Het is echt opmerkelijk hoeveel kinderen op een jonge leeftijd geconfronteerd worden met het verlies van een dierbare. Hiervoor vond ik het belangrijk om een onderzoek uit te schrijven over verlies op school, organisaties en verschillende culturen. Tijdens het rouwproces worden de kinderen vaak vergeten omdat, omstaanders de kinderen niet belasten met hun verdriet.
Tijdens mijn onderzoek heb ik gemerkt dat er voor scholen een algemene procedure is rond rouwen. Bij de meeste scholen worden de kinderen geholpen zeker de eerste weken tijdens hun verlies. De school werkt samen met het centrum voor leerling begeleiding en deze volgt de leerlingen dan verder op. Gedurende mijn onderzoek vond ik het zeer jammer dat er zo weinig organisaties buiten school waren rond rouwen voor kinderen
Iedereen reageert anders op een overlijden dit heb ik ook sterk gemerkt tijdens mijn onderzoek naar de verschillende culturen. Elke cultuur reageert anders op een overlijden van een dierbare. Sommige nemen gewoon afscheid andere geloven in een tweede leven voor de overleden persoon. Deze meningen moeten we respecteren, maar zo is voor elke familie en kinderen rouwen anders.
Als ik de hulp rond rouwen bij kinderen vergelijk met de jaren 2000 merk ik toch een verschil. De juffen hebben al meer oog voor het kind zelf en de situaties. De kleuterjuffen leren ook vanuit hun opleiding hoe ze met deze kinderen moeten omgaan. Verder zijn er ook al meer middelen bijgekomen om rond dit thema te werken. Dit door verschillende informatieve boeken, prentenboeken en gevoelsdozen. Tijdens mijn onderzoek naar organisaties heb ik gemerkt dat er weinig organisaties zijn voor kinderen. Dit vind ik enorm jammer, want rond rouwen moet er gewerkt en gesproken worden voor de verdere verwerking van het kind. Het rouwproces bij elk kind is verschillend, maar één ding is zeker rouwen heeft tijd nodig. Verlies kan men verwerken, maar nooit vergeten.
Bedankt voor het lezen van mijn brief Met vriendelijke groeten,
Monica Bruggeman 2BAKO2
Datum + uur
Korte omschrijving van de activiteiten
Vrijdag 21 februari 2014 9 u tot 12u
Les RZL: Instructies over onderzoek en thema's
Zondag 22 februari 2014 13u tot 15 u
Opzoek naar een thema in kranten en op het internet Lijstje maken van verschillende onderwerpen Kiezen van een onderwerp
Maandag 23 Februari 2014 17u tot 18 u
Toevoegen van een blog en begin tekst over rouwen
Donderdag 27 maart 2014 14u tot 16u
Motivatie schrijven voor het onderwerp "Rouwproces bij kinderen"
Maandag 31 maart 2014 15u tot 16u
Opzoek naar een geschikt startartikel
Dinsdag 1 april 2014 12u tot13u
Mijn eigen standpunt en ervaring neerschrijven over rouwen
Donderdag 3 april 2014
18u tot 19u
Opzoek naar goede onderzoeksvragen en neerschrijven van de onderzoeksvraag
Woensdag 9 april 2014 15u tot 16u
Bronnen zoeken in de bibliotheek KHLeuven
Donderdag 10 april 2014 16u tot 17 u
Bronnen bekijken en neerschrijven op mijn blog
Maandag 14 april 2014 18u tot 20u
Politieke partijen en hun standpunt over religie en levensbeschouwing
Dinsdag 22 april 2014 09u tot 10u
Bezoek aan instelling Panal
Woensdag 30 april 2014 15u tot 16u
Filmpje Obama bekijken en korte reflectie
Donderdag 1 mei 2014 18u tot 19u Vrijdag 2 mei 2014 19u tot 20u
Verloop van het bezoek Panal neerschrijven
Reflectie neerschrijven over Panal
Zondag18 mei 2014 18u tot 20u Maandag 19 mei 2014 17u tot 18u
Opslossen en zoeken naar antwoorden voor onderzoeksvraag 3
Verder oplossen van onderzoeksvraag 3
Vrijdag 23 mei 2014 14u tot 15 u Zaterdag 24 mei 2014 18u tot 22 u
Oplossen en zoeken naar antwoorden voor onderzoeksvraag 2
Verder oplossen van onderzoeksvraag 2 Oplossen en zoeken naar antwoorden voor onderzoeksvraag 1+ zoeken naar boeken
Zondag 26 mei 2014 18u tot 22u
Oplossen en zoeken naar antwoorden voor onderzoeksvraag 1 Neerschrijven van de prentenboeken over rouwen
Maandag 27 mei 2014 18u tot 20u
Afnemen en neerschrijven van interview met juf Katrien op mijn blog
Dinsdag 28 mei 2014
Afnemen en neerschrijven van interview met mijn moeder
Maandag 2 juni 2014 17u tot 21 u
Logboek opstellen, ervaringen neershrijven en lezersbrief Klasse maken
Als ik terug kijk op het onderzoek van RZL ben ik zeer tevreden dat ik toch voor het onderwerp rouwen heb gekozen. Het heeft me een nieuwe kijk gegeven over het rouwproces van kleuters. Ik heb me echt proberen in te zetten voor dit onderwerp, omdat ik er graag meer van wou weten en een evolutie wou zien in hulpverlening. De gebeurtenis van
het overlijden van mijn papa heeft me enorm getroffen.
