Ik ben kimberly
Ik ben een vrouw en woon in west - vlaanderen (belgie) en mijn beroep is kinderverzorgster.
Ik ben geboren op 10/04/1995 en ben nu dus 30 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fotografie.
student vives kortijk
kleuteronderwijs via afstandsonderwijs
Religie, Zingeving en Levensbeschouwing
28-06-2018
actie tegen zwerfvuil
Actie tegen zwerfvuil
Hebben jullie al eens gehoord van de Mooimakers?
Weten jullie eigenlijk wat ze doen ?
Vlaanderen Mooi is het Vlaamse initiatief tegen zwerfvuil en sluikstort van de OVAM,
Fost Plus en de VVSG. De OVAM is verantwoordelijk voor het afvalstoffen-,
materialen- en bodemsaneringsbeleid in Vlaanderen. Fost Plus verenigt de
bedrijven die verpakte producten op de Belgische markt brengen.
Vlaanderen Mooi geeft uitvoering aan haar beleid onder de naam Mooimakers. Mooimakers
voert onderzoek, stimuleert kennisuitwisseling, ondersteunt op een proactieve
manier alle actoren die zich engageren in de strijd tegen zwerfvuil en zet zelf
aanstekelijke acties op.
Deze organisatie focust zich eigenlijk op 5 pijlers waar ze mee werken.
Infrastructuur: de inrichting van de publieke ruimte, de
plaatsing en proper houden van recipiënten (zoals vuilnisbakken), de
organisatie van veegbeurten en opruimen van zwerfvuil. .
Sensibilisatie
en communicatie: communicatie
die tot een mentaliteitswijziging en gedragsverandering moet leiden en die
duidelijk maakt dat afval achterlaten maatschappelijk onaanvaardbaar is.
Voorbeelden: affiches, artikels in gemeentelijk infoblad,
sensibilisatieborden op opgeruimde locaties,
Omgeving: anders dan bij de pijler
infrastructuur gaat het hier niet over elementen zoals vuilnisbakken of
veegplannen, maar wel over de materiële omgeving die zwerfvuilgedrag kan
uitlokken of begunstigen: leegstand, verloedering, anonimiteit en
allerhande vormen van schade en verwaarlozing. Elke gemeente heeft
zogenaamde icoonplaatsen. Bijvoorbeeld het centrum, de stationsbuurt,
toeristische trekpleisters, waar veel volk passeert. Deze icoonplaatsen
beïnvloeden, in grote mate, de beeldvorming rond de staat van de openbare
ruimte. Daarom krijgen deze plaatsen ook best prioriteit in het beleid
rond openbare reinheid.
Participatie: het is een goed idee om buurtbewoners,
vrijwilligers, verenigingen of andere burgerorganisaties aan te spreken op
hun verantwoordelijkheid. Verder kunt u initiatieven ontwikkelen die de
betrokkenheid bij de publieke ruimte verhogen en mensen aansporen tot een
actieve medewerking aan het realiseren én behouden van de netheid ervan.
Deze initiatieven moeten het eigenaarschap van bewoners, handelaars en
overheden op een bepaald deel van de openbare ruimte benadrukken of
herbevestigen. Zo wordt voor passanten duidelijk dat de openbare ruimte
wel degelijk van iemand is. Dit kan bijvoorbeeld door buurtacties te
organiseren, ambassadeurs te creëren, gepersonaliseerde affiches op te
hangen of een soort van sociale controle te laten uitvoeren.
Handhaving: is het sluitstuk van elk beleid. Zeker
ivm zwerfvuil is sociale controle door inwoners of andere betrokkenen
zoals bijvoorbeeld gemeenschapswachten zeer belangrijk. Meer formele
handhaving kan gebeuren door GAS-ambtenaren en politie en ook door
toezicht door andere ambtenaren die betrokken zijn bij het beheer van de
openbare ruimte.
Zoals ieder jaar is er weer een
zomeractie waar deze organisatie aan werkt.
Dit jaar is het de actie om de kampen
van de jeugd zwerfvuil vrij te maken.
Het kamp die het minst afval geeft kan
hierbij een DJ-set winnen in samen
werking met de radiozender MNM.
Dit is natuurlijk niet het enige wat
deze organisatie doet in de afgelopen maanden
hebben ze ook niet stil gestaan .
Zo hebben ze een actie gedaan rond de
lenteschoonmaak hier hebben ze zeer mooie
resultaten bereikt en ook zeer veel
mensen bij betrokken.
De mooimakers hebben zelf met meer dan
4000 vrijwilligers onze stranden zwerfvuil vrij gemaakt.
Al deze goede dingen voor onze ecologie
.
