Het is soms onbegrijpelijk dat de ene beschaving niet of maar zo weinig in contact stond met de andere en toch op mekaar lijkt.
Vandaag aan het Inle Lake, een bergmeer op zo'n 950m hoogte en 22 km lang, hoor ik vergelijkingen met het Titicacameer in Peru en met de Halongbaai in Vietnam. Ok, ik geef toe dat Vietnam hier niet zo heel erg veraf ligt, maar Peru...
Het Inle Lake is voor 35% bebouwd met drijvende tuinen en paalwoningen, en is vooral bekend om zijn 'beenvissers'. Deze vissers houden hun peddel onder hun oksel en bedienen hem met hun been, zodat beide handen vrij hebben om te vissen. Een behendigheid die ongetwijfeld heel wat oefening vereist; uiteindelijk staan ze wel slechts op een been op een wiebelend bootje. Dat bootje kan wel 100jaar oud zijn en wordt om de tien jaar 'gereviseerd'.
Naast de boten-bouw-werf worden we ondergedompeld in de wereld van het sigaren maken, ijzer smeden (alles wordt hier gerecycleerd) en weven met draden afkomstig van de lotusbloem. Een maand tijd kost het om 4000 stengels te breken en draadjes te produceren om een enkele vierkante meter stof te weven. Niet moeilijk dat een sjaal uit Lotus-stof gaat tot 500 USD.
Na onze open bedrijvendag is het genieten. Genieten van de tocht over het meer in onze kano-achtige gondels waar we met vier achter mekaar zitten. Genieten van de beenvissers tegen de ondergaande zon. Genieten van de boten met feestvierders van het plaatselijk festival waarbij vier Boeddhabeelden het meer rond worden gevaren. Genieten van libellen die rakelings langs onze boot scheren. Genieten van de stilte ondanks het hevig ronkelend geluid van onze motor. Genieten van de zon op ons gezicht. Gewoon genieten...
...en genieten van een cocktail in de setting van een schitterend hotel aan de zij-arm van het meer...
De wereld is overal anders en toch heel erg gelijkaardig. Het is soms onbegrijpelijk dat de ene beschaving niet of maar zo weinig in contact stond met de andere en toch op mekaar lijkt.
Vandaag aan het Inle Lake, een bergmeer op zo'n 950m hoogte en 22 km lang, hoor ik vergelijkingen met het Titicacameer in Peru en met de Halongbaai in Vietnam. Ok, ik geef toe dat Vietnam hier niet zo heel erg veraf ligt, maar Peru...
Het Inle Lake is voor 35% bebouwd met drijvende tuinen en paalwoningen, en is vooral bekend om zijn 'beenvissers'. Deze vissers houden hun peddel onder hun oksel en bedienen hem met hun been, zodat beide handen vrij hebben om te vissen. Een behendigheid die ongetwijfeld heel wat oefening vereist; uiteindelijk staan ze wel slechts op een been op een wiebelend bootje. Dat bootje kan wel 100jaar oud zijn en wordt om de tien jaar 'gereviseerd'.
Naast de boten-bouw-werf worden we ondergedompeld in de wereld van het sigaren maken, ijzer smeden (alles wordt hier gerecycleerd) en weven met draden afkomstig van de lotusbloem. Een maand tijd kost het om 4000 stengels te breken en draadjes te produceren om een enkele vierkante meter stof te weven. Niet moeilijk dat een sjaal uit Lotus-stof gaat tot 500 USD.
Na onze open bedrijvendag is het genieten. Genieten van de tocht over het meer in onze kano-achtige gondels waar we met vier achter mekaar zitten. Genieten van de beenvissers tegen de ondergaande zon. Genieten van de boten met feestvierders van het plaatselijk festival waarbij vier Boeddhabeelden het meer rond worden gevaren. Genieten van libellen die rakelings langs onze boot scheren. Genieten van de stilte ondanks het hevig ronkelend geluid van onze motor. Genieten van de zon op ons gezicht. Gewoon genieten...
