Soms zit je leven in een slop,
en voel je rond je hals een strop.
Dan zie je het leven even niet meer zitten,
en kun je op alles en iedereen vitten.
Je scheld, je vloekt en tiert,
en alles interessert je geen zier.
Dan trek je je deken over je hoofd,
en denk je niet aan eten of brood.
Thuis vindt je gen rust,
wanneer heb ik jou voor het laatst gekust.
Mijn gedachten zijn heel vaag,
was het gisteren of vandaag.
Dan klim je stilletjes uit je dal,
kun je lachen met een kind met een bal.
Dan voel ik mij gelukkig en blij,
en in mijn hart ben jij bij mij.
Een streling van jou, of gewoon een zoen,
dan kan vaak wonderen doen.
En elk moment dat ik jou kan omarmen,
begrijp ik elke leeftijd heeft zijn charme.