Levend geloof
Inhoud blog
  • Beste mensen : er is nog een blogje geboren op 10/2/2008.
  • Niveaus van bidden zoals door Maria werd doorgegeven
  • Het merkteken van de Duivel (chip-streepjescode) :
  • Het gevaar van New-Age
  • Mijmeringen :
  • Paus Benedictus XVI in 't kort
  • Hoe maak je eucharistievieringen aantrekkelijk :
  • De Paus en de Kerkmaffia : fotokes 2
  • Waarom christenen te lijden hebben :
  • De Heilige Geest zegt :
  • Volledige boodschap van Fatima : deel 3
  • Volledige boodschap van Fatima : deel 2
  • Volledige boodschap van Fatima : deel 1
  • Een mirakel of gewoon een straffe toer
  • De paus en de kerkmaffia : fotokes
  • Pater Pio of Boete-Rozenkrans
  • De waarheid :
  • Overweging van de mysteries + op welke dag te bidden :
  • Paus en kerkmaffia : deel 2
  • God schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis :
  • De paus en de Italiaanse kerkmaffia : deel 1
  • Het lijden van Jezus : deel 7 : nederdaling ter helle en de verrijzenis !!!
  • Het lijden van Jezus : deel 6 : kruisafneming tot en met stille zaterdag
  • Het lijden van Jezus : deel 5 : de kruisweg tot Jezus' dood
  • Het lijden van Jezus : deel 4 : voor Herodes gebracht tot en met veroordeling tot kruisdood
  • Het lijden van Jezus : deel 3 : gerecht tot en met ondervraging door Pilatus
  • Het lijden van Jezus : deel 2 : instelling van eucharistie tot en met de tocht naar het Sanhedrin
  • Het lijden van Jezus : deel 1 : maaltijd in Betanië tot en met voetwassing
  • Dienst aan God in woord en gedachte
  • Vier kaarsen
  • Rechten van de hedendaagse mens
  • Gods identiteit
  • Vragen bij je levensverhaal :
  • Eucharistieviering (uit een oude missaal)
  • De feiten van 9/11 - New York
  • Pater Pio : z'n leven + uitspraken
  • Hoe zijn de andere religies ?
  • De duif - verhaaltje
  • Het leven van Godelieve van Gistel
  • Franciscus van Assisië
  • Homoseksualiteit
  • Guido Gezelle : leven + enkele gedichtjes
  • Hier zijn ze alle 10, de geboden van God
  • De 3 Arken
  • Wat belet je om iemand te bekeren ?
  • Jezus is gehuwd met...
  • Respect voor Jezus
  • Wat is de Kerk ?
  • Beker van zegeningen
  • De lijm
  • Verantwoordelijkheid
  • Zijn mensen in deze tijd gelukkig ?
  • Vormen van geluk
  • Toewijding en gebed aan de Barmhartige Jezus
  • Rozenkrans tot de Goddelijke Barmhartigheid
  • Zuster Faustina's zending
  • Zuster Faustina : haar leven
  • De wereld waarin Jezus leefde :
  • Wat voordeel heeft een christen ?
  • Wat met de evolutietheorie
  • Pasen - Jeanne d'Arc
  • SOS - slakken
  • Is uw huis beschermd ?
  • Die Krupps - Fatherland
  • Vanuit mijn email
  • Grove fouten in Gods ogen !
  • Getuigenis die het vorig artikel staaft
  • Meditatie. Wat ? MEDITATIE !
  • Job z'n job - versie van heden
  • Aan mijn overleden vader Roger - 3 nov 2003 - tot weerziens !
  • Mozaïek
  • Schild dragen voor aanvallen
  • Stop de experimenten, aanvaard de dood !
  • Kernachtig
  • Koppige mensen
  • Echtscheiding
  • Waarom geen abortus en geen euthanasie ?
  • Een herfstmorgen in de tuin - verhaaltje
  • God bestaat
  • Maria huilt - mijn verhaal
  • Simpele en korte gebeden
  • Doe zoals een kind om Gods koninkrijk binnen te geraken.
  • 'Satan' is naam is door God gegeven aan de duivel
  • Redenen om God te laten vallen ? Eat this !!!
  • Godsdienstoorlogen ?
  • Volksverhaaltje : Onze Lieve Heer heeft altijd gelijk
  • Wat is bidden ?
  • Schiet niet op de pianist/priester
  • Samenwonen en kerkelijk huwen
  • QUIZ
  • Mozaïek van bedenkingen :
  • Om over na te denken.....
  • De zaligsprekingen (in mensentaal)
  • Mozaïek
  • De navolging van Jezus
  • Mozaïek
  • Maria, onze muze
  • Gods oneindig geduld
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    04-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lijden van Jezus : deel 3 : gerecht tot en met ondervraging door Pilatus

    Jezus voor Annas en Kajafas gebracht

    Omstreeks middernacht werd Jezus binnengeleid in een zaal. Daar zat Annas, een rechter, omringd door 28 raadsheren. Hij zat aan het hoofd van een commissie die tot taak had te waken over de zuiverheid van de Joodse Leer en het navolgen van de Gods’ Wet. Overtreders klaagde hij na de zitting aan bij hogepriester Kajafas. Annas beschuldigde Jezus van het overtreden van Gods Wet, godslastering, beledigen van de priesters en het schenden van de sabbat. Hij beschuldigde Hem van onruststoker en volksverleider.

