In mijn blog heb ik zelf al veel verteld over mijnmoeilijke ervaring over rouwen. Ik heb rouwen al bekeken vanuit verschillende standpunten. Dit heb ik gedaan op schoolvlak, verschillende organisaties en godsdienst en cultuur. Ik wil rouwen eens gaan bekijken vanuit het standpunt van een ouder. Zo heb ik een interview gedaan met mijn mama Linda Moens voor een duidelijk beeld van de opvolging rond rouwen op school.Het leek mij een nuttig interview voor de evolutie te zien in de jaren.
Mijn papa is gestorven in het jaar 2000 ik zat toen in de derde kleuterklas in het Heilig-Hartinstituut. Ik zou graag de vergelijking eens willen maken met vroeger en nu. Voorbeeld : Is het rouwproces en de opvolging al verbetert sinds het jaar 2000?Wat doet de school nu extra? Was de school ook zo betrokken dan nu om de ouders? Dit zijn vragen waar ik na het interview graag een antwoord zou op weten.
Algemene gegevens over België: In België zijn er jaarlijks bijna vijfduizend kinderen en jongeren (tot 18 jaar) waarvan een ouder overlijdt: -Elk jaar maakt 1 kind op 2000 dit mee; -1 kind op 10 in de loop van de eerste 18 jaar van zijn leven. Elk jaar zijn er ongeveer tweeduizend kinderen van wie een broer of een zus, sterft. -Elk jaar maakt 1 kind op 5000 dit mee.
Deze resultaten heb ik gevonden in het basiswerk van Patrik Somers en Robert Depauw, Ledos, Leven en dood op school, p44. Ik ben dus zeker niet de enige die een rouwproces heeft meegemaakt. Daarvoor vind ik het net zo belangrijk om eens te gaan kijken wat de school voor de ouders en kinderen doet.
Vragen:
-Toen het tragisch ongeval gebeurde hoe werd je geholpen? Waren er organisaties waarbij je terecht kon? Ik had veel hulp van familie, maar andere hulp was er in het begin niet. Er was geen enkele hulp van de regering zelf geen slachtofferhulp. Ik had wel een boekje gekregen van een plaatselijke vereniging jong WW waar er weekelijksactiviteiten instonden. Je kon in deze vereniging terecht voor een goede babbel. In het begin had mijn moeder hier geen nood aan.
- Op latere termijn had je dan nog hulp? Na een jaar heb ik mij aangeloten bij de jonge weduwe en weduwenaars te Erps-Kwerps. Daar hebben we enorm veel steun van gehad. Ook Monica speelde met lotgenoten. Het gaf een fijn gevoel om steeds met mensen te praten die hetzelfde hadden meegemaakt. Verder had ik ook geen hulp.
-Werd je als moeder goed geholpen door de school van u kind? Ja, ik had een enorm goed contact met de kleuterjuf en directeur. De mensen waren zeer vriendelijk en bezorgt. Ze gaven steeds verslag hoe Monica zich gedroeg in de klas. Dit was steeds positief. Ook de ouders van andere kinderen waren zeer vriendelijk.
Later zijn we verhuist en zijn we naar het ks Heilig-Hart geweest. Daar was het minder. Monica was uit haar omgeving weggerukt. Toen begon Monica woede aanvallen te krijgen en merkte ik dat ze steeds verdrietiger werd. Toen merkte ik en de juf dat Monica steeds kruizen tekende. De juf zei dat ik de dood aan het verwerken was en dat dit normaal was. Maar haar klasresultaten gingen steeds verder achteruit en was steeds stiller.
-Werd je dochter goed geholpen door de school?
In de eerste school was Monica zeer goed opgevangen, maar de tweede school was minder. Ze schonken geen aandacht aan het rouwproces en deden hiervoor ook geen moeite. Het CLB werd ook op dat moment nog niet ingeschakeld. Als moeder heb ik zelf de eerste stap gezet , omdat ik merkte dat het de verkeerde kant op ging. Ik ben zelf naar het CLB gegaan en heb enkele gesprekken gehad met de medewerkers. De medewerkers hebben achteraf mijn dochter geobserveerd en hebben gemerkt dat er iets nog niet goed verwerkt was. Monica heeft dankzij het CLB extra ondersteuning gekregen door een psychiater. Zo is zij er langzaam weer bovenop gekomen en heeft zij de dood van haar vader kunnen verwerken.
