Je loopt met vleugels, en je lacht, de wereld is je vlinder, in al zijn kleurenpracht. Je voeten zijn dan wel zwaarder, dan je eigenlijk dacht.
Je zet ze niet verkeerd, maar recht vooruit, toch voelt het stroever, het dansen is eruit. Ik reik je mijn hand, laat je weer vliegen, er is niets meer om te liegen, je bent weer vrij, kies voor jezelf, en een beetje voor mij.
Eindelijk is het gelukt, na jaren tobben is het voorbij, het heeft heel lang geduurd, maar nu komen er goede tijden voor mij.
Het is nog moeilijk te bevatten, het dringt nog niet helemaal tot me door, ik kan weer voor mijn toekomst gaan vechten, ook die van jou, en daar doe ik het voor.
Jaren was mijn toekomst onzeker, liep het slecht af of goed, het laatste is het gevaln en dat geeft me weer moed.
Op dit vlak heb ik geen pijn meer, die jarenlange zorgen zijn voorbij, de zon mag weer gaan schijnen, in volle glorie voor mij.
Hier lig ik in mijn bed, te staren in het rond, ik wou dat ik de slaap eindelijk eens vond. komt het door zorgen, die deze dag mij bracht, krijg ik daarom deze slapeloze nacht.
Ik sta op en open het gordijn, en kijk naar de lucht of er nog sterren zijn. Honderden kleine lichtjes zie ik in de verte staan, met ergens daar tussen de maan.
Zo in het heelal te staren geeft me weer moed, ik ga terug in bed en denk het komt vast goed. Mijn zorgen zet ik voor even aan de kant, en vertrek naar dromenland.
Waarom kunnen jullie samen niet gelukkig zijn, is het bij elkaar zijn dan niet meer fijn? Er is alleen maar verdriet wat in jullie ogen zie, de liefde tussen jullie werd een verloren melodie.
De juiste toonhoogte is er niet meer, valse noten verschijnen telkens weer. Da, kun je elkaar maar beter de vrijheid geven, om solo nog iets te maken van je leven.
In het dagboek van mijn leven, wordt op elke pagina wat beschreven. Over liefde, over goed en kwaad, van voorspoed, het verdriet wat er bestaat.
Soms zou ik er een pagina uit willen scheuren, van een dag die ik kan betreuren. Op zo'n dag gaat er van alles mis, het is niet erg, als het maar in evenwicht is.
Telkens weer vind ik ook een bladzij, daar lees ik van geluk, op die dag was ik zo blij. geschreven bladen, niet meer uit te wissen, dagboek, ik zou je voor geen goud willen missen.
Bloemen leg ik op je graf,
en denk aan de naam die je moeder je gaf.
In gedachten zie ik je beeld voor mij,
en weer hoor ik wat je altijd zei
Ga steeds door meisje, kijk niet op zij,
ook al heb je innerlijk veel pijn.
Heb je last en zorgen,
er komt steeds een nieuwe morgen.
Het leven gaar niet altijd over rozen,
en kan je soms niet bekoren.
Kijk dan een naar boven,
misschien zie je dan regenbogen.
Met hele felle kleuren,
en ruik je lekkere aromatische geuren.
Dan valt je leven weer in de plooi,
en is alles weer even mooi
En ben ik soms erg verward,
toch bewaar ik in mijn hart;
voor jou steeds een plaatsje apart,
en denk aan jou dg en nacht.
Bloemen breng ik jou vandaag en morgen,
bij jou voelde ik mij zo geborgen.
Bloemen wil ik jou dagelijks schenken,
en zal altijd aan jou blijven denken.
Dit heb ik speciaal geschreven voor mijn moeder die ik al veel te lang moet missen.
Maandag is voor hem de grote dag, dan begint hoop ik voor mij een ander leven. Voor hem, die ik het leven gaf, en waar ik alleen maar liefde aan kan geven.
Wij blijven voor altijd moeder en zoon, voor anderen niks bijzonder, heel gewoon. Voor mij, heel moeilijk te aanvaarden, dat hij zo kon ontaarden.
Hij zocht zijn weg in de drugs, nu wacht er hem een lange weg terug. Ik blijf hopen, dat hij heeft een sterke wil, want mijn hart wordt stilletjes kil.
Hij gaat nu binnen om te ontwennen, het heeft geen zin meer om te ontkennen. Ik hoop dat hij eens denkt aan zijn ouders, die hem altijd droegen op hun schouders.
Wij zullen hem steunen, zoveel we kunnen, zullen er zijn, als het moet. Hij zal het in zijn eentje moeten runnen, en moet maken die vuiligheid uit zijn bloed.
Nu krijgt hij tijd om eens na te denken, en wat het leven hem nog kan schenken. Als hij daar clean buitenkomt, en hij is beter, weet dan dat ik daar zal staan, dat is zeker.