    Annas : Wilt U soms een nieuwe leer invoeren ?

    Jezus : Mijn leer is geen geheim en sinds geruime tijd hebben vele mensen gehoord wat Ik te zeggen heb. U kunt hen gerust ondervragen.

    Maar Annas liet de aanklagers aan het woord en er werden vele beschuldigingen tegen Jezus opgesomd. Een greep uit de aanklachten was dat Jezus zich de Zoon van God noemde, dat Hij genezingen deed op de sabbat, dat Hij schriftgeleerden van overspel betichtte, dat Hij het volk opruide en de ondergang van Jeruzalem voorspelde. Ook zijn vriendschap met onreinen, heidenen, overspelige vrouwen, tollenaars en zondaars werd Hem zeer kwa-lijk genomen. Zijn zogezegd koningschap en koninkrijk maakten ze belachelijk. Jezus kreeg vuistslagen in Zijn gezicht. Annas schreef daarna de beschuldiging op een stuk papyrus en liet het vergezellen met Jezus.

    Na de zitting werd Hij naar het rechtshuis van Kajafas of Sanhedrin geleid.

    Het rechtshuis was ingedeeld als volgt : door de buitenste poort kwam men op de buitenplaats. Dan kwam men door een volgende poort op de binnenplaats. Van de binnenplaats kwam men door een ingang op de voorhof die omringd werd door overdekte zuilengangen. Het midden van die voorhof was echter niet overdekt en in het midden bevond zich ook een soort van haard die men aanstak als het koud werd. Daarna moest men de trappen op om het eigenlijke rechtshuis binnen te gaan. Er was een gerechtszaal en erachter nog een raadszaal. De raadszaal waar de leden zaten was een halve ronde. Voor de aankomst van Jezus waren Petrus en Joannes tot op de voorhof genaderd. Nikodemus en Jozef van Arimatea hadden hen binnengelaten. Daar konden ze het verhoog van de rechters goed konden zien. Nikodemus en Jozef van Arimatea gingen verder om te zetelen. Hogepriester Kajafas had plaats genomen in de gerechtszaal en ook de Sanhedrin rond hem. Er waren ook vele stadsambtenaren, schriftgeleerden en oudsten. Het binnenplein stond vol beschuldigers en valse getuigen. Jezus werd binnengeleid voor de raad. Kajafas las de beschuldiging van Annas voor. Daarna ondervroeg hij Jezus, maar Jezus gaf geen antwoord, ondanks de stompen die Hij kreeg. De valse getuigen konden het niets eens worden over de beschuldigingen die Jezus in diskrediet moesten brengen. Ze vielen terug op de aanklacht van tovenarij.

    Nikodemus weerlegde met de schriftrollen de aanklacht dat Jezus met zijn apostelen een overtreding hadden gedaan door de paasmaaltijd te nuttigen voor het eigenlijke paasfeest dat voor de Joden op de sabbat werd gehouden. De Galileeërs hadden namelijk sedert lang het recht om het paaslam een dag vroeger te eten. Onder het paasmaal had Jezus de eucharistie ingesteld. Jezus is het ware paaslam geworden. Hij diende als offer aan God. Hij werd als een echt offer geslacht. Daarom vierde Hij het paasmaal en Pasen een dag vroeger dan de Joden. Dit is het begin van het christendom. Kajafas begon zijn geduld langzamerhand te verliezen, omdat de aangevoerde bewijzen eigenlijk niet toereikend waren om Jezus te laten terechtstellen. Ze waren allemaal gebaseerd op leugens.

    Kajafas : U antwoordt niets ? Wat brengen ze wel niet tegen U in !

    Maar Jezus gaf geen antwoord.

    Kajafas (woedend) : Zeg ons : Bent U de Christus, de Messias, de Zoon van de hooggeprezen en allerhoogste God ?

    Jezus (die tot nu toe had gezwegen) : Ja, Ik ben het ! U zegt het ! En Ik zeg u : Voortaan zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de goddelijke Majesteit en Hem zien komen op de wolken des hemels.

    Kajafas (razend kwaad en de zoom van zijn kleed scheurend) : Hij heeft God gelasterd, waarom zouden wij nog getuigen nodig hebben ?

    Kajafas (tot de leden) : U hebt nu allen zelf de godslastering gehoord. Wat vindt u ?

    Hogepriesters, schriftgeleerden, oudsten : Hij verdient de doodstraf !

    Kajafas (tot de beulsknechten) : Ik lever u die Koning over, bewijs die godslasteraar de eer die Hij verdient !

    Kajafas en de leden verlieten de gerechtszaal en gingen naar de raadszaal, die achter de gerechtszaal was gelegen. Joannes haastte zich uit de zaal om de H. Maagd op de hoogte te stellen van de uitslag van de zitting. Petrus daarentegen was door droefheid, angst en vermoeienis overmand en ging zich warmen aan het brandende vuur. Daar was ook alle gespuis verzameld. De omgekochte getuigen kregen nu hun fooi. Petrus had zich wat terugge-trokken. Hij was angstig en vertwijfeld. Hij wist eigenlijk niet meer wat aan te vangen. Hij weende maar verborg zijn tranen zo goed als hij kon, want hij stond tussen die ellendelingen. De liefde voor zijn Meester deed hem blijven. Petrus kon niets doen zonder zichzelf te verraden.