-Deed de school speciale activiteiten tijdens de tragische gebeurtenis?
Ja de eerste school deed wel enkele activiteiten. Ze plaatsten een foto van haar papa in de klas, we namen boekjes mee naar huis die we voorleesde en in de klas maakten ze ook tekeningen voor Monica en voor op het graf. Dit vond ik zeer positief.
De tweede school deed niet zoveel. Gelukkig heb ik als moeder zelf het initiatief genomen.
Korte reflectie:
Ik merk dat er nog niet zoveel verandert is. Er zijn ook nog geen bijkomende organisaties die de scholen hierbij helpen. Ik vind dit in sommige ernstige gevallen toch nodig. Als toekomstige leerkracht vind ik het toch zeer belangrijk om hier zelf op in te gaan en over te praten. Ik heb ook sterk gemerkt dat in de gesprekken een sterk verschil is tussen scholen. Dit moet veranderen over het rouwproces moet openlijk over gepraat kunnen worden zelf in de kleuterklas. Er zijn verschillende prentenboeken, instructies en materialen om hierrond te werken.
Op 25 mei had ik een interview met juf Katrien over rouwverwerking op school. Juf Katrien is kleuterjuf in de school de waaier bij de 3de kleuterklas.
Ik ben Monica Bruggeman en zit in het tweede jaar Bachelor kleuteronderwijs in de KHLeuven. Voor het vak RZL heb ik als topic gekozen voor Hoe kunnen we kinderen helpen met hun rouwproces op school?"
- Heeft u als kleuterjuf al te maken gehad met rouwen in de kleuterklas? Ja, dit jaar zelf nog. In februari is de opa van een kleuter gestorven. Je merkte dat op dode momenten in de dag deze kleuter het erg moeilijk had. Ook is er twee jaar geleden een leerkracht gestorven aan kanker op school. Hier hebben de kleuters en leerkrachten het heel lang moeilijk meegehad. Dit is een ervaring dat je heel je leven meedraagt.
- Wat deden jullie rond deze gebeurtenissen? Het is vooral belangrijk dat je de kleuters bij het overlijden betrekt. Dit deed onze school aan de hand van verschillende activiteiten. De school maakte een stilte hoek, werkte met speciale prentenboeken rond rouwen, liet de kleuters vertellen over hun juf, maakte vlinders en sterretjes met de kleuters en maakten een echte tuintje met bloemetjes en kruisje voor juf Rutt.
De juf merkte dat er twee grote verschillen waren tussen de kleuters. Er waren kleuters dat het voorval niet zo goed beseften en andere die er heel erg van hebben afgezien.
-Wat gebeurt er bij kinderen die het heel erg moeilijk hadden met de dood van een dierbare? Zoals ik al gezegt heb zijn er enorme verschillen tussen kinderen. Sommige kinderen zien hier enorm vanaf en gaan hun ook anders gedragen. Als dit gedrag langdurig wordt moeten wij als school de ouders en het CLB verwitiggen. Het CLB gaat het kind dan goed opvolgen en indien nodig in gesprek gaan met het kind aan de hand van activiteiten aangepast aan de leeftijd van de kleuters. Dit kan door maandelijks of zelf wekelijks door therapeutische begeleiding.
-Wat doet de school voor de ouders? De school wordt meestal als veilige omgeving aangezien voor het kind even weg van de problemen. De school probeert de ouders zo goed mogelijk te steunen en zorgen dat de communicatie tussen school en ouders goed verloopt. Dit geeft een veilig gevoel voor het kind. Verder wordt er bij moeilijkheden contact gelegt met het CLB. Er wordt ook altijd een rouwkaartje gestuurd naar de ouder of ouders vanuit de naam van de school.
