WALL E
De wereld is om zeep. Door de aanhoudende vervuiling en het schouderophalende gedrag van de mens is de aarde één grote vuilnisbak geworden, waar leven onmogelijk is geworden. Het enige lichtpuntje in dit donkergrijze, astmatische bestaan is Wall-E, het enige opkuisrobotje dat is achtergebleven en na 700 jaar nog steeds plichtsbewust en fluitend de taak uitvoert waarvoor hij ontworpen werd: het vuil van de mens in zijn metalen buikje tot kubussen pressen en opstapelen, ook al heeft zijn opdrachtgever al lang het luchtruim gekozen. Voelt u het ook in uw dikke teen? Dit is héél andere koek dan de lieve, zorgeloze monstertjes onder ons bed of het dubbelleven leidend speelgoed dat de Pixartovenaars onderhands onder het licht van hun eigenwijs bureaulampje te voorschijn tekenen. Disney's paradepaardje is na het gezellige familiefeest 'Ratatouille' een gedurfde afslag ingeslagen: 'Wall-E' is verre van de Disneyfilm of tekenfilm zoals we die kennen. Heel wat donkerder en diepgaander van toon (u en ik komen er niet fraai uit), is deze kruising tussen een bijna-stomme film (Wall-E kent drie woorden) en een sciencefictionfilm een wel heel ambitieus en origineel project geworden, dat één gouden troef in handen heeft: het kan rekenen op de ongeziene en onuitputtelijke charme van zijn hoofdpersonage Wall-E, die ons peperkoeken hartje op zijn rupsbandjes terstond tot zomerse zuchten doet verdampen. E.T., you better phone home en R2D2 zoek maar al troost bij C-3PO, want Wall-E is het nieuwe troetelkind van de godganse galaxy!
Met zijn sjofele look, onhandig geklungel en zoemende verrekijkersoogjes pakt de uit Andrew Stantons hoofd geboren Wall-E je zo in waar je bijzit. Trillend opkijkend uit zijn kubusschulp waar hij net is ingekropen of in strijd met zeventien winkelkarretjes tegelijk, Wall- E is de Charlie Chaplin onder de robots, die ook steeds humor met een melancholisch, droevig vleugje wist af te werken. De kleine rakker brengt zijn dag door met opruimen, maar geeft ook zijn nieuwsgierigheid de volle kost. Wat hij tussen het puin vindt (een rubik's cube, een gloeilamp), krijgt een plaatsje in het minimuseumpje in zijn trailer. Hij is ook gek op de musical 'Hello, Dolly', waaruit hij de dansjes probeert na te doen, maar nog het liefst het 'handje vasthouden'. Op een vinnige kakkerlak (die beesten overleven alles!) als gezelschap kan een romanticus als Wall-E echter niet teren en hij staart vaak smachtend naar de onbekende, knipogende sterrenhemel
Tot er op een dag ook effectief iets uit de lucht valt. Een ruimteschip landt op aarde, met aan boord EVE, een glimmende, gepolijste witte robot, die in opdracht van de mens naar aarde is gestuurd om het enige spoor van leven (een plantje!) mee te nemen naar de mensenbasis. Wall-E 's rammelkarretje begint meteen te shaken en te iepen van verliefdheid. Alleen blijkt de dodelijk sensuele EVE (haar arm schiet sneller dan haar schaduw, auwkes) een nogal koelbloedige designrobot, die nog niet zoveel persoonlijkheid heeft weten ontwikkelen als Wall-E. Onze held heeft er echter alles voor over om zijn liefde voor haar te bewijzen: hemel en aarde zal de vagebond doorkruisen om het computerhartje van zijn Lady te doen smelten. De aarde redden neemt hij er en passant bij.