    In de gerechtszaal grepen aanwezige ellendelingen de Heer vast. Sommigen hadden al onder het verhoor van Kajafas Jezus vuistslagen en stokslagen gegeven. Ze spotten met Hem, omdat Hij zich de Zoon van God had genoemd. Ze vlochten een kroon van dik tarwestro en zetten die over een hoge muts die ze op Zijn hoofd hadden gezet. Ze hadden Hem zijn naadloos kleed en schouderkleed uitgetrokken. Hij had enkel nog een lendendoek aan. Ze hingen Hem een gescheurde soldatenmantel om, een lange ketting tot op de knieën (met aan het uiteinde stekels) om de hals en duwden een rietstok in Zijn handen. Ze deden Hem een blinddoek voor, sloegen Hem met vuisten en stokken en schreeuwden : Profeteer nu eens voor ons, Messias. Wie was het die je heeft geslagen ? Maar Jezus antwoordde niet en liet zich slaan. Hij bad in zichzelf voor hen en zuchtte.

    Na de mishandeling sleepten de beulen Hem naar de raadzaal. De knechten stampten Hem voor zich uit onder voortdurende spot over hun ‘strokoning’. Hogepriester Kajafas en de raadsleden dreven verder de spot met het doopsel en Zijn zalving door Maria Magdalena.

    Verloochening door Petrus

    Diepe droefheid stond op Petrus’ gezicht te lezen. Dat maakte Hem verdacht bij de vijanden van Jezus. De portierster van de tempel kwam de trappen af naar de voorhof.

    Portierster (luid) : U bent waarachtig ook een van de leerlingen van die Galileeër !

    Petrus (bang) : Vrouw, ik ken Hem niet, wat bedoelt u ? Ik weet niet wat u wilt !

    Petrus verliet de vuurplaats en op dat moment kraaide de haan. Bij de poort van de voorhof gekomen, trok Petrus de aandacht van een dienstmeid.

    Dienstmeid (luid) : Kijk, die daar is ook bij Jezus van Nazaret geweest !

    Omstaanders (geïnteresseerd) : Ben jij een leerling van Hem geweest ?

    Petrus (vastberaden) : Geenszins ! Dat ben ik niet geweest. Die persoon ken ik niet, ik ken Hem niet !

    Petrus vluchtte nu over het binnenplein naar de buitenplaats om enige bekenden die daar stonden, te waarschuwen. Er waren daar ook leerlingen van Jezus verzameld. Ze klampten Petrus aan om verder nieuws te krijgen, maar zijn angst om zich te verraden was zo groot dat hij hun met slechts enkele woorden de raad gaf zich van daar te verwijderen, omdat het te gevaarlijk voor hen was. De leerlingen verlieten daarop onmiddellijk de stad. Petrus dwaalde enige tijd treurig rond, maar zijn liefde tot Jezus dreef hem terug. Hij ging langs de zijkant van het gebouw naar de raadszaal waar ze juist Jezus met de kroon van stro op het hoofd voor de raadsleden de zaal rond sleurden. Jezus zag Petrus zeer ernstig en waarschuwend aan, zodat deze bij het zien van zijn mishandelde Meester als verpletterd was van smart. Toen ging hij van de deur weg en ging terug naar de voorhof om bij de vuurhaard neer te hurken. Enigen die hem op het plein gezien en zijn verwarring bemerkt hadden, traden op hem toe en knoopten een gesprek met hem aan. Ze maakten Jezus keer op keer belachelijk.

    Gesprekspartner : Ik zie dat u tot zijn aanhang behoort, u bent ook een Galileeër. Ik merk het aan uw tongval. Het verraadt u !

    Broer van Malchus : Hoe, u bent hier ! Heb ik u niet in de Olijfhof gezien ? Hebt u mijn broer niet verwond aan het oor ?

    Petrus (vloekend en zwerend van angst) : Ik ken die Galileeër niet !

    Op dit ogenblik kraaide de haan voor de tweede keer. Petrus liep naar het binnenplein. Op dit moment leidde men juist Jezus van de raadszaal naar de kerker over het binnenplein. Jezus passeerde Petrus en Hij keek naar hem met een blik vol droefheid en medelijden. Petrus herinnerde zich op dat moment wat Jezus gezegd had : Voordat de haan twee keer kraait, zul je Me drie keer verloochenen. Hij had gezondigd tegen zijn Meester, terwijl Deze voor hem mishandeld en onrechtvaardig ter dood veroordeeld werd. Hij onderging zwijgend het verschrikkelijkste lijden en bovendien had Hij Petrus kort voordien nog zo gewaarschuwd. Bijna zinneloos van berouw rende hij naar buiten en begon te wenen. Zijn angst om aangesproken te worden was verdwenen, nu was hij bereid aan iedereen te zeggen wie hij was en welk een verschrikkelijk kwaad op zijn geweten had. Hoe menselijk is Petrus’ zwakheid toch. Waak en bid, dat u niet in bekoring valt.

