Deze morgen
spraken we vroeg af. We hadden een lijstje met alles wat moest gebeuren en dit
was een heel boterham! We verdeelden de taken en gingen aan het werk. Hanne en
Steffi werkten de scènes verder uit, Emmie tekende de kostuums uit en Alexander
en ik zochten muziek die we konden gebruiken. We bleven wel samen zitten en als
er iets groots beslist werd of iemand zat vast hielpen we elkaar.
Die middag
probeerde Alexander het lied die we gevonden hadden te bewerken terwijl de anderen
de kledingstukken en de verschillende scènes verder bekeek en besprak.
Uiteindelijk vonden we ook nog een lied dat paste als eindlied. We probeerden
hier een tekst op te plaatsen, maar dit bleek moeilijker dan verwacht!
We zochten
ook een muziekstuk om op te dansen bij de scène van het T-shirt.
Onze
voorstelling kreeg echt kleur vandaag en het ging allemaal goed vooruit. Het
draaiboek kan al worden uitgetypt en de kleren kunnen gestikt worden!
Deze morgen moest ik gaan observeren in mijn stageschool en smiddags had ik een bespreking voor bachelorproef, maar daarna begon ik al wat te denken over mijn kijkkast. Ik kreeg het idee om de helft van de vogelkooi (die ik gelukkig nog thuis vond tussen de oude rommel op zolder) in gips af te dekken en om zo 2 ruimtes te creëren in mijn kooi. Een ruimte waar je de tralies ziet. Deze ruimte is de gevangenis, het slechte. De andere kant zou dan mooi wit zijn van het gips en zou een gewone gezellige en veilige thuis kunnen lijken. Ik heb nog lang nagedacht, maar veranderde de hele tijd van ideeën en wist tenslotte niet meer wat ik ging doen. Maar het idee van de vogelkooi die half bedekt zou zijn bleef in mijn hoofd zitten.
Deze morgen
kregen we een beeldatelier van mevrouw Vanhaelewyn. We kregen uitleg over de
opdracht om een kijkkast te maken. We zagen een heleboel kijkkasten van
verschillende mensen. De kijkkasten waren verschillend van vorm, grootte en van
materiaal. We kregen veel beelden te zien die ons op inspiratie konden brengen.
Mijn hoofd bleef jammergenoeg nog leeg. Ik had geen enkel idee wat ik kon doen!
We kregen
ook tips hoe we met die kijkkast rond onze bouwsteen ruimte kunnen werken:
(belangrijke
kunstenaar die rond ruimte werkt: Antony Gormley)
Voor we
individueel te werk gingen, experimenteerden we in 2 groepen (de groep lijn en
de groep ruimte) met de verschillende kleine materialen die we meegebracht
hadden. Dit waren tandenstokers, kroonkurken, spelden, duipspijkers,
wasspeldjes, ... Deze voorwerpen moesten we op een voetstuk leggen zodat we de
ruimte optimaal gebruikten. We deden dit aan de hand van het thema van onze
voorstelling en maakten er een deur van een wasmachine van. Dit was natuurlijk
veel te gewoon en niet ruimtelijk genoeg. Ons 2de resultaat zag er
al beter uit. We maakten de deur van de wasmachine wel nog, maar je kon dit ook
zien als zeepbellen die opborrelden uit de wasmachine. Dit was een minder
voorspelbaar werk en werd dan ook meer goedgekeurd.
Nadat ons
materiaal weer opgeruimd was, gingen we allemaal apart zitten om te
brainstormen over wat we zelf wilden maken. Iedereen begon meteen dingen te
tekenen of op te schrijven en ik zat wat te prutsen. Ik had nog steeds geen
idee wat ik kon doen! Het enige waar ik aan dacht was aan een musical Notre
Dame de Paris omdat ik dit de dag ervoor had bekeken op tv en dit zat nog
altijd in mijn hoofd. Uiteindelijk haalde ik hier een klein idee uit. Het
hoofdpersonage zit in een tweestrijd. Aan de ene kant heeft hij zijn
opvoeder/vader waarvoor hij alles zou doen en die hem verplicht om binnen te
blijven, maar die hij helemaal niet begrijpt. Hierbij dacht ik aan een stukje
tekst uit de musical:
Tu m'as appris
à parler
A lire et à écrire
Mais je ne sais pas lire
Le fond de tes pensées
Je t'appartiens
De tout mon etre
Comme jamais un chien
N'a aimé son maître
Maar langs
de andere kant wil hij zo graag naar buiten en is hij verliefd op een
zigeunermeisje, maar hij is zo lelijk dat niemand zijn mooie binnenkant ziet.
Ik wou
hierrond iets doen en had het idee om een vogelkooi te gebruiken en te bewerken
als kijkkast.
Werken
aan de voorstelling
Na een
korte pauze kwam de hele groep samen met Meneer Crul. Eerst vertellen we kort
welke ideeën we al hadden voor de voorstelling. Meneer Crul gaf ons dan de
opdracht om 3 scènes te zoeken die we echt al konden proberen spelen aan de
hand van improvisatie. Onze groep improviseerde niet echt uit het niets. We
bedachten eerst wat er kon gebeuren en probeerden dit dan uit, waardoor we meer
ideeën kregen.
Uiteindelijk
kregen we een betere verhaallijn en werden de rollen verdeeld:
- het
kleine meisje: Joke
- de zwarte
das: Alexander
- de
jeansbroek: Hanne
- de sok: Emmie
- het
T-shirt: Steffi
Verhaallijn:
Het kleine
meisje ligt voor de wasmachine te wachten op haar knuffel. Ze valt uiteindelijk
in slaap en in haar droom danst ze wiegend heen en weer en komt ze terecht in
een levensgrote wasmachine, ze beweegt mee met de kleren die in de wasmachine
zitten tot er een ontploffing is. In die wasmachine komt ze een rode draad
tegen en ze besluit om die te volgen (want deze draad lijkt op het strikje van
haar knuffel). De jeansbroek beschuldigd haar echter van de wasmachine kapot te
maken en ze moet eerst helpen om de wasmachine te maken. Aan de hand van een
percussiestukje met buizen wordt de wasmachine herstelt en de jeansbroek zal
helpen met zoeken naar de knuffel.
Onderweg
komen ze de sok tegen, die haar tweelingszus kwijt is. De zwarte das heeft deze
gestolen en we winnen de sok terug door een soort woordenbattle te doen. Nu
helpt ook de sok met de zoektocht naar de knuffel.
Onderweg
komen ze een T-shirt tegen waarvan de mouwen in de knoop zitten. We proberen de
knoop eruit te halen door een dans te doen met doeken.
Het einde
is nog niet helemaal uitgewerkt, maar de 3 kledingstukken en het meisje zouden
de zwarte das tegenkomen en hem straffen omdat hij de schuldige is van alle
problemen.
Uiteindelijk
zou het meisje weer wakker worden voor de kleine wasmachine en zou alles een
droom lijken.