Ze werden genoemd de ereburgers van het land,
stonden in de jaren '70 geregeld in de krant.
onder in de mijn waren ze kompels voor altijd,
daar hadden ze van dat werk geen spijt.
Ze waren er allemaal vuil en zwart,
hadden voor mekaar een groot hart.
droegen allen hetzelfde pak en mijnlamp,
moesten er kruipen, en kregen dan wel eens kramp.
Er werkten vele nationaliteiten,
elkeen werd geprezen voor zijn kwaliteiten.
Grieken, turken en italianen,
allemaal spraken ze verschillende talen.
Onder in de put, telde maar een taal,
hun maaltijd deelden ze royaal.
kolen houwen, deden ze allemaal,
eensgezinds waren ze optimaal.
Opeens, paniek er ontsnapte gas,
de dood, was de onverwachte gast.
vele lieten er hun leven, gingen heen,
en lieten vrouw en kinderen alleen.
4 december was hun dag,
het was de dag van Barbara.
hun patrones die waakte over hen,
dan hoorde ze er ook bij, dat telde wel.
Deze dag wordt hier in Eisden nog gevierd,
dan staan de brankardiers heel fier.
ze denken dan steeds aan vroegere tijden,
waar het afzien was, en in stilte lijden.
Deze tijd gaat eens voorbij,
want ze sloten onze mijn.
De jeugd van heden, vind daar geen werk meer,
dat waren tijden van weleer.
Moeder,
je werd geboren op een boot,
daar werd je dan ook groot.
Je maakte 2 oorlogen mee,
maar toch bleef je tevree.
Je zorgde voor man en kinderen,
niets kon je hinderen.
Je was er altijd voor hen,
wij zijn blij dat we je hebben gekend.
Stilletjes hebben we je gekust;
nu heb je eindelijk rust.
Op zaterdagavond 19 januari, kwam jij in ons leven,
wij konden jouw heel onze liefde geven.
Wij hadden maandenlang op een dochtertje gehoopt,
je werd dan ook WENDY gedoopt.
Als ik s'morgens je in je bedje kwam wekken,
moest jij nog eventjes je beentjes strekken.
Dan zag ik jouw bruine ogen staren,
een weinig bedekt, met nog ongekamde haren,
Je was nog klein, je verloor je pa,
ik blijf bij je, waar je ook heen gaat.
Zo werd onze reis verdergezet,
het was niet altijd pret.
Je ging naar de eerste klas,
je vertelde hoe leuk het er was.
Je werd ouder en wijzer,
en ik alsmaar grijzer.
Je ging werken in een een restaurant,
en ik werd je vaste klant.
Wat was ik dan trots,
ik kon bouwen op je als een rots.
Blijf zo verder leven,
en blijf steeds veel liefde geven.
Je bent de liefste in mijn leven,
waar ik alles, maar ook alles voor zou geven.
Vader, je werd geboren op een schip.
je zat al vroeg op de wip.
Je ouders voeren voor hun dagelijks brood,
jij zat lachend op je moeders schoot.
Later ging je werken in de mijn,
waar er enkel kompels zijn.
Het was er donker en heet,
en waar de zon nooit binnen scheen.
Je kwam je vrouw tegen, en stichtte een gezin,
en werd door hen zeer bemind.
Er waren dagen goed en slecht,
maar alles kwam uiteindelijk op zijn pootjes terecht.
Dan kwam voor jou het welverdiende pensioen,
je had thuis nog veel te doen.
Je verdeelde jouw aandacht tussen vrouw en werk,
samen stonden jullie heel sterk.
Je vrouw werd ziek, je kwam alleen te staan,
maar steeds ging je verder, je kon het leven wel aan.
Je bent een rots in de branding,
een rots om op te bouwen,
daarom is het niet moeilijk, om van je te houden.
Wanneer de kerstperiode begint,
zou men moeten zijn goed gezind
Proberen je zorgen even te vergeten,
niet luisteren naar wanhopige kreten.
Het is de tijd om te bezinnen,
om elkander te beminnen.
Maar het is niet overal vree,
veel mensen zitten ermee.
Kerst is de tijd van feesten,
verdrijft toch even die zwarte geesten,
Nodig eens een vreemde uit,
verkondig de vrede luid.
Dan denk ik ook aan mijn zoon,
die niet meer bij mij woont
Ik hoop dat hij gelukkig is,
hij weet niet hoezeer ik hem mis.
Stiekem hoop ik op zijn woord,
en wat hij mij heeft beloofd.
Dat zou voor mij pas kerstmis zijn,
een tijdje zonder innerlijke pijn.
Hij zou dan af en toe eens thuis kunnen komen,
een kopje koffie drinken zonder woorden.
Hij blijft toch altijd voormij mijn kind;
en word door mij voor immer bemind