    Maria maakte in de geest alles met Jezus mee. Haar gefolterde ziel vertoefde gedurig bij Hem. Zij bad voor de beulen en ze bad tot God. Joannes kwam met het droevig nieuws. Maria wilde zo dicht mogelijk bij Jezus zijn. Joannes begeleidde Maria en de andere heilige vrouwen naar het huis van Kajafas. Maria en de Heilige Vrouwen deelden in de beschimpingen van haat door vijandige voorbijgangers. Maar ze hadden en zouden altijd onvoorwaardelijk voor Jezus kiezen. Enige goede mensen hadden toch aangedurfd hun spijt over de gebeurtenissen in het huis van Kajafas aan Jezus’ Moeder te betuigen.

    Goede voorbijgangers (ontroerd) : Ach ! Ongelukkigste der moeders, allertreurigste Moeder, smartvolle Moeder van de Allerheiligste Israëls !

    Maria (hartelijk) : Dank u voor uw troostende woorden !

    Maria en de heilige vrouwen, gevolgd door Joannes, haastten zich naar het gerechtshuis. Bij het huis gekomen kwam Petrus met betraande ogen naar buiten. Hij snelde hen met uitgestrekte armen tegemoet.

    Maria : Ach Simon, hoe is het gesteld met Jezus, mijn Zoon ?

    Petrus (zuchtend en klagend) : Ach Moeder, spreek niet tot mij. Uw Zoon lijdt onmenselijk. Spreek mij niet aan. Ze hebben Hem ter dood veroordeeld en ik heb Hem driemaal schandalig verloochend.

    Joannes trad op hem toe en wilde meer vernemen, maar Petrus rende door verdriet gedreven de stad uit naar de grot van de Olijfberg om vergiffenis te vragen voor zijn onstandvastigheid die werd ingegeven door menselijke zwakte. Maria zakte ineen. Als ze terug was bijgekomen leidde Joannes haar en de heilige vrouwen tot voor de deur van de kerker waar Jezus werd gevangen gezet. Maria luisterde naar de verzuchtingen van haar Zoon.

    Nadien ging ze nog even naar de voorhof waar het gepeupel stond. Zij zwegen allemaal van verbazing. Joannes en de heilige vrouwen namen Haar daarna bij de arm en brachten Haar weg.

    In de kerker

    De kerker bevond zich onder de gerechtszaal van Kajafas. Het was een kleine ronde cel. Jezus droeg terug zijn oude gescheurde soldatenmantel en zijn Handen waren opnieuw gebonden. De beulen lieten Hem geen ogenblik gerust. Ze bonden Hem in het midden van de cel aan een lage zuil. Hij kon nergens tegenaan leunen en wankelde heen en weer op zijn gezwollen en gewonde voeten. Ook zijn knieën waren door de ketting gewond. De beulen losten elkaar af en bleven hun mishandelingen verder zetten onder voortdurende verwensingen, woede en spot. Er kwam geen enkele klacht over Jezus’ lippen. Hij verdroeg alles en bad ondertussen tot Zijn hemelse Vader om Zijn offer van alle vorige, huidige en toekomstige mishandelingen en lijden als losprijs voor al onze vorige, huidige en toekomstige zonden te willen aanvaarden. Onze zonden begaan tegenover God en de medemensen. Daarbij moeten we vooral denken aan alle mishandelingen die wij Jezus aandoen door te zondigen. WIJ zijn het die Hem mishandelen, WIJ zijn het die Hem bespotten, WIJ nagels Hem aan het kruis, WIJ zijn het die zo’n onbaatzuchtig, onovertroffen liefdesoffer eigenlijk niet verdienen ! Door Zijn offer herstelde Jezus de glorie en macht van Zijn Vader. Zijn Vader is rechtvaardig en omdat onze zonden zo groot zijn zouden wij onszelf vernietigen door Gods rechtvaardige toorn over ons te roepen. De Vader toont echter barmhartigheid en vergeeft de zonden van hen die Jezus graag zien en Zijn offer aanvaarden ! Zo alleen kun je blijven leven. We moeten op onze blote knieën Jezus danken dat Hij ons gered heeft van het verpletterende gewicht van onze zonden. Voor de mensen die nog niet weten wat ze eigenlijk moeten doen om onder dit groot cadeau te vallen het volgende : in Jezus, Zijn Moeder, de Heilige Geest en Zijn Vader geloven en bovendien de sacramenten door Jezus ingesteld, naleven (doopsel, eucharistie, biecht, vormsel...).

    De dag brak aan. Jezus zou de toorn van Zijn Vader over het geheel van ieders begane zonden blussen. Jezus verwelkomde de dag en richtte een aangenaam dankgebed tot Zijn Vader. Dit was de langverwachte en hoopvolle dag van de Verlossing van de mensen. Het hoogtepunt in Jezus’ leven : ons verlossen, de Hemel heropenen, de hel overwinnen, voor de mensen de levende bron van alle geluk en zegeningen, heil zijn en de wil van zijn hemelse Vader volbrengen. Het geloof in Hem moet voor ons ook steeds een hoogtepunt zijn.