Ik vind dit zo een prachtige
organisatie die zich durft in te zetten voor onze natuur.
Er zouden meer van deze organisaties
mogen bestaan ze helpen onze wereld zoveel meer
voorruit.
Het is wel iets dat je meer en meer
begint te zien op straat mensen die het zwerfvuil opruimen.
Maar en zijn jammer genoeg ook zeer
veel mensen die hier niet achter kijken en blijven
zwerfvuil op de straat in bossen
gooien.
Al het prachtige werk van de mensen is
soms al naar een dag weer weg.
De wereld is om zeep. Door de aanhoudende vervuiling en het schouderophalende gedrag van de mens is de aarde één grote vuilnisbak geworden, waar leven onmogelijk is geworden. Het enige lichtpuntje in dit donkergrijze, astmatische bestaan is Wall-E, het enige opkuisrobotje dat is achtergebleven en na 700 jaar nog steeds plichtsbewust en fluitend de taak uitvoert waarvoor hij ontworpen werd: het vuil van de mens in zijn metalen buikje tot kubussen pressen en opstapelen, ook al heeft zijn opdrachtgever al lang het luchtruim gekozen. Voelt u het ook in uw dikke teen? Dit is héél andere koek dan de lieve, zorgeloze monstertjes onder ons bed of het dubbelleven leidend speelgoed dat de Pixartovenaars onderhands onder het licht van hun eigenwijs bureaulampje te voorschijn tekenen. Disney's paradepaardje is na het gezellige familiefeest 'Ratatouille' een gedurfde afslag ingeslagen: 'Wall-E' is verre van de Disneyfilm of tekenfilm zoals we die kennen. Heel wat donkerder en diepgaander van toon (u en ik komen er niet fraai uit), is deze kruising tussen een bijna-stomme film (Wall-E kent drie woorden) en een sciencefictionfilm een wel heel ambitieus en origineel project geworden, dat één gouden troef in handen heeft: het kan rekenen op de ongeziene en onuitputtelijke charme van zijn hoofdpersonage Wall-E, die ons peperkoeken hartje op zijn rupsbandjes terstond tot zomerse zuchten doet verdampen. E.T., you better phone home en R2D2 zoek maar al troost bij C-3PO, want Wall-E is het nieuwe troetelkind van de godganse galaxy!
Met zijn sjofele look, onhandig geklungel en zoemende verrekijkersoogjes pakt de uit Andrew Stantons hoofd geboren Wall-E je zo in waar je bijzit. Trillend opkijkend uit zijn kubusschulp waar hij net is ingekropen of in strijd met zeventien winkelkarretjes tegelijk, Wall- E is de Charlie Chaplin onder de robots, die ook steeds humor met een melancholisch, droevig vleugje wist af te werken. De kleine rakker brengt zijn dag door met opruimen, maar geeft ook zijn nieuwsgierigheid de volle kost. Wat hij tussen het puin vindt (een rubik's cube, een gloeilamp), krijgt een plaatsje in het minimuseumpje in zijn trailer. Hij is ook gek op de musical 'Hello, Dolly', waaruit hij de dansjes probeert na te doen, maar nog het liefst het 'handje vasthouden'. Op een vinnige kakkerlak (die beesten overleven alles!) als gezelschap kan een romanticus als Wall-E echter niet teren en hij staart vaak smachtend naar de onbekende, knipogende sterrenhemel Tot er op een dag ook effectief iets uit de lucht valt. Een ruimteschip landt op aarde, met aan boord EVE, een glimmende, gepolijste witte robot, die in opdracht van de mens naar aarde is gestuurd om het enige spoor van leven (een plantje!) mee te nemen naar de mensenbasis. Wall-E 's rammelkarretje begint meteen te shaken en te iepen van verliefdheid. Alleen blijkt de dodelijk sensuele EVE (haar arm schiet sneller dan haar schaduw, auwkes) een nogal koelbloedige designrobot, die nog niet zoveel persoonlijkheid heeft weten ontwikkelen als Wall-E. Onze held heeft er echter alles voor over om zijn liefde voor haar te bewijzen: hemel en aarde zal de vagebond doorkruisen om het computerhartje van zijn Lady te doen smelten. De aarde redden neemt hij er en passant bij.
