|
Wat vraagt God van ons als Hij
zegt dat we ons moeten gedragen als een kleine om het Koninkrijk van God binnen
te komen : q
kinderlijk vertrouwen op de Vader
q
ons leven in Zijn handen leggen
(problemen en verzuchtingen, wensen, pijn, wanhoop, woede, angst...)
q
weten dat God altijd over onze schouders
meekijkt
q
bij een huilend kind snelt de moeder
erheen, net zoals God bij ons
q
geloven dat we zullen herenigd worden
q
een kind heeft een heel leven voor zich,
wij hebben een heel hemels leven voor ons
q
een kind krijgt wat goed voor hem is,
niets anders
q
een kind is graag bij andere kinderen
q
een kind twijfelt niet aan zijn ouders.
Zij hebben immers het beste met het kind voor.
q
een kind leert bij. Als de ouders het
straffen dan stopt het kind zijn slechte daden.
q
een kind denkt niet na bij het naar zijn
moeder snellen
q
een kind kiest voor zijn ouders als het
de keuze moet maken tussen ouders of speelgoed
q
een kind is vlug tevreden en je kunt een
kind vlug tevreden stellen
q
een kind heeft meer oog voor de natuur
dan een volwassene
q
in een kind zitten geen ingewikkelde
emoties zoals sluwheid
q
een kind geeft veel vriendschap en liefde
terug
q
een kind lacht veel
q
een kind sluit niemand uit
q
een kind neemt spontaan de hand van de
vader en moeder
|