    Judas’ gedrag

    Judas had na zijn vlucht de hele nacht rondgezworven aan de zuidzijde van Jeruzalem waar een afvalplaats (Gê-Hinnom) was. Die plaats was gelegen in de vallei, waar Jeruzalem te zien was bovenop een steile hoogte. Tegen het aanbreken van de dag ging hij naar de gerechtszaal. Ondertussen zat Jezus in de kerker. Hij was veel te nieuwsgierig om te weten hoe het met Jezus verliep.

    Judas (aan enkele tempelsoldaten) : Hoe zal het met de gevangen genomen Galileeër verlopen, denkt u ?

    Tempelsoldaten : Hij is ter dood veroordeeld en zal gekruisigd worden.

    Judas (aan enkele toeschouwers) : Wat hebben ze met Hem gedaan ?

    Toeschouwers : Ze hebben Hem onmenselijk behandeld en bovendien heeft Hij geen enkele weerstand geboden !

    Daarna ging hij naar de achterzijde van het gerechtshuis. Maar daar waren ze bezig aan het kruis te monteren. Judas zag naar het kruis en sloeg als een waanzinnige op de vlucht. Hij hield zich verborgen en wachtte op de uitslag van de zitting.

    Jezus terug in de Hogeraad

    Jezus moest nogmaals verschijnen aan de Hogeraad met Annas, Kajafas, oudsten en schriftgeleerden. Daar werd het vonnis rechtsgeldig verklaard. De vergadering was voltallig en gekenmerkt door een grote haast.

    De terdoodveroordeling van Jezus werd aan de raadsleden ter stemming voorgelegd. Nikodemus, Jozef van Arimatea en enkele andere vrienden van Jezus protesteerden fel. Zij dienden een tegenvoorstel in om dit proces te verdagen. Zij wilden geen oproer tijdens het Joodse Paasfeest. Bovendien verklaarden zij dat men geen rechtvaardig vonnis kon vellen op grond van de ingediende beschuldigingen, omdat alle getuigen elkaar hadden tegengesproken. Maar de hogepriesters en hun partij, die in de meerderheid was, werden woedend en beschuldigden de tegenpartij van genegenheid voor de leer en de gezindheid van ‘die Galileeër’ te tonen. Zij sloten iedereen die Jezus genegen waren uit de raad en deze verlieten dan ook de raadszaal, na protest aangetekend te hebben tegen alles wat hier tegen Jezus zou besloten worden. Zij begaven zich naar de tempel en zouden zich nooit meer in de raad vertonen.

    Kajafas (luid) : Laat de Galileeër nu maar komen ! En kleed hem aan, want Hij moet na het vonnis voor Pilatus geleid worden !

    De gerechtsdienaren sleurden haastig Jezus uit de kerker en deden Hem zijn lang wollen kleed terug aan en brachten Hem voor Kajafas.

    Kajafas (hatelijk) : Indien U de Gezalfde des Heren, de Messias bent, zeg het ons !

    Jezus (ernstig) : Indien Ik het u zei, zou u Mij niet geloven, en indien Ikzelf u daarover ondervroeg, zou u niet antwoorden en Mij ook niet vrijlaten. Van nu af zal de Mensenzoon zetelen aan de rechterhand van de kracht van God !

    Kajafas (spottend) : Zo, U bent dus de Zoon van God. U ?

    Jezus : Ja, zoals u zegt, Ik ben het !

    Kajafas (tegen de raadsleden) : Waarom hebben wij nog getuigen nodig ! Het bewijs is geleverd. Een meer overtuigend bewijs kunnen wij niet verlangen. Nu hebben wij het immers uit zijn eigen mond gehoord.

    Al de raadsleden stonden nu op en begonnen Jezus uit te schelden. Hoe durfde Hij zich de Messias noemen, en zetelen aan de rechterhand van God !

    Jezus werd tussen de gerechtsdienaars en de soldaten naar het paleis van Pilatus gebracht. Het gepeupel volgde de stoet.

    Wanhoop van Judas

    Judas hoorde het rumoer van een aankomende stoet.

    Omstaander 1 : Zij brengen de Galileeër naar Pilatus, nu de Hogeraad Hem te dood heeft veroordeeld. Hij moet op het kruis. Het is toch onmogelijk na al die mishandelingen in leven te blijven...

    Omstaander 2 : Maar niettegenstaande zijn erbarmelijke toestand is Hij enorm geduldig. Hij spreekt niet en antwoordt niet. Hij zegt alleen maar dat Hij de Messias is en aan de rechterhand van God zal tronen. Zonder deze bekentenissen zou men Hem niet kunnen veroordeeld hebben. Maar nu moet Hij aan het kruis.

    Omstaander 3 : De schelm die Hem verkocht heeft, was een leerling van Hem en had enige uren eerder nog het paaslam met Hem gegeten. Van vrienden moet je het hebben. Ik zou niet graag in zijn schoenen staan. De Galileeër mag zijn wat hij wil, Hij heeft toch geen vriend voor geld in de dood gestort. Echt, de schurk verdient ook gehangen te worden !