-Zijn er nog andere organisaties waarmee de school werkt tijdens het rouwproces? Nee, de school werkt hoofdzakelijk samen met het CLB. Het centrum kan wel na een bezoek of het gesprek de ouders doorverwijzen naar een andere organisatie. Er worden zo enkele organisaties beschreven in mijn blog.
-Heeft u al gewerkt rond het thema rouwen? Nee, tenzij dan dat er een sterfgeval is in mijn klas. Ik zou dit nooit zonder aanleiding geven, dit wekt verdriet op en oude herinneringen. Ik vind het wel een goed idee om eens een boekje te lezen rond rouwen als er iemand een dierbare heeft verloren. Ik vind het geen goed idee om een hele week rond dit thema te werken. Ik speel liever in op de noden van een individueel kind. Als een kind het extra moeilijk heeft werk ik graag individueel met dat kind.
-Herdenkt u elk jaar de moeilijke gebeurtenis op school? (Aanleiding van de leerkracht die gestorven is.) Ja, elk jaar wordt juf Ruth herdacht. De dag begint dan met een liedje voor juf Rutt, vlinders maken, de tuin extra mooi verzorgen, deeg maken voor de wafels en ballonen oplaten. Aan het einde van de dag maken de juffen hartjeswafels met het deeg. Deze hartjeswafels waren de lievelingswafels van juf Rutt. We proberen juf Rutt in onze school nog steeds levendig te houden.
-Lieve oma pluis Bruna, D, (1996), Mercis Publishing Oma Pluis is gestroven en Nijntje is heel verdrietig. Oma wordt thuis begraven en de begrafenis vindt plaats op een rustig plekje in het bos.
-Merijntje Muis neemt afscheid Dit is een boekje vol gedichtjes die gaan over Merlijntje de muis die afscheid neemt van een vriend.
-De vlieger van opa Dreesen, J, (1988), Altiora Averbode NV Opa en Frederik zijn in de zomer aan zee. Ze spelen met de vlieger. Tot opa plots heel erg ziek wordt en naar het ziekenhuis moet. Opa sterft enkele dagen later.
-Nooit meer is voor altijd Sels, T., (2000), Hasselt: Clavis De vader van Lotte is gestorven. Mama en Lotte hebben verdriet. Papa komt nooit meer terug.
-Een ballon voor opa Neefjes, A.; (2009), Leopold De opa van Tara zit aan allemaal buisjes vast. Hij ligt in het ziekenhuis. Tara gaat altijd bij haar opa opbezoek. Plots is opa dood na enkele dagen. Maar Tara heeft veel vragen voor haar mama. Wat is de dood? Hoe lang blijft opa dood?
-Vuur en vlam De Kockere, G,Dom, A, (2011), Uitgeverij: Manteau Moederdraak is heel ziek. Maar ze wordt steeds zieker en zieker. En na enkele dagen sterft ze. Vader en de kinderen die blijven alleen achter. De kinderen en vader beschrijven in het boek goed hun gevoelens.
-De ballonreis Van den Berg, M, (2005), Uitgeverij Ten Have Het prentenboek gaat over op en zijn kleinkind. Plots wordt opa heel erg ziek en is Derk bang dat hij gaat dood gaan.
-Varley, S., (1995), Uitgeverij Lemniscaat Prentenboek over Derk Das, die voelt dat hij heel oud is en snel gaat sterven. Dat gebeurt ook in het verhaal. De dieren van het bos hebben telkens veel verdriet. Maar blijven steeds denken aan de goede momenten die ze met das beleeft hebben.
-Een ster voor Amber Dubois, C.K, (2002) , Altiora Averbode NV Over de dood van een vriendje. Amber is heel ziek en zal sterven. Dat proces is niet alleen moeilijk voor haarzelf, maar voor iedereen die haar van nabij kent.
-Kikker en het vogeltje Velthuijs, M., (2011), heruitgave, Amsterdam: Leopold BV Bij de rand van het bos ligt een vogeltje. De dieren kikker, haas en eend denken verschillende dingen over het vogeltje. Aan het einde van het verhaal beseffen de dieren dat het vogeltje dood is.
Dag papa in de hemel Van Dongen, I., (1998), Sjaloom Het prentenboek gaat over een meisje die haar papa gestorven is. Het gaat over de gevoelens en het proces dat het meisje beleeft. Dit boekje zorgt voor een goede rouwverwerking zowel voor kinderen als voor de ouders.
Leervraag 1: Hoe kunnen we kinderen helpen met hun rouwproces op school?
Korte situering van het rouwproces van een kleuter van 2.5 jaar tot 5 jaar: De kleuter kan het vaak niet vatten dat de dood definitief is en onomkeerbaar. De kleuter ziet de dood vaak nog als tijdelijk. De dood wordt echt realiteit als de overledene niet terugkomt, kunnen woedeaanvallen het gevolg zijn. Dit las ik in het boek "Dood zijn hoe lang duurt dat?" Woede, agressie en moeilijk gedrag zijn al enkele manieren van rouwen. Het kind kan natuurlijk ook reperessief gedrag vertonen bij een verlieservaring, dit kan door in bed te plassen of soms plots terug bij de ouder gaan slapen. Je merkt dat het kind tijdens deze periode nood heeft aan veiligheid, geborgenheid en aan een warm contact met personen.
Mijn ervaring over mijn rouwproces op 5-jarige leeftijd:
Mijn papa stierf toen ik 5 jaar oud was. Dit besefte ik spijtig genoeg nog niet op deze leeftijd. Ik vertelde steeds aan iedereen dat hij ging terug komen en dat hij even weg was. Dit gebeurde wel vaker met zijn drukke baan. Na enkele maanden begon ik moeilijk gedrag te vertonen. Ik krijg vaak woede aanvallen zowel thuis als op school. Achteraf was dit wel te verklaren door het gemis. Voor mijn mama was dit zeer moeilijk om dit gedrag er nog eens bij te nemen na zo een groot verlies. Achteraf maakten de woede plaats voor repressief gedrag. Ik begon te bedwateren en was zeer verdrietig. Telkens wanneer ik iets tekende maakte ik een kruis op mijn blad. Ik denk dat dit een soort van verwerking is. Verder leest u de ervaringen van mijn mama in bovenstaande interview.
Rouwproces op school:
De dood is spijtig genoeg verbonden aan het leven en is spijtig genoeg ook niet te vermijden op school. Ook al zou ik graag kinderen het leed en woede willen besparen. De school moet een aantal dingen doen voor de kinderen die een dierbare hebben verloren. De leerkracht moet zich bewust van het verdriet van het kind. Het leven thuis is meestal volledig verstoord en hier biedt de school een houvast. Het schoolleven biedt vooral steun in de vorm van routine, stabiliteit en veiligheid voor het kind.
-Let op verandering in het gedrag. In het begin is het heel normaal dat een kind boos, verdriet, stil of agressief gedrag toont. Dit moet je als leerkracht accepteren en voor deze situatie begrip tonen. Let wel op als het kind na enkele maanden dit gedrag nog toont moet er ingegrepen worden. Dit wordt verder beschreven in onderstaande tekst.
-Als een kind wil praten moet men de tijd nemen om te luisteren. Dit is niet altijd gemakkelijk in een drukke klas. Het is best dat je het kind dan apart neemt en op een rustig moment gaat praten met het kind. Je moet het kind steunen en begrip tonen voor zijn situatie. Een aanraking zoals een knuffels kan het kind een gevoel geven van geborgenheid. Dit doe je alleen als je merkt dat het kind hier nood aan heeft.
-Probeer de beste vriendjes van het kind erbij te betrekken. Dit geeft het kind een extra steun en het gevoel dat hij er niet alleen voor staat. Laat de andere kinderen meepraten over de dood van een dierbaren. Zo betrekt de juf de rest van de klas en hebben de kinderen meer begrip voor het soms moeilijk gedrag van het kind. De gesprekken kunnen goed doen, ook voor andere kinderen. Kinderen kunnen elkaars ervaring uitwisselen en begrijpen elkaar zo beter.