De eerste helft van de film is subliem: het apocalyptische, verlaten wereldje van het gekke robotje is erg tastbaar, gedetailleerd en echt, heeft iets bevreemdends, confronterends, moois én ontroerends tegelijk. Zeker in combinatie met de wonderlijke retromuziek, met onder andere Louis Armstrongs jazzy versie van 'La vie en rose' en het weergalmende 'put on your sunday clothes' uit de musical aan het begin van de film. De romance met Eve is prachtig in al zijn eenvoud. Wanneer onze Wally als een trotse jongen zijn verzameling aan Eve toont om indruk te maken of wanneer ze samen het luchtruim onveilig maken op een brandblusser, kan je niet anders dan gloeiend meeglimlachen. De twee praten niet, ze communiceren via geluidjes en leggen gevoel in de manier waarop ze mekaars naam met een verschillende intonatie uit hun computerkeeltje laten galmen (Eee-vaaah). De piep- en bliepgeluiden zijn tot in de bits verzorgd en perfect op het lijfje van Wall-E en konsoorten geschreven. Geen verrassing dat de sound engineering het monnikenwerk is van de legendarische Ben Burtt, die al eerder R2D2 van bliepjes voorzag.
Met hun guitigheden een hele film vullen, is natuurlijk een illusie en Wall-E en EVE zetten hun avontuur verder in de ruimte. Zodra de spaceshipdeuntjes worden bovengehaald en de strak gestileerde deuren van het ruimteschip Axiom (de mensenbasis) opengaan, wordt Wall-E dan ook sciencefiction van de zuiverste soort, gespeend met knipogen naar 'Star Wars' en verwijzingen naar '2001: A Space Odyssey' (zoals de autopiloot die de echte piloot klem zet). Niet alleen de actie wordt opgedreven, ook de cynische maatschappijkritiek en dieperliggende ecologische boodschap draaien overuren, wanneer we de mensen leren kennen als blubberende, gebrainwashte luiaards, die enkel nog via hun webcam communiceren en zonder hun robothulpjes radeloos en verloren zijn. Die afschildering van de mens is even slikken, maar je weet met Pixar dat de finale evenzo zalvend zal zijn. Stanton verlucht die interessante, maar nogal droogjes en eenzijdig uitgewerkte toekomstnachtmerrie met de verplichte actienummertjes, blaast chaos in het indommelende verhaal en strooit met niet zo heel inventieve slapstick en gags in het rond. Allemaal gekende verhaalrekkende bezigheden, die de charme en originaliteit van de hele film een beetje door het gat in de ozonlaag doen sjansen.
Wall-E blijft namelijk de hele film door het enige personage waar je mee kan meeleven. Hij is menselijker dan alle echte mensen samen - een stiekeme statement natuurlijk, van een robot moet je de liefde leren- maar er zat toch méér in de nevenpersonages. De schattige kakkerlak mag slechts een halve film meedoen en de andere robotjes, zoals M-O sjezen eens vluchtig door het beeld, maar krijgen geen kans om open te bloeien. Om van de eendimensionale mensen maar te zwijgen. Het schrappen van een aantal basisconventies van een tekenfilm waarop je normaal als kijker kan terugvallen - een slechterik, een echte pittige drive, een strijd tussen goed en kwaad of kleurrijke nevenpersonages - begint bovendien, ironisch genoeg, een beetje in het nadeel van de film te spelen. De film verliest bij de actiesequenties en het afstevenen op de finish geen van zijn visueel indrukwekkende haren, maar kan nergens meer tippen aan de intieme sfeer en unieke soul van in het begin van de film en trekt zo uiteindelijk zelf een kruis over het 'meesterwerk' dat ons in de trailer werd beloofd.
Sciencefictionfans zullen smullen, met 'Wall-E' verschuift Pixar zijn doelpubliek duidelijk in hun richting, maar de vraag blijft of de kleintjes zich zullen amuseren met het in een politieke context gedrenkte verhaal of de zijdezachte humor, die veel minder entertainend is dan bijvoorbeeld het voorfilmpje 'Presto' (een hilarische ode aan de Looney Tunes). Wall-E is Pixars meest volwassen, meest melancholische en meest gedurfde productie tot nu toe, maar het is moeilijk om er volledig in mee te gaan. Wat je ervan zal onthouden, is niet zozeer de levensles (die zal snel vergelen in uw achterkamers), als wel Wall-E, die nog een tijdje met uw hartkleppen zal blijven spelen. Zijn zoemende verrekijkers, zijn giechelgeluidjes. Misschien zelfs zijn twee klemhandjes die in elkaar schuiven. Wall-E als personage is een klein wondertje, dat hopelijk net iets langer zal meegaan dan zijn merchandise replica's en dan deze film. Die Waaa-a-liee toch!
Duurzaam leven bestaat eigenlijk uit 4 grote delen.
Het ene natuurlijk wel makkelijker dan het andere om aan te werken.
Als we eens kijken naar ons eerste onderdeel zien we duurzame voeding.
Wat houd dit allemaal in of wat zijn de dingen die we makkelijk kunnen aan werken?