    Judas hoorde het volk wel ! Hij liep naar de Tempel om het geld waar bloed aan kleefde kwijt te geraken en zo zichzelf wit te wassen. Hij ging naar enkele oudsten en raadsleden, die de priesters hielpen bij de dienst. Ze keken op hem neer met diep misprijzen.

    Judas (vertwijfeld) : Neem uw geld terug, waarmee u mij hebt verleid om een onschuldige over te leveren. Neem uw geld terug en laat Jezus vrij ! Ik zeg het u : de overeenkomst is niet meer geldig want ik heb zwaar gezondigd door onschuldig bloed te verkopen.

    Oudsten en raadsleden (minachtend) : Wat kan ons dat schelen dat u gezondigd hebt. Als u denkt onschuldig bloed verraden te hebben, dan is dat uw zaak ! Wij weten zelf wel wat wij van u gekocht hebben en wij hebben Hem schuldig bevonden. Hij verdient de dood. Hou uw geld ! Wij willen er niets van terug ! Er kleeft bloed aan het geld.

    Judas (als een waanzinnige) : Hier is het geld !

    Hij smeet het geld op de vloer in de Tempel. Daarna vluchtte hij de stad uit.

    Hogepriester 1 (tot de andere hogepriesters) : Raap het geld op ! Maar let op : we mogen ze niet bij de gaven doen, omdat het bloedgeld is !

    Hogepriester 2 : Ik stel voor dat we het land van de pottenbakker aankopen om er de vreemdelingen te begraven.

    Het stuk land is er nog steeds en wordt daarom nog altijd Bloedakker genoemd.

    Judas ging terug naar de afvalplaats van Jeruzalem. Hij werd krankzinnig van wanhoop. Hij hoorde steeds de woorden van Jezus in zijn hoofd naklinken : Vriend, waarvoor ben je gekomen ? Judas, verraad je de Mensenzoon met een kus ? Judas werd gefolterd door zijn geweten. Hij heeft Jezus verkocht en Hem zo de dood ingejaagd. In een vlaag van zinsverbijstering en wanhoop greep Judas zijn gordel en verhing zich aan een boom. Hij had zich totaal aan de duisternis en Satan gegeven.

    Als je zonden, hoe zwaar ook, aan jezelf beginnen knagen, wordt dan niet moedeloos, woedend, angstig, vertwijfeld, waanzinnig, maar rustig. Ga naar Jezus toe en vraag met een berouwvol hart vergiffenis in het sacrament van de biecht. Judas ging de verkeerde richting uit. Als hij zich voor de voeten van Jezus op zijn knieën had laten vallen en de barmhartige Jezus om vergeving had gesmeekt, dan was hij gered geweest.

    Tocht naar het paleis van Pilatus

    In de stoet waren Kajafas, Annas, raadsleden, dienaren met schriftrollen, schriftgeleerden, valse getuigen, beulsknechten, beambten en soldaten. Jezus werd door de beulsknechten verder gesleurd. Zijn boeien deden Hem geweldig pijn. Hij was bijna onherkenbaar van de mishandelingen die nu al uren zonder ophouden duurden. Het volk kwam in dichte drommen naar deze stoet zien. Het volk werd opgeruid om Jezus te bespotten en te beschimpen. Ze gooiden bovendien met stenen naar Hem. Ze deden er ook alles aan om de blijde intocht van de vorige week in Ofel op Palmendag te hekelen. Nu passeerde hij in Akra (= stadswijk van Jeruzalem waar de schriftgeleerden hun bolwerk was). Hij werd er nog eens extra uitgejouwd. Maria was samen met Maria Magdalena en Joannes tot bij de stoet geraakt. Maria kon de lijdensweg inwendig voelen, maar toch wilde ze Jezus in levende lijve zien. Ze wist dat Haar Zoon er ellendig aan toe was. Toen Jezus voorbij passeerde keek Hij even naar Zijn Moeder. Voor Haar was het vreselijke aanblik van Haar onschuldige Zoon teveel en ze bezweek in de armen van Joannes en Maria Magdalena. Was dit de Zoon van God en de Mensen ? Deze gebroken man ?

    Daarna passeerde de stoet langs de mensen van Ofel. Maar daar sloeg de twijfel algemeen toe. Hun geloof wankelde. Was dit de Heiland die ze hadden verwelkomd ? Ze zeiden geen woord en keerden verslagen naar huis terug.

    Schriftgeleerden (honend) : Kijk eens naar uw ‘koning’ ! Begroet Hem maar ! Nu zwijgen jullie wel, hé ! We voeren Hem naar zijn kroning en troonsbestijging. Het is nu uit met zijn wonderen !