Ik probeer deze negatieve ervaring te relativeren en naar de toekomst te
kijken. Ik heb geleerd uit deze ervaring en laat de moed niet zakken op moeilijke
momenten. Het uitschrijven van het interview van mijn mama vond ik zeer moeilijk. Sommige delen van het
verhaal wist ik niet meer, daarom heb ik extra moeten doorvragen. Het was moeilijk om sommige negatieve herinneringen neer te schrijven en over rouwen te schrijven. Tijdens het onderzoek over rouwen kwamen de herinneringen en herkenbare situaties naar boven. Het gaf mij achteraf een goed gevoel om mijn ervaringen neer te schrijven tijdens het onderzoek. Het was een onderwerp dat me echt interesseerde.
Ik probeer positief de toekomst in te gaan, maar het overlijden van mijn vader
tref me steeds.
In mijn blog heb ik zelf al veel verteld over mijnmoeilijke ervaring over rouwen. Ik heb rouwen al bekeken vanuit verschillende standpunten. Dit heb ik gedaan op schoolvlak, verschillende organisaties en godsdienst en cultuur. Ik wil rouwen eens gaan bekijken vanuit het standpunt van een ouder. Zo heb ik een interview gedaan met mijn mama Linda Moens voor een duidelijk beeld van de opvolging rond rouwen op school.Het leek mij een nuttig interview voor de evolutie te zien in de jaren.
Mijn papa is gestorven in het jaar 2000 ik zat toen in de derde kleuterklas in het Heilig-Hartinstituut. Ik zou graag de vergelijking eens willen maken met vroeger en nu. Voorbeeld : Is het rouwproces en de opvolging al verbetert sinds het jaar 2000?Wat doet de school nu extra? Was de school ook zo betrokken dan nu om de ouders? Dit zijn vragen waar ik na het interview graag een antwoord zou op weten.
Algemene gegevens over België: In België zijn er jaarlijks bijna vijfduizend kinderen en jongeren (tot 18 jaar) waarvan een ouder overlijdt: -Elk jaar maakt 1 kind op 2000 dit mee; -1 kind op 10 in de loop van de eerste 18 jaar van zijn leven. Elk jaar zijn er ongeveer tweeduizend kinderen van wie een broer of een zus, sterft. -Elk jaar maakt 1 kind op 5000 dit mee.
Deze resultaten heb ik gevonden in het basiswerk van Patrik Somers en Robert Depauw, Ledos, Leven en dood op school, p44. Ik ben dus zeker niet de enige die een rouwproces heeft meegemaakt. Daarvoor vind ik het net zo belangrijk om eens te gaan kijken wat de school voor de ouders en kinderen doet.
Vragen:
-Toen het tragisch ongeval gebeurde hoe werd je geholpen? Waren er organisaties waarbij je terecht kon? Ik had veel hulp van familie, maar andere hulp was er in het begin niet. Er was geen enkele hulp van de regering zelf geen slachtofferhulp. Ik had wel een boekje gekregen van een plaatselijke vereniging jong WW waar er weekelijksactiviteiten instonden. Je kon in deze vereniging terecht voor een goede babbel. In het begin had mijn moeder hier geen nood aan.
- Op latere termijn had je dan nog hulp? Na een jaar heb ik mij aangeloten bij de jonge weduwe en weduwenaars te Erps-Kwerps. Daar hebben we enorm veel steun van gehad. Ook Monica speelde met lotgenoten. Het gaf een fijn gevoel om steeds met mensen te praten die hetzelfde hadden meegemaakt. Verder had ik ook geen hulp.
-Werd je als moeder goed geholpen door de school van u kind? Ja, ik had een enorm goed contact met de kleuterjuf en directeur. De mensen waren zeer vriendelijk en bezorgt. Ze gaven steeds verslag hoe Monica zich gedroeg in de klas. Dit was steeds positief. Ook de ouders van andere kinderen waren zeer vriendelijk.
Later zijn we verhuist en zijn we naar het ks Heilig-Hart geweest. Daar was het minder. Monica was uit haar omgeving weggerukt. Toen begon Monica woede aanvallen te krijgen en merkte ik dat ze steeds verdrietiger werd. Toen merkte ik en de juf dat Monica steeds kruizen tekende. De juf zei dat ik de dood aan het verwerken was en dat dit normaal was. Maar haar klasresultaten gingen steeds verder achteruit en was steeds stiller.