Waarom eten mensen eigenlijk zoveel? zoveel mensen die met ziektes hierdoor
moeten leven of mensen die gewoon lichamelijk zeer zwaar geworden zijn.
Moesten de mensen nu gewoon eens wat minder gaan eten en niet altijd meer en meer willen
dan zouden er al veel problemen kunnen opgelost geraken.
Want hoe eerlijk is het eigenlijk voor de mensen die amper iets te eten hebben
en wij als het ware alle overschot die we hebben zomaar in de vuilbak gaan gooien.
Doet dit dan niks met jullie ?
Mensen denken dat vis een betere manier is om duurzaam te gaan leven maar in feite is vis
even erg als vlees eten.
Mensen zouden als het ware beter vegetarisch gaan leven wat niet voor iedereen een even
makkelijke manier van leven is , sommige mensen hebben nood aan vlees op hun bord.
Moesten deze mensen gewoon al eens 1 dag of 2 dagen zonder vlees leven zou het al zeer
veel beter zijn.
De grote uitdaging is om regionale,
seizoensgebonden, vleesarme en
fairtradevoedingspatronen eten te voorzien het is een zeer groot voordeel voor onze milieu .
Het tweede puntje dat ik met jullie wil bespreken is duurzame mobiliteit.
Transport zorgt er voor dat we een zeer grote hoeveelheid uitlaatstoffen hebben.
Er zijn meer en meer gemeenten die bepaalde auto's gaan verbieden dit is om er voor
te zorgen dat deze stoffen niet in hun gemeente komen.
Eigenlijk is dit wel een goede oplossing maar hebben ze jammer genoeg niet gedacht
aan de mensen die zo een auto niet kunnen veroorloven of nog met een auto rijden
met de brandstof die de gemeentes verbieden.
De wereld gaat soort van ons gaan verwachten dat we meer met de fiets gaan verplaatsen
of het openbaar vervoer gaan gebruiken in plaats van alle auto's op de baan.
Maar moesten mensen toch nog met de auto willen zich verplaatsen is het misschien voor
hen een idee om samen te rijden zodanig dat er toch wel minder auto's op de baan zijn.
Het derde puntje gaat over duurzaam toerisme.
Toeristen
verstoren de biodiversiteit en leggen druk op kwetsbare
ecosystemen (op reis gaan naar Antarctica, koraalriffen, tassen van
reptielenleer als souvenirs kopen ).
Toeristen
in luxehotels verbruiken meer water dan thuis.
Er wordt ook zeer veel airco , verlichting , voedsel gebruikt ze zorgen als het ware enkel maar voor
dat we niet duurzaam omgaan met deze dingen gelukkig gaat het hier maar over 5 procent maximum.
Naast de toeristen zelf hebben we ook nog het vliegverkeer zelf die voor problemen zorgen op duurzaam vlak.
Waar we nog last van hebben is dat de mensen geen respect hebben voor de lokale sociale en religieuze waarden.
En als laatste hebben we dan nog duurzaam wonen.
Wonen zorgt voor een 30 procent van onze ecologische voetafdruk.
Er worden al veel inspanningen gedaan, maar een
langetermijnvisie is gewenst. De Vlaamse regering kondigde in 2016 daarom een
volledige betonstop aan vanaf 2040. Vanaf dan zal er
op open ruimtes niet meer gebouwd mogen worden.
Reeds vanaf 2025 zal de
hoeveelheid open ruimte dat nog dagelijks bebouwd
mag worden, evenwel nog
slechts de helft
bedragen van wat het vandaag de dag is.
Voor de bestaande huizen hebben ze dan ook al andere regels voorzien zoals het renoveren op
een energiezuiniger manier.
Verder moeten woonruimtes flexibel, aanpasbaar en
multifunctioneel ingericht zijn.
Een gebouw moet verschillende decennia aanpasbaar
zijn aan veranderde functies
en noden in gebruik van de mensen die er wonen,
als bijvoorbeeld de kinderen het
Duurzame initiatieven in Afrika boeken opmerkelijke successen
Duurzame initiatieven in Afrika boeken opmerkelijke successen. Veelal kleinschalige projecten, maar enkele landen koesteren ook ambitieuze plannenDeel op Facebook
11.11.11 focust dit jaar op de prijs die het Zuiden betaalt voor de (onze) klimaatopwarming. Maar intussen zitten ze ter plekke ook niet stil. Duurzame initiatieven in Afrika boeken opmerkelijke successen: kleine projecten hebben een instanteffect op mens en milieu, en enkele landen koesteren ambitieuze plannen.