...en genieten van een cocktail in de setting van een schitterend hotel aan de zij-arm van het meer...
De wereld is overal anders en toch heel erg gelijkaardig. Het is soms onbegrijpelijk dat de ene beschaving niet of maar zo weinig in contact stond met de andere en toch op mekaar lijkt.
Vandaag aan het Inle Lake, een bergmeer op zo'n 950m hoogte en 22 km lang, hoor ik vergelijkingen met het Titicacameer in Peru en met de Halongbaai in Vietnam. Ok, ik geef toe dat Vietnam hier niet zo heel erg veraf ligt, maar Peru...
Het Inle Lake is voor 35% bebouwd met drijvende tuinen en paalwoningen, en is vooral bekend om zijn 'beenvissers'. Deze vissers houden hun peddel onder hun oksel en bedienen hem met hun been, zodat beide handen vrij hebben om te vissen. Een behendigheid die ongetwijfeld heel wat oefening vereist; uiteindelijk staan ze wel slechts op een been op een wiebelend bootje. Dat bootje kan wel 100jaar oud zijn en wordt om de tien jaar 'gereviseerd'.
Naast de boten-bouw-werf worden we ondergedompeld in de wereld van het sigaren maken, ijzer smeden (alles wordt hier gerecycleerd) en weven met draden afkomstig van de lotusbloem. Een maand tijd kost het om 4000 stengels te breken en draadjes te produceren om een enkele vierkante meter stof te weven. Niet moeilijk dat een sjaal uit Lotus-stof gaat tot 500 USD.
Na onze open bedrijvendag is het genieten. Genieten van de tocht over het meer in onze kano-achtige gondels waar we met vier achter mekaar zitten. Genieten van de beenvissers tegen de ondergaande zon. Genieten van de boten met feestvierders van het plaatselijk festival waarbij vier Boeddhabeelden het meer rond worden gevaren. Genieten van libellen die rakelings langs onze boot scheren. Genieten van de stilte ondanks het hevig ronkelend geluid van onze motor. Genieten van de zon op ons gezicht. Gewoon genieten...
...en genieten van een cocktail in de setting van een schitterend hotel aan de zij-arm van het meer...
Ontbijt in het
hotel.Na het ontbijt rijden we naar
beneden door de vallei, bezoeken we nog het Shwe Yan foay houten klooster met
ovalen ramen en rijden verder naar Nyaungshwe (ca. 1,5 uur) aan de rand van
Inle meer. Een eigen lokale boot brengt ons naar ons hotel.
Het bekende 17,7 km lange Inle meer is
gelegen op 800 m hoogte en omgeven door het Shan gebergte. Het Inle meer is het
tweede grootste meer in Myanmar.
In de namiddag doen we aan sightseeing per
boot op het prachtige Inle meer de thuis van de Inthar, van wie velen leven in
paalwoningen over het water. Hier kunnen we de Intha bevolking (een zeer
bedrijvig volk) met hun speciale Intha techniek van been-roeien bewonderen
waarbij één been is gewikkeld rond de peddel omde boot te kunnen laten varen. Ook hun traditionele manier van visserij
leren we kennen. Uniek in de wereld.
Op onze boottochtbezoeken we de drijvende dorpen, drijvende
tuinen en een weverij die niet alleen zijde maar ook de stengel van de
lotusbloem gebruikt.
Overnachting in hotel Pristine Lotus Spa & Resort. www.pristinelotus.com
kort berichtje...
We maken het allemaal super goed en hadden opnieuw een schitterende dag met een uitgebreide fotoshoot van het landelijke en echte Myanmar zowel tijdens de busrit als tijdens de wandelingen...
Maar ik moet toegeven dat ik vandaag een beetje zonder blog-inspiratie zit en eens vroeg onder de wol kruip (al hebben we nog steeds hoge temperaturen en is 'wol' dus niet echt van toepassing).
Elke dag is anders. Elke dag kent verrassingen. Elke dag is fijn om op terug te blikken...
