Het voelt gek : plots is alle werk gedaan en blijft er niet meer over om te doen. Ik heb deze week gewerkt, gepoetst, opgeruimd, gewassen, gestreken, gekookt, tijd genomen om te praten, gewinkeld, gefietst, TV gekeken, een boek uitgelezen... en plots valt er niet meer te doen. Zomaar halfweg een vrijdagnamiddag.
Het is een zalig gevoel. Ik zit zomaar in mijn luie zetel. Ik hoef niet na te denken over klusjes, ik hoef me niet schuldig te voelen om wat niet af is. Ik doe gewoon mijn ogen toe en geniet ....
Je moet de Weg naar Santiago steeds overdoen, onnodige bagage weggooien, alleen dat overhouden waar je geen dag buiten kunt. Zorgen dat de liefdesenergie vrij kan stromen, van buiten naar binnen, van binnen naar buiten.
Wij, mensen, zijn zulke grote hamsteraars. Onze kasten puilen uit, onze zolders, kelders, garages, berghokjes liggen vol met zaken waar we geen afscheid kunnen van nemen. Spullen die feitelijk helemaal niet nodig hebben, zaken die vroeger dienst deden en zaken die we nooit nodig zullen hebben. Dingen die eigenlijk geen meerwaarde betekenen.
Sinds ik van een eengezinswoning naar mijn studio verhuisde heb, ik reeds 6 keer een grote schoonmaak georganiseerd. Het is bevrijdend om steeds weer afstand te kunnen nemen van kleren, potjes, boeken, servies (al dan niet gebroken), al was dat in het begin niet gemakkelijk.
Wanneer we loslaten, komt energie vrij. Energie die weer zinvol kan besteed worden.