Daar waar in Europa ecologie nog vaak een zaak is van goedverdienende hogeropgeleiden die zich zuinige maar dure hoogtechnologische snufjes kunnen permitteren, is in Afrika vaak het omgekeerde het geval: met enkele simpele duurzame ingrepen kan de levenskwaliteit van de allerarmsten er spectaculair op verbeteren.
Zonneoven
Een mooi voorbeeld hiervan is SEE of Solar Energy Economy, een onlangs gestarte Europees-Afrikaanse samenwerking om koken op zonne-energie te promoten. De technologie achter de kooktoestellen is uiterst eenvoudig: spiegels bundelen de zonnestralen, die zo het eten kunnen verhitten tot zo'n 135 à 250 graden. Er komt dus geen elektriciteit aan te pas, noch dure of ingewikkelde onderdelen.De voordelen van het systeem zijn legio. Eén toestel zou gemiddeld zo'n ton hout per jaar kunnen besparen, en op die manier een aanzienlijke bijdrage leveren tegen het probleem van de voortschrijdende ontbossing in Afrika. Eén familie gebruikt er immers jaarlijks gemiddeld zo'n vier ton brandhout. Na de aanvankelijke investering leveren de apparaten bovendien een flinke besparing op: velen van de armste Afrikanen besteden maar liefst een derde van hun inkomen aan energie.
Daarbij komt nog dat er elk jaar naar schatting 1,6 miljoen mensen, de helft van hen kinderen, sterven aan luchtwegenaandoeningen ten gevolge van verontreinigde binnenlucht. En jonge meisjes zijn dagelijks vaak uren in de weer met het sprokkelen van hout, tijd die ze niet op de schoolbanken kunnen doorbrengen.
SEE is mede opgericht door de Fransman Didier Delval, CEO van Carbocia, die in het verleden al een soortgelijk project opzette met de Malinese vzw Mali Tilé. De bedoeling is dat de organisatie de zonneovens mee gaat financieren - een toestel kost zo'n 200 dollar maar wordt ter plaatse verkocht voor 70 à 100 dollar - en de lokale bevolking opleidt in het gebruik ervan. Er zijn momenteel al zo'n 200 apparaten in gebruik.
Minizonnepanelen Eerder berichtten we op de Planet Earthsite van Knack ook al over het groeiende succes biogasinstallaties in West-Afrika ('West-Afrikaanse gezinnen koken op koeienmest'). Biogas is gemakkelijk en goedkoop te winnen uit mest en organisch afval, en bovendien veel beter voor milieu en gezondheid dan koken op hout.
En nu ook zonnepanelen steeds goedkoper en efficiënter worden, worden ze stilaan betaalbaar voor heel wat Afrikanen. Zo meldde 'The New York Times' dat er in afgelegen boerendorpjes in Kenia, ver van het elektriciteitnet, steeds vaker minizonnepanelen op de huizen verschijnen. Ze kosten nauwelijks zestig euro, en produceren net genoeg energie om een gsm op te laden en een viertal zuinige lampen te laten branden.
Het lijkt weinig naar Europese normen, maar voor mensen die tot voor kort na zonsondergang waren afgesloten van de wereld en de avond doorbrachten bij het licht van een flakkerend vuur, maakt het wel degelijk een groot verschil. Zo verbeteren bijvoorbeeld de schoolresultaten van de kinderen doordat ze 's avonds genoeg licht hebben om te studeren. En besparen de gezinnen op kaarsen, batterijen en kerosine voor de lampen. Ook in andere Afrikaanse landen groeit de markt voor zulke kleine, goedkope systemen van hernieuwbare energie.
Wind Farm Al blijft het niet bij kleinschalige projecten. In Kenia wordt momenteel volop gewerkt aan de Lake Turkana Wind Farm, het grootste windpark van Afrika. Bij oplevering in 2014 moeten de meer dan 350 windturbines samen zo'n 300 megawatt leveren, of bijna dertig procent van de huidige elektriciteitsbehoefte van het land. Het Turkanadistrict is een erg heet en kurkdroog gebied dat tot voor kort economisch oninteressant werd geacht. Tot twee Nederlandse ondernemers opmerkten dat het er bijna onophoudelijk hard waait.
In Rwanda, het dichtstbevolkte land van Afrika, onderzoeken de autoriteiten momenteel of ze elektriciteit kunnen opwekken met geothermische energie. Maar het grootste milieusucces heeft het land geboekt met zijn strikte verbod op plastic zakken. Sinds 2006 mogen er geen plastic draagtassen meer gebruikt worden of het land binnenkomen. Omdat boeren klaagden dat het zwerfvuil hun oogsten aantastte, en geblokkeerde afvoersystemen bij hevige regens voor overstromingen zorgde. Rwanda dreigde te verstikken onder de plasticberg maar wist het tij te keren. Buurlanden als Tanzania, Kenia en Oeganda hebben intussen het voorbeeld gevolgd.
Ecologie in Afrika wordt gekenmerkt door een groot pragmatisme. Waardoor de projecten interessante casestudy's worden voor het Westen, waar ecologie nog vaak een zaak is van hightech, ingewikkelde constructies en grote budgetten. Terwijl simpeler oplossingen dikwijls voor de hand liggen.
Jan Haeverans
In dit artikel gaat het over hoe ze met de kleinste dingen
de mooiste resultaten kunnen behalen.
Hoe ze het leven een beetje aangenamer kunnen maken voor de mensen.
Het is mooi om te zien hoe de wereld zich in zet voor andere mensen.
En als je eens kijkt naar de resultaten die ze behalen gewoon prachtig
zulke kleine dingen die eigenlijk zoveel kunnen besparen in het leven.
Dat is gewoon onvoorstelbaar.
Neem nu het gebruiken van spiegels als kookvuur gewoon geniaal toch.
Moesten wij maar zo eens gaan leven het lukt ons geen dag zoveel respect
voor die mensen die zo leven en gelukkig zijn met de kleinste dingen in het
leven. Voor hun telt alles om minder in de armoede te moeten leven.
Ze leven namelijk al met zo goed als niks in het leven ik zou het niet
kunnen wij leven puur van luxe en kunnen niet meer zonder.
uiteenzetting van prof. Tim Jackson over welvaart zonder groei en een pleidooi voor een overgang van een ander ecologisch model
Volgens de uiteenzetting van de professor draait alles rond hoop.
Maar we zitten soort vast in een dilemma : we kunnen niet leven ermee, maar ook niet zonder.
Ofwel buigen we het systeem af ofwel laten we de planeet crashen.
Eigenlijk is dit geen eerlijke of gemakkelijke keuze.
Het enige wat we eigenlijk kunnen doen is een soort van blind vertrouwen hebben in onze eigen slimheid , technologie en efficiëntie.
Hij heeft niks tegen efficiënties maar vind ook wel dat we eens een blik op de cijfers moeten werpen zodanig dat we meer kijken naar de realiteit.
Alles draait om koolstof maar kunnen we met ons systeem de voorgeschreven waarden behalen?
We gebruiken technologie als het ware als een soort van taal om met anderen te communiceren.
Vroeger waar de mensen blij met enkel een linnen t-shirt , nu hebben we ook een t-shirt nodig maar daar blijft het niet bij we willen nog zoveel dingen meer.
Mensen willen blijven kopen en hebben meer en meer dingen nodig ook al hebben ze het eigenlijk niet nodig.
Mensen willen minder gaan uitgeven gebruiken en meer gaan sparen maar dit is net het verkeerde .
Door te gaan sparen ga je het moeilijker hebben om terug te recupereren nadien.
Waarom doen we eigenlijk de kleine dingen niet ?
We zijn zelf te druk bezig met van alles zoals: kinderen naar school doen , gaan werken , eten maken , poetsen .
We hebben zelf zodanig veel te doen en te weinig tijd dat we gewoon geen tijd maar over hebben om kleine dingen voor de economie te gaan doen .
Hij vraagt zich ook af wat voor soort mens zijn we het soort dat enkel aan zichzelf denkt of het soort dat af en toe eens een onbaatzuchtig is .
Na het horen van zijn lezing ga je op een heel andere kijk naar de wereld gaan kijken.
Er zijn zoveel dingen die hij zegt dat waar zijn , dat je er even bij stil staat.
Hij zet je letterlijk aan tot denken en doen.
Wanneer je dan eigenlijk de kijk van Peter Tom Jones gaat bekijken zie je duidelijk een groot verschil.
Er zijn ook wel dingen waar dat hij zegt maar ze zijn te verschillend .
Hij heeft meer weer wat er kan en moet veranderen.
Tim Jackson leidt maandag 17 oktober het zesde Millenniumdebat in, om 20 uur in de Gentse Vooruit.
De Britse econoom Tim Jackson, professor Duurzame Ontwikkeling aan de universiteit van Surrey en auteur van het invloedrijke boek 'Welvaart zonder groei', is maandag 17 oktober een van de sprekers op het Millenniumdebat in de Gentse Vooruit.
Nog niet zo lang geleden werd hij openlijk uitgelachen als hij zijn theorie over welvaart zonder groei uiteenzette, zei Tim Jackson in het telefoongesprek dat we met hem hadden. Maar dat begint langzaam te veranderen: links en rechts staan er politieke en economische leiders op die zijn denkbeelden ernstig nemen. En in de academische wereld is het groene duurzaamheidsdenken al langer ingeburgerd, getuige onder andere de Cradle to Cradle-beweging, die een productie zonder afval bepleit, of het Amerikaanse Millennium Institute.