-Werd je dochter goed geholpen door de school?
In de eerste school was Monica zeer goed opgevangen, maar de tweede school was minder. Ze schonken geen aandacht aan het rouwproces en deden hiervoor ook geen moeite. Het CLB werd ook op dat moment nog niet ingeschakeld. Als moeder heb ik zelf de eerste stap gezet , omdat ik merkte dat het de verkeerde kant op ging. Ik ben zelf naar het CLB gegaan en heb enkele gesprekken gehad met de medewerkers. De medewerkers hebben achteraf mijn dochter geobserveerd en hebben gemerkt dat er iets nog niet goed verwerkt was. Monica heeft dankzij het CLB extra ondersteuning gekregen door een psychiater. Zo is zij er langzaam weer bovenop gekomen en heeft zij de dood van haar vader kunnen verwerken.
-Deed de school speciale activiteiten tijdens de tragische gebeurtenis?
Ja de eerste school deed wel enkele activiteiten. Ze plaatsten een foto van haar papa in de klas, we namen boekjes mee naar huis die we voorleesde en in de klas maakten ze ook tekeningen voor Monica en voor op het graf. Dit vond ik zeer positief.
De tweede school deed niet zoveel. Gelukkig heb ik als moeder zelf het initiatief genomen.
Korte reflectie:
Ik merk dat er nog niet zoveel verandert is. Er zijn ook nog geen bijkomende organisaties die de scholen hierbij helpen. Ik vind dit in sommige ernstige gevallen toch nodig. Als toekomstige leerkracht vind ik het toch zeer belangrijk om hier zelf op in te gaan en over te praten. Ik heb ook sterk gemerkt dat in de gesprekken een sterk verschil is tussen scholen. Dit moet veranderen over het rouwproces moet openlijk over gepraat kunnen worden zelf in de kleuterklas. Er zijn verschillende prentenboeken, instructies en materialen om hierrond te werken.
Op 25 mei had ik een interview met juf Katrien over rouwverwerking op school. Juf Katrien is kleuterjuf in de school de waaier bij de 3de kleuterklas.
Ik ben Monica Bruggeman en zit in het tweede jaar Bachelor kleuteronderwijs in de KHLeuven. Voor het vak RZL heb ik als topic gekozen voor Hoe kunnen we kinderen helpen met hun rouwproces op school?"
- Heeft u als kleuterjuf al te maken gehad met rouwen in de kleuterklas? Ja, dit jaar zelf nog. In februari is de opa van een kleuter gestorven. Je merkte dat op dode momenten in de dag deze kleuter het erg moeilijk had. Ook is er twee jaar geleden een leerkracht gestorven aan kanker op school. Hier hebben de kleuters en leerkrachten het heel lang moeilijk meegehad. Dit is een ervaring dat je heel je leven meedraagt.
- Wat deden jullie rond deze gebeurtenissen? Het is vooral belangrijk dat je de kleuters bij het overlijden betrekt. Dit deed onze school aan de hand van verschillende activiteiten. De school maakte een stilte hoek, werkte met speciale prentenboeken rond rouwen, liet de kleuters vertellen over hun juf, maakte vlinders en sterretjes met de kleuters en maakten een echte tuintje met bloemetjes en kruisje voor juf Rutt.
De juf merkte dat er twee grote verschillen waren tussen de kleuters. Er waren kleuters dat het voorval niet zo goed beseften en andere die er heel erg van hebben afgezien.
-Wat gebeurt er bij kinderen die het heel erg moeilijk hadden met de dood van een dierbare? Zoals ik al gezegt heb zijn er enorme verschillen tussen kinderen. Sommige kinderen zien hier enorm vanaf en gaan hun ook anders gedragen. Als dit gedrag langdurig wordt moeten wij als school de ouders en het CLB verwitiggen. Het CLB gaat het kind dan goed opvolgen en indien nodig in gesprek gaan met het kind aan de hand van activiteiten aangepast aan de leeftijd van de kleuters. Dit kan door maandelijks of zelf wekelijks door therapeutische begeleiding.
-Wat doet de school voor de ouders? De school wordt meestal als veilige omgeving aangezien voor het kind even weg van de problemen. De school probeert de ouders zo goed mogelijk te steunen en zorgen dat de communicatie tussen school en ouders goed verloopt. Dit geeft een veilig gevoel voor het kind. Verder wordt er bij moeilijkheden contact gelegt met het CLB. Er wordt ook altijd een rouwkaartje gestuurd naar de ouder of ouders vanuit de naam van de school.
-Zijn er nog andere organisaties waarmee de school werkt tijdens het rouwproces? Nee, de school werkt hoofdzakelijk samen met het CLB. Het centrum kan wel na een bezoek of het gesprek de ouders doorverwijzen naar een andere organisatie. Er worden zo enkele organisaties beschreven in mijn blog.