    Bij Pilatus aangekomen

    Omstreeks zes uur in de morgen kwam de stoet aan bij het paleis van Pilatus, de Romeinse landvoogd. De landvoogd was de enige die een doodvonnis kon uitvoeren. Daarom moest de Hogeraad Jezus laten voorkomen bij Pilatus. Ze wilden Hem beschuldigen van een misdaad tegen de Romeinse keizer om zo de doodstraf te kunnen laten uitvoeren. De raadsleden bleven staan voor het oude rechtshuis. Daar was een duidelijke lijn in het plaveisel aangelegd tot waar de Joden konden komen zonder hun strikte reinheidswetten te schenden. Zij konden ook geen heidens gebouw binnentreden. Ze gaven de gerechtsdienaren het bevel op Jezus voor de trappen van het Pilatus’ paleis te sleuren. Pilatus had de stoet zien aankomen vanop een hogerliggend terras van zijn paleis. Pilatus die omringd was door zijn Romeinse officieren en soldaten keek vol misprijzen naar de Hogepriesters en raadsleden of het Sanhedrin.

    Pilatus (schreeuwde misprijzend) : Wat is er nu weer zo vroeg aan de hand ? Waarom hebt u die mens zo ellendig toegetakeld ? U begint al vroeg te villen en te slachten ! (na de middag begon de slachting van de paaslammeren in de tempel)

    Sanhedrin (tot de gerechtsdienaren) : Vooruit met Hem ! In het rechthuis !

    Sanhedrin (roepend tot Pilatus) : Luister naar onze aanklachten tegen die misdadiger ! Wij mogen uw huis niet binnen door onze reinheidswetten ! Breng Hem maar in het rechtshuis !

    Maar een man die achter het Sanhedrin stond, bij het verzamelde volk op het forum of marktplaats, schreeuwde tot hen : Zeker mogen jullie het rechtshuis niet betreden, want het is geheiligd door onschuldig bloed. Hij (Jezus) alleen mag het betreden, want Hij alleen onder de Joden is rein, evenals de daar vermoorde onschuldige kinderen !

    De man was Sadok, een Jezusvriend. Hij had twee zoontjes die vermoord werden samen met nog andere kinderen op het plein van het gerechtshof. De oude Herodes had alle geboren jongens laten afslachten in de hoop Jezus te kunnen doden, Jozef en Maria waren echter met Jezus naar Egypte gevlucht.

    Daar was Jezus veilig tot na de dood van Herodes. Dan keerde de Heilige Familie terug naar Israël.

    Maar de Sanhedrin gaven geen krimp. Ondertussen sleurden de gerechtsdienaren Jezus tot op het terras van Pilatus. Pilatus ergerde zich blauw aan de hogepriesters en raadsleden toen hij zag hoe ze Jezus hadden mishandeld. Pilatus wist al op voorhand dat ze bij hem kwamen om Jezus’ veroordeling te bekomen, omdat Hij de doodstraf schuldig was, maar hij had geen zin om Jezus zonder klaar bewezen schuld te veroordelen.

    Pilatus (minachtend) : Welke misdaad wrijft u deze persoon aan ?

    Sanhedrin (geërgerd) : Als wij geen bewijzen hadden dat Hij een boosdoener is, dan zouden wij Hem niet tot u brengen !

    Pilatus (geënerveerd) : Wel, als dat zo is, neemt u Hem dan en spreek recht over Hem volgens uw Wet !

    Sanhedrin (kwaad) : U weet dat het Recht ons niet de onbeperkte macht toekent om een doodvonnis te laten voltrekken !

    De Sanhedrin met hun getuigen kleedden de zaak zo in dat ze Jezus beschuldigden van misdaden tegen de keizer en die niets met godsdienst of gebruiken te maken hadden. De eerste beschuldiging die zij inbrachten was deze : Jezus was een volksverleider, rustverstoorder en oproerkraaier. Bovendien lieten ze getuigen de beschuldigingen bevestigen.

    Sanhedrin : Hij reist het land door, houdt grote volksvergaderingen en schendt de sabbat door zieken op deze heilige dag te genezen.

    Pilatus (grijnzend) : U bent zeer zeker niet ziek, anders zouden die genezingen u niet zo verbitteren !

    Sanhedrin (aandringend) : Hij zegt ook dat men zijn vlees moet eten en zijn bloed moet drinken om eeuwig te leven !

    Pilatus (spottend) : Men zou haast zeggen dat u zijn leer volgt, want het ziet ernaar uit dat u zijn vlees wilt eten en zijn bloed wilt drinken !

    Bij de tweede aanklacht hadden de hogepriesters en raadsleden niet op een scherp antwoord van Pilatus gerekend.

    Sanhedrin : Hij stookt het volk op om de keizer geen belastingen te betalen!

    Pilatus (razend kwaad) : Dat is grof gelogen ! Dat zal ik toch wel beter weten, zeker !!!!!!!!

    Ze gingen vlug over tot de derde aanklacht :

    Sanhedrin : Hij is van lage, onbekende en verdachte afkomst en toch heeft zijn zo’n grote aanhang. Het rond Hem verzamelde volk heeft Hem tot koning willen laten uitroepen en omdat de gunstige tijd nog niet was aangebroken, heeft Hij zich verborgen. In de laatste dagen heeft Hij zich een luidruchtige intocht in Jeruzalem laten welgevallen, waar een ontelbare menigte mensen riepen : Hosanna de zoon van David ! Hooggezegend het Rijk van onze vader David, dat nu komt ! Hij beweert dat Hij de Christus, de Gezalfde des Heren, de Messias, de beloofde en sedert lang verwachte Koning van de Joden is. Hij laat zich ook zo noemen !