-Wees bereid om moeilijke vragen te beantwoorden die de kinderen stellen Het is zeer belangrijk dat je altijd eerlijk bent tegen de kinderen. Voorbeeld: Wat is de dood? , Waarom gaan mensen dood? Het kan best zijn dat je als leerkracht geen antwoord weet op de vragen, dit vertel je dan ook best aan de kleuters. Een leugentje om bestwil helpt het kind niet vooruit. Het is belangrijk dat je kijkt naar de religieuze en culturele achtergrond van het kind. Deze verschillen heb ik al uitgeschreven in een vorige leervraag. Het is belangrijk dat je het kind zijn eigen opvating respecteerd, ook al heb je hier een andere mening over.
-Zorg voor een goede samenwerking met ouders of ouder Een goed contact tussen leerkracht en ouder zorgt voor troost en veiligheid.Geef elke verandering van het gedrag door aan de ouders en bespreek de veranderingen in het gedrag. Dit kan zeer belangrijk zijn om de oorzaken te vinden van repressief gedrag.
-Betrek in het lesgebeuren en activiteiten het verdriet om een overledene Je kan een foto laten meebrengen door het kind. Deze foto geef je dan een speciale plek in de klas. Dit heb ik vroeger als kind nooit gedaan. Dit vind ik jammer!
Initiatieven voor op school:
Er zijn een aantal zeer nuttige kinderboeken die het thema aansnijden. Deze boeken kunnen verder steun bieden voor voor verdere gesprekken met de klas. Elk kind kan leren over verdriet, rouwen en sterven via een goed kinderboek. Dit maakt het voor de leerkracht al makkelijker om rond het onderwerp te werken. Door een boek kom je in contact met taal en dit zorgt ervoor dat de kleuters de juiste woorden kunnen vinden voor een later gesprek. Een boek is zeer fijn, maar zorg ervoor dat het boek niet in de plaats van praten komt. In onderstaande tekst worden enkele prentenboeken besproken die nuttig kunnen zijn voor kinderen.
Een stiltehoek in de klas is een soort van afscheidhoek. In deze hoek kunnen de kleuters even alleen zijn en rustig nadenken. In deze hoek kan je tekennen en zelf schrijven. In de stiltehoek kan de leerkracht op een juist moment een klein gesprek starten met de kinderen.
Een rommelkist van een papa, mama, opa of oma Er staat een koffer met verschillende voorwerpen in. Deze voorwerpen hebben een speciale betekenis voor het kind en doet hem denken aan de gestorven dierbare. Het kind kan hierover vertellen. Dit kan leiden tot een gesprekje tussen de leerkracht en kinderen.
Kleuren van een gevoelsmeter Elke kleuter krijgt een gevoelsmeter. Ze mogen deze kleuren naar hoe ze zich voelen. Voorbeeld: Een donkere kleur is boos.
Leren van gedichtjes en liedjes over verdriet
De kleuters laten tekenen over hun verdriet. Dit helpt zeer goed, wanneer een kind zijn gevoelens niet zo goed kan verwoorden. Achteraf is het wel zeer belangrijk om de tekening te bekijken en de kleuters vragen te stellen over wat hij of zij getekend heeft.
Bij kinderen is het rouwproces een persoonlijke en unieke ervaring. Er zijn verschillende gedragingen dat zich kunnen voordoen. Het kind kan uitgesteld rouwgedrag, wisselend gedrag, regressief gedrag, concentratieproblemen en niks-aan-de-hand-gedrag vertonen. Al deze gedragingen zijn normale signalen voor rouwende kinderen en jongeren. Het is nodig bij meerdere symtomen die zich langere tijd voordoen en zich tezamen blijven vertonen om in te grijpen.
Dit kan als de school, ouders, zorg coördinator en CLB eigenaardig gedrag opmerken. Het centrum voor leerling begeleiding kan het kind dan doorsturen naar een therapeutische begeleiding. Deze begeleiding houdt in dat het kind moet leren omgaan met moeilijke momenten en hun eigen kracht ontdekken.
Genijn,K (2013). Een schooltas vol verdriet: Leren omgaan
met rouwen in de klas. Leuven :Acco
Verliefde, E (2005).
Ruimte voor verdriet.Leuven:Acco
Storms,W(2000). Dood zijn, hoe lang duurt dat?. Hasselt: Clavis