Vroeg opstaan is ondertussen een gewoonte. Om vijf uur uit bed om een uur of drie, vier later een binnenlandse vlucht te nemen, daar draaien we ons (hand) niet meer voor om. Het vlakke landschap maakt al gauw plaats voor afgeronde bergen (tot zo'n 1200m hoogte) en de paar schapewolkjes belemmeren gelukkig het zicht niet op de Pindaya Cave ingang (toch niet voor hen die aan de juiste kant van het vliegtuig zitten). Ik vlieg wel graag.. Het geeft een gevoel van vrijheid, van de mogelijkheid krijgen om voorbij grenzen te kijken.. En hoewel ik niet meer precies weet hoe de 'fysica' in mekaar zit, elke keer verwonder ik me erover dat het eenvoudige spel van onder- en bovendruk zo'n log gevaarte op zo'n elegante wijze de lucht in krijgt en kan houden..
Een drukte van jewelste is het op onze eerste verrassing van de dag: de vijfdagenmarkt die van stad naar stad verhuist speelt zich vandaag af in het centrum van Pindaya. Het leuke is dat het een 'echte' markt is en geen toeristen-markt. Mensen vinden het ook nog ok om gefotografeerd te worden, al vraag ik me af hoe ik me zou voelen als de ene na de andere toerist me zou vragen om op de foto te mogen; of erger nog, dat een volstrekt vreemde mijn doen en laten zonder enige vraag om toestemming op beeld zou vastleggen.. Het is me al gek genoeg dat ik of iemand anders van onze groep worden aangeraakt of mee op de foto moeten.. Blijkbaar ziet men hier niet veel Europese toeristen en blond, groot, wat struiser en/of wat imposanter (zoals sommige van mijn mannelijke reisgezellen) doen menig fototoestel of smartphone van een Aziaat klikken.
Struis en imposant zijn ook een paar van de tientallen ossen die verhandeld worden op de veemarkt wat verderop (onze tweede verrassing). Een handdruk geven kan je hier letterlijk handenvol geld kosten..
Iets taaier is het rundvlees dat smakelijk verorberd wordt met zicht op het plaatselijke meer. Zoals altijd gaat het er aan tafel vrolijk aan toe. Er wordt wat afgelachen in onze groep
Het lachen vergaat ons bijna bij het zien van de honderden, weliswaar met afdakjes overkoepelde, treden die leiden naar de ingang van de grot. Niet getreurd: er is een lift! En zonder enige inspanning te moeten leveren, worden we beloond met een prachtig weids uitzicht en de onbeschrijfelijke ervaring van een bezoek aan een natuurlijke kalksteengrot met duizenden (8094 om precies te zijn) boeddha's..
'Onbeschrijfelijk mooi' is meteen ook de meest gepaste bewoording voor de vrouwen en mannen die uit wat bladeren, bloemen, moerbeiboom en bamboe prachtige parasols uit handgeschept papier maken. Dit zijn vakmensen en kunstenaars!
De kunst van het masseren ondervinden enkelen van ons in de spa van het hotel waar jammer genoeg maar een paar plekjes meer vrij zijn. Terwijl de vakkundige handen (en ellebogen) van de vriendelijke vrouw mijn rug- en schouderspieren loswerken, kan ik alleen bedenken dat ik amper aan het werk denk hier. En dat ik gelukkig ben. En geniet. En hoop dat er aan het Inle Lake ook een spa is zodat mama en Lieve net zo kunnen ontspannen als Annemie, Joris en ik....