De boodschap van Tim Jackson klinkt behoorlijk revolutionair in deze economisch turbulente tijden: we moeten afstappen van het groeimodel dat onze economie in een wurggreep houdt, en evolueren naar een duurzame stabiliteit.
In een notendop komt zijn pleidooi hierop neer: om onze economische motor draaiende te houden moeten zowel productie als consumptie blijven groeien. Alleen bereikt groei op een bepaald moment zijn plafond, om de simpele reden dat de middelen van de aarde eindig zijn: haar capaciteit om te geven (de grondstoffen en natuurlijke rijkdommen) en te nemen (afval en uitstoot verwerken) geraakt uitgeput. Dat is een grens waar we simpelweg niet over kunnen.
En dus moeten we een heel ander systeem bedenken, dat gebaseerd is op een nieuwe definitie van welvaart. Welvaart die niet alleen bepaald wordt door het massaal voorhanden zijn van consumptiegoederen, maar ook door de sociale cohesie van de samenleving en de gezondheid van onze leefomgeving. In Jacksons visie is er nog plaats voor beperkte, duurzame groei, maar die wordt gecompenseerd door investeringen in (openbare) diensten en het herstel van onze natuurlijke omgeving. Het resultaat is een systeem in evenwicht dat de planeet niet uitput. Een immense opdracht, daar is hij zich van bewust, maar er rest ons geen andere keus.
Is de huidige crisis een teken dat de economie zoals we die kennen op zijn laatste benen loopt?
Tim Jackson: Ik denk dat het voor de westerse landen het begin van een einde is. En we hadden het bovendien kunnen zien aankomen: de oplopende schulden, de tekorten, munten die in de problemen geraken, hoge werkloosheidscijfers, de dalende inkomens van gezinnen... Die wijzen niet alleen op instabiliteit van het systeem, maar leiden ook tot sociale onrust, en veel van de oplossingen voor het probleem creëren nog meer sociale onrust. De maatregelen om de tekorten te beperken en de schulden te beheersen hebben een destabiliserend effect op sociale investeringen en op de moraal van gewone mensen.
Vorige week moest de Belgische regering een bank kopen om ze voor failliet te behoeden. Waardoor de staatsschuld stijgt. Moeten we niet eerst de economie stabiliseren?
Hebben we nu groei nodig zodat we later het probleem van groei kunnen aanpakken? Dat lijkt me niet echt de manier. We moeten zeker de economie veiligstellen, daar bestaat geen twijfel over. Alleen gaan de maatregelen de verkeerde richting uit. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld gaan er grote hoeveelheden geld om, maar enkel naar bestaande bedrijfsbelangen en financiële instellingen. Dus het is niet zo dat er geen geld is, geen mogelijkheden tot economische herstructurering, maar het gaat allemaal naar het oude, falende systeem.
Wat we nodig hebben, zijn sterke sociale investeringen, maatregelen om de overheidssteun aan de financiële sector toch ten dele te recupereren, het beschermen van tewerkstelling in diensten als gezondheidszorg, onderwijs, renovatie van gebouwen, een investeringsprogramma in een koolstofarme productie en dergelijke. En het moet nu gebeuren. Laten we nu jobs vrijwaren, ecologische transitie naar een duurzame economie ondersteunen, gemeenschappen versterken, de financiële sector uitzuiveren, voor sociale stabiliteit zorgen. In het enkel najagen van groei, ondermijnen we nu al die andere terreinen.
En wat met de ontwikkelingslanden? Zij hebben toch groei nodig? Dat is een andere zaak. Een van de belangrijkste redenen voor westerse landen om te streven naar een economie zonder groei, is het feit dat net die groei de economie destabiliseert. Maar wat me in eerste instantie over het probleem van groei deed nadenken, was het enorme verschil in inkomen en in toegang tot goederen en diensten tussen de rijkste en armste landen. Wij in het Westen zijn absoluut niet in de positie om te zeggen dat zij niet mogen groeien. Ik denk wel dat ze niet ons groeimodel moeten volgen, en dat hier kansen liggen om een ander model te ontwikkelen. Maar het is niet aan een westerse econoom om hen dat voor te schrijven.
Welvaart zonder groei vraagt een enorme mentaliteitsverandering, zowel bij het publiek als bij politieke en economische leiders. Denkt u dat dat mogelijk is?