    Pilatus (geïnteresseerd) : Wachters, breng de beschuldigde in de rechtskamer !

    Daar kon Pilatus Jezus ondervragen. Niettegenstaande hij afgoden aanbad en een heiden was, wist Pilatus dat de Joodse profeten de komst van een Gezalfde van God hadden voorspeld. Hij zou een Verlosser, Bevrijder en Koning zijn en vele Joden wachtten op Zijn komst. Pilatus stelde zich daarbij, zoals vele Joden, een zegevierende, machtige heerser voor, met veel pracht en praal. De gedachte dat dit de hulpeloze, ellendige, mishandelde, onmachtige Jezus kon zijn, vond Pilatus belachelijk.

    Pilatus (verwonderd) : U bent dus die verwachte Koning van de Joden ?

    Jezus : Bent uzelf op die gedachte gekomen of hebben anderen ze u voorgezegd ?

    Pilatus (geërgerd) : Ben ik misschien een Jood, dat ik aan zulke praatjes belang zou hechten ? Uw volk en uw priesters hebben U aan mij overgeleverd, om U te kunnen veroordelen als iemand die om deze reden de dood schuldig is. Zeg mij : Wat hebt u gedaan ?

    Jezus (waardig) : Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld ! Indien het van deze wereld was, zou Ik zeker dienaren hebben gehad om Mij te verdedigen en te beletten dat Ik aan u overgeleverd werd, maar mijn Rijk is niet van deze wereld.

    Pilatus (verwonderd) : U bent dan toch Koning ?

    Jezus : Zoals u zegt : Ik ben Koning. Ik ben geboren en in deze wereld gekomen om te getuigen van de waarheid. Iedereen die deze waarheid aanvaardt, luistert naar hetgeen ik zeg !

    Pilatus : Waarheid ? Wat is waarheid ?

    Jezus gaf geen antwoord. Daarna ging Pilatus terug naar het terras. Pilatus zag in Jezus geen koning die voor de keizer gevaarlijk kon worden. Jezus’ Rijk was niet in deze wereld en dat was voor Pilatus het voornaamste.

    Pilatus (roepend tot het Sanhedrin) : Ik vind geen enkele schuld in deze mens !

    Sanhedrin (schreeuwden woedend) : Hij is een onruststoker ! Hij geeft zich uit voor Christus, Koning der Joden !

    Pilatus (verwonderd tot Jezus) : Hebt u op al die beschuldigingen niets te antwoorden ? Ik weet het wel, zij brengen leugens tegen U in !

    Sanhedrin (uitzinnig) : Hoe ? Vindt U geen schuld in Hem ? Is dit geen schuld soms ? Hij stookt het hele volk op en verspreidt zijn leer over heel Galilea tot hier !

    Pilatus (listig) : Is deze mens afkomstig uit Galilea en een onderdaan van Herodes ?

    Sanhedrin : Ja, want zijn ouders hebben te Nazaret gewoond en zijn tegenwoordige verblijfplaats is Kafarnaüm !

    Pilatus : Wel, omdat Hij een Galileeër en een onderdaan van Herodes is, ga dan met Hem naar de viervorst. Hij bevindt zich juist in de stad voor het feest. Ik laat deze rechtszaak over aan hem !

    Jezus werd terug naar beneden gezonden bij zijn vijanden. Nu waren ze pas echt razend ! Zij koelden hun woede op Jezus. Zij sleurden Hem over het forum en begaven zich naar het nabijgelegen paleis van Herodes. Onder de stoet waren ook Romeinse soldaten. Claudia Procla, de vrouw van Pilatus, stond heimelijk op het hoogste terras met angst en droefheid te kijken naar de stoet die over het forum verder trok. Daarna had ze een lang onderhoud met haar man. Ze smeekte hem Jezus geen onrecht aan te doen. Ze vertelde hem over de visioenen die zij over Jezus had gekregen. Ze had beelden uit Zijn leven als heilige Leraar en Heiland gezien. Ze zag ook de heiligheid en de smarten van Jezus’ Moeder Maria. Claudia had vele wonderen gezien en waarheden vernomen. Ze leed onder de beelden die de boosheid en de listen van Jezus’ vijanden aantoonden tegenover de Onschuldige.

    Toen ze later op het terras stond, herkende ze Jezus, de Zaligmaker. Toen ze Hem zo mishandeld zag, was ze angstig. Ze bad en smeekte Pilatus om Jezus niet te veroordelen. Pilatus stelde haar gerust en zei dat hij geen schuld in Jezus vond en dat hij Hem niet zou veroordelen. Hij had de boosheid van de Joden wel doorzien. Maar binnenin was Pilatus besluiteloos en onzeker. Hij wist wat de waarheid was : Jezus Nazarenus, de Koning der Joden, is waarheid !

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 26/09-02/10 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    ALLES GAAT VOORBIJ................BEHALVE GOD !
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    welachenallemaal
    www.bloggen.be/welache
    Mijn favorieten
  • levend geloof 2
  • levend geloof 3
  • levend geloof 4
  • levend geloof 5
  • levend geloof 6
  • levend geloof 7
  • levend geloof 8


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs