Jeroen Voorhoof, voor wie elke vraag er op dit moment een
te veel was, probeerde weinig los te laten: Ruzie met Marie. Je kent dat. In
Brussel gebleven. Op café, maar laatste trein gemist.
Pieter hoorde het gelispel in de stem van zijn broer. Hij
zag ook de hoofdwonde links boven de slaap, maar nam genoegen met de korte
uitleg.
Het was immers al zo vaak voorgekomen dat Jeroen kwam
slapen. De laatste tijd niet zo veel meer. Hij kon zich zelfs de laatste keer
niet meer echt herinneren. Heel veel contact hadden ze tenslotte ook niet met
mekaar. Niet meer. Sinds de intussen legendarische familieruzie op de
begrafenis van mama was er iets geknakt tussen hen.
Het had trouwens nooit echt geklikt tussen de broertjes
Voorhoof. De 6 jaar jongere Jeroen was het favorietje in de familie. Altijd
geweest. Pieter was de stille, Jeroen de sociale. Pieter de stijve hark, Jeroen
de sportieve en goedlachse jongeman. Pieter de homo, Jeroen de populaire tist
met aan elke vinger een aanbidster.
Pieter, de homo. Hij had zich al vrij vroeg geout
tegenover zijn ouders. Die vonden het allemaal nogal eigenaardig. Hij was dan
maar, zijn profiel getrouw, naar de stad getrokken.
Een beetje stil en teruggetrokken was hij nog steeds. En
ondanks zijn vrij uitgebreide, soms turbulente, nachtleven in het Brusselse
homomilieu, was Pieter diep vanbinnen toch stikjaloers op zijn jongere broer en
diens schijnbaar perfecte familieleventje.
Het was aangenaam warm aan de rand van het zwembad.
Pieter voelde de wind door zijn haar waaien. Hij stond tot aan zijn middel in
het water. Twee warme handen gleden langs zijn schouders naar beneden. Pieter
greep ze vast en trok ze dicht tegen hem aan.
Hij voelde de borstkas voorzichtig rond de zijne sluiten.
Hij voelde en ging zelf voelen.
Langs de gespierde dijen en terug. Steeds verder tot hij
de penis ging voelen.
Die was hard.
Pieter stak zijn hand verder in de broek, greep de penis
vast en begon voorzichtig heen en weer te schuiven. Dat voelde goed. Het water
klotste rond hen heen.
De bewegingen werden heviger en leidden slechts tot één
doel. Pieter hoorde zacht gekreun. Dan harder gekreun. Steeds weer. Luider.
Bijna systematisch. Op een eentonig ritme. Nog luider. Als een bel ...
Fuck. De bel! Pieter Voorhoof schrok wakker. Zijn hand
stak in zijn broek. Zweetdruppels overal op zijn lijf.
Hij gooide zijn bezwete lakens van zich af en schoot het
bed uit. De kamer uit richting parlofoon.
Hallo?
Pieter, ik ben het. Jeroen.
Slechts heel langzaam drong het tot Pieter door. Nog
terwijl hij op de knop duwde om de voordeur beneden te openen, stond Jeroen
Voorhoof al voor hem.
Jeroen zag er slecht uit. Onverzorgd, zichtbaar beneveld.
Of misschien meer nog dan beneveld, want Jeroen kon altijd al bijzonder goed
dronkenschap verbergen. Van vroeger al, herinnerde Pieter zich.
Nog 10 dagen en dan wordt Eduard Van Hulthem, de eerste president van Europa en koningsgezinde Belgische politicus, vermoord. Tien dagen om het moordcomplot te ontrafelen. En wie weet, te voorkomen. Volg dit spannend vervolgverhaal hier.