-Heeft u al gewerkt rond het thema rouwen? Nee, tenzij dan dat er een sterfgeval is in mijn klas. Ik zou dit nooit zonder aanleiding geven, dit wekt verdriet op en oude herinneringen. Ik vind het wel een goed idee om eens een boekje te lezen rond rouwen als er iemand een dierbare heeft verloren. Ik vind het geen goed idee om een hele week rond dit thema te werken. Ik speel liever in op de noden van een individueel kind. Als een kind het extra moeilijk heeft werk ik graag individueel met dat kind.
-Herdenkt u elk jaar de moeilijke gebeurtenis op school? (Aanleiding van de leerkracht die gestorven is.) Ja, elk jaar wordt juf Ruth herdacht. De dag begint dan met een liedje voor juf Rutt, vlinders maken, de tuin extra mooi verzorgen, deeg maken voor de wafels en ballonen oplaten. Aan het einde van de dag maken de juffen hartjeswafels met het deeg. Deze hartjeswafels waren de lievelingswafels van juf Rutt. We proberen juf Rutt in onze school nog steeds levendig te houden.
-Lieve oma pluis Bruna, D, (1996), Mercis Publishing Oma Pluis is gestroven en Nijntje is heel verdrietig. Oma wordt thuis begraven en de begrafenis vindt plaats op een rustig plekje in het bos.
-Merijntje Muis neemt afscheid Dit is een boekje vol gedichtjes die gaan over Merlijntje de muis die afscheid neemt van een vriend.
-De vlieger van opa Dreesen, J, (1988), Altiora Averbode NV Opa en Frederik zijn in de zomer aan zee. Ze spelen met de vlieger. Tot opa plots heel erg ziek wordt en naar het ziekenhuis moet. Opa sterft enkele dagen later.
-Nooit meer is voor altijd Sels, T., (2000), Hasselt: Clavis De vader van Lotte is gestorven. Mama en Lotte hebben verdriet. Papa komt nooit meer terug.
-Een ballon voor opa Neefjes, A.; (2009), Leopold De opa van Tara zit aan allemaal buisjes vast. Hij ligt in het ziekenhuis. Tara gaat altijd bij haar opa opbezoek. Plots is opa dood na enkele dagen. Maar Tara heeft veel vragen voor haar mama. Wat is de dood? Hoe lang blijft opa dood?
-Vuur en vlam De Kockere, G,Dom, A, (2011), Uitgeverij: Manteau Moederdraak is heel ziek. Maar ze wordt steeds zieker en zieker. En na enkele dagen sterft ze. Vader en de kinderen die blijven alleen achter. De kinderen en vader beschrijven in het boek goed hun gevoelens.
-De ballonreis Van den Berg, M, (2005), Uitgeverij Ten Have Het prentenboek gaat over op en zijn kleinkind. Plots wordt opa heel erg ziek en is Derk bang dat hij gaat dood gaan.
-Varley, S., (1995), Uitgeverij Lemniscaat Prentenboek over Derk Das, die voelt dat hij heel oud is en snel gaat sterven. Dat gebeurt ook in het verhaal. De dieren van het bos hebben telkens veel verdriet. Maar blijven steeds denken aan de goede momenten die ze met das beleeft hebben.
-Een ster voor Amber Dubois, C.K, (2002) , Altiora Averbode NV Over de dood van een vriendje. Amber is heel ziek en zal sterven. Dat proces is niet alleen moeilijk voor haarzelf, maar voor iedereen die haar van nabij kent.
-Kikker en het vogeltje Velthuijs, M., (2011), heruitgave, Amsterdam: Leopold BV Bij de rand van het bos ligt een vogeltje. De dieren kikker, haas en eend denken verschillende dingen over het vogeltje. Aan het einde van het verhaal beseffen de dieren dat het vogeltje dood is.
Dag papa in de hemel Van Dongen, I., (1998), Sjaloom Het prentenboek gaat over een meisje die haar papa gestorven is. Het gaat over de gevoelens en het proces dat het meisje beleeft. Dit boekje zorgt voor een goede rouwverwerking zowel voor kinderen als voor de ouders.
Leervraag 1: Hoe kunnen we kinderen helpen met hun rouwproces op school?
Korte situering van het rouwproces van een kleuter van 2.5 jaar tot 5 jaar: De kleuter kan het vaak niet vatten dat de dood definitief is en onomkeerbaar. De kleuter ziet de dood vaak nog als tijdelijk. De dood wordt echt realiteit als de overledene niet terugkomt, kunnen woedeaanvallen het gevolg zijn. Dit las ik in het boek "Dood zijn hoe lang duurt dat?" Woede, agressie en moeilijk gedrag zijn al enkele manieren van rouwen. Het kind kan natuurlijk ook reperessief gedrag vertonen bij een verlieservaring, dit kan door in bed te plassen of soms plots terug bij de ouder gaan slapen. Je merkt dat het kind tijdens deze periode nood heeft aan veiligheid, geborgenheid en aan een warm contact met personen.
Mijn ervaring over mijn rouwproces op 5-jarige leeftijd:
Mijn papa stierf toen ik 5 jaar oud was. Dit besefte ik spijtig genoeg nog niet op deze leeftijd. Ik vertelde steeds aan iedereen dat hij ging terug komen en dat hij even weg was. Dit gebeurde wel vaker met zijn drukke baan. Na enkele maanden begon ik moeilijk gedrag te vertonen. Ik krijg vaak woede aanvallen zowel thuis als op school. Achteraf was dit wel te verklaren door het gemis. Voor mijn mama was dit zeer moeilijk om dit gedrag er nog eens bij te nemen na zo een groot verlies. Achteraf maakten de woede plaats voor repressief gedrag. Ik begon te bedwateren en was zeer verdrietig. Telkens wanneer ik iets tekende maakte ik een kruis op mijn blad. Ik denk dat dit een soort van verwerking is. Verder leest u de ervaringen van mijn mama in bovenstaande interview.
Rouwproces op school:
De dood is spijtig genoeg verbonden aan het leven en is spijtig genoeg ook niet te vermijden op school. Ook al zou ik graag kinderen het leed en woede willen besparen. De school moet een aantal dingen doen voor de kinderen die een dierbare hebben verloren. De leerkracht moet zich bewust van het verdriet van het kind. Het leven thuis is meestal volledig verstoord en hier biedt de school een houvast. Het schoolleven biedt vooral steun in de vorm van routine, stabiliteit en veiligheid voor het kind.
-Let op verandering in het gedrag. In het begin is het heel normaal dat een kind boos, verdriet, stil of agressief gedrag toont. Dit moet je als leerkracht accepteren en voor deze situatie begrip tonen. Let wel op als het kind na enkele maanden dit gedrag nog toont moet er ingegrepen worden. Dit wordt verder beschreven in onderstaande tekst.
-Als een kind wil praten moet men de tijd nemen om te luisteren. Dit is niet altijd gemakkelijk in een drukke klas. Het is best dat je het kind dan apart neemt en op een rustig moment gaat praten met het kind. Je moet het kind steunen en begrip tonen voor zijn situatie. Een aanraking zoals een knuffels kan het kind een gevoel geven van geborgenheid. Dit doe je alleen als je merkt dat het kind hier nood aan heeft.
-Probeer de beste vriendjes van het kind erbij te betrekken. Dit geeft het kind een extra steun en het gevoel dat hij er niet alleen voor staat. Laat de andere kinderen meepraten over de dood van een dierbaren. Zo betrekt de juf de rest van de klas en hebben de kinderen meer begrip voor het soms moeilijk gedrag van het kind. De gesprekken kunnen goed doen, ook voor andere kinderen. Kinderen kunnen elkaars ervaring uitwisselen en begrijpen elkaar zo beter.
-Wees bereid om moeilijke vragen te beantwoorden die de kinderen stellen Het is zeer belangrijk dat je altijd eerlijk bent tegen de kinderen. Voorbeeld: Wat is de dood? , Waarom gaan mensen dood? Het kan best zijn dat je als leerkracht geen antwoord weet op de vragen, dit vertel je dan ook best aan de kleuters. Een leugentje om bestwil helpt het kind niet vooruit. Het is belangrijk dat je kijkt naar de religieuze en culturele achtergrond van het kind. Deze verschillen heb ik al uitgeschreven in een vorige leervraag. Het is belangrijk dat je het kind zijn eigen opvating respecteerd, ook al heb je hier een andere mening over.
-Zorg voor een goede samenwerking met ouders of ouder Een goed contact tussen leerkracht en ouder zorgt voor troost en veiligheid.Geef elke verandering van het gedrag door aan de ouders en bespreek de veranderingen in het gedrag. Dit kan zeer belangrijk zijn om de oorzaken te vinden van repressief gedrag.
-Betrek in het lesgebeuren en activiteiten het verdriet om een overledene Je kan een foto laten meebrengen door het kind. Deze foto geef je dan een speciale plek in de klas. Dit heb ik vroeger als kind nooit gedaan. Dit vind ik jammer!
Initiatieven voor op school:
Er zijn een aantal zeer nuttige kinderboeken die het thema aansnijden. Deze boeken kunnen verder steun bieden voor voor verdere gesprekken met de klas. Elk kind kan leren over verdriet, rouwen en sterven via een goed kinderboek. Dit maakt het voor de leerkracht al makkelijker om rond het onderwerp te werken. Door een boek kom je in contact met taal en dit zorgt ervoor dat de kleuters de juiste woorden kunnen vinden voor een later gesprek. Een boek is zeer fijn, maar zorg ervoor dat het boek niet in de plaats van praten komt. In onderstaande tekst worden enkele prentenboeken besproken die nuttig kunnen zijn voor kinderen.
Een stiltehoek in de klas is een soort van afscheidhoek. In deze hoek kunnen de kleuters even alleen zijn en rustig nadenken. In deze hoek kan je tekennen en zelf schrijven. In de stiltehoek kan de leerkracht op een juist moment een klein gesprek starten met de kinderen.
Een rommelkist van een papa, mama, opa of oma Er staat een koffer met verschillende voorwerpen in. Deze voorwerpen hebben een speciale betekenis voor het kind en doet hem denken aan de gestorven dierbare. Het kind kan hierover vertellen. Dit kan leiden tot een gesprekje tussen de leerkracht en kinderen.
Kleuren van een gevoelsmeter Elke kleuter krijgt een gevoelsmeter. Ze mogen deze kleuren naar hoe ze zich voelen. Voorbeeld: Een donkere kleur is boos.
Leren van gedichtjes en liedjes over verdriet
De kleuters laten tekenen over hun verdriet. Dit helpt zeer goed, wanneer een kind zijn gevoelens niet zo goed kan verwoorden. Achteraf is het wel zeer belangrijk om de tekening te bekijken en de kleuters vragen te stellen over wat hij of zij getekend heeft.
Bij kinderen is het rouwproces een persoonlijke en unieke ervaring. Er zijn verschillende gedragingen dat zich kunnen voordoen. Het kind kan uitgesteld rouwgedrag, wisselend gedrag, regressief gedrag, concentratieproblemen en niks-aan-de-hand-gedrag vertonen. Al deze gedragingen zijn normale signalen voor rouwende kinderen en jongeren. Het is nodig bij meerdere symtomen die zich langere tijd voordoen en zich tezamen blijven vertonen om in te grijpen.
Dit kan als de school, ouders, zorg coördinator en CLB eigenaardig gedrag opmerken. Het centrum voor leerling begeleiding kan het kind dan doorsturen naar een therapeutische begeleiding. Deze begeleiding houdt in dat het kind moet leren omgaan met moeilijke momenten en hun eigen kracht ontdekken.
Genijn,K (2013). Een schooltas vol verdriet: Leren omgaan
met rouwen in de klas. Leuven :Acco
Verliefde, E (2005).
Ruimte voor verdriet.Leuven:Acco
Storms,W(2000). Dood zijn, hoe lang duurt dat?. Hasselt: Clavis
Leervraag 2: Hoe wordt er in verschillende culturen omgegaan met rouwen?
Levensbeschouwing
Iedereen heeft een beeld van god, of je nu gelooft of niet. Het beeld dat je hebt van god wordt bepaald door je eigen denkpatroon, je opvoeding, je vader en moeder, je contact met religie en cultuur. Elke levensbeschouwing kent uiterst progressieve strekking, met daartussen een hele waaier van belevingen. Dit zegt Vera Nelen van het UZ. Gasthuisberg. Ik kan mij erg goed vinden in mevrouw Nelen haar uitspraak. Ik vind het belangrijk dat elke patiënt of rouwende persoon benaderd wordt vanuit de waarde en normen die deze persoon belangrijk vind. Als hulpgever is het zeer nuttig om te weten wat de rituelen zijn van elk geloof. Zo voelen de slachtoffers zich sneller begrepen. Dit is ook nodig in een veelkleurige samenleving, waarin verschillende culturen, levensbeschouwingen en visies elkaar ontmoeten.
In onderstaande tekst vind u hoe de verschillende culturen omgaan met verlies:
Katholicisme:
God wordt aanzien als de schepper en men gelooft dat mensen na de dood naar de hemel gaan. Traditoneel is het beeld van de hemel en de hel. Dit heeft te maken met hoe de mensen geleefd hebben. Als belangrijk ritueel voert men de ziekenzalving uit. Zo zijn er verschillende rituelen zoals ziekenzalving, gebeden, zegeningen, biecht en berechting. Deze rituelen proberen de mensen de ondersteunen. Voor het opbaren zijn er specifieke kenmerken. Zo plaatst men een kaars, kruis, bloemen en wijwater naaste overleden persoon gelegt. Het opbaren van het lichaam gebeurt door de hulpverlener, familie of begrafenisondernemer. Het lichaam wordt opgebaard in rouwcentrum of mortuarium. De uitvaart verloopt op verschillende manieren. Zo kan een persoon begraven of gecremeerd worden, volgens eigen keuze.
Ik vind het zeer goed dat in het Katholicisme de overlevende zelf mag kiezen op welke manier hij begraven word. Dit kan de persoon zelf vooraf al beslissen. Ik vind dat iedere persoon recht heeft om deze beslissing zelf te maken. Ook je kan zorgen voor een aandenken te geven aan je nabestaande dit kan door een aandenken of zelf de assen van de crematie.
Jodendom:
Ziekte behoren tot het leven. Een stervende wordt met grote eerbied benaderd en daarom zal niemand hem storen door aanraking,want een aanraking verkort het leven van een mens. Een stervende zijn leven mag niet worden versneld door euthanasie, dit is onspreekbaar. Ook worden emotionele taferelen vermeden. Men kent de gewoonte om bij een stervende te bidden en het opzeggen van een geloofsbelijdenis. Voor de dood te constateren gebruikt men een pluimpje voor in de neus of mond van de zieken. Het wassen en linnendoodskledij aandoen gebeurt door een familielid. De overledenen word in een kist gelegd dat overstrooid is met zand. De overleden gaat naar het paradijs als deze goed geleefd heeft de andere gaan naar de hel. Voor de joden blijft een persoon verder leven en zij geloven in leven na de dood.
Ik vind het zeer fijn dat joden zo goed voor hun familielid zorgen. Dit doen ze met het nodige respect en waarde en normen.
Boeddhisme: Het boeddisme ziet zichzelf als een filosofie of eerder een religie zonder godsbeeld. Het boeddhisme ziet het leven als bezwaard en getekend door het lijden. Het doel is een weg te vinden naar rust en verlichting van het lijden. De boedisten ondersteunen elkaar in het lijden en sterven. Een overlijden gebeurt samen met een wedergeboorten. De boedisten geloven dat je terug komt in een nieuwe persoon.
Hindoeïsme:
Hindoes accepteren hun ziekten, maar gaan er echt alles aan doen om een persoon terug beter te maken. De familie zijn voor hindoes zeer belangrijk. De families steunen elkaar en laten de familieleden niet alleen lijden. De hindoes vinden verbondenheid zeer belangrijk. Rituelen zijn zeer belangrijk voor Hindoes. Een overledenen word gecremeerd in open lucht. De oudeste zoon van de familie doet de brandstapel aan. Het as wordt verstrooid in de rivier de Ganges. De rouwkleur van de hindoes is wit.
Hindoes geloven in reïncarnatie. De Hindoes komen terug hoedat ze in een vorig leven hebben geleeft.
Ik merk dat de familieband zeer belangrijk is bij de Hindoes. De overledenen krijgt een zeer mooie en rustige uitvaart met de hele familie erbij.
Islam: Ziek zijn betekent een verstoring van het evenwichtig dat door god bedoeld is. Voor een moslim is het zeer belangrijk om dit te herstellen. Op ziekenbezoek gaan is voor Moslim een plicht. Een stervende wordt met zijn gezicht in de richting van Mekka gekeerd en het gebeden worden uitgesproken. De dood is een overgang van wachten tot het einde der tijden. Daar zal god een oordeel over mensen vellen. De Moslim vertrouwt hierbij in gods goedewil. De Moslims geloven dat ze in hun graf een ondervaring krijgen van twee engelen over hun geloof. Een zorgverlener mag de overledenen niet wassen of opbaren. Dit moet de familie doen.
Bronnen:
Jansens Eva, I (2005), Handleiding bij rouwen op school. Eindwerk: Trevels Caroline (2001-2002), Hoe omgaan met lijden en rouwen?, Leuven.
Leervraag 3: Zijn er organisaties die kinderen helpen bij hun rouwproces?
Na mijn bezoek aan Panal Heverlee heb ik gemerkt dat de
rouwzorg voor kinderen eerder miniem is en dat ik opzoek moet gaan naar andere
organisaties om mijn onderzoek uit te diepen.
Naast de school en ouders ben ik opzoek gegaan naar andere organisaties die
kinderen helpen bij rouwverwerking. Dit was zeker geen gemakkelijke opdracht
,omdat het rouwen van kinderen vaak vergeten wordt en eerder gericht is op
volwassenen.Ik heb gemerkt na mijn onderzoek dat de organisaties
voor kinderen en zeker voor kleuters zeer miniem zijn. De organisaties zijn
beperkt en niet alle kinderen komen tot aanmerken. Als de schoolen ouders merken dat er verschillende
factoren veranderen bij het kind wordt het kind pas doorgestuurd naar een
organisatie.
Dit kan bij Cognitieve
factoren: - Het kind begrijpt niet dat de dood definitief is - Misvatting en verkeerde interpretaties. Het kind denkt
dat het allemaal zijn schuld is. - Het vermogenvan
de dood te begrijpen is zeer beperkt.
Dit kan bij emotionele
factoren:
-Kinderen vertonen
scheidingsangst -Jonge kinderen die
lange tijd na elkaar verdrietig blijven
Bij het overlijden
van een leerling of een leerkracht komt heel wat kijken. Het is best als je er
binnen het schoolteam, inclusief het CLB, vooraf over nadenkt hoe je zoiets kan
aanpakken. Centrum voor leerling begeleiding word hierbij betrokken al dan niet
nodig. Bij problemen wordt het CLB echt ingeschakeld.
Het CLB
meerbepaald de kinderpsycholoog heeft een gesprek met het kind indien het kind
dit wenst. Dit gebeurt meestal alleen wanneer de ouders en school merkt dat het
kind dit nodig heeft. De factoren zijn in bovenstaande alinea beschreven. De
kinderpsycholoog kan indien hij of zij dit nodig vind het kind doorverwijzen
naar een psychiater of hulporganisatie. Dit kan alleen als de ouder en het kind
hiermee akkoord is.