Ontbijt in het hotel. Na het ontbijt rijden
we om07:30 naar Kalaw,voorheen een Britse Hill Station. Net voor
ingang van Kalaw zet de bus ons af rond 09:15 amvanwaar onze soft trekking begint. Na een
tocht van +/- 1uur 20minuten stoppen we in het dorp Myin Ka voor een bezoek aan
het dorp. We zien erdePa Laung en Taung Yoe stammen.Onze trekking gids zal eenlichte lunch serveren : Chapati met aardappel
curry met vlees of zonder vlees, vers fruit (oranjeof avocado of meloen) en Chinese thee en
koffiemix.We zetten onze tocht tot het
Painne Pin dorp en zo terug naar Kalaw. Dit stukje tocht duurt ongeveer 1 uur
30 min. Onze bus wacht aan einde van de trekking.Totaal ongeveer 12 km en we nemen er
voldoende tijd voor : 3 uur 30 min.Lunch in het dorp en diner in Pine Hill hotel in Kalaw. Tijdens oktober
is hetin Kalaw overdag tussen de 25-28
graden en s nacht en in de vroege ochtend tot 08:30 am ongeveer 8 tot 15
graden.
Als we tijdig in Kalaw komen is er nogtijd vooreen stadsbezoek. Overnachting in Kalaw, in hotel Pine Hill Resort.
Na
het ontbijt in het hotel uitchecken en transfer naar de luchthaven voor de
vlucht naar Heho.
18.10.2015
NYU
HEH
7Y-161
07:40
08:55
Aangekomen in Heho rijden we naar Pindaya en bezoeken
we de Pindaya Cave, deze grot bezit meer dan 8000 Boeddha beelden dicht naast
elkaar, in alle maten en gemaakt van hout, steen, marmer en brons. In de
namiddag bezoek aan de Shan-papier-fabriekjes waar handgemaakt papier wordt
vervaardigd uit de pulp van de schors van de moerbeiboom. De pasta wordt dan
gedroogd in de zon. Een andere interessante industrie is de productie van
parasols uit geolied papier en gebruikt door monniken en nonnen.
Ongelooflijk prachtige dag... een dag om stil van te worden... een dag onmogelijk met woorden te beschrijven...
We begonnen zwevend in een luchtballon boven de ruïnes van Bagan, ontdekten stupa's en pagodes op de grond, genoten van een fietstocht onder de hete zon en sloten de dag moe maar voldaan af aan het zwembad...
Vandaag genieten we van de ballonvlucht
over Bagan. Magistraal bezoek aan de voornaamste tempels in deze ongelooflijke
site van 40km². Een keuzewordt gemaakt
uit de 2800 tempels, pagodes en ruïnes, elk met hun eigen specifieke
architectuur elk onderdeel belangrijk in de beleving van het boeddhisme. De
meeste daterend van rond de 11e en 12e eeuw. We starten met eenbezoek aan de Thatbyinnyu tempel, de hoogste
in Bagan. Vervolgens naar de Myinkaba Gu Byauk Gyi tempel met muurschilderingen
en dan naar de Manuha tempel waarvier
enorme Boeddha beelden instaan. Verder naar Myinkaba dat als dorp bekend is
voor het lakwerk en waar u het productieproces kunt volgen.We bezoeken het dorp Min NanThu en Paya Thonzu, belangrijk voor het zien
van de 13e eeuw muurschildering. De Dhammayazika pagode is een vijfhoekige
pagode en vergelijkbaar met de Shwezigon pagode. We hebben hier een prachtig
uitzicht vanaf het hoogste terras. De Law Ka Nanda pagode zorgt met veel banken
voor een wijd open uitzicht op de rivier Ayeyarwady.'s Middags bezoek aan de Dhamayangyi tempel,
een enormetempel in rode baksteen,
gebouwd door koning Narathu. De Sulamani tempel heeft een prachtige majestueuze
structuur en werd gebouwd door koning Narapati Sithu. 's Avonds zonsondergang
vanaf de Pyathatgyi tempel. Overnachting in Thazin Garden Hotel.
Wat als...
Wat als ik in Myanmar geboren was? Zou ik dan bij de 5% behoord hebben die bij de geboorte sterft, omdat de 'vroedvrouw' zonder diploma maar met enige ervaring niet gemerkt had dat het een stuitligging was en het hospitaal te veraf en onbetaalbaar bleek? Of zou ik tot de 5% behoord hebben die de leeftijd van 5 jaar niet haalt, door de onvoldoende gevarieerde voeding of omdat ik als baby gewoon te zwak was en niet de noodzakelijke verzorging kon krijgen? Misschien zou ik geluk gehad hebben en in leven zijn gebleven. Al is dan mijn bedenking "kan je dat in een land als Myanmar 'geluk' noemen?"