De eerste helft van de film is subliem: het apocalyptische, verlaten wereldje van het gekke robotje is erg tastbaar, gedetailleerd en echt, heeft iets bevreemdends, confronterends, moois én ontroerends tegelijk. Zeker in combinatie met de wonderlijke retromuziek, met onder andere Louis Armstrongs jazzy versie van 'La vie en rose' en het weergalmende 'put on your sunday clothes' uit de musical aan het begin van de film. De romance met Eve is prachtig in al zijn eenvoud. Wanneer onze Wally als een trotse jongen zijn verzameling aan Eve toont om indruk te maken of wanneer ze samen het luchtruim onveilig maken op een brandblusser, kan je niet anders dan gloeiend meeglimlachen. De twee praten niet, ze communiceren via geluidjes en leggen gevoel in de manier waarop ze mekaars naam met een verschillende intonatie uit hun computerkeeltje laten galmen (Eee-vaaah). De piep- en bliepgeluiden zijn tot in de bits verzorgd en perfect op het lijfje van Wall-E en konsoorten geschreven. Geen verrassing dat de sound engineering het monnikenwerk is van de legendarische Ben Burtt, die al eerder R2D2 van bliepjes voorzag.
Met hun guitigheden een hele film vullen, is natuurlijk een illusie en Wall-E en EVE zetten hun avontuur verder in de ruimte. Zodra de spaceshipdeuntjes worden bovengehaald en de strak gestileerde deuren van het ruimteschip Axiom (de mensenbasis) opengaan, wordt Wall-E dan ook sciencefiction van de zuiverste soort, gespeend met knipogen naar 'Star Wars' en verwijzingen naar '2001: A Space Odyssey' (zoals de autopiloot die de echte piloot klem zet). Niet alleen de actie wordt opgedreven, ook de cynische maatschappijkritiek en dieperliggende ecologische boodschap draaien overuren, wanneer we de mensen leren kennen als blubberende, gebrainwashte luiaards, die enkel nog via hun webcam communiceren en zonder hun robothulpjes radeloos en verloren zijn. Die afschildering van de mens is even slikken, maar je weet met Pixar dat de finale evenzo zalvend zal zijn. Stanton verlucht die interessante, maar nogal droogjes en eenzijdig uitgewerkte toekomstnachtmerrie met de verplichte actienummertjes, blaast chaos in het indommelende verhaal en strooit met niet zo heel inventieve slapstick en gags in het rond. Allemaal gekende verhaalrekkende bezigheden, die de charme en originaliteit van de hele film een beetje door het gat in de ozonlaag doen sjansen.
Wall-E blijft namelijk de hele film door het enige personage waar je mee kan meeleven. Hij is menselijker dan alle echte mensen samen - een stiekeme statement natuurlijk, van een robot moet je de liefde leren- maar er zat toch méér in de nevenpersonages. De schattige kakkerlak mag slechts een halve film meedoen en de andere robotjes, zoals M-O sjezen eens vluchtig door het beeld, maar krijgen geen kans om open te bloeien. Om van de eendimensionale mensen maar te zwijgen. Het schrappen van een aantal basisconventies van een tekenfilm waarop je normaal als kijker kan terugvallen - een slechterik, een echte pittige drive, een strijd tussen goed en kwaad of kleurrijke nevenpersonages - begint bovendien, ironisch genoeg, een beetje in het nadeel van de film te spelen. De film verliest bij de actiesequenties en het afstevenen op de finish geen van zijn visueel indrukwekkende haren, maar kan nergens meer tippen aan de intieme sfeer en unieke soul van in het begin van de film en trekt zo uiteindelijk zelf een kruis over het 'meesterwerk' dat ons in de trailer werd beloofd.
Sciencefictionfans zullen smullen, met 'Wall-E' verschuift Pixar zijn doelpubliek duidelijk in hun richting, maar de vraag blijft of de kleintjes zich zullen amuseren met het in een politieke context gedrenkte verhaal of de zijdezachte humor, die veel minder entertainend is dan bijvoorbeeld het voorfilmpje 'Presto' (een hilarische ode aan de Looney Tunes). Wall-E is Pixars meest volwassen, meest melancholische en meest gedurfde productie tot nu toe, maar het is moeilijk om er volledig in mee te gaan. Wat je ervan zal onthouden, is niet zozeer de levensles (die zal snel vergelen in uw achterkamers), als wel Wall-E, die nog een tijdje met uw hartkleppen zal blijven spelen. Zijn zoemende verrekijkers, zijn giechelgeluidjes. Misschien zelfs zijn twee klemhandjes die in elkaar schuiven. Wall-E als personage is een klein wondertje, dat hopelijk net iets langer zal meegaan dan zijn merchandise replica's en dan deze film. Die Waaa-a-liee toch!
|