Er zijn een aantal zaken die in ons voordeel spelen. Zo zal de levenskwaliteit van veel mensen erdoor verbeteren. Er zijn er natuurlijk altijd die winnen en anderen die verliezen, en zij die verliezen hebben in het huidige systeem behoorlijk wat macht. Dus dat is een probleem. Maar de realiteit is dat het te besteden budget van de meeste gezinnen er nu al op achteruitgaat, dus vele gewone mensen zitten feitelijk al in een situatie van negatieve groei. Het gemiddelde gezin, en zeker het armste, is nu al slechter af. En veel van wat ik voorstel gaat net over het verbeteren van de levenskwaliteit, op een behoorlijk specifieke manier. Op het gebied van sociale cohesie, evenwicht tussen werk en vrije tijd, familieleven, leefomgeving enzovoorts. Dat zijn dingen die belangrijk zijn en niemand in de politiek is daarmee bezig. Want we moeten het consumptiesysteem in stand houden.
Er is wel het latente bewustzijn bij veel mensen dat de manier waarop we bezig zijn zinloos is. Dat we sneller en sneller moeten lopen om op dezelfde plaats te blijven. En er beginnen sociale verzetsbewegingen op te komen. Vooral jongeren zijn er zich pijnlijk van bewust dat de toekomst er erg onprettig zal uitzien als we zo doorgaan. Dat er minder keuzemogelijkheden zullen zijn, grotere verschillen tussen rijk en arm, meer economische instabiliteit door ecologische verarming. Veel mensen proberen ook al eenvoudiger en zuiniger te gaan leven. Maar dat is niet genoeg. Ook het macro-economische systeem zal moeten veranderen.
Dit artikel is eigenlijk een ondersteuning over wie prof. Tim Jackson is en waar
hij voor staat . Niet iedereen gaat natuurlijk akkoord met wat hij zegt of denkt
terwijl andere mensen dit dan wel doen .
Iedereen heeft een andere visie en
kijk hierop. Ik kan mij wel vinden in zijn manier van denken en leven.
Het is een soort van eer dat deze mens naar ons land wil komen .
Zijn manier van kijken veranderd je kijk op het leven.
De dingen die hij ook zegt kloppen wel vind ik het is niet dat hij leugens
Ecologische voetafdruk verkleint enorm na vasten zonder vlees
De deelnemers aan de actie Dagen Zonder Vlees hebben hun ecologische voetafdruk samen verkleind met 160 hectare.
Dagen Zonder Vlees, een actie waarbij niet-vegetariërs zich engageren om tijdens de vastenperiode minder vlees en vis te eten, is op Paaszondag afgesloten. Alle deelnemers samen verkleinden hun ecologische voetafdruk met ruim 160 hectare. Dat meldt initiatiefneemster van de actie, Alexia Leysen.
160 miljoen liter water
De meer dan 9.000 officiële deelnemers die hun vegetarische dagen effectief online bijhielden, spaarden ruim 160 hectare - 1.623.000 m2 om precies te zijn - uit op hun collectieve ecologische voetafdruk. Dat komt bijvoorbeeld overeen met een besparing van 160 miljoen liter water, blijkt uit berekeningen van Ecolife, een milieuorganisatie die ecologische gedragsverandering nastreeft.
Bewustwording
De actie was bedoeld om een grotere bewustwording te creëren rond de impact van de dierteelt op het milieu en spoorde de deelnemers aan om 40 dagen lang geen of minder vlees en vis te eten. Wie een vegetarische dag inlast, bespaart namelijk per dag 11 m2 op zijn of haar ecologische voetafdruk.
Voedingspatroon
Initiatiefneemster Alexia Leysen is tevreden met het eindresultaat. Ze is ervan overtuigd dat de actie het voedingspatroon van heel wat mensen ook op langere termijn beïnvloedt. Omdat ze gelooft in het potentieel van de actie en de nood om nog veel meer mensen te bereiken, wil Leysen het concept volgend jaar uit handen geven "aan mensen die het buiten de grenzen van Vlaanderen kunnen tillen".(Belga/EE)
Dit gaat over het feit hoe veel de wereld eigenlijk beter is zonder dat er vlees
wordt gegeten.
Het is zo een groot verschil buiten het eten van vlees en niet , de wereld is zoveel
beter zonder dat we al dat vlees eten.
Maar de mens is nu eenmaal een vlees eter niet veel mensen kunnen zonder
vlees op hun bord.
40 dagen zonder vlees is dan ook voor heel wat mensen een hele uitdaging
ik zou dit persoonlijk ook niet kunnen.
Vlees heb je in je leven nodig ik begrijp dat je dit niet iedere dag nodig
hebt maar toch meerdere malen in een week.
Vleesvervangers kunnen voor mij niet het echte vlees vervangen ook al
is het beter voor de wereld.
Ik vrees dat ik in dit standpunt niet veel kan helpen voor de wereld.