Een houten kop. Het overviel Jeroen Voorhoof een beetje.
Zo veel gedronken gisteren? Nee toch, wat schuimwijn op de eerste receptie en
nadien bij het avondeten nog wat blonde Leffe. Valt toch goed mee, niet?
Voorhoof stapte uit bed. Nee, dit was niet zijn meest
gelukkige ochtend. Nu ja, geen enkele ochtend was echt gelukkig voor Voorhoof.
Een rothumeur had hij meestal. Kon enkel goedgemaakt worden op zaterdag -
wekelijks ontbijt met de kinderen - en zondag - kinderen bij de schoonouders,
tijd dus voor de echtelijke plicht. De rest van de week was opstaan een hel.
Met de houten kop van vanmorgen dubbelop, bedacht hij zich.
Voorhoof schuifelde richting badkamer. In een
automatische reflex tikte hij het koffieapparaat aan dat zich met een rochelend
geluid in gang zette. De badkamer was koud, de handdoek nat, de tandpasta op.
Een luide vloek bleef niet uit. Het geluid bleef dof hangen.
De eerste slok koffie deed deugd. Voorhoof ging nog even
terug de slaapkamer binnen. Een indringende geur herinnerde hem eraan dat de
scampi's van het huis gisteravond toch wel erg veel look bevat moeten hebben.
"Marie, ben weg," probeerde hij stilletjes in de hoop dat ze niet
wakker zou worden. Marie was echter wakker. De obligate kus volgde. Ach ja, 's
morgens was alles zowat obligaat.
Voorhoof sloot de deur achter zich, liep de trap af en
haalde de krant uit de bus. De smuikende regen die voorzichtjes viel, duwde
Voorhoof nog wat dieper in het rothumeur. Gisteren geen parkeerplaats gevonden,
de auto stond wel heel erg ver.
Zoals elke morgen reed Jeroen Voorhoof met zijn wagen,
een donkerblauwe audi A6, bouwjaar 2006 - fier als een gieter vertelde hij
altijd aan iedereen die het horen wilde wat voor fantastische voordelen hij had
gekregen bij de aankoop ervan; iets wat zijn vrouw enorm irriterend vond - naar
het station om van daaruit de trein naar Brussel te nemen. Geen files voor mij,
zei hij altijd tegen collega's op het werk. Ik heb al zoveel gedaan voor de
NMBS, nu mogen ze ook eens iets doen voor mij, was de uitspraak die daar
meestal op volgde.
Iedereen wist dat Jeroen Voorhoof een vooraanstaande
kabinetsmedewerker was geweest. Het was een woelige tijd geweest. Van
verkiezing naar verkiezing was Voorhoof erin geslaagd om telkens te springen
naar het juiste postje op het juiste kabinet. Zo had hij zijn invloed
opgebouwd. Al was die invloed in werkelijkheid maar half zo groot als hij zelf
beweerde. Hij was er wel een paar keer in geslaagd om jonge gasten een postje
te bezorgen bij de NMBS, maar de sprong die veel cabinettards hem hadden
voorgedaan: zelf springen naar een grote post bij een overheidsbedrijf, had hij
nooit gekund. Of nooit gewild, zei hij zelf.
Nog 10 dagen en dan wordt Eduard Van Hulthem, de eerste president van Europa en koningsgezinde Belgische politicus, vermoord. Tien dagen om het moordcomplot te ontrafelen. En wie weet, te voorkomen. Volg dit spannend vervolgverhaal hier.