Hieronder zijn
enkele organisaties beschreven:
Bij de Jongeren Advies Centra (JAC) kan men terecht
voor psychosociale begeleiding en slachtofferhulp.
Voor morele bijstand omtrent levensvragen, zingevingvragen of existentiële
problematiek zijn er de Centrale morele dienstverlening. Het verwerken van een verlieservaring,
rouwverwerking en persoonlijke zingeving na verlies van een dierbare, vormt een
belangrijk onderdeel.
Rouwzorg Vlaanderen is een organisatie die ontstaan is om de diversiteit van kwaliteitsvolle
initiatieven rond 'zorg om mensen in rouw' in Vlaanderen en meer bepaald in de
provincie Antwerpen en omgeving te bundelen en kenbaar te maken.
Missing You is een project voor kinderen en jongeren wiens broer, zus, ouder,
vriend(in) ... overleden is en hiervoor in contact willen komen met lotgenoten.
Mijn ervaring:
Ik ben zelf ook naar
de psychiater geweest voor mijn verdriet te verwerken.
Mijn schoolresultaten
daalde drastisch en bedplassen kwam regelmatig voor. Steeds
Tekende ik kruizen op
mijnblad , dit telkens als ik een
tekeningmoest maken. De
Professionele hulp
heeft mij geholpen om het verdriet een plaatst te geven in mijn leven.
Ook ben ik met mijn
mama naar een vereniging voor jonge weduwe en weduwnaars.
Hier heb ik de moed
gevonden om met kinderen hierover te praten en voelde ik mij
Tijdens mijn
bezoek had ik een gesprek met de verpleegsters Lutte Vanhullen en Monique
Drees.
Zij vertelde mij dat deze organisatie vooral vooraf werkt, maar ook indien
nodig voor de nabestaande achteraf. Alsde zorgbehoevende overleden is blijven meestal nabestaande alleen
achter. Hierbij wilt Panal de nabestaande kort begeleiden. Ik vind wel dat dit
zeer beperkt. Dit is zeer jammer , want vaak hebben de nabestaande dus ook
kinderen vaak een goede band met deze verpleegsters. Ik informeerde mij verder
naar het rouwproces van kinderen. Hierbij werden deze kinderen vaak
doorverwezen naar een kinderpsycholoog of biedt Panal hulp met de sterrendoos.
Hierin zitten allerlei verschillende materialen, zoals boekjes en werkboekjes.
Zo kunnen de kinderen hun gevoelens neerschrijven en werkjes maken voor de
overleden persoon. Ook is er een bibliotheek met boekjes voor volwassenen en
kinderen over rouwen. Deze boekjes voor kinderen ga ik verder beschrijven in
mijn blog.
Verder vind ik de inbreng van Panal eerder
miniem als het rond rouwzorg gaat, zowel voor volwassen als kinderen.
Op donderdag 22 april 2014 ben ik opbezoek gegaan naar de instelling Panal. Deze
instelling situeert zich op de Waversebaan 20 te Heverlee.
Panal definieert men als palliatiefnetwerk arrondissement Leuven.
Palliatieven zorg is het intens zorgen voor zieken die in hun laatste
levensfase zitten, waar genezen niet meer mogelijk is. Deze zorg is een totale
zorg die het lijden zo veel mogelijk beperkt en mensen die in hun laatste levensfase
bij te staan. Hierbij worden meestal nabestaande bij betrokken. In dit geval
ook kinderen.
Tijdens mijn bezoek heb ik mij vooral toegespitst
op het vlak van rouwzorg.
Deze belangrijke
taak hoort ook bij het palliatieve netwerk. Na het overlijden van de patiënt
blijven vaak de nabestaanden alleen over, om dit te verlichten gaat Panal deze
mensen verder begeleiden. Na het overlijden word er nog een extra bezoek
ingezet. De nabestaande kunnen zo nog een gesprek hebben met de verpleegkundige
die hun familielid verzorgd en begeleid heeft. Bij hoge nood aan extra
ondersteuning kunnen de nabestaanden nog terecht bij een rouwtherapeute of
andere diensten. Deze begeleiding is nodig om door de moeilijke rouwproces te
komen.
Hulpmiddelen voor
het rouwproces voor kinderen:
Er is een sterrendoos
waar verschillende materialen in zitten om mee te werken. Dit kunnen ze alleen
doen maar ook met hun vertrouwens persoon. Dit helpt jonge kinderen om hun
gevoelens beter te plaatsen, want vaak is dit niet gemakkelijk op deze jonge
leeftijd. Deze doos kan je gebruiken voor en na het overlijden.
Verder kan je
verschillende boeken over het rouwen en omgaan met het verdriet uilenen in de
bibliotheek van Panal.
- Rouwbrochures
iemand is er niet meer
-werkboekjes
- Voor sommige
boekjes betaal je een democratische prijs.