Elke dag leveren de meeste Birmezen een struggle for life. Elke dag hopen ze om de volgende dag te halen. In een grootstad als Mandalay grepen vooral de woonomstandigheden van de daklozen langs de oevers van de rivier ons naar de keel. Door de overvloed aan regen de afgelopen dagen, lag vaak hun hele hebben en houden op straat te drogen. En dat hebben en houden bestaat uit niet veel meer dan wat kleding en een dekzeil.
Op weg van Mandalay naar Bagan kan ik me niet inbeelden hier te leven. Hutjes, het ene armzaliger dan het andere, met binnen af en toe een soort ligstoel in bamboe. Geen (drink)water voorziening, meestal geen elektriciteit. Wat opvalt, is hoe goed er gezorgd wordt voor varkens en ossen. Ossen maken deel uit van het gezin daar ze vaak meer dan tien jaar mee het land bewerken. Ik kan me niet voorstellen dat er voor mijn huis en dat van de buren in Antwerpen een koe zou staan...
Het is back to basic. En ik schaam me vanbinnen omdat wij haast 'klagen' als er teveel of te weinig airco opstaat, als de koffie geen nespresso-smaak heeft, of als onze sandalen in de modder blijven steken. Hebben we dat recht wel? Ik vind het een moeilijke vraag. Wij groeiden immers op met een andere normen en waarden, met andere gewoonten. Zijn we verwend? Ja, dat hoogstwaarschijnlijk wel. Al wil ik daarmee niet zeggen dat we het niet verdienen om dingen te kunnen doen en kopen, als we er hard voor werken. Al verdienen de mensen dat hier ook natuurlijk. Maar onze basislijn ligt mijlen hoger dan diezelfde basislijn hier. En dus moeten we af en toe even stilstaan bij wat we hebben, ons ervan bewust zijn en ons blijven verwonderen - ook over kleine dingen zoals een vladderende vlinder, een wolk in de vorm van een draak, een lachend kind...en een kitscherige Boeddha vol blingbling waarbij de Birmanen geluk en hoop vinden...
Wat als...
Wat als ik in Myanmar geboren was? Zou ik dan bij de 5% behoord hebben die bij de geboorte sterft, omdat de 'vroedvrouw' zonder diploma maar met enige ervaring niet gemerkt had dat het een stuitligging was en het hospitaal te veraf en onbetaalbaar bleek? Of zou ik tot de 5% behoord hebben die de leeftijd van 5 jaar niet haalt, door de onvoldoende gevarieerde voeding of omdat ik als baby gewoon te zwak was en niet de noodzakelijke verzorging kon krijgen? Misschien zou ik geluk gehad hebben en in leven zijn gebleven. Al is dan mijn bedenking "kan je dat in een land als Myanmar 'geluk' noemen?"
Elke dag leveren de meeste Birmezen een struggle for life. Elke dag hopen ze om de volgende dag te halen. In een grootstad als Mandalay grepen vooral de woonomstandigheden van de daklozen langs de oevers van de rivier ons naar de keel. Door de overvloed aan regen de afgelopen dagen, lag vaak hun hele hebben en houden op straat te drogen. En dat hebben en houden bestaat uit niet veel meer dan wat kleding en een dekzeil.
Op weg van Mandalay naar Bagan kan ik me niet inbeelden hier te leven. Hutjes, het ene armzaliger dan het andere, met binnen af en toe een soort ligstoel in bamboe. Geen (drink)water voorziening, meestal geen elektriciteit. Wat opvalt, is hoe goed er gezorgd wordt voor varkens en ossen. Ossen maken deel uit van het gezin daar ze vaak meer dan tien jaar mee het land bewerken. Ik kan me niet voorstellen dat er voor mijn huis en dat van de buren in Antwerpen een koe zou staan...
Het is back to basic. En ik schaam me vanbinnen omdat wij haast 'klagen' als er teveel of te weinig airco opstaat, als de koffie geen nespresso-smaak heeft, of als onze sandalen in de modder blijven steken. Hebben we dat recht wel? Ik vind het een moeilijke vraag. Wij groeiden immers op met een andere normen en waarden, met andere gewoonten. Zijn we verwend? Ja, dat hoogstwaarschijnlijk wel. Al wil ik daarmee niet zeggen dat we het niet verdienen om dingen te kunnen doen en kopen, als we er hard voor werken. Al verdienen de mensen dat hier ook natuurlijk. Maar onze basislijn ligt mijlen hoger dan diezelfde basislijn hier. En dus moeten we af en toe even stilstaan bij wat we hebben, ons ervan bewust zijn en ons blijven verwonderen - ook over kleine dingen zoals een vladderende vlinder, een wolk in de vorm van een draak, een lachend kind...en een kitscherige Boeddha vol blingbling waarbij de Birmanen geluk en hoop vinden...
Wat als...
Wat als ik in Myanmar geboren was? Zou ik dan bij de 5% behoord hebben die bij de geboorte sterft, omdat de 'vroedvrouw' zonder diploma maar met enige ervaring niet gemerkt had dat het een stuitligging was en het hospitaal te veraf en onbetaalbaar bleek? Of zou ik tot de 5% behoord hebben die de leeftijd van 5 jaar niet haalt, door de onvoldoende gevarieerde voeding of omdat ik als baby gewoon te zwak was en niet de noodzakelijke verzorging kon krijgen? Misschien zou ik geluk gehad hebben en in leven zijn gebleven. Al is dan mijn bedenking "kan je dat in een land als Myanmar 'geluk' noemen?"
Elke dag leveren de meeste Birmezen een struggle for life. Elke dag hopen ze om de volgende dag te halen. In een grootstad als Mandalay grepen vooral de woonomstandigheden van de daklozen langs de oevers van de rivier ons naar de keel. Door de overvloed aan regen de afgelopen dagen, lag vaak hun hele hebben en houden op straat te drogen. En dat hebben en houden bestaat uit niet veel meer dan wat kleding en een dekzeil.
Op weg van Mandalay naar Bagan kan ik me niet inbeelden hier te leven. Hutjes, het ene armzaliger dan het andere, met binnen af en toe een soort ligstoel in bamboe. Geen (drink)water voorziening, meestal geen elektriciteit. Wat opvalt, is hoe goed er gezorgd wordt voor varkens en ossen. Ossen maken deel uit van het gezin daar ze vaak meer dan tien jaar mee het land bewerken. Ik kan me niet voorstellen dat er voor mijn huis en dat van de buren in Antwerpen een koe zou staan...
Het is back to basic. En ik schaam me vanbinnen omdat wij haast 'klagen' als er teveel of te weinig airco opstaat, als de koffie geen nespresso-smaak heeft, of als onze sandalen in de modder blijven steken. Hebben we dat recht wel? Ik vind het een moeilijke vraag. Wij groeiden immers op met een andere normen en waarden, met andere gewoonten. Zijn we verwend? Ja, dat hoogstwaarschijnlijk wel. Al wil ik daarmee niet zeggen dat we het niet verdienen om dingen te kunnen doen en kopen, als we er hard voor werken. Al verdienen de mensen dat hier ook natuurlijk. Maar onze basislijn ligt mijlen hoger dan diezelfde basislijn hier. En dus moeten we af en toe even stilstaan bij wat we hebben, ons ervan bewust zijn en ons blijven verwonderen - ook over kleine dingen zoals een vladderende vlinder, een wolk in de vorm van een draak, een lachend kind...en een kitscherige Boeddha vol blingbling waarbij de Birmanen geluk